Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Communicatie en differentiatie in het pastoraat (3)

Bekijk het origineel

Communicatie en differentiatie in het pastoraat (3)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pastoraat en ziek-zijn

Ziek-zijn roept vragen op. Elke ziekte brengt een mens min of meer in een crisis. Het brengt onzekerheid, angst, schuldgevoelens met zich mee; het tot dusver geleefde leven komt boven, de relatie met God en kerk, de relatie met naaststaanden, het werk dat je gedaan hebt, de relatie met jezelf. Deze vragen komen niet altijd op een expliciete wijze naar boven. Jarenlang kunnen ze verdrongen of onderdrukt zijn, maar nu komen ze aan de oppervlakte en wat kan het belangrijk zijn als er een luisterend oor is. Die emoties, gevoelens, die het ziek-zijn oproepen, kunnen patiënten als een 'cocktail van binnen' ervaren.

Maar naast de vraag wie ben ik als pastor, zullen wij onszelf ook de vraag moeten stellen, wat doe ik als pastor, wat is 'mijn aanbod' en hoe breng ik dat aanbod, anders gezegd wat is de inhoud van ons pastoraat. We kunnen het nog anders stellen: waarin verschilt de pastor van de maatschappelijk werker of psycholoog.

Duidelijk moet en mag zijn dat de pastor niet op eigen initiatief komt, maar zich gezonden weet. Hij staat uiteindelijk niet in dienst van een instelling; zij maken de dienst niet uit. De pastor kan alleen werkelijk pastoraat bedrijven, waar hij zich geïnspireerd weet door de Pastor Bonus, die met innerlijke ontferming bewogen was.

Daarin mag de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan een 'eye-opener' voor ons zijn: hoe zie ik de ander? Gaat mij de geestelijke en lichamelijke nood van die ander werkelijk ter harte? Hier zullen we een evenwicht moeten vinden tussen nabijheid en distantie. Daarom is ook het 'zien' van wezenlijk belang: de ander zien in zijn nood, angst en pijn, in zijn zoeken, in zijn vraag om bijstand: het door-zien en een in-zicht van de geestelijke nood.

We zien aan heel veel echte nood voorbij, omdat we er als priester en leviet aan voorbijlopen en het zien ons niet werkelijk raakt.

In dat 'zien' blijft de pastor verbi divini minister. Dienaar van het Goddelijk Woord. Maar ook de auditor verbi hominum: hoorder van de menselijke woorden. Hij moet wel het geheim kennen dat oren dieper kunnen komen met luisteren dan ogen kunnen zien. Daarbij heeft hij ook het licht van het Woord nodig, hoe donker ook de context kan zijn.

In dat luisteren trachten wij de ander nabij te komen en bij de ander te zijn; niet om de diagnose of prognose te stellen, maar te onderkennen welk toekomstbeeld die ander heeft, wat zijn/haar verwachtingen van het leven zijn, waar hij/zij staat op de weg van het leven in het perspectief van de dood en de eindigheid.

En zo in luisteren en zien in communicatie treden opdat ook de woorden Gods gehoord zullen worden en ter sprake kunnen komen. In dit alles afhankelijk van de Geest ondanks alle kennis, kunde en vaardigheden. Het geheim van de communicatie voltrekt zich als het God behaagt.

Doorverwijzen

Dat vereist ook op z'n tijd een doorverwijzen. Het kan nodig zijn om bepaalde psycho-pathologische vormen als depressie, schizofrenie te onderkennen, maar de pastor is geen psycho-therapeut, psycholoog of psychiater. Het eigene van de pastor is dat hij er ook is vanwege zijn relatie met God. Daarbij spreekt ook zijn visie over dood en leven mee (Rom. 14 : 7, 8).

Maar ook mogen wij niet vergeten dat de patiënt bepaalde verwachtingen en verwachtingspatronen van de pastor heeft. Die kunnen heel verschillend zijn, omdat ook de pastorant zijn eigen referentiekader heeft. Dat verwachtingspatroon kan heel negatief, bijna karikaturaal zijn, maar kan juist ook heel verwachtingsvol zijn en geweldig teleurstellend als aan dat verwachtingspatroon niet voldaan wordt.

