Gebrokenheid als grote schuld

Twee thema's hielden de leden van de Gereformeerde Bond vorige week tijdens de discussie op de jaarvergadering vooral bezig: de relatie met het Comité tot behoud van de Hervormde Kerk en de betekenis van de in maart aangenomen motie De Visser/Van Heijst. Het tweede referaat was ingewisseld voor een breedvoerig onderling gesprek.

GB-voorzitter ds. J. Harteman leidde het forum, dat bestond uit ds. G. D. Kamphuis, ds. R. H. Kieskamp en dr. ir. J. van der Graaf. De forumleider had de schriftelijk binnengekomen vragen in vier blokken verdeeld: Samen op Weg in het algemeen, de relatie hoofdbestuur-comité, de motie De Visser en algemene zaken betreffende de Gereformeerde Bond.

Het eerste onderdeel is gauw voorbij. Of het aan mr. L. Hardenberg gevraagde juridisch advies gepubliceerd gaat worden en of er ook uitspraken over het bezit in staan, is de vraag. Van der Graaf antwoordt dat de nota voor intern gebruik bedoeld is, vertelt niemand iets nieuws als hij erkent dat het bezit een apart deel van de problematiek is en meldt dat het bestuur een second opinion heeft gevraagd.

Ds. Kamphuis gaat in op de verhouding met het comité. 'In maart hebben we samen gesproken over de verhouding verbond-kerk-belijdenis en de grenzen van de kerk.' Hij noemt het een goed gesprek, dat voortgezet zal worden. 'Samen willen we een weg zoeken naar een goede invulling van de ruimte die de motie De Visser/Van Heijst biedt.'

De heer Snel (Putten) vraagt of dominees vaak niet te solistisch optreden, los van de kerkenraad. Ds. Kieskamp erkent dat dit risico bestaat, maar wijst ook op de eigen verantwoordelijkheid van de predikant. Zijn algemene advies aan predikanten luidt in nauw overleg met de kerkenraad op te treden. Op uitnodiging van de forumleider stelt ds. C. J. P. van der Bas (Putten), lid van het comité, de vergadering gerust: 'Wij zoeken in de kerkenraad klankbord en weerwerk'. Hij sluit zich bij ds. Kieskamp aan. Als Van der Graaf het delen van de dingen met een college een gezond principe noemt, gaat ds. R. van Kooten (Soest) nog een stapje verder: 'Dit geldt niet alleen predikanten uit het hoofdbestuur of het comité, maar ieder die een open brief ondertekent' .

De heer De Kreij vindt het jammer dat ds. Hovius en ds. Van Gorssel niet ingeschakeld zijn gebleven als bemiddelaars. Van der Graaf antwoordt dat een bemiddelingspoging een te zwaar woord is. Het hoofdbestuur vindt direct overleg met het comité de beste weg.

Gekrookte Riet

De vraag van de heer Van Putten (Rotterdam) trekt de kring wat wijder. Is het geheel onmogelijk om ook met het Gekrookte Riet te spreken? Van der Graaf zegt dat het hoofdbestuur in het verleden los van de huidige kerkelijke ontwikkelingen twee pogingen tot een gesprek gedaan heeft, wat niet toegestaan werd. Ds. Kamphuis erkent dat we hier aanlopen tegen de gebrokenheid, die voor ons hervormd-gereformeerden een grote schuld voor God is. Terwijl we ons op de gereformeerde belijdenis beroepen, is het een teken van machteloosheid als je elkaar niet bereiken kunt. Dat roept om de Geest van Pinksteren, Die waarachtig eenheid schept.

De heer Van der Kieft ('s-Hertogenbosch) citeert drie opmerkingen uit de lezing van Van der Graaf: Gods kerk is breder dan onze gezindte; waar het Woord is, is de kerk; de Bond is niet tegen allerlei maar voor de verbreiding van de waarheid. Hij vraagt: Als we het hier samen over eens zijn, kunnen we dan wèg?

De heer Vos (Ysbrecht) schetst de moeilijke situatie in Friesland, waar gemeenteleden tussen de dertien en veertig jaar vrijwel ontbreken. Hij roept op de synodeleden te blijven bemoedigen. De heer Zezema (Putten) wil weten wat nu het probleem is tussen hoofdbestuur en comité. Van der Graaf antwoordt dat er lastige vragen bovenkomen, als de relatie verbond en kerk, alsook belijdenis en kerk besproken wordt. Dat blijkt ook in het geheel van de zwaarverdeelde Gereformeerde Gezindte. Nodig is wijsheid om naar de Schrift te luisteren.

