Belijden is omhoog zien

Ik zet mijn treden in Uw spoor.

De tijd is weer aangebroken dat vele jongeren, en wellicht ook enkele ouderen, openbare geloofsbelijdenis afleggen.

De kerkenraden hebben, na gevraagd te hebben naar het geloof en kennis van de waarheid, met vertrouwen en blijdschap in veler voornemen toegestemd.

Dankbaarheid vervult het hart van velen. Niet in het minst het hart van de ouders en de grootouders wanneer ze nog getuige moge zijn van deze heerlijke daden van God. Wonderen van genade alleen. Wat een vreugde: kinderen die in de waarheid wandelen. Wat een strijd is er geleverd om het geloof in huis te houden. Geloofsstrijd. Er wordt veel van ons gevraagd om onze kinderen te zijn tot een hand en een voet op de weg van het geloof. Om vooral geen struikelblok te zijn. Het geloof wil van geslacht naar geslacht. Het wil van kind tot kind.

Ook in het hart van de gemeente is ootmoedige dankbaarheid gepast.

In haar midden werden we eens binnen gedragen. Daar ontvingen we het teken en zegel van Gods genadeverbond. Daar werden we in de voorbede op God geworpen: Wij bidden U ook, door Hem, Uw lieve Zoon, dat Gij deze gedoopte kinderen met Uw Heilige Geest altijd wilt regeren, opdat zij christelijk en Godzalig opgevoed worden, en in de Heere Jezus Christus wassen en toenemen...

Er is in geloof gesmeekt om geloof. Om geloof in God de Vader, in God de Zoon en in God de Heilige Geest.

En zie, daar komen ze aan, door 't Goddelijk licht geleid. Daar staan ze en uit hun mond klinkt op de gestelde vragen dat eenvoudige en toch zo hoogheilige antwoord: 'ja'.

Ik zet mijn treden in Uw spoor.

We staan en gaan in Gods spoor ondanks onze opvoeding. Die was gebrekkig. We staan daar in en gaan daar in ondanks onszelf. Wie waren we en wie zijn we. We zetten onze treden in Gods spoor dankzij Zijn genade. Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht! Wat is de HEERE goed. Zo goed als groot. Ere wie ere toekomt. We zien ook in een dienst waarin openbare geloofsbelijdenis wordt afgelegd omhoog.

Tot God

Hij richtte Zijn eeuwig genadeverbond met ons op. Hij kwam tot ons. Hij bood in onze lage stand ons genadig de hand.

De koepel van Zijn genadige belofte welfde zich over onze verlorenheid.

Belijdenis doen is je verlorenheid erkennen: Ik kan in het rijk van God niet komen wanneer ik zie op mijzelf. Niet alleen mijn onmogelijkheden, maar ook de mogelijkheden aan mijn kant verhinderen mij.

Belijdenis doen is omhoog zien tot God, die de toegang belooft door Zijn Zoon. De onherstelbare gebrokenheid van mijn hart is en wordt genezen door God, mijn Heelmeester.

Wanneer we tot God omhoog zien, belijden we Zijn genadige verkiezing. Onmete­ lijk hoog! God, die alzo lief de wereld gehad heeft dat Hij Zijn Zoon gaf tot op het kruishout. Verhoogd. Opdat eenieder die van zichzelf afziet en gelovig omhoog ziet op Hem, weten mag: De afwassing der zonden door Jezus' bloed is ook voor mij. De Gekruisigde is de spiegel van onze verkiezing. In de wonden van onze Heiland vinden we onze verkiezing van God.

Heere, waarom had U het op mij gemunt? U zal ik eeuwig loven, omdat U het hebt gedaan. Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen!

Tot deze lofprijzing werden we eens gedoopt in de Naam van de Drie-enige God. Tot deze lofprijzing worden we gebracht. De lofzang op de verkiezende God, geleerd aan de voeten van de Gekruisigde. Omhoog zien...

Tot God de Vader

Hij sprak eens tot ons: Ik ben de HEERE, uw God. We ontvingen daarvan het teken en zegel aan ons voorhoofd. De doop: Gods Amen. Door genade mogen wij het be-amen. We werden als erfgenamen van God gedoopt. En we verbazen ons er meer en meer over dat Hij ons niet uit het Testament geschrapt heeft. Hij nam mij aan tot Zijn kind en erfgenaam. En die aanneming berust op de verkiezing en ze komt aan de oppervlakte door het werk van de Heilige Geest. De Geest bevrijdt van de slavernij van de zonde. Ontdekkend. Wegtrekkend uit het oude leven. Vernieuwend.

De Heilige Geest is de Geest van Christus en zo de Geest van het kindschap, door wie wij roepen: Abba, Vader. Hoog zie ik tegen Hem op. Want als ik neerzit en het helemaal niet meer zie zitten, zoveel ongelovigheid, zoveel onheiligheid, zoveel luiheid in het dienen van Hem, dan drukt Hij mij aan Zijn hart, en spreekt me moed in. Hij verwijst me naar Zijn eniggeliefde Zoon.

Op grond van Zijn voorspraak mag ik weer bij Vader thuis zijn en mag ik er blijven. Zijn offer is de enige grond en het fundament van mijn zaligheid. Ik schaam me dat ik het zeggen moet, dat ik zo vaak de moed niet heb om Hem mijn Vader te noemen.

Maar wanneer ik me dan weer naar Hem toe-schaam, sluit Hij me in Zijn Vaderarmen en dan mag ik het toch belijden: Vader is Hij, mijn God en mijn Vader, en Hij zal het blijven (Kohlbrugge).

Zijn belofte maakte Hij waar, maakt Hij waar en zal Hij waarmaken.

Hij zal ons het goede niet onthouden wanneer we in oprechtheid voor Hem leven. Het kwaad zal Hij van ons weren. En als dat niet het geval is, dan wil Hij het kwaad zo gebruiken en het ten onzen beste keren. Onze verkiezende God zal ons als een zorgzame Vader van alles voorzien.

Dit is mijn troost.

Hoog zie ik tegen Vader op. Ik heb Hem ontzagwekkend lief. Van Hem is mijn verwachting. Ik zet mijn treden in Zijn spoor. Wat een vaste grond onder mijn voeten. Omhoog zien...

Tot God de Zoon

Belijdenis doen is omhoog zien op Hem, die ons dierbaar is geworden. Christus ons alles. Zijn gangen zo vol roem en eer zijn openbaar geworden.

Hij, die 2000 jaar geleden Zijn treden in mijn spoor zette. Ik hoor van Zijn komst in de wereld. Van de Vader gezonden. Ons vlees en bloed aangenomen. Gethsémané, Gabbatha en Golgotha. Mijn schuldig bestaan van a tot z voor God bedekt. Ik leer Zijn lijden recht betrachten. Ik vertoef graag in de hof van Jozef van Arimathea: Pasen. Zijn hemelvaart brengt mij heerlijk nut aan. En niet te vergeten Zijn werkzaamheid in de hemel tot en met Zijn wederkomst ten oordeel. De Catechismus van Heidelberg helpt me om gelovig gebruik te maken van Christus en al Zijn weldaden.

We belijden dat we aan Christus en al Zijn weldaden genoeg hebben. En tegelijk kunnen we er maar geen genoeg van krijgen. Met Paulus belijden: Opdat ik Hem kenne... De kracht van Jezus' bloed tot reiniging en vernieuwing wordt ervaren. Wat Hij eens op Golgotha verworven heeft, wordt toegepast. Onderhandeling vindt plaats onder vier ogen. God maakt het zo, dat ik tevreden leer zijn met Zijn Lam. God is er tevreden mee. Zou ik er dan nog ontevreden mee zijn? Dat zij verre. Hallelujah, lof zij het Lam. Om de Gekruisigde en Opgestane en Verheerlijkte Heere draait nu mijn leven. We zien hoog tegen onze Heere en Heiland op. Ik heb Hem hartelijk lief. Van Hem is mijn verwachting. Hij is mijn Overste Leidsman en Voleinder (Volbrenger) van het geloof. Ik zet mijn treden in Zijn spoor. Wat een grond onder de voeten! Omhoog zien...

