Zijn heerlijkheid

Heel attent van de evangelist. Je had er anders glad overheen gelezen. Erger: er overheen geleefd. Johannes vertelt ons niet alleen wat er gebeurde, te Kana in Galilea. Hij geeft er ook tekst en uitleg bij.

Wat er gebeurde is toegankelijk voor ieder die zijn ogen open heeft: Jezus verandert water in wijn. Een wonder! Maar dit wonder be-téken-t iets.

Het tekent Zijn heerlijkheid. Dat is slechts toegankelijk voor wie gelooft. En Zijn discipelen geloofden in Hem. Hoe komen ze daartoe? Wij hebben Zijn heerlijkheid gezien!

Van terzijde wijst Johannes het ons aan: let op Zijn heerlijkheid! Heb je dié gemist, dan houd je alleen het wonder over: water en wijn. Dat zou een soort geloof zijn, waarmee je niet gered bent (2 : 23-25; 4 : 48). De evangelist is er niet gerust op. U hebt er toch wel oog voor? Hij toonde ons Zijn heerlijkheid.

Jezus heeft op de bruiloft Zijn handen vol aan Maria. We stonden er een vorige keer bij stil. Maar veel meer werk nog heeft de Heere aan Mozes. Is die er ook dan? Jazeker! Al is hij niet onder de genodigden, hij is nadrukkelijk present. Er staan daar in de keuken te Kana zes stenen watervaten. Ze staan er danig in de weg. Onverstoorbare en onverbiddelijke getuigen van de wet van Mozes. Elk houdende twee of drie metréten. Elk zo'n 100 liter. Er staat dus ongeveer 600 liter water! Vanwege de reiniging der Joden. Om aan alle wassingen van Mozes te kunnen voldoen. Vandaar.

Wat doet de Heere Jezus nu? Hij eist dat water op. Het water van de wet. En Hij maakt er wijn van. Ziedaar Zijn heerlijkheid! Vol van genade en waarheid.

Mozes geeft de wet. Christus is het einde van de wet. Door Mozes is de wet gegeven. Doorgegeven slechts. Van hogerhand ontvangen, en aan Israël gegeven. Mozes is boodschappenjongen.

Door Christus is de genade geworden (I : 16-17). Die is Hem niet gegeven. Hij heeft die integendeel moeizaam verworven. In eigen persoon. Het kostte Hem Zijn leven.

Al het reinigende water van de wet kan de zonde der wereld niet wegnemen. Zijn bloed reinigt van alle zonde. Hij is het Lam van God. Hij maakt de bruiloft te Kana tot een vóórteken van de bruiloft van het Lam. Hij openbaarde daar Zijn heerlijkheid.

Let u op het woordje 'nu' (vs.8)! Een klein woordje van wijde strekking. Leg er Joh. 4 : 23 en 5 : 25 gelovig naast. Jezus zei tegen de dienaren: schept nu het water. Tegen Maria: mijn tijd is nog niet gekomen. Tegen het personeel: nu! Nu begint de verlossing. Nu komt de heerlijkheid. Nu begin Ik alles nieuw te maken.

Schep het nu maar uit. Er is wijn in overvloed. Bij de profeten van het Oude Verbond is de wijn het symbool van overvloedige vreugde in de HEERE, van het Koninkrijk van God dat eenmaal komen zal. Stromen van heil. Men neme en leze slechts Jer. 31. Als het gaat over het Nieuwe Verbond - niet van Mózes, maar het nieuwe - : zij zullen komen en op de hoogte van Sion juichen, er zal overvloed van koren en wijn zijn. Ik zal hun rouw in vrolijkheid veranderen. Mijn volk zal met Mijn goed verzadigd worden, spreekt de HEERE!

Nu! - zegt Jezus. Heden wordt deze Schrift in uw oren vervuld. Schept nu maar uit! Ik ben het. Ik heb recht van spreken. In Mij wordt het nieuwe verbond waar. Ik maak met Mijn heerlijkheid alles nieuw.

Zo staat Jezus tegenover Mozes. Het eerste teken van Mozes was, dat hij water in bloed veranderde. Een teken van gericht. Het zaaide dood en verderf. Het eerste teken van Jezus is, dat Hij water in wijn verandert. Teken van vreugde en vrolijkheid, van genade en waarheid. Het oude wordt in Jezus' handen niéuw. Getransformeerd. Herschapen. Dat doet Jezus. Hij kan er wat van! Overvloed! Schept nu uit! Vrij-uit! Proef nu van Mijn heerlijkheid. Laat het u smaken. Het smaakt naar genade.

Waar is Gods heerlijkheid? Die is weg. Ikabod. Wij zijn van nature gevangen in de vreugdeloosheid. Het leven lijkt een heel feest, maar je prikt er zó doorheen. Hij prikt er doorheen, deze wonderlijke, eenzame Gast.

De mensen zoeken vertier. Ze moeten vermaakt worden, anders worden ze agressief. Maar de wijn is al lang op. Er is geen vreugde meer. De glans is eraf, van de dingen, van het leven. Door Gods Geest krijg je er last van. Anders vermaak je je best. Je hebt althans niks te klagen. Maar overtuigt de Heilige Geest ons - dan hebben wij te klagen. Over onze zonden. Dat er zo weinig heerlijkheid van God meer te vinden is. Het feest van het leven is voorgoed bedorven. U denkt aan uw gezin vol spanningen. Uw verdriet. U denkt aan de kerk, en aan de toekomst van de kerk. U zit met de pijn die u kwelt, elke dag. Allereerst en allermeest: u loopt met een vreugdeloos hart. U hebt te stellen met taaie zonden en goddeloze gedachten die door uw hoofd spoken; met een hardnekkige ingezonkenheid in uw omgang met de Heere. De wet van Mozes zit u op de hielen en moet u veroordelen.

Luister! Hij heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard. Waar? In de hemel? Nee, te Kana in Galilea. Het Woord is vlees geworden. Zodoende is Zijn heerlijkheid in Kana gekomen. Hij heeft die meegebracht uit de hemel. Hij houdt het niet voor Zichzelf Hij tóónt die. Aan vlees.

Wat is vlees? Dat bent u! Oud en dof Je zit op een droogje bij een uitgeblust feest. Een bruiloft die uitloopt op een jammerlijke mislukking. Mozes kan het niet keren.

Dddr! Dat kan niet genoeg beklemtoond worden: daar, in die verschrikkelijke werkelijkheid, daar laat de Zoon van God Zijn heerlijkheid zien.

Als je die heerlijkheid gezien hebt... dan moet je sterven. Ja, dat staat te vrezen! Gods heerlijkheid is dodelijke majesteit voor ieder die de zonde liefheeft. Mozes wist er alles van en houdt niet op het te onderstrepen.

Is dat het laatste woord? Als Jezus niet tussenbeide getreden was, wél. Maar Hij is gekomen om Zijn heerlijkheid te tonen. Te Kana in Galilea. Dat is niet ver. Nabij u is het Woord. Vlees geworden. Schept nu uit: heerlijkheid, vol van genade en waarheid. Zijn heerlijkheid doodt ons niet! Dat is waar voor ieder die gelooft. Wat Mozes er ook van moge zeggen. Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Zijn komst is altijd: het beste. Hij is gekomen om zijn heerlijkheid te laten doorbreken in onze zonde. Zijn leven in ons sterfelijk lichaam. Herscheppend. Hij kan het niet aanzien: dat het feest verloopt en uw leven verlept.

Is dat niet rijk? Durft u bij zóveel heerlijkheid en genade de dingen bij het oude te laten? Hebt u daar vrede mee? U doet toch ook geen nieuwe wijn in oude zakken? Ja, u hebt gelijk: er is nog veel onheerlijkheid. Laten we er niet teveel woorden aan vuil maken. Eén Woord blijft staan: Ik maak alle dingen nieuw. Dat moet u genoeg zijn. Hij verlangt de vrucht van de wijnstok nieuw te drinken. Mét u! In Zijn heerlijkheid. Christenen zijn bruiloftsgangers. Tóch!

We keren nog even terug naar de keuken in Kana. Daar staan zes stenen watervaten. Ze zullen voortaan geen dienst meer doen.

Daar is Jezus. Hij heeft het feest gered. Hij is Zélf de beste Wijn, die tot nu toe bewaard hleef Goede wijn behoeft geen krans. Schept mi uit! Er is genoeg, ook voor de grootste van de zondaren. Overvloed. Heerlijkheid. Te Kana in Galilea. En Zijn discipelen geloofden in Hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen