Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Paasbrief van de kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Paasbrief van de kerken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In april 1997 werd een 'Pinksterappèl' uitgegeven onder verantwoordelijkheid van de besturen van het Confessioneel Gereformeerd Beraad (GKN), de Confessionele Vereniging (NHK), de Gereformeerde Bond (NHK), de Stichting Evangelisch Werkverband en de Stichting Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge. Dit appèl, dat in de organen van genoemde verbanden integraal werd afgedrukt en werd toegezonden aan alle (wijk)kerkenraden binnen de NHK, de GKN en de ELK, werd breed ontvangen in de kerken. Binnen enkele weken verschijnt een boekje, getiteld 'In de kracht van de Geest' (uitgave Groen, Heerenveen) waarin de elf opstellers elk één aspect van dit appèl nader uitwerken en waarin ook wordt teruggeblikt op de reacties, die binnenkwamen. Het college van Visitatoren Generaal in de Nederlandse Hervormde Kerk vroeg de kring 'Pinksterappèl 1997' waarom het stuk niet was aangeboden aan de kerken, zodat het breed kerkelijk gedragen had kunnen worden. Alsnog is toen gevraagd aan het hervormd moderamen om in 1998 een Pinksterappèl uit te geven, met als uitgangspunt het appèl van 1997. Intussen bereidde de kring, die het 'Pinsterappèl 1997' uitgaf, voor dit jaar een Paasappèl voor. Op de triosynode van februari kwamen de kerken echter tot het initiatief voor een Paasbrief; dit vanwege de kerkelijke discussies over de verzoening. Die Paasbrief is reeds toegezonden aan de kerkenraden. Daarom is besloten het 'Paasappèl 1998', dat reeds gereeds was, niet toe te zenden aan de (wijk)kerkenraden van de onderscheiden kerken. Dat zou namelijk betekenen, dat dit appèl bij voorbaat een 'correctie' zou zijn op de Paasbrief van de kerken. Wel is besloten het 'Paasappèl 1998' te plaatsen in de organen van de deelnemende organisaties. In de week van 2 april zal het ook in de Waarheidsvriend worden opgenomen. Er zal nu dit jaar vanwege de kerken geen Pinksterappèl meer verschijnen. Schriftelijk is wel aan de appèlkring meegedeeld, dat een synodale commissie was gevormd, die een Pinksterappèl zou voorbereiden in overleg met de appèlkring. Het moet daarom niet worden uitgesloten, dat het aanvankelijk beoogde Pinksterappèl vanwege de kerken in 1999 alsnog wordt gerealiseerd. Bijgaand zijn enkele fragmenten uit de Paasbrief van de kerken geplaatst.v. d. G

'Het hart van de prediking is dat God ons in Christus met Zich verzoend heeft en ons de dienst der verzoening heeft gegeven. De verzoening wordt ons aangezegd in de verkondiging en als teken in onze handen gelegd bij de viering van het Heilig Avondmaal. De genade die wordt geschonken, mag met open handen worden aangenomen. Wij delen met elkaar brood en wijn en van daaruit gaat de dienst der verzoening de wereld in en wordt onze levenshouding bepaald. De liefde van God die de gemeente heeft leren kennen in Jezus Christus is de bron van verzoening. En deze Middelaar tussen God en ons staat ook tussen ons en anderen, tussen ons en de problemen in de samenleving.

God heeft ons in Christus, die de toorn en de zonde wegdraagt, met Zich verzoend. Het verkondigen van de dood des Heeren is verbonden met het Paasfeest. De gedachtenis van zijn leven en lijden, van zijn sterven en opstaan kan niet uit elkaar worden gehaald. Jezus is de rechtvaardige die de wil van God tot de zijne heeft gemaakt en in onze plaats als lam naar de slachtbank is geleid en nu leeft. Dit beeld hangt samen met het slachten van de lammeren onder het eerste verbond. Men wist in Israël dat een mens verantwoordelijk is voor zijn eigen daden en zelf de gevolgen van de zonde moet dragen. Als teken van Gods liefde was het offer gegeven als een middel tot verzoening. De ernst van de zonde klinkt door in de dood. Dit dier stierf in de plaats van een mens als losprijs. In het Nieuwe Testament wordt Jezus de losprijs genoemd. Jezus is de Hoge priester die zich met ons verbindt; die met zijn handen onze voeten omvat en onder ons is gekomen. Het is de wonderlijke wonderlijkheid van God die zo mens geworden is in Jezus. "Daar gaat een lam...'" (...) 'Na het bericht over de dood van Jezus zetten de evangelisten geen punt. Ze schrijven verder en vertellen dat Jezus leeft. Er valt licht dat leven geeft over ons. De Heer is opgestaan. Alles wat Hij heeft gezegd en gedaan is van kracht en werkt door.

Zo is Pasen het beslissend keerpunt in de geschiedenis, want de opwekking heeft niet alleen betekenis voor Hem. Zonder de opstanding zou er geen prediking zijn, geen geloof, geen doop, geen zondag, geen toekomst (1 Kor. 15). Dan zou ook het lijdensverhaal ons niet zijn overleverd en zou er geen sprake zijn van verzoening met God.

Het kruis dat als teken van de dood en opstanding van Christus in onze kerken hangt, wijst ons erop dat de weg van de verzoening zich voltrekt in deze gemeenschap. Wie leeft in verbondenheid met het kruis mag uitzien naar overwinning. Wij die leven in deze wereld mogen leven uit de verwachting dat God haar geschapen heeft als de plaats waar zijn beloften worden vervuld. Het gaat in de Schriften om Gods heil voor heel de schepping. Heel de schepping zal overeenkomstig de belofte worden bevrijd. In Hem is God zelf onder ons gekomen als de Heiland der wereld. Daarom zijn wij sinds Pasen over verzoening niet uitgesproken. Alles wat Jezus heeft gezegd en gedaan bedoelt door zijn Geest door te werken in zijn lichaam, de gemeente. De Heilige Geest leert ons de betekenis van zijn dood en opstanding en schenkt ons de gaven die wij nodig hebben voor de dienst der verzoening in de menselijke verhoudingen. De verzoening die Christus op Golgotha volbracht heeft is eenmaal, eens vooral, volbracht. Juist daarom kunnen wij oproepen tot de dienst der verzoening. Als de weg tussen God en ons begaanbaar is kunnen wij de weg tot elkaar gaan. Als God de kloof tussen Hem en ons heeft overbrugd, houdt dit voor ons een belofte in om bruggen te slaan naar anderen. Wij mogen er de ogen niet voor sluiten dat het mensen door wat er gebeurd is tussen dader en slachtoffer veel moeite kan kosten dit te geloven. Dit is een uitnodiging aan de gemeente een omgeving te zijn waar we ons kunnen openstellen voor berouw, vergeving en plaatsvervanging.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Uit de Paasbrief van de kerken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's