Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over het bijbelboek Prediker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het bijbelboek Prediker

Op de school van Salomo (3)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'De vreeze des HEBREN is het beginsel der wijsheid'

De boodschap van prediker

In dit derde artikel over het bijbelboek Prediker willen we de nadruk leggen op de boodschap van Prediker. Immers, wanneer we verkeren op de school van Salomo, wil hij ons onderricht geven hoe wij in dit leven voor het aangezicht van de levende God in ware godzaligheid en eerbaarheid hebben te wandelen. En zo willen we Salomo als schrijver van het boek Prediker tekenen als prediker van genade alleen.

Wellicht komt het wat eigenaardig voor wanneer we Salomo en zijn boodschap in Prediker op deze wijze willen kenschetsen. In de loop van dit artikel willen we dat verduidelijken. Maar voordat we daartoe komen, is het voor een beter begrip eerst nodig iets te zeggen over eenheid en verscheidenheid van Gods Woord en het handelen Gods hierin.

Eenheid en verscheidenheid van Gods Woord

Immers, Gods Woord is als Gods wereld: een combinatie van eenheid en verscheidenheid. Een alomvattende eenheid in beginsel en eindeloze verscheidenheid in onderdelen. De Bijbel is als één boek beschouwd helemaal uniek in vergelijking met andere geschriften. En toch verschilt elk bijbelboek van elkaar. Elke bijbelschrijver heeft zijn eigen accenten, karakter en aanleg. Het is het gevolg van de wijze waarop het de HEERE behaagd heeft Zijn wil bekend te maken. Eén Goddelijke Geest inspireert; zie daar de eenheid van het geheel. Mensen van verschillende leeftijd, voorkeur en talenten schrijven; zie daar de verscheidenheid van de delen.

Hoewel de bijbelboeken geschreven zijn door Mozes, David, Salomo, profeten en apostelen - individuele personen dus met elk hun eigen aard - , zijn ze allemaal het Woord van God. Ze zijn nooit met elkaar in tegenspraak. God heeft gesproken tot de profeten. Maar niet alleen door hun mond, ook via hun verstand, geheugen en zintuigen; kortom door alles wat een mens vormt. En zo zijn de boeken van de Heilige Schrift op die manier gezien ook individueel en staan zij op zichzelf. Zoals de lippen staan ten opzichte van de ziel, wier gedachten zij onthullen, zo staan de profeten ten opzichte van de Heilige Geest, Wiens gedachten zij openbaren.

Elke bijbelschrijver is door God uitverkoren net als elk woord. God wil Zijn dienst onder de mensen gestalte geven door gebruik te maken van de aard en ervaring van ieder, die Hij tot Zijn dienst uitverkiest; ook in het schrijven van Zijn Woord. De opvoeding van Mozes als een prins van Egypte was nodig om leider te zijn van de Uittocht en schrijver van de pentateuch, de eerste vijf boeken van het Oude Testament. De ervaring van David als schaapherder in zijn jeugd, als een vluchtende strijder in zijn mannelijke kracht en vervolgens als een overwinnende koning was onontbeerlijk voor de liefelijke zanger van Israels psalmen. God verkiest aarden vaten om andere aarden vaten van elke leeftijd te vertroosten. Dat geldt ook voor Salomo als prediker van genade alleen.

Salomo: prediker van genade alleen.

Nu is het zeker waar dat Salomo zijn jeugd niet in herderlijke eenvoud doorbracht als David. En ook niet onder hevige vervolging. Salomo zou nooit Psalm 23 hebben kunnen schrijven, de psalm van de Herder Israels, of Psalm 57, het gebed in de spelonk. Maar aan de andere kant, Salomo had zijn eigen beleving. En God is bij machte om karakters van mensen te veranderen en zodoende uit het zure zoete vruchten te scheppen wanneer Hij mensen een nieuw hart inplant.

Hij heeft het niet beneden Zich geacht om vruchten van gerechtigheid voort te brengen uit een koning die de wereld volop gediend heeft. Niemand van al de profeten zou Spreuken of Prediker geschreven kunnen hebben dan Salomo alleen. Dat zien we in de wijze waarop hij waarschuwt tegen alle ijdelheid van rijkdom, eer, macht, aanzien, geluk, pracht, praal en zo meer. Salomo had de hoogten van menselijke voorspoed bereikt. Hij had de paden van menselijke wetenschap verder gelopen dan iemand voor hem gedaan heeft of na hem doen zal. Geen bron van aards genot zou kunnen worden genoemd of hun wateren heeft hij overvloedig gedronken.

En toch is dit de man die God als onderwijzer heeft verkoren cm ons de ijdelheid van de wereld te leren; en de HEERE heeft alle dingen wel gemaakt. De man, die de beker van genot gedronken heeft, kan het best vertellen hoe de droesem ervan smaakt! Niet ter navolging maar ter waarschuwing! Om er mee te zeggen: Mensen, ik heb ook gedacht dat in het najagen van allerlei rijkdom en goed van deze wereld het geluk ligt. Maar ik ben tot de ontdekking gekomen dat het daarin niet is gelegen. Het ware geluk is alleen bij de HEBRE te vinden. In het vrezen van Zijn Naam en het onderhouden van Zijn geboden. Want dat betaamt aan alle mensen. Alleen de vreeze des HEBREN is het beginsel der wijsheid.

Misschien doet de keuze van Salomo als één van de bijbelschrijvers ons op het eerste gezicht schrikken. Maar het mag ons in de verdere doorlichting onderrichten. Wij zouden een man verwacht hebben van voorbeeldiger leven. Een man van onveranderlijke heiligheid. Want zijn het niet geheiligde instrumenten waarvan de Heilige Geest Zich bedient om Gods Woord te spreken?

Geheiligde instrumenten, ja. Daar is dus niets van hen zelf bij! Want alle instrumenten van de Heilige Geest zijn in het begin niet alleen verdorven maar verschillen ook in de manier waarop ze geroepen en bekwaamd worden tot hun arbeid. Er zijn verschillen in tijd alsmede in graden van heiligmaking. Sommigen zoals de evangelist en apostel Johannes zijn zo nabij lichamelijke volmaaktheid gebracht dat menselijke ogen niet langer enige vlek of rimpel kunnen onderscheiden. Bij anderen zoals Salomo is het beginsel van genade zozeer overdekt met aardsgezindheid, dat toeschouwers in twijfel zijn of zij wel echt tot God bekeerd waren.

Ons geloof in het gezag van de Bijbel is niet gelegen in de heiligheid van het instrument, waarvan de Heilige Geest gebruik heeft gemaakt, maar in de God van de Bijbel Zelf. En mag Hij Zelf de instrumenten uitkiezen die Hij wil? Of is uw oog boos omdat Ik goed ben? Wanneer al de schrijvers van de Bijbel volmaakt zouden zijn geweest, zou de Bijbel wel het Woord van God zijn geweest maar niet het doel hebben gediend waarvoor God het had gegeven. Namelijk om daardoor zondaren zalig te maken.

God wil ons in onze jeugd de les leren dat de genoegens van zonde en wereld weerhaken zijn, die onze ziel van God aftrekken. En daarvoor gebruikt Hij de ervaring van Salomo om die onuitwisbaar in onze ziel te prenten. Wat een wijsheid van God! We ontvangen en bewaren die les, maar onze ziel geeft God de eer. Hij gaf ons immers deze les en niet Salomo, door wie deze les tot ons kwam. God kan ook de ijdelheid van mensen tot Zijn lof maken. Wolken kunnen naar Zijn bestek zegeningen aan de aarde geven, die de zon nooit zou kunnen schenken. En zout water weet de HEERE dienstbaar te maken tot een door Hem bepaald doel, waartoe zoet water nooit zou kunnen dienen.

