Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het land Israël en de beloften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het land Israël en de beloften

Een joods-christelijk gesprek

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezer dagen voerde het bestuur van 'Stichting Vrienden van het Cheider', dat zich beijvert gelden bijeen te brengen voor beveiliging van de Joodse school in Amsterdam, een gesprek met enkele rabbijnen, die deel uitmaken van het bestuur van het Cheider. Het ging met name om de verwachting van jodendom en christendom en in het licht daarvan met name over de kwestie van het land en van de staat Israël. Orthodoxe joden leven nog steeds in de verwachting van de Messias, Die komen zal. Christenen geloven en belijden, dat de Messias in de persoon van Jezus Christus is gekomen. Wat verbindt joden en christenen als het gaat om het land, waarheen joden uit de verstrooiing terug mochten keren bij de vestiging van de staat Israël in 1948? Orthodoxe joden denken over de vestiging van de staat Israël niet gelijk. Voor de één is de vestiging van de staat een voorschot op de 'verlossing', voor de ander is deze vestiging voorbarig, vooruit lopend op de vrede, die de Messias brengen zal. 'Het Cheider' kiest hier geen positie. Bijgaande treffen de lezers een samenvatting van wat ondergetekende bij die gelegenheid heeft gezegd.

Zionisme

In 1896 gaf Theodor Herzl de stoot voor de grote terugkeer (aliya) van joden uit de wereld naar Palestina. Aanvankelijk had hij slechts een plek in Afrika op het oog. Het kon bijvoorbeeld Oeganda zijn, waar de joden heen zouden trekken om zo samen 'een nationaal tehuis' te hebben.

In Bazel, tijdens het eerste Zionistische congres, voegde zich echter een religieuze component bij de beschouwingen van Herzl. Toen werd duidelijk, dat de joden terugkeren zouden moeten naar het land van de vaderen. Met Psalm 137 werd de eeuwen door beleden: 'indien ik u vergeet o Jeruzalem' en: 'aan de rivieren van Babel daar zaten wij, ook weenden wij, als wij gedachten aan Sion'.

Het joodse volkslied, Hatikwa zingt: 'Zolang diep in het hart nog steeds leeft de ziel van een Jood en vooruit gericht naar het Oosten het oog nog steeds naar Zion beschouwt is onze hoop nog niet verloren de hoop van duizenden jaren te zijn een vrij volk in ons land het land van Zion en Jeruzalem.'

De grote terugkeer kwam op gang voor 'een volk zonder land, naar het land zonder volk' (I. Zangwill). Theodor Herzl schreef in zijn dagboek: 'In Bazel heb ik de joodse staat gevestigd'.

Christenen

Zionisme is een voluit joodse aangelegenheid. Christenen moeten de benaming Zionisme dus maar niet voor zichzelf claimen. Christen-zionisme is een ondeugdelijke aanduiding. Wie als christen echter ook uitgaat van bij de landbelofte van Genesis 15 en Genesis 17 voelt wel aansluiting bij het Zionisme. 'En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaan tot een eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn' (Gen. 17:8). 'Aan uw zaad heb ik dit land gegeven van de rivier van Egypte af, tot aan de grote rivier, de rivier Frath' (Gen. 15:18).

Dr. S. Gerssen zegt in zijn proefschrift 'Modern Zionisme en Christelijke Theologie ', dat er bij Israël de eeuwen door sprake is geweest van 'een diep continuïteitsbesef vanwege de duurzaamheid van het verbond'. Het joodse volk heeft de eeuwen door een onopgeefbare band gekoesterd met 'het land van de vaderen'. Hij citeert David Ben Goerion, de eerste premier van Israël, die ooit gezegd heeft: 'Israël is het enige volk op aarde, dat weet dat het zijn land gekregen heeft op de wijze van een belofte. Dat is niet alleen kenmerkend voor Israël als volk, het is ook typisch voor dit land'.

Tijdens het eerste zogehéten christelijk Zionistisch congres in Bazel, in de tachtiger jaren, zei prof. dr. H. Berkhof, dat, toen God zich aan Abraham openbaarde. Hij hem beloofde ruimte en toekomst, land en nakomelingschap.

Geschiedenis

Door de eeuwen heen hebben hier en daar christenen afzonderlijk geloofd in de terugkeer van joden naar het land van de vaderen. Op de achtergrond van dat geloof stond het geloof in de belofte, dat God Zijn trouw aan Israël handhaaft, omdat het 'de beminden om der vaderen wil' zijn, voor wie beloften open staan.

Wilhelmus a Brakel was één van de Nadere Reformatoren, die in de terugkeer geloofde. Maar puriteinen en andere aanhangers van de Nadere Reformatie in de 17e eeuw hebben eveneens in de terugkeer geloofd. Daarover heeft dr. T. Brienen onderzoek gedaan.

In 1587 werd overigens in Engeland Francis Kett verbrand, omdat hij deze terugkeer geloofde en verkondigde.

In 1607 verscheen echter een aandachttrekkende publicatie van Thomas Brighton, waarin deze zei: 'Wat dunkt u, zullen ze weer terugkeren naar Jeruzalem? Er is niets dat meer zeker is. De profeten bevestigen het overal'. De verwachting van de terugkeer werd on­ der andere gebaseerd op Ezechiël 36: 'Want Ik zal u uit de heidenen halen, en Ik zal u uit al de landen vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen. (...) En gij zult wonen in het land, dat Ik uw vaderen gegeven heb, en gij zult Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot een God zijn' (vers 24 en 28).

Op het eerste christen-Zionistische congres in Bazel was aanwezig dr. Henriëtte Hanna Bodenheimer, de dochter van dr. Max Bodenheimer, stichter van het joods nationaal fonds. Zij citeerde uit het dagboek van Bodenheimer wat deze zei over ds. William Hechler. Hechler geloofde, dat God Theodor Herzl had weggenomen om te tonen, dat de joden hun bevrijding door God alléén zouden bereiken, 'zonder zo'n groot man als Herzl'.

Toen in Engeland in 1816 de zogheten Belfourverklaring werd aangenomen, waarin het recht op 'een nationaal tehuis' voor de joden in de wereld werd erkend, hebben op de achtergrond daarvan christenen als Hechler een grote rol gespeeld. Hechler zei toen: 'Volgens de Bijbel moeten de joden terugkeren naar Palestina en daarom zal ik deze beweging als christen helpen, in het volle geloof in de Waarheid van de Bijbel. Want dit is Gods zaak'.

Voordat het politieke Zionisme op gang kwam, was er dus bij bepaalde christenen reeds de gedachte aangaande de terugkeer. Desalniettemin is het Zionisme een joodse beweging. Het is een beweging, die aan de joden is voorbehouden en die niet door christenen moet worden geclaimd. Christenen zullen er wel Gods hand in de geschiedenis in zien, op grond van Zijn beloften. Maar joden keerden terug naar Sion en niet christenen.

Solidariteit

Het gaat bij dit alles om de belofte aangaande het land en daarbij om de verwachting aangaande Gods voortgaande handelen met Israël. Er staat intussen geen is-gelijk-teken tussen het land en de staat. De Nederlandse Hervormde Kerk gaf ooit een lezenswaardig geschrift uit 'Israël, volk, land en staat', waarin de landbelofte werd onderstreept, maar niet tot een soort staatsbelofte werd geconcludeerd. Wat is echter een volk in een land zonder staatkundige ordening? Er mag als zodanig wel afgeleide solidariteit zijn met de staat Israël, omdat met de stichting van de staat een publiek rechtelijk tehuis werd gesticht voor de joden, die terugkeerden uit de verstrooiing.

Verder is er ook geen grensbelofte. Prof. dr. Harold Fisch van de Bar Illan Universiteit zei, dat de geschiedenis van het Oude Boek en de geschiedenis van het volk Israël samenvallen, zodat er een bijbels-historisch recht is op het land, maar de grenzen zijn open. De grenzen zijn in de Schrift niet éénduidig aangegeven.

Met betrekking tot Jeruzalem geldt, dat historisch gezien Jeruzalem onopgeefbaar de ongedeelde hoofdstad van het volk is in het land van de vaderen. In het licht hiervan moet worden gezien, dat Jeruzalem na de zesdaagse oorlog werd uitgeroepen in Israël tot eeuwige ongedeelde stad.

Concluderend moet worden gezegd, dat christenen, die de landbelofte uit Genesis ernstig nemen, maar daarin ook de geestelijke beloften, die nog openstaan voor het volk Israël, honoreren, solidair zijn met Israël: volk, land en staat. Allereerst vanwege de bijbelse historie, vervolgens vanwege de schuld, die ook kerk en christenen aan Israël dragen in de geschiedenis, maar vooral vanwege de beloften, die nog voor Israël open staan.

Israels roeping

Israël geldt in het Oude Testament als het verkoren volk. Maar Israels verkiezing mag nooit leiden tot nationalisme. Zodra het volk zich op verkorenheid ging beroepen of beroemen, kwani het op de nominatie om door God onder het oordeel te worden gebracht.

Israël was verder geroepen een zegen te zijn voor de omringende volkeren. Daarom mag bijbels Zionisme nooit een nationalistische beweging zijn, zoals er honderden in de wereld zijn. 'Israël zal niet zijn als de andere volkeren', is een bekend gezegde. Vanwege de Thora! Zo heeft Israël ook een roeping ten aanzien van het Palestijnse volk.

Martin Buber heeft gezegd, dat het kind van Hagar zou spelen in de tent van Sara. Jacob zei tot Ezau, de stamvader van de Edomieten: 'het zien van uw aangezicht is als het zien van het Aangezicht van God' (Genesis 33 vers 10).

Rachab werd in Kanaan gespaard door Israël. Ruth uit Ammon mocht een nieuw bestaan in Israël vinden. De Filistijnen zijn, volgens Psalm 87, in Sion ingelijfd.

Zionisme dient daarom ook gericht te zijn op de andere volkeren. Juist Israël weet, vanuit de Thora, wat recht en gerechtigheid betekenen. Het joodse volk draagt het afschrikwekkende voorbeeld van de holocaust diep in zich mee, toen alle recht jegens Israël met voeten werd getreden. Joden hebben vaak aan christenen gevraagd: Waar is de vrede en waar is de gerechtigheid van uw Messias, Jezus zichtbaar in de v^'ereld? Omgekeerd mag aan Israël worden gevraagd: Waar is de gerechtigheid van de Thora en van de profeten en van de Messias, Die u verwacht? Daarom moeten christenen Israël niet verheerlijken. Wij vallen allen, joden en christenen, onder het oordeel van de wet en van de profeten, ook inzake het politieke en maatschappelijke handelen.

Wij heffen niet, zoals maar al te vaak geschiedt, een moralistisch vingertje op in de richting van Israël, maar er mag ook geen sprake zijn van goedkope solidariteit. Solidariteit is solidariteit voor Gods Aangezicht en als zodanig ook altijd kritische solidariteit; kritisch doorlicht vanuit de gerechtigheid van de Schriften. Christenen hebben ten aanzien van Israël dan ook niet alleen een verwachting naar de toekomst en zijn niet alleen verbonden met Israël vanwege het verleden, maar hebben ook zicht op het joodse volk in de concrete, politieke realiteit vandaag.

Vrede

Voor christenen is het joodse volk de oudste broeder, maar tegelijkertijd hebben christenen te maken met hun broeders in Christus onder de arabische christenenheid. Bij arabische christenen overheerst evenwel een vijandsdenken ten aanzien van Israël. Ze hangen grosso modo de vervangingsgedachte aan. Ze maken zelfs deel uit van het grote arabische nationalisme. Een theoloog in het Midden-Oosten zei ooit: 'Mijn godsdienst is christen, mijn nationaliteit islam'. Zodra zij de gedachte zouden opgeven, dat de kerk in de plaats van Israël gekomen is, heeft dat voor hen ook directe politieke consequenties.

Christenen in het Midden-Oosten verwijten aan de kerken in het Westen, dat zij schuldcomplexen hebben, vanwege datgene, wat de joden in het Westen tijdens de holocaust is aangedaan. Van de weersomstuit hebben zij zelf geen enkel zicht op Israël. Een rector van een universiteit op de West-Bank zei ooit: 'Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld' en koppelde daaraan de conclusie: dus de joden horen niet in dit land.

Christenen en kerken, die vanuit het Westen in het Midden-Oosten bezig zijn, hebben dan ook niet alleen de roeping om met het joodse volk in gesprek te zijn, maar ook met de arabische christenen, om met hen, bijvoorbeeld aan de hand van Romeinen 9-11, door te spreken over de vraag hoe het zit met de verhouding van Kerk en Israël. 'Heeft dan God Zijn volk verstoten? Dat zij verre', zei Paulus. Heeft dat dan ook niet consequenties voor het wonen van het joodse volk in het land van de vaderen?

De christelijke theologie in de context van het Midden-Oosten heeft grosso modo geen zicht op Israël. Velen in het Midden-Oosten zeggen: Het joodse volk heeft zijn roeping vervuld, men heeft Christus verworpen, en daarom zijn zij met recht verstrooid onder de volkeren en hebben zij geen recht meer op het land.

Christenen zijn, als gezegd, op zich geen Zionisten. We mogen wel samen nadenken over de verwachting ten aanzien van Israël in het land van de vaderen, vanwege de Messias van Israël, Die al gekomen is in de persoon van Jezus Christus en die eenmaal wéér zal komen op de wolken van de hemel. Vóór die dag aanbreekt heeft de Schrift ten aanzien van Israël nog beloften openstaan.

Het gesprek tussen joden en christenen zal in die tussentijd moeten gaan over de vraag aangaande de Messias. Is Hij Degene, Die nog komen zal of is Hij Degene, Die al gekomen isl Wie is in het Oude Testament de geprofeteerde lijdende Knecht des Heeren? Is dat het joodse volk zelf, zoals orthodoxe joden belijden, of is het de Christus der Schriften, Die geleden heeft en gestorven is, maar die ook opgestaan is en die leeft? Deze vraag stellen betekent voor christenen haar in laatst genoemde zin beantwoorden, ook in het gesprek tussen joden en christenen.

Christelijke verwachting gaat zo boven het land en de staat uit. Ze raakt het volk in geestelijke zin.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het land Israël en de beloften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 december 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's