Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toekomst is gegarandeerd

Bekijk het origineel

De toekomst is gegarandeerd

De toekomst in het licht van het Koninkrijk Gods (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het dispuut Ichtus van de studentenvereniging CSFR te Rotterdam heeft dit jaar als jaarthema Het Koninkrijk Gods. In vier lezingen werd het thema belicht. Ondergetekende sprak over het thema: Hetgeen weldra geschieden moet - een verhandeling over de toekomstverwachting in het licht van het Koninkrijk Gods. Deze lezing wordt in drie afleveringen geplaatst. Bijgaand treffen de lezers het eerste deel. 

Inleiding

Toekomstverwachting is niet hetzelfde als futurologie, de moderne leer aangaande de toekomst. In de futurologie worden prognoses gemaakt met betrekking tot de toekomst op grond van ontwikkelingen in de techniek of in de samenstelling van de bevolking of met betrekking tot de communicatie. Futurologie is eigenlijk een veredelde sociologie. Haar prognoses blijken menselijk, breekbaar.

Als christenen kunnen we onze toekomstverwachting alleen baseren op wat de Schrift zegt. Wie dan kennis neemt van de Schrift inzake de toekomst wordt overweldigd door de veelheid van Schriftgegevens, die ook niet altijd logisch te harmoniëren zijn.

Gevraagd is te spreken over de toekomstverwachting in het licht van het Koninkrijk Gods. Eén en ander heeft beperkingen. Het kan niet de bedoeling zijn, dat ik in kort bestek een complete verhandeling geef over bijvoorbeeld het boek Openbaring. In deze wil ik verwijzen naar geschriften van ds. R. J. van de Hoef 'Hetgeen weldra geschieden moet' en het recent verschenen boek van wijlen ds. H. G. Abma 'De tijd is nabij'.

Van tijd tot tijd verschijnen er boeken over het boek Openbaring. Het blijft nog altijd een zeldzaamheid. We weten, dat Calvijn geen commentaar heeft nagelaten op het boek Openbaring. Ook aan het tweede deel van het boek Ezechiël, waarin ook de toekomst aan de orde komt, is hij niet toegekomen. Toen hij daaraan begon werd hij op het ziekbed geworpen, dat zijn sterfbed werd.

We proberen in het hier onderstaande enkele lijnen te trekken vanuit de Schrift met aandacht voor enkele concrete zaken.

Golfbewegingen

Bij de komst van een nieuw millennium is er naar het schijnt altijd extra aandacht voor de toekomst. Wat zal de toekomst brengen? Nu het jaar 2000 op komst is, zien we reeds allerlei publicaties verschijnen. Ik herinner aan het boek, dat recent verschenen is van dr. Pieter Eligh (1991): 'Leven in de eindtijd' ('Ondergangsstemmingen in de Middeleeuwen'; het is in dit blad behandeld door ds. H. Veldhuizen). Deze trekt echter de conclusie, dat het jaar 1000 in de verwachting van de eindtijd geen bijzondere rol heeft gespeeld. Wel maakt hij duidelijk, dat in de hele Middeleeuwen, die hij positioneert van het jaar 400 tot het jaar 1400, wel telkens de toekomstverwachting opdook, maar dan met name, wanneer zich rampen voltrokken in Europa of in de wereld. Dat gebeurde toen Rome in het jaar 410 door de West-Goten werd verwoest. In die dagen schreef Augustinus zijn bekende boek 'De stad Gods', waarin hij de geschiedenis van mensheid en wereld tekende als een strijd tussen de 'civitas terrena' - het aardse rijk - en de 'civitas coelestis' - het hemelse rijk. De toekomst was ook her en der aan de orde toen Rome in het jaar 455 verwoest werd door de Vandalen. Zou nu de eindtijd zijn aangebroken? Er was ook oplaaiende aandacht voor de toekomst en de wederkomst des Heeren, wanneer zich pestepidemieën voordeden in de zesde, de veertiende en de zeventiende eeuw, waarbij in het ergste geval een derde deel van de Europese bevolking omkwam. Hetzelfde deed zich voor in de tijd van de Kruistochten (1095-1290).

