Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dienende functie van de meerdere vergaderingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dienende functie van de meerdere vergaderingen

De Hervomde Kerk aan de vooravond van een historische beslissing

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met de synode van Emden, die van 4 tot 13 oktober 1571 werd gehouden, werd de grondslag gelegd voor het samenleven van de Nederlandse en de Vlaamse gemeenten, die voordien onder het kruis of in de verstrooiing verkeerden. De kerk van de Reformatie trad zo in de traditie van de oude kerk, die ook in synodes of kerkvergaderingen bijeenkwam. De synode van Emden mag constituerend heten voor de gereformeerde kerk hier ter lande. Besloten werd tot ondertekening van de Nederlandse en de Franse geloofsbelijdenis en tot gebruikmaking van de Catechismus van Geneve in de Waalse kerken en van de Heidelbergse Catechismus in de Nederlandse kerken. ledere twee jaar zou een generale synode bijeen komen, terwijl tevens classes werden gevormd.

Hiermee kwam de gereformeerde kerk in dit land tot een zogeheten presbyteriaalsynodale kerkinrichting. In deze kerkinrichting fungeert plaatselijk de kerkenraad, terwijl meerdere vergaderingen, met name de synoden (provinciaal, generaal of nationaal) en de classes de zaken behartigen zouden van alle gemeenten, die samen het kerkelijk verband vormden. Over de aard van deze inrichting was er de jaren door gemeenschap van gevoelen. Met betrekkking tot de bevoegdheden van de meerdere vergaderingen kwamen in de loop van de tijd verschil van opvatting openbaar, al noemt D. Nauta dat meer 'een verschil in accent dan in wezen'. Voetius wees erop, dat alle bevoegdheid in de kerk berust bij Christus en dat de bevoegdheid van de kerkeraad en van de meerdere vergaderingen daarom een dienend, een gelegitimeerd, een geestelijk en een afgeleid karakter draagt. Met 'gelegitimeerd' of gewettigd bedoelde hij, dat kerkenraad en meerdere vergaderingen niet mogen handelen in strijd met het Woord Gods.

Kenmerkend voor het presbyteriaal-synodale stelsel is intussen wèl, dat de synode de belijdenis en de kerkorde vaststelt. Zo geschiedde het in principe reeds op de synode van Emden. Zo gebeurde het later ook op de Nationale Synode van Dordrecht.

Spanning

Vaak is er in de geschiedenis van de kerk in ons land echter sprake geweest van spanning tussen de meerdere vergaderingen en (de) kerkenraden met betrekking tot de bevoegdheden. Het dienende karakter van de meerdere vergaderingen maakte soms plaats voor een (over)heersend karakter. Soms werd die spanning zo groot, dat kerkenraden zich aan 'het synodale juk' onttrokken hebben. Zo ontstonden afscheidingen van de oorspronkelijke gereformeerde kerk hier te lande. Maar afgescheiden kerken kwamen zelf ook weer tot een presbyteriaal-synodale kerkinrichting. En soms deden zich daar van tijd tot tijd weer dezelfde spanningen tussen kerkenraad en synode voor, wat ook weer resulteerde in afscheiding.

In de vorige eeuw was in de Hervormde Kerk de oorspronkelijke presbyteriaal-synodale kerkinrichting, onder de toen vigerende besturen, geheel teloor gegaan (men zie mijn artikel in het nummer van vorige week). De algemene synode van die dagen mocht geen synode heten in de presbyteriaal-synodale zin van het woord. Van een dienende functie van de synode was al helemaal geen sprake. In de presbyteriaal-synodale kerkinrichting staat de presbyter, de ouderling voorop. De kerk functioneert in de plaatselijke gemeente. In de besturenkerk van de vorige eeuw werd de ouderling echter gedomineerd door 'de kerk', die op haar beurt onder het juk van de Reglementenbundel doorging, haar in 1816 'wederrechtelijk opgelegd' door koning Willem I.

In principe werd in 1951 in de Hervormde Kerk de presbyteriaal-synodale kerkinrichting hersteld. Maar de spanning tussen kerkenraad en meerdere vergaderingen kwam ook na 1951 telkens duidelijk aan het licht. Het bewaren van het presbyteriale/synodale evenwicht is kennelijk geen eenvoudige opgave. Dat blijkt ook vandaag wel heel speciaal.

Van Emden naar Driebergen

Ik schrijf dit alles met het oog op de vergadering van de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, die zaterdag a.s. in Driebergen wordt gehouden. Onwillekeurig dringt zich de vergelijking op met Emden. Daar werd de belijdenis vastgesteld en in principe de orde der kerk ontwikkeld; ten dienste van alle gemeenten, om deze in één verband te brengen, met de gereformeerde belijdenis als constituerende grondslag.

Wie het presbyteriaal-synodale systeem ook voor vandaag als inrichting neemt voor een kerk, die in de traditie van de Reformatie staat, geldt, dat ook nu het vaststellen van belijdenis en kerkorde aan de synode is voorbehouden. Maar dan gaat het er wel om, dat alle gemeenten door een band, die door belijdenis en kerkorde wordt bepaald, ook echt bijeen worden gehouden.

Nu de Hervormde Kerk staat aan de vooravond van het (in principe) aanvaarden van een nieuwe kerkorde, is de vraag of er van zo'n band sprake zal zijn. Het is niet teveel gezegd als we beweren, dat de Hervormde Kerk, als oorspronkelijke gereformeerde kerk in dit land, met het aannemen van de voorliggende kerkorde voor een historische beslissing staat; gegeven de diepe verdeeldheid kennelijk ook ingrijpender dan voor de twee andere kerken in het verenigingsproces. Haar nu vigerende kerkorde dateert nog slechts van 1951. Maar haar belijdenis dateert goeddeels van 1571. Dat zij haar kerkorde op zich vervangt is niet het doorslaggevende. Hoe ze met haar eigen geschiedenis omgaat is wezenlijker. De vraag naar de dienende functie van dé meerdere vergaderingen, in dit geval de synode, dient zich bovendien opnieuw nadrukkelijk aan. Er is namelijk één uitdrukkelijk verschil tussen Emden en Driebergen. In Emden werden de verstrooide gemeente tot kerk geconstitueerd, in Driebergen wordt beslist over gemeenten, die al enkele eeuwen in één verband samengaan.

Verdeeld

In een eerder stadium is besloten dat, wanneer het in de komende jaren tot kerkelijke vereniging komt, het besluit daartoe moet worden genomen met tweederde meerderheid van stemmen. Voor de aanvaarding van de kerkorde, die nu voorligt, is een gewone meerderheid genoeg, hoewel in een verdubbelde synode. Maar de belijdenis en orde voor de verenigde kerk worden nu al wel vastgesteld. Naar het zich laat aanzien zal een groot aantal afgevaardigden op dit historische moment tegen aanvaarding van deze kerkorde stemmen, en wel om redenen, die met het belijden en daaruit voortvloeiende gevolgen inzake ambt, sacrament en ethiek te maken hebben. Zal de synode hier zo nog een dienende functie hebben? Of zal ze opnieuw heersen over de gemeente? Hier geldt niet het argument van meerderheid van stemmen. Met Voetius zeggen we ook nu, dat alle bevoegdheid in de kerk bij Christus berust en dat de bevoegdheid van meerdere vergaderingen dienend en geestelijk van aard zal zijn. In dat licht bezien gaat het niet aan - we hebben het hier al vaker gezegd - dat de meerdere vergaderingen (een minderheid van) gemeenten dringen in een keurslijf, waarin ze niet kunnen gaan. Hoe presbyteriaal zal de beslissing zijn, die straks synodaal wordt genomen?

De ouderling

Het is op zich aanvechtbaar, dat de komende synode (naar het zich laat aanzien) slechts nog de bevoegdheid krijgt om (al of niet) te ratificeren wat reeds op de triosynode is besloten. Het beraad op de triosynode in november 1.1. is door hen, die hun bezwaar blijven houden tegen de kerkorde, als massief en dwangmatig ervaren. Nu het om zulke wezenlijke beslissingen gaat zou er toch van open beraad in eigen huis (kerk) sprake moeten zijn? Want duidelijk is, dat de kerk dezer dagen niet haar belijdenis als accoord van gemeenschap zal vaststellen, maar belijdenissen bijeen brengt, waarmee 'gemeenschap' wordt uitgesproken.

In hoeverre nu zal deze kerkorde, wanneer ze in werking gaat treden, bindend zijn voor de gemeenten? Bindend in de tweeërlei zin van het woord: samenbindend en principieel verplichtend! Als de presbyter voor de synode gaat, hoe zal deze dan onder de nieuwe orde in zijn ambtelijke recht en in zijn aan het Woord gebonden pastorale verantwoordelijkheid staan? Die vraag speelt zeker niet vandaag voor het eerst. Daarom ging het onder de Reglementenbundel, daarom ging het ook na 1951. Als zodanig zal het praktisch in vele gemeenten wellicht niet anders worden dan voor heen. Maar er voegen zich vandaag wel nieuwe elementen bij, bijvoorbeeld de (onder)waardering van de kinderdoop, de relativering van het huwelijk. Over deze zaken, in relatie tot het belijden der kerk, is grondig gesproken in de kerk. Zonder dat wezenlijke veranderingen werden aangebracht. Daarom stemde reeds op de triosynode een groot deel van de hervormde synode tegen de kerkorde. Nu gaat het om een principieel, expliciet hervormd besluit, dat met grote meerderheid tegenover grote minderheid in een verdeelde kerk genomen lijkt te gaan worden. Is de synode tot zulk een ingrijpend besluit bevoegd, wanneer ze naar haar wezen dienend en zo Christocratisch leidinggevend zal zijn voor alle gemeenten? Vijfenzeventig synodeleden beslissen dezer dagen voor (over) - ruw geschat - ongeveer vijftienduizend ouderlingen.

Tenslotte

We schrijven dit alles als een cri de coeur aan de vooravond van een historische beslissing. Met het oog op het bewaren van de heelheid van de gemeenten. We doen dit vanuit onze verantwoordelijkheid, die door ons is uitgesproken inzake onze roeping om op onze post te blijven. Maar dan wel in die zin dat we op blijven komen voor het recht van de hervormde gezindheid, dat is de gereformeerde belijdenis. In het besef, dat de presbyter niet door de synode mag worden gebonden.

De geschiedenis van de Hervormde Kerk na Emden, die bepaald is door belijdenis en verbond, zit ons als hervormde gereformeerden zo diep in het bloed, dat we voorafgaand aan het komende beraad in Driebergen dit nog eens in herinnering willen brengen. Ook al beseffen we, dat, wanneer de verhouding tussen presbyter en synode in de geschiedenis werd scheef getrokken, de presbyter altijd weer de synode overleefd.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De dienende functie van de meerdere vergaderingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's