Het christelijk geloof is niet meer vanzelfsprekend het kader waarin de vragen naar de zin en de betekenis van het leven gesteld worden. In onze multiculturele samenleving kennen we een veelheid aan levensbeschouwingen. Kennis van onze cultuur is nodig, willen we ook in ons pastoraat in ontmoeting met andersdenkenden komen.

Zingevingsvragen

De vraag is ook: wat doen wij in deze maatschappij waarin de nadruk ligt op zakelijkheid, doelmatigheid, functionaliteit met zinvragen: d.w.z. de vragen naar de zin van het bestaan, de zin of onzin van het lijden, vragen van schuld en vragen naar doel; onze cultuur die gespitst is op het uitbannen van het lijden loopt het gevaar dat het geven en bieden van troost op de achtergrond raakt {Erik Vossen: 'Troosten in het pastoraat' Praktische Theologie).

Ook dit gegeven van de cultuur en maatschappij waarin wij leven, brengt een noodzakelijke differentiatie in het pastoraat met zich mee. Die differentiatie zien we bijv. in vormen, stromingen van pastoraat: denk bijv. aan Pastoraat als verkondiging (Thurneysen), Pastorale counseling (Clinebell), Charismatische en Evangelische zielzorg (J. E. Adams), narratief pastoraat, contextueel pastoraat (Nagy). Op die differentiatie gaan we nu niet verder in. (Zie: Angst en bevrijding, Ant. F. Verheule)

We willen nu nog wat nader ingaan op de pastorale ontmoeting tussen pastor en pastorant. Zoals gezegd heeft ieder mens een bepaalde levensbeschouwing: dat wil zeggen dat hij/zij een bepaalde mening, gedachte over de zin en betekenis van het leven heeft; die levensbeschouwing hoeft niet altijd even omlijnd te zijn.

Een levensbeschouwing hoeft ook niet noodzakelijkerwijs religieus/godsdienstig geladen te zijn. Dat maakt het spreken over levensbeschouwing en geloofsovertuiging gecompliceerd, juist ook in samenhang met de veranderingen die onze samenleving op ethisch, geestelijk en cultureel terrein ondergaan.

Die veranderingen maken we heel concreet - ook in de gemeente - mee. Bij mijn werk als geestelijk verzorger in het Ikazia Ziekenhuis te Rotterdam vinden we ook die differentiatie in het patiëntenbestand:

a: zij die staan in en op hun eigen traditionele geloofsovertuiging, daarbij verbonden aan een kerkelijke gemeente of geloofsgemeenschap. Waarden, verwachtingspatronen en normen staan vast; deze groep krijgt bijna vanzelfsprekend een eigen pastor op bezoek; (van een geweldig belang). Een eigen verwachtingspatroon t.a.v. de ziekenhuispastor.

Maar onder deze 'categorie'(!) ook differentiatie in geloofsbeleving, beleving van ziek-zijn, opvatting over dood en leven. Is bijv. ziekte een straf van God en moeten we die lijdzaam ondergaan? Of is ziekte uit de boze.

b: zij, die vanuit hun opvoeding en door opleiding of andere factoren een ontwikkeling en overtuiging in hun denken hebben doorgemaakt, die afwijkt van de oorspronkelijke koersbepaling; dat hoeft geen breuk met de kerk te zijn; kan ook een overgang naar evangelische gemeenten zijn of naar minder traditionele gemeen­ten.

c: zij, die 'er niet meer aan doen': het grootste percentage; wel een kerkelijke achtergrond, maar onder de stoflaag van het moderne denken en het materialisme terechtgekomen. Achtergrond en opvoeding blijven wel een rol spelen en kunnen juist ook in het pastoraat een 'aanknopingspunt' zijn. Vaak heel moeilijk om tot een echte ontmoeting te komen: de ervaring van het 'lege net' ophalen (Van Nieuwpoort). Soms ook heel verrassende ontmoetingen en blijvende contacten: juist wanneer het gaat om stervensbegeleiding,

d: zij, die geen enkele affiniteit met geloof, kerk of bijbel hebben, die wel hun vragen hebben en vragen om een gesprek met de pastor. Vaak speelt angst voor de dood, schuld over het achterliggende leven, een rol.

Deze gegevenheden moeten we onderkennen. Geestelijk verzorger is beschikbaar voor iedereen, ongeacht ziekte, afkomst, opleiding of wat ook.

