Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods genade op Golgotha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods genade op Golgotha

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Luc. 23: 40-42

Drie ruwhouten kruisen staan op Golgotha. Aan twee ervan hangen mannen - kwaaddoeners - met verwoeste levens, die langzaam maar zeker opteren tot de dood erop volgt.

Stervende hangen ze voor de poort van de eeuwigheid. En het aangrijpende is: zelfs in deze laatste uren van hun leven bespotten zij Jezus met de massa, die zich heeft verzameld rond het middelste kruis.

Maar dan gebeurt er iets wonderlijks. Wij lezen, hoe God Zelf op het laatste moment ingrijpt in het leven van die éne moordenaar.

Die éne houdt op met spotten en méér nog: hij gaat die andere bestraffen en zegt: 'Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt? En wij toch rechtvaardig, want wij ontvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben. Maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan.' Is dat wonderlijk of niet?

We zien hier een veroordeelde, die zijn vonnis volkomen onderschrijft.

We zien hier een kwaaddoener, die gaat bidden... die gebukt gaat onder de vloek en tóch gelukkig wordt. Hier hangt een kruiseling, die burger wordt van Gods Koninkrijk.

Maar dat kan toch niet? Dit is toch de omgekeerde wereld? Inderdaad, zo radicaal nu is Gods genade, juist op Golgotha.

Als de Heere ingrijpt in ons leven door Zijn Woord en Geest, gaan wij alles anders zien. Zie het maar aan die kwaaddoener - hij zegt: 'Vreest gij zelfs God niet? '

Hij krijgt een indruk van Gods rechtvaardigheid - niet meer zijn lijden of straf, maar God, dat is het, wat hem aangrijpt.

Het gaat hem er niet meer om, om van dat kruis af te komen, zoals die andere moordenaar - neen, hij gaat naar het gericht van God en hóe zal hij dan kunnen bestaan?

Hij zegt verder: 'en wij terecht in het oordeel'.

Hoort u de taal, geleerd door de Heilige Geest? Hij verontschuldigt zich niet, maar aanvaardt zijn vonnis: 'Heere, het is naar recht - ik heb niet beter verdiend.'

En nog verder gaat hij. Hij spreekt een goed woord van Christus. Het is maar een kwaaddoener, die het zegt, maar hij zegt het dan toch... van Godswege.

Het is de Geest, Die door deze man heen Christus verheerlijkt, als hij roept: 'Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan.'

Maar het geweldigste komt nog, als hij bidt: 'Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn.'

Dat wil zeggen: deze man ziet Christus als een Koning op weg naar Zijn Koninkrijk en op weg naar Zijn kroning.

Wat niemand toen doorzag - ook de discipelen niet - dat doorziet hij. Hij is de eerste op heel de wereld, die openlijk belijdt te geloven in Christus' Koningschap. Door Gods Geest krijgt hij een hele andere visie op die 'Jezus van Nazareth'.

Als hij naar Jezus kijkt, ontdekt hij in diens vernedering... verhoging; in diens zwakheid... kracht. Zijn gebondenheid blijft vorstelijke waardigheid en Zijn dood blijkt eeuwig léven in Zijn Koninkrijk.

Die kwaaddoener gaat het zien. Hoe is het mogelijk? Maar één antwoord: dit is nou Gods radicale genade op Golgotha.

Een misdadiger wordt dominee, die komt bidden: 'Och Heere, gedenk mijner.'

Hij durft niet eens om een plaatsje in dat Koninkrijk vragen - onwaardig als hij is. Hij zegt alleen maar: 'Denk aan mij.'

Wat een genade, als wij zo - in die gestalte - op Golgotha staan: verkoren om Christus - alleen nóg maar verlegen om Christus. Daar moet het van komen in ons leven, of we nu jong zijn of oud.

Weer dringt Christus Zélf door Zijn Geest op ons aan: 'Ik wil uw leven in Mij.'

Zo verkondigt Hij weer Zijn genade, opdat we met die ene kwaaddoener meer en meer belijden: 'Uw hart kan niet voor mij zijn, ziende op mijzelf, maar ik ben zó verlegen om U - verlegen om Uw genade: gedenk mijner.'

En weet: u en jij, die Hem zoekt in al uw strijd en moeiten: 'houdt aan - grijpt moed - uw hart zal vrolijk leven.' Pleit in ootmoed op Zijn beloften en zeg: 'Heere, er was genade op Golgotha voor die kwaaddoener - denk ook aan mij - ik laat U niet los, tenzij dat Gij mij zegent.'

En Christus, Die toen en vandaag Dezelfde is, zal te Zijner tijd ook ü houvast geven hieraan: 'Voorwaar, zeg Ik u: heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.'

Alleen uit enkel genade - radicaal en vrij - op grond van Zijn eigen bloed, dat reinigt van alle zonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1998

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Gods genade op Golgotha

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1998

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's