Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bunker van noodweer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bunker van noodweer

Dr. H. Vreekamp: Staat is teken dat volk en land In het verbond bewaard zijn

12 minuten leestijd Arcering uitzetten


Geboren en getogen in de Gelderse Vallei, werd ik op de Veluwe predikant en schoof langs de rand van Oosterwolde naar Epe. In Epe woon ik nog, nu als predikant voor Kerk en Israël. Mijn werk omvat de verhouding tussen Israël en de volken. Breed is het. Té breed soms. Met Ida Gerhardt zoek ik dan als basis een klein bestek, zoiets als een omheind weiland, een 'vreekamp', want 'hoe kleiner veld hoe scherper lens'. De Veluwe als pars pro toto. Ik voel me de mens, die vierduizend jaar geleden woonde in het Kootwijkerzand, die de oude goden- en heldenliederen van Edda spel, die het heidendom herken aan de westkust van Ierland (...), die de oude verhalen van de Veluwe hoor zoals grootmoeders de eeuwen door ze vertelden aan kleinkinderen en zoals ze nu in de zomer op locatie aan gasten worden gebracht: over gestorven goden die geroepen worden om weer op te staan. Steeds scherper komt in beeld de heiden die ik van huis uit ben. De bewoner van de heide. Een erenaam.

Henk Vreekamp in de bundel 'Paradijs op aarde. Gedachten over stad & land', uitg. Meinema, 1998.


Volk, land en staat: voor dr. H. Vreekamp horen deze drie bij elkaar vanwege het verbond tussen God en Zijn volk Israël. 'De staat Israël mag in de ogen van christenen een zichtbaar teken zijn dat volk en land in dat verbond bewaard zijn'. Dat betekent dat de secretaris van de Hervormde Raad voor de verhouding van Kerk en Israël 'staat' niet in één adem met volk en land noemt.

Ds. Vreekamp kan slechts bij de verkiezing beginnen, als hij over Israël praat. 'Israël is verkoren uit alle volken, met het oog óp alle volken. Israël en zijn verkiezing is het scharnier waarom het draait; het is een geheim dat God in de verkiezing van Israël zich tot al Zijn mensenkinderen wendt, het is een methode van Gods handelen met de wereld'.

Bij de verkiezing van Israël als volk hoort concreet een land, zegt ds. Vreekamp. 'In het verbond met de Heere moet er sprake zijn van leven voor het aangezicht van God, een leven in verbond met de aarde. Het boek Genesis zet daarom in met de mens en de akker. Israël is een volk, geroepen tot een licht voor alle volkeren, en daarbij hoort het land.

Het gaat om het bebouwen en bewaren van de aarde volgens de joodse traditie, die 613 voorschriften afleest aan de vijf boeken van Mozes, waarvan het merendeel betrekking heeft op het wonen in het land'.

Als de stichting van de staat in 1948 plaatsvindt, heeft het volk bijna 2000 jaar ballingschap achter de rug. Ds. Vreekamp spreekt dan over een zichtbaar teken dat volk en land bewaard zijn in het verbond. 'De hervormde handreiking 'Israël; volk, land en staat' uit 1970 maakt onderscheid tussen enerzijds volk en land, anderzijds de staat. Ze spreekt over de relatieve noodzaak van de staatsvorm. De eerste twee weken zijn bijbels-theologisch verankerd, de staat heeft iets van de geschiedenis van dit moment'.

Luisterende houding

'Wat ik vanuit de joodse wereld in mijn werk als predikant voor Kerk en Israël opvang, is onder meer een aantal stemmen die uitermate kritisch reageren op de vorming van de staat, onder meer sommige chassidische joden. Zij zijn overtuigde anti-zionisten, die menen dat de vorming van een staat een vooruitgrijpen is op wat alleen de Messias ooit zal kunnen brengen. Dit is een intern joodse aangelegenheid, waarom het niet aan mij is om daarover een oordeel uit te spreken. Wel wil ik als christen de diverse stemmen zo goed mogelijk opvangen. Binnen het jodendom leeft een palet aan opvattingen over de staat Israël. Van die luisterende houding wil ik niet te snel afstappen. Ik meen dat de kerk na 2000 jaar christendom heel veel reden heeft om het oor bij Israël te luister te leggen. De hervormde kerkorde spreekt over 'het gesprek met Israël'. Dat houdt echt de bereidheid in om naar de ander te luisteren. Neem ruimte en tijd om die andere mening tot je door te laten dringen.

Als christen noem ik de staat een teken. Een terecht vraag is: Met welk recht doen wij echter onze mond daarover open? De hervormde synode heeft daarom als invalshoek genomen: Wat betekent de vorming van de staat Israël voor het christelijk geloof? Verandert ons christelijk geloof erdoor dat we er getuige van zijn dat de band tussen volk en land weer zichtbaar is geworden? '

Ds. Vreekamp denkt dat hij dicht bij de overtuiging van de chassidische joden kan komen. 'Als we Israël slechts bezien als een westers georiënteerde staat, kan dat betekenen dat je de kern van de geloofsdimensie op het spel zet. Een reden dat christenen in West-Europa echter gezegd hebben dat die staat er moest komen, is dat zij in het kader van de geschiedenis van na de oorlog een plaats heeft als een bunker van noodweer, als een plek waar 'de wet op de terugkeer geldt'.

Dr. Vreekamp ziet de stichting van de staat als een teken van de trouw van God aan Zijn verbond. 'Ik hecht aan dat tekenkarakter, zoals dat in de hervormde traditie gesmeed is. Een teken heeft iets verwijzends, het houdt in dat we alle woorden nog niet gevonden hebben. Als ik als gast in de synagoge ben en voor de staat Israël hoor bidden, treffen me de woorden in het gebed die spreken over 'het begin van het ontluiken van Israels verlossing'. Het gaat om een groeien: de joden zijn bezig na bijna 2000 jaar weer te leren hoe ze het merendeel van die 613 geboden in het land in praktijk moeten brengen.'

Geloven na Auschwitz

Ds. Vreekamp weet dat er ruim vijftig jaar geleden ook stemmen opgingen die de joden een stuk land ergens in Afrika, bijvoorbeeld in Oeganda, wilden geven. 'Ik kan me vanwege het verbond en de verkiezing van God niet voorstellen dat de joden elders dan in Palestina een staat gekregen zouden hebben, de plek die voor Israël is afgezonderd'.

Voordat ds. Vreekamp hier iets wil zeggen over een plaats voor Palestijnen, wil hij de weg die christenen na de oorlog ten opzichte van het jodendom gegaan zijn, schetsen. 'Als christenen is West-Europa hebben we herontdekt dat de kerk een onopgeefbare verbondenheid met het joodse volk heeft. Miskotte heeft dat voor de oorlog al gezegd, terwijl al in de Gouden Eeuw, in het Calvijnse spoor van nadruk op het Oude Testament, iets resoneert van affiniteit met Israël: denk aan de joden in Amsterdam, aan Rembrandt, aan de Statenbijbel.

Na de oorlog zijn er ook theologisch stappen gezet, in het met argumenten afwijzen van de verderfelijke vervangingstheologie. Israël presenteert zich als het levende jodendom. Wij leven na de twee cesuren van deze eeuw: Auschwitz - waar een derde deel van het joodse volk wordt uitgeroeid en de vraag klinkt hoe dit antisemitisme kan toeslaan - en de stichting van de staat Israël. Er is nu in Nederland bijna een halve eeuw sprake van een bedding in kerk en theologie, waarbij het levende jodendom in zicht gekomen is. Onze kerkorde spreekt nu over de opdracht van de kerk het antisemitisme te bestrijden, het scherpste woord uit de kerkorde. Dat noem ik geloven na Auschwitz, waarbij de kerk verantwoordelijk is voor het bestrijden van antisemitisme in de eigen gelederen.

Dan nu de Palestijnen. In mijn werk als predikant voor Kerk en Israël, als dienaar van het Woord, kom ik in aanraking met medechristenen in het Midden-Oosten, die vragen, soms op verwijtende toon: 'Wat hebben jullie met die joden, onze bezetters? 'Ik voel dat ik dan de opdracht heb met medechristenen het gesprek over de vragen van Israël te zoeken. Dat betekent opnieuw eerst luisteren naar de hartenkreten van de christen-Palestijnen, ook een minderheid. Hen wil ik uitleggen wat ons beweegt met die in hun ogen vreemde Israël-theologie. Ik laat zien dat de vervangingstheologie door de eeuwen heen verwoestende sporen heeft getrokken, ook in de oosterse orthodoxie. Heel de kerk moet zich daarvan bekeren. Ik hoop dat er door dat gesprek een kleine brug geslagen wordt. Politiek betekent dit dat ik van harte hoop dat het vredesproces zich zal voortzetten. Als Israël heil beloofd is, is het immers altijd in het kader van de roeping een licht te zijn voor alle volken. Het gaat wel degelijk om joden en Palestijnen, die in vrede en gerechtigheid leven, wat betekent dat politiek een akkoord gevonden moet worden.

Dienaar der besnijdenis

Als ds. Vreekamp gevraagd wordt naar het heil dat er ook voor de joden in de aanvaarding van Jezus als Messias ligt, wil hij een duidelijk, fundamenteel onderscheid tussen joden en heidenen maken. 'Ook na de komst van Jezus Christus blijft het onderscheid tussen Israël en de volkeren zichtbaar. Ik denk aan die schitterende titel die Jezus in Romeinen 15 : 8 krijgt: Dienaar van de besnijdenis, een uitdrukking die ik in de klassieke gereformeerde dogmatiek niet tegenkwam. Dat bijbelvers was voor mij een ontdekking.

Jezus, Dienaar van de besnijdenis: dan zie ik Zijn gelaat naar Zijn eigen volk gekeerd, om vanwege de trouw van God de beloften aan de vaderen gegeven te bevestigen. Niet-joden staan daarbuiten, dat voel ik zelf. Het is een intimiteit tussen Jezus en Zijn volk. Maar Paulus gaat dan verder: zo worden de heidenen geroepen om de lofprijzing met Israël gaande te houden, vanwege Gods barmhartigheid.

Dat mysterie vang ik bij Paulus op. Hij zegt onder tranen dat het merendeel van de joden Jezus als Messias afwijst. Hij betuigt tegen de gemeente van Rome dat niemand hem kan scheiden van de liefde Gods in Christus Jezus, en een paar regels verder: 'Ik zou wensen verbannen te zijn van Christus voor mijn broeders'. De spanning tussen die uitspraken is niet te dragen, die zit in dat mysterie. Door dat 'nee' van Israël heen beweegt God Zich naar de heidenen, zonder Israël los te laten.

Ik geloof nog steeds dat de centrale vraag naar het Messiasschap van Jezus tussen joden en joden aan de orde is. Degenen die wij Messiasbelijdende joden noemen, hebben nog altijd de eerste rol in dit gesprek met de joden. Daar hecht ik aan'. Ds. Vreekamp zegt veel geleerd te hebben van de joodse predikant ds. S. P. Tabaksblatt. 'Hij zei me ooit dat er in elke generatie volgelingen van Jezus zijn, als grote herinnering voor de heiden-christelijke kerk: 'Zo is het begonnen'. De heidenchristenen, daarvan ónderscheiden, zijn als wilde olijftakken, die afgesneden zijn en ingeënt in de tamme olijf Israël. Dan is onze roeping: 'Wees niet hoogmoedig als heidenen, maar vrees. Ga niet zeggen dat we in plaats van Israël gekomen zijn, maar laat die houding van vreze uit je ogen spreken, uit je levenshouding, uit je getuigenis van het geloof in Jezus Christus'. Het gaat niet in de eerste plaats om woorden'.

Ds. Vreekamp ziet het als een roeping van de kerk in onze tijd in het leerhuis over Israël na te denken. 'We hebben nog geen lange traditie aangaande de bezinning op de staat Israël. Alle gemeenteleden komen vanwege het dagelijkse nieuws met vragen over Israël in aanraking. We kunnen ons hiervoor niet concreet op de belijdenisgeschiften beroepen. Ik ervaar het als iets dat we samen moeten opbouwen. Dan moeten we in de kerk de discipline opbrengen te beginnen bij volk en land, niet bij de politiek.

Jezus bevestigt, bekrachtigt als Dienaar van de besnijdenis de beloften aan de vaderen gegeven. In die woorden hoor ik ook de belofte van het land. Theologisch betekent dat dat de vleeswording van het Woord verbonden wordt met de belofte van het land. Hier hoor je Kohlbrugge spreken: 'Blijf waar je bent', zegt God 'Ik kom bij je'. In het leren van de kerk moeten we zoeken te peilen wat er in onze dagen met Israël geschiedt'.

Wie jarig is, krijgt gelukwensen. Wat wenst u Israël?

'Ik zou wensen dat het gebed verhoring vindt dat ik als gast in de synagoge hoor, als joden voor de staat bidden: 'Zegen de staat Israël, begin van het ontluiken van onze verlossing'. In die zegen zijn alle volken betrokken. Ik denk aan Zacharia 14, waarin staat dat de volken uit de vier windstreken optrekken om met Israël het loofhuttenfeest te vieren. Elke avond en morgen bidden de joden: 'Hoor Israël, de Eeuwige, onze God, de Eeuwige, één'. Ik hoop dat de volkeren dat dan zullen meezeggen, dat de God van Israël openlijke erkenning vindt van Israël en de volkeren.


'Ik kom van de Veluwe. Volgens de jood Paulus ben ik van huis uit een wilde olijf. Op zich onvruchtbaar, enkel van nut als lauwerkrans bij de olympische spelen. Meer niet. Afgesneden van de eigen wortel, word ik geënt op de tamme olijf, Israël. Een operatie is het, compleet met wond, verband en litteken. Ontworteld ben ik daardoor, geworden van een ander geslacht. Je stamboom, zo wordt mij aangezegd, gaat voortaan terug op Jezus. Theologen beweren dat de bijbel als grondtoon een antiheidens geluid laat horen, juist met het oog op het heil, de heelheid der volkeren. Die toon hoor ik ook doorklinken in de muziek van Bach: 'Nun komm' der Heiden Heiland'. Zo gezien, wil ik Lebuïnus van harte verwelkomen. Het is een schreeuw van groot geluk waard dat de naam van de God van Israël ook over het Veluwse land is uitgeroepen'.

Henk Vreekamp in de bundel 'Paradijs op aarde. Gedachten over stad & land', uitg. Meinema, 1998.


 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Een bunker van noodweer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1998

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's