Extra aandacht voor de eindtijd is dus vaak gegeven met onheilspellende gebeurtenissen. Ook in onze tijd is dat aan de orde. Wanneer zich grote rampen voltrekken, komt bij mensen de gedachte op, dat het nu niet lang meer kan duren, dat de komst des Heeren aanstaande is. Ongetwijfeld zal de komst van het derde millennium ook extra aandacht met betrekking tot de toekomst met zich meebrengen. Sektarische bewegingen zullen zeker het jaar 2000 aangrijpen om heel concreet over de wederkomst te spreken.

Bij alle nadenken over de toekomst realiseren we ons echter voortdurend het woord van Lukas 12 : 40: Gij dan weest bereid, want in welk uur gij het niet meent, zal de Zoon des Mensen komen'.

Het Koninkrijk Gods

Als inleiding geef ik toch enkele noties uit de Schrift met betrekking tot het Koninkrijk Gods. De lutheraan C. H. Lindeyer heeft in zijn boek 'Kerk en Koninkrijk' het volgende gezegd:

'Het Rijk is nu eenmaal iets, dat begrippen en uitdrukkingen te boven gaat, we kunnen er - toen (in de tijd van de eerste christengemeente) en nu - slechts in tastende aanduidingen over spreken. Maar omdat het Nieuwe Testament zo vaak over het Koninkrijk Gods spreekt, in telkens nieuwe woorden en beelden, is het toch mogelijk om enige contouren van het Rijk te tekenen.'

Inderdaad wordt onder allerlei beelden over het Koninkrijk Gods gesproken. In het Oude Testament komt het Koninkrijk Gods niet zo expliciet aan de orde. Wel gaat het daarin telkens over Gods koninklijke heerschappij, met name in de Psalmen: De Heere regeert. In het Nieuwe Testament wordt het Koninkrijk Gods onder allerlei aspecten getekend. Het meest wezenlijke in het Nieuwe Testament is dat in Christus het Koninkrijk van God nabij is gekomen (Mark. 1 : 15). Hij heeft de verborgenheden van het Koninkrijk Gods dan ook aan Zijn discipelen te verstaan gegeven (Mark. 4 : 11).

De kerntekst met betrekking tot het Koninkrijk Gods is wat Jezus tot Pilatus zegt. Als Pilatus Jezus vraagt: Zijt Gij de Koning der joden? ' antwoordt Hij: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien Mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de joden zou worden overgeleverd; nu echter is Mijn Koninkrijk niet van hier!' (Joh. 18 : 36)

Het Koninkrijk is niet van deze wereld. Dat komt overeen met dat andere woord uit Lukas 17 vers 28, namelijk, dat het Koninkrijk Gods niet komt met uiterlijk gelaat. Men zal niet zeggen: ziet hier of ziet daar, want ziet het Koninkrijk Gods is binnen in ulieden (Lukas 17 : 21). Nochtans wordt hier gezegd, dat het Koninkrijk Gods binnen ons is. Het is dus toch in de wereld, in Christus reëel aanwezig.

Is dat Koninkrijk Gods dan alleen geestelijk? Jezus heeft op een bepaald moment ook tot de Zijnen gezegd: 'Gij zijt niet van deze wereld'. Nochtans waren zijn discipelen wel in de wereld.

Wij kunnen, als wij de grondlijnen inzake het Koninkrijk Gods uit het Nieuwe Testament trekken, samenvattend zeggen, dat het Koninkrijk Gods enerzijds eeuwig is, maar anderzijds in de tijd in Christus is gekomen; dat het geestelijk is, maar ook zichtbaar is in de tekenen van het Koninkrijk; dat het hemels is, maar ook op de aarde manifest is in de gerechtigheid van het Koninkrijk; dat het toekomstig is, maar ook reëel uitwerking heeft in het heden.

Prediking

Niet alleen Paulus predikte het Koninkrijk Gods (Hand. 20 : 25), ook Jezus Zelf deed dit. Hij kwam in Galilea, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods en zeggende: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u en gelooft het Evangelie' (Mark. 1 : 15).

Het Koninkrijk Gods is in Christus in deze wereld gekomen! Het zal zichtbaar zijn in tekenen van vrede, gerechtigheid. In de tijd van Jezus Zelf werd het ook zichtbaar in tekenen van genezingen en wonderen. Het Evangelie van dat Koninkrijk zal worden gepredikt, waarbij zal worden betuigd dat het Koninkrijk er enerzijds al wel is en tegelijkertijd er nog niet is. De volle heerlijkheid van het Koninkrijk Gods staat nog uit. 'Reeds en nog niet' is voor het Koninkrijk Gods in het Nieuwe Testament kenmerkend.

Eenmaal zal het Koninkrijk Gods in volle heerlijkheid doorbreken. Nu nog is Christus Koning van Zijn Rijk en regeert Hij vanuit de hemel deze wereld. Maar éénmaal zal Hij het Koninkrijk teruggeven aan Zijn Vader (1 Kor. 15 : 24). Dan zal ook blijken, dat er tekenen van het Koninkrijk in deze wereld waren, die eeuwigheidsperspectief hadden en meegaan het volkomen Rijk in. De koningen zullen de eer en de heerlijkheid der volkeren indragen in het Nieuwe Jeruzalem (Openb. 21 : 26).

Met de Heidelbergse Catechismus (vraag en antwoord 123) belijden we: 'totdat de volkomenheid van Uw Rijk kome, waarin Gij zult zijn alles in allen'.

De toekomst is gegarandeerd

Dat de volle heerlijkheid van het Koninkrijk Gods zal komen en de toekomst des Heeren is gegarandeerd, is te danken aan de overwinning, die Christus op het kruis van Golgotha behaalde.

In Kolossensen 2 : 14, 15 lezen we enerzijds, dat Christus het handschrift van de zonde, dat tegen ons was, heeft uitgewist. Wij moeten onze handtekening zetten onder ons doodvonnis: beamen, dat wij doodschuldig zijn. Dit handschrift, die ondertekening heeft Christus voor de Zijnen op het kruis van Golgotha weggenomen. Maar bovendien heeft Hij de overheden en de machten overwonnen. Hij heeft ze in het openbaar tentoongesteld. Hij heeft over hen getriomfeerd.

Calvijn heeft gepleit voor de meditatio futurae vitae (de overdenking van het toekoinende leven) en de verachting van het aardse leven. Betekent dat, dat het aardse leven, het heden geen betekenis had voor Calvijn en het hem alleen om meditatie aangaande de toekomst ging? Neen, bij hem staat het heden in het perspectief van de toekomst, onder de beheersing van de eeuwigheid (aectoritas aeternitatis). Het ging hem om de toekomst, waarin God zal zijn alles en in allen. Tekenen daarvan zullen hier en nu aanwezig zijn. Daarom kwam hij op voor de Gloria Dei, de eer van God in het volle leven van vandaag, ook politiek en maatschappelijk. Maar in het deelnemen als christen aan het volle wereldlijke leven, zal er zijn de 'innerweltliche askese', de afzondering binnen de wereld, met daarin de overdenking van de heerlijkheid, die komen zal.

De Reformatie verwierp intussen alle chiliastische dweperijen en dromerijen, waarin vooruit werd gegrepen op de toekomstige heerlijkheid van het Koninkrijk Gods. Het doperdom is altijd een begeleidend verschijnsel van de Reformatie geweest. Dopersen wilden altijd vooruitgrijpen op de heerlijkheid. De Reformatie heeft echter met kracht de beweging van de wederdopers bestreden, die onder aanvoering van Thomas Münzer en Melchior Hofman in Munster en ook in Amsterdam het Nieuwe Jeruzalem wilden stichten. Toen Thomas Münzer als 'een apocalyptische ruiter' door de landen trok om het Duizendjarig Rijk uit het boek Openbaring te prediken en er concreet gestalte aan te geven in Munster, stuitte dit op krachtig verzet van allen, die de Reformatie waren toegedaan. Dit soort doperse stromingen duikt overigens telkens weer op. Het is een begeleidend verschijnsel geweest van de Reformatie als zodanig. Maar de Reformatie leefde bij het 'reeds en nog niet' van het Koninkrijk Gods; in Christus reeds gekomen, maar de volle heerlijkheid staat nog uit en is aan God voorbehouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De toekomst is gegarandeerd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's