Het gaat er zeer beslist niet om dat we de zonde goed praten. Maar we aanbidden de wijsheid van God, Die zelfs de diepste val een plaats weet te bereiden in het concert van Zijn glorie. Hij Die van Saulus Paulus maakt, acht het niet beneden Zich om Salomo als profeet te gebruiken. Hoe verschillend ze beiden ook zijn, in één zaak zijn ze toch volmaakt aan elkaar gelijk. Ze zijn nu samen in de heerlijkheid. Ze kennen zichzelf dat ze alleen maar zondaren zijn. Maar zondaren die al hun zaligheid toeschrijven aan Gods genade alleen. Zeg eens, hebben wij die les al geleerd op de school van Hem, Die meer is dan Salomo?

Summum Bonum

Wie geleerd heeft en voortdurend leert dat de vreeze des HEBREN het beginsel der wijsheid is, krijgt er oog voor waar het Salomo als koninklijke prediker om gaat. Immers, sinds de val van Adam in het paradijs is elk mens op zoek naar dat verloren paradijs. Wie zal ons het goede doen zien, is de grote vraag van iedereen. Naar dat goede is iedereen op jacht. En de één zoekt dat goede hierin en de ander daarin. En nu hebben we in het bijbelboek Prediker een boek van iemand die zegt waarin dat goede nu niet bestaat en waarin dat wel bestaat.

Wie zal ons het goede doen zien? Nu, zegt Salomo, daarvoor moet je vooral niet zijn bij de wijsheid van mensen. Je moet niet zijn bij de filosofieën van de Grieken en Romeinen of bij die van de twintigste eeuw. Je moet het niet zoeken in de genoegens van deze tijd en deze wereld. Bij koning voetbal of godin seks, bij drank of bij jezelf. Je moet het ook niet zoeken in luxe, eer en rijkdom. De beurs keldert. Bedrijven gaan failliet. Er worden miljoenen uitgegeven aan het zogenaamde millenniumprobleem. Vandaag richten mensen voor de één een standbeeld op en morgen voor de ander, al naar gelang de grillen van hun willekeur.

Er is wat dat betreft echt niets nieuws onder de zon. Salomo zegt: Dat is allemaal ijdelheid. Daarmee kom je echt bedrogen uit. Dag mogen anderen een pessimistische levensbeschouwing noemen, wij voor ons noemen dat realistisch, volkomen in overeenstemming met de werkelijkheid van alle dag. En daarvoor heeft Salomo, globaal genomen, twaalf hoofdstukken nodig.

Wie zal ons het goede doen zien? Salomo zegt echter ook waar je het goede wel moet zoeken. En dat is puur Evangelie. Bij God. De vreugde in God. De dienst van de HEERE. Vrees God en houd Zijn geboden. Met al de rijkdommen van de wereld zijn en blijven we bedelaars zonder God. Niets kan Hem vervangen. Hij is het summum bonum, het allerhoogst en eeuwig Goed. Hij en Hij alleen. In Christus woont al de volheid der Godheid lichamelijk. Hij is het Die alles in allen vervult. Wie Hem heeft, heeft niets anders en niets naast, of in plaats van Hem nodig. Zijn verberging is bitterder dan de dood, maar Zijn gemeenschap zoeter dan het leven. Dat belijden onze Dordtse vaderen. Dat is het getuigenis van Asaf. En dat is de les van Salomo. Die les wil hij ons in het slot van Prediker Jeren.

In het laatste artikel hopen we naar het slot van dit bijzondere bijbelboek te kijken. Nu willen we eindigen met wat onze Catechismus zegt over de troost van de wederkomst van Christus ten oordeel. Dat ik in alle droefenis en vervolging met opgericht hoofd even Dezelfde, Die Zich tevoren om mijnentwil voor Gods gericht gesteld en al de vloek van mij weggenomen heeft, tot een Rechter uit de hemel verwacht, Die al Zijn en mijn vijanden in de eeuwige verdoemenis werpen, maar mij met alle uitverkorenen tot Zich in de hemelse blijdschap en heerlijkheid nemen zal.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Over het bijbelboek Prediker

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's