Tot God de Heilige Geest

Hij leert mij geloven. Niets anders dan geloven. Hij past het werk van Christus toe in mijn leven, zodat ik het het mijne mag noemen. Immers: als ik Hem maar kenne. Hem de mijne weet...! Daartoe maakt de Geest plaats. Er moet zoveel geruimd worden. De Heilige Geest heeft levenslang werk aan mij. U moet eens weten hoe groot mijn zonde en ellende zijn. U moet eens weten hoe groot de verlossing in Jezus Christus is. U moet eens weten wat het is om God weer te loven en te prijzen. De Heilige Geest leidt me in al de waarheid.

Ik mag door de Heilige Geest delen in het heil. Het is nog leven door het geloof in de belofte. We hebben het. Liever: we hebben Hem, de Heere Jezus Christus. Maar we hebben Hem, Die ons in de belofte van het Evangelie wordt geschonken. Maar wat we in Hem hebben, vergeving en vernieuwing, doet ons zo rijk zijn. Arm in onszelf, maar de koning te rijk, want we zijn de Koning rijk! Omhoog zien tot God de Heilige Geest betekent helemaal op Hem aangewezen zijn. Het ware geloof kan zichzelf niet helpen, maar is helemaal afhankelijk van de Heilige Geest. Het vindt in niemand rust dan in de Heere Jezus Christus. En dan niet ver en vaag, maar onder vier ogen. Belijdenis doen zoals Maria Magdalena in de hof: mijn Meester.

Belijdenis doen zoals Thomas een week na Pasen: mijn Heere en mijn God.

En zo leren we gaandeweg, levend bij een open Bijbel onze Borg en Koning kennen en beminnen. Al onze armoede nam Hij voor Zijn rekening en al Zijn rijkdom en heerlijkheid schonk Hij ons.

Wat een troost schenkt ons de Trooster. We zien omhoog tot Hem. We aanbidden en verheerlijken Hem met de Vader en met de Zoon.

Omhoog zien, want in dit geloofsleven worden we bestookt van alle kanten. De duivel, de wereld en ons ikkerig bestaan houden niet op ons aan te vallen. Wat een twijfel steekt er soms de kop op. Het moet maar gaan spannen in je leven. Tijden van zorg en ziekte. Schaduwen van de dood moeten maar eens over je levensspoor vallen. De boze, die oorblazer moet je maar inblazen: is het wel echt geweest? Of: bedrieg ik mijzelf niet?

Maar dan komt de Heilige Geest mij troostend nabij en troost me met Christus en met Zijn weldaden. Hij leert me aan genade genoeg te hebben. Mijn verlept, zwaarmoedig hart stroomt weer vol liefde. vreugde en blijdschap. Ik ontvang nieuwe moed en nieuwe kracht. Zuchten en klagen gaat over in zingen en loven en prijzen. Ondanks alles zal ik nochtans in de Heere van vreugde opspringen en me verblijden in de God van mijn heil. Het is de Heilige Geest die mij doet uitzien naar Zijn wederkomst, naar de volkomenheid van Gods Rijk. Vurig verlangen dat God zal zijn alles en in allen.

Belijdenis doen is omhoog zien

Ziet iemand van de lezers er misschien nog tegen op als tegen een berg? Ik zeg: zie hoger dan de bergen. Zie op tot de HEERE, die belooft uw Helper en uw Bewaarder te zijn (Psalm 121). Wie kinderlijk afhankelijk tegen Hem opziet, zal het aan niets ontbreken. Het gaat er niet om wat wij kunnen of durven, maar het gaat er om dat we het niet meer kunnen, niet meer durven laten: Zijn Naam belijden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen