Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vreze des HEEREN (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vreze des HEEREN (4)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

6. Welke relaties onderhoudt de vreze des HEEREN?

Wanneer u/jij dit opschrift leest zou men haast kunnen denken dat de vreze des HEEREN een persoon is. Nu is dat niet zo vreemd. Deugden van God, vruchten van Zijn werk in mensenharten worden wel eens gepersonificeerd. Dat verhoogt ook de levendigheid van de boodschap. Maar ik moest er aan denken hoe vaak in De Spreuken de vreze des HEEREN met iets anders verbonden wordt en tot andere begrippen in relatie staat. In dit artikel wil ik eens daarop wijzen.

a. De relatie vreze en kennis

Ik ga nog eens terug naar Spreuken 1:7. De diepe eerbied die de Heere Zijn kinderen inboezemt en die voor Hem gekend wordt is tevens het begin van het echte kennen. De wezenlijke, fundamentele kennis, het inzicht in de dingen van het leven en de geheimen van God en Zijn dienst vindt haar aanvang en wortel in de eerbiedige verering van Hem. Wij menen vanuit onszelf zoveel te weten. Wij blazen ons partijtje duchtig mee, ook op het erf van de kerk. Maar leerden we bij het licht van Gods Woord en Geest onze eigen wijsheid als waan-wijsheid en dwaasheid voor God kennen? Bij de wedergeboorte plant de Heere de vreze voor Zich in het hart. We gaan groot en goed van Hem denken. En dat verdiept zich doordat Hij kennis van Zich, van onszelf en van de wereld geeft en het ware geloof schenkt dat weet alles in Hem te hebben.

In 1 : 29 laat de Spreukendichter, die sprekend God heeft ingevoerd, horen hoe en dat allen die de ware wijsheid en de vreze des HEEREN hebben veracht, hun verdiende loon ontvangen. Het-niet-hebben-verkoren van de Godsvreze en het-gehaat-hebben van de wetenschap zijn de gronden voor de oordelende straf van God. Ook hier worden vreze en kennis in één adem genoemd. Er is tussen beide een onlosmakelijke band.

In 2 : 5 wordt benadrukt dat wanneer de mens echt leerling werd zulkeen in gaat zien wat de vreze des HEEREN betekent en de kennis van Hem inhoudt. Hij zal zijn relatie tot God zien gelegd en vandaar uit zijn gehele leven daarop afstemmen en daardoor laten leiden. Hier is de vreze des HEEREN het resultaat van het zoeken naar ware wijsheid.

Ook in 9 : 10 is er weer het verband tussen vreze en kennis. Het vers is bijna woordelijk gelijk aan 1 : 7, al staat er voor het woord 'begin' in het Hebreeuws een ander woord dat met 'aanvang' kan worden weergegeven. Het gaat om de eerste stap op weg naar het rechte inzicht. Volledigheidshalve wijs ik ook nog op 15 : 33 waarin de Godsvreze zelfs 'de tucht der wijsheid' heet! Men aanvaardt in het vrezen van Hem ootmoedig de terechtwijzing waardoor men tot wezenlijke kennis geleid wordt.

b. De relatie vreze en vergelding

Er blijkt in De Spreuken een nauw verband te worden gelegd tussen vreze des Heeren en de gedachte van de vergelding. Zo leert ons 10 : 27 dat de Godsvreze de dagen vermeerdert. Alles ligt wel in Gods hand, maar hoe meer men rekening houdt met de HEERE, des te meer kroont Hij dat met langer te mogen leven - een grote en rijke zegen in het Oude Testament, denk maar aan het 5e gebod! In 14 : 26 en 27 wordt geleerd dat de vreze des HEEREN veiligheid en leven waarborgt. In 15 : 16 lezen we dat we beter weinig kunnen bezitten en de Godsvreze daarbij wordt genoten dan dat men veel bezit met onrust als begeleidend verschijnsel.

In 19 : 23 blijkt dat de vreze des HEEREN tot leven leidt, en het voorzetsel 'tot' geeft heel letterlijk de richting aan waarin het gaat met hem die eerbied voor Hem heeft en toont. En bij 'leven' mag men ook denken - behalve aan een lang en gelukkig leven op de aarde - aan het echte leven, dat tot in eeuwigheid voortduurt. Ten slotte wordt nog eens in 22 : 4 ons voorgehouden dat de Godsvreze die uiting is van ware ootmoed van het hart tot gevolg heeft: ijkdom, eer en leven.

Uit al deze Schriftplaatsen valt vast te stellen dat het God niet onverschillig is hoe de mens op aarde leeft.

Hoewel we niet meer doen dan waartoe we geroepen zijn krachtens onze schepping, nl. om de Heere te dienen en voor Hem te leven, wil de Heere wanneer we met Hem echt rekening houden bij wat we doen en laten 'belonen'. We kunnen er zelf niets mee verdienen, want recht op een gunst van God hebben we niet. Maar in de onderhouding van Gods geboden, een leven in de vreze des HEEREN, ligt groot loