Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Ga heen, uw zoon leeft!'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Ga heen, uw zoon leeft!'

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Joh. 4:50)

Het was verschrikkelijk, daar in het huis van de hoveling te Kapernaüm. Een kind doodziek terwijl geen dokter en geen medicijn meer kunnen helpen. Wellicht zijn er lezers, die zoiets hebben meegemaakt. Zij kunnen de nood in dat gezin het beste begrijpen.

In die situatie gaat de vader naar Christus te Kana (waar al eerder een wonder gebeurd was!). De man heeft een hoge functie. Toch stelt hij nederig zijn vertrouwen op Jezus. Sommigen zeggen: Als je in je gezonde dagen niet tot God wilt bidden, moet je in moeilijke dagen niet ineens vroom worden. Zo'n opmerking is begrijpelijk, maar niet juist. Ziekte en kruis kunnen gebruikt worden om ons dichter bij de Heere te brengen.

Ziet u de man van Kapernaüm naar Kana gaan? Het kost hem verscheidene uren. Het is een martelgang, want hij weet niet of zijn zoon intussen niet zal sterven. Maar hij heeft het ervoor over. De hoveling wil één ding: hij smeekt of Jezus naar Kapernaüm wil komen om zijn kind te genezen voordat het te laat is. Wat hij evenwel op dit moment niet weet, is dat de Heere de vader zelf wil brengen tot het bijbelse, zaligmakende geloof. De goddelijke Medicijnmeester is met hem bezig.

Als de verdrietige man bij de Heiland is, wordt zijn 'wondergeloof' beproefd. De hofbeambte krijgt een bits antwoord van de Zaligmaker: Je wilt alleen tekenen en wonderen zien. Anders geloof je niet! Zal nu de wanhopige vader boos worden en zeggen: Het hoeft voor mij niet meer? Nee, nu blijkt dat er in zijn 'wondergeloof' de kiem van het zaligmakend geloof zit. Hij blijft aanhouden: Heere, kom met me mee, voordat mijn kind sterft! Christus is zijn enige toevlucht. Zou het niet de Geest van God zijn geweest, die in hem werkte? Het kan niet anders. Niemand kan tot Christus komen, als niet God de Vader door de Geest hem trekt. Als het erop aankomt laat schijngeloof los, maar echt geloof houdt vast.

Misschien vraagt u zich af, lezer, of uw geloof echt is. Het gaat erom of het op Christus is gericht. Dat is vast één. Ja maar, zucht een ander: wanneer ben ik ver genoeg? Er is immers veel onkruid onder de tarwe? En er is een stemmetje in mijn hart, dat zegt: ga maar terug! Voor jou is het niet. Verloren moeite bij de Man uit Nazareth! Met zoiets kun je worstelen. Is die innerlijke strijd u niet vreemd? Weet dan: de hoveling had slechts een sprankje.

Maar het sprankje mag er wezen. Straks wordt het een vuurgloed. Om een ander voorbeeld te gebruiken: al ben je nog in groep één of twee en nog niet in de hoogste groep, toch kun je een echte leerling zijn. Zo was het bij deze vader.

Hoe gaat Jezus genezen? De Heiland geeft hem een wonderlijke belofte: Ga naar huis temg! Daar zul je zien, dat je zoon leeft en dat het doodsgevaar is geweken! Een wonder op afstand. Op het moment dat Gods Zoon spreekt, voltrekt zich het herstel. Wat is de genezingskracht van Christus toch groot! Het is als de schepping van hemel en aarde. God sprak en het was er. Hij gebood en het stond er. Wij leren eruit dat, al is Jezus nu ver van ons in de hemel het toch voor Hem geen belemmering is u en mij vanuit de hoge te helpen en te zegenenen. Zijn kracht gaat over bergen en door dalen; door dichte deuren en door gesloten vensters. Hij roept u en mij toe: Hier ben Ik. Ik doe boven bidden en denken. Ik help zelfs bij het naderen van de dood.

In dit hele gebeuren zien we echter nog iets. De hele tijd dat de hoveling op de terugweg is (en daar is ook een nacht met zijn donkerte en aanvechting bij!), dient hij er in geloof vanuit te gaan, dat het waar is, wat Christus hem heeft beloofd. De man heeft niets dan het Woord, niets dan de belofte. De vader moet Christus krediet geven. Zou het kleine paardje van het geloof die wagen wel kunnen trekken? Zal het sprankje niet uitdoven? Zal de vader niet zeggen: Heere, nu verwacht U te veel van mij! Het is al heel wat dat ik naar U ben toegekomen. Moet ik op deze manier terug? Dat kunt U toch niet van mij vergen?

Nee, er is niet alleen sprake van herstel van de zoon, maar ook van genezing van de vader. Leest u maar: De man geloofde het Woord, dat Jezus tot hem zei en ging heen. De koninklijke beambte spreekt Jezus niet tegen. Hij moppert niet. Hij uit geen bedenkingen. Niets. Boven 'geloven in wonderen' wordt het 'geloven in het Woord'. Zo vordert hij in de leerschool van Christus. Hij is als Abraham, de vader van alle gelovigen. Abraham trok ook heen. We ontdekken erachter de liefde van de Vader en de kracht van de Geest. De Heere is met een mens aan het werk, ook al weet hij zelf dat nog niet. Eerst is er bij de hoveling een geloof waarbij hij iets wil zien. Nu gaat hij gelovig naar huis, zonder te zien.

Maar zelfs dit is het laatste niet. Er staat nog meer over het geloof van deze hovehng: 'Hij geloofde zelf', ofwel: 'Hij werd gelovig'. Opmerkelijk! Als er in het begin al geloof is, waarom dan deze extra vermelding? Wel, de hoveling komt nu in de hoogste klas. Eerst geloofde hij dat Jezus kon genezen. Vervolgens vertrouwde hij op de belofte van herstel. Tenslotte gelooft hij (met zijn gezin, dus ook het zieke kind) dat Christus de Zaligmaker, de beloofde Messias is. Die in de wereld kwam om zondaren zalig te maken. Op de hofbeambte is van toepassing wat Johannes op een andere plaats schrijft: Opdat gij gelovende het leven hebt in Zijn Naam. Het hoogtepunt.

Lezer, u bent misschien in heel andere omstandigheden dan de hoveling. Maar Christus, ja de Drie-enige God is nog Dezelfde als toen. Op Hem kunt u aan. Op Hem mag u aan. Hij geeft wat Hij belooft, als wij maar niet door ongelovigheid de deur sluiten. Wie Zijn Woord voor waar­ achtig houdt kan meezingen met Psalm 32:

Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen,

ziet zich omringd door Zijn weldadigheen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Ga heen, uw zoon leeft!'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's