Door ziekte komen zekerheden, waarden, overtuigingen, relaties onder druk te staan; alle vanzelfsprekendheid verdwijnt. Ziek-zijn kan(!) een zegen zijn, waar wij Gods nabijheid en Gods heil ervaren. Ook als er geen genezing volgt.

Ziekte kan heil-zaam zijn als mensen een nieuwe weg inslaan of terugkeren op hun oude paden; opnieuw tot bidden komen; als er het gebed om vergeving is en belijdenis van schuld. Het ziek-zijn kan dan nieuwe perspectieven openen, waarin nagedacht wordt over de diepste levensvragen/geloofsvragen. Daarbij kan de zieke mens zelfs heilzaam zijn voor de gezonde mens. Juist vanuit het gebed mag een krachtdadige en heilzame werking uitgaan. Samen met de patiënt tasten en zoeken naar de woorden die we de Hoorder van het gebed voorleggen. In het gebed ervaart de patiënt ook of wij zijn gevoelens, existentiële beleving, zijn geloofsvragen begrepen hebben. Gebed mag en kan nooit een religieuze pijnstiller zijn. Het is onze innerlijke en lichamelijke pijn voor God neerleggen, biddend om heling en heil. Gebed is van een wezenlijk belang in het pastoraat, maar het moet wel z'n juiste plaats en tijd krijgen. Ons hart openleggen voor de God van het leven, maar daarbij is ook nodig dat in de communicatie, de ontmoeting met elkaar het hart naar elkaar is opengegaan. Hierbij kunnen zich ook de vragen naar handoplegging en ziekenzalving aandienen; er kunnen zich momenten voordoen dat luisteren en woorden te kort schieten. Juist dan kan naast het woord de handeling, het symbool van een eminent belang zijn. Het is van belang met het oog op het pastoraat in het algemeen om tot een verdere doordenking van de ziekenzalving en de handoplegging te komen. Daarbij moeten we de zalving duidelijk zien als ondersteuning ten dienste van het gebed om heling en bevrijding, maar ook om te komen tot een aanvaarding van ziekte; bevrijd van het gericht en de eeuwige dood. (Zie dr Paul, Vergeving en genezing).

Symbolen en rituelen kunnen alleen een ondersteunende functie hebben: geen magische middelen waar mensen over beschikken kunnen; niet in de tekenen als zodanig schuilt de kracht (denk aan doop en avondmaal), maar in de verwijzende, zichtbare functie (olie verwijst naar de ondersteunende kracht en helende werking van de Heilige Geest; een geestelijk gebeuren in het kader van gebed en schuldbelijdenis).

Hoe gaan wij in het pastoraat met zinvragen om

Zingevingsvragen is het zoeken naar een verklaring van dat, wat zomaar niet te verklaren is.

Zingevingsvragen hebben zowel met verleden, heden als toekomst te maken. Daarbij mogen we vragen of gevoelens nooit bagatelliseren of wegwuiven, ook de angst en de onzekerheid niet ontvluchten. We dekken de zinvragen naar de betekenis en de zin van lijden, ziekte en dood zo gemakkelijk toe door gemakkelijke antwoorden te geven; we wijzen dan al op het hierna-maals, terwijl iemand met het hier-numaals nog lang niet klaar is.

De ander in zijn/haar gevoelens serieus nemen; we moeten het aandurven om de nood en angst van de ander boven te laten komen. Elke vraag kent een onderliggende vraag. Proberen door te stoten naar de diepte. Van de buitenste laag van de feitelijldieden van het leven tot de diepste lagen van de existentiële (geloofs)beleving. Daarin ligt m.i. het wezenlijke van alle pastoraat: de relatie met God.

Differentiatie in het pastoraat betekent niet de boodschap van het evangelie geweld aandoen, maar God vraagt wel om die boodschap tot de harten van mensen te la­ten doordringen. Daarin is de pastor een middel. Hierin hebben we de kracht en de hulp van Gods Geest nodig: pastoraat in het krachtveld van de Geest. (Rebel: pneumatisch pastoraat in het krachtenveld van de Geest: de pastor draagt als pneumatofore mens het heil over.) In die afhankelijkheid zal God ook Zijn zegen geven: soms heel ongedacht en onverwacht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Communicatie en differentiatie in het pastoraat (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's