De discussie verlegt zich naar de ruimte die de motie De Visser/Van Heijst aan bezwaarden biedt, als ds. P. van der Kraan (Bleskensgraaf) vraagt of het niet het uitgelezen moment is om te gaan brainstormen over de invulling van die ruimte. 'Kunnen we hier niet inventariseren? ' De forumleden erkennen de noodzaak van breed overleg, maar, zegt ds. Kamphuis, dat kan moeilijk hier. Hij is blij dat ds. Van der Kraan op de kerkelijke weg wijst. Van der Graaf: 'Wij leggen geen plan op tafel, maar dienen voorstellen in die het moderamen zal screenen'. Hij deelt mee dat het hoofdbesutur een commissie in het leven geroepen heeft met onder meer leden van het comité, mensen uit de kring van de Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge, kortom, allen die bezwaard zijn.

Ds. P. J. Visser (Bergambacht, maar al gezeten naast een Haagse ouderling) noemt het van belang de dingen naar elkaar toe goed te communiceren. Hij pleit voor een extra vergadering. Het hoofdbestuur zegt toe hierover te zullen nadenken.

De heer Achterhuis vraagt om meer voorlichting over de invulling van de motie. In september moeten de adviezen er zijn. Van der Graaf antwoordt dat de classes in september echter alleen moeten considereren over de vooriiggende ordinanties. 'Daarvoor is materiaal.'

Hoge woorden

Ds. M. A. van den Berg (Groot-Ammers) vraagt of het hoofdbestuur het optimale blijft proberen om de Hervormde Kerk niet onder te laten gaan in de nieuwe kerk. 'Ik heb geen visie die een werkbare these is, maar kan niet functioneren in een plurale kerk.' Ds. Kieskamp antwoordt dat het hervormd moderamen de motie correct uitgelegd heeft door de bezwaarden ruimte te geven. Ds. Kamphuis tegen ds. Van den Berg: 'Vraagt u nu niet iets anders dan de motie biedt? ' Van der Graaf herinnert aan 21 maart, de dag waarop de motie werd aangenomen, waarop ook uit de kring van het comité hoge woorden gesproken zijn.

Synodepreses ds. B. J. van Vreeswijk vraagt toestemming zich tot de vergadering te mogen richten. 'Er is veel misverstand over de motie. Het moderamen heeft er geen machtswoord over uitgesproken, maar moet leiding aan de kerk geven. Ik merk nu dat er met krampachtigheid gewezen wordt op de tijd tot 31 december. Wat u moet doen? In uw ambtelijke vergaderingen uw bezwaren verwoorden!' Ds. Van Vreeswijk vraagt de vergadering zich te realiseren dat het om een hervormde motie gaat die evenwel besproken wordt in de commissie voor kerkordelijke aangelegenheden van de gezamenlijke kerken. Hij sluit af met geladen woorden. 'Blijf binnen de grenzen, want kerkordelijke oppositie is zelfmoord.'

Ds. R. van Kooten zegt dat het comité na 21 maart - deze dag noemde ook hij een geschenk uit de hemel - eerst vast wilde stellen wat minimaal geestelijk geboden is. Hij pleit ervoor voor september alle gemeenteleden en classes te bereiken.

Ds. P. J. Visser wijst op een ander aspect. 'Als we het over ruimte hebben, voor wie zoeken we die? In de ruimte moet het immers gaan om de roeping voor anderen tot een zegen te zijn. Dat is de religie van de belijdenis, de navolging van de Heere Jezus.'

Twee vragen hebben betrekking op de algemene zaken betreffende de Gereformeerde Bond. Welke initiatieven zijn er om jongeren bij de Gereformeerde Bond te betrekken? Het bestuur zegt toe dat hier in de toekomst nadrukkelijker over gesproken zal worden. En: Waarom zijn er vrijwel alleen predikanten in het hoofdbestuur? 'Dit ligt niet vast in de statuten, maar is een gewoonterecht', antwoordt Van der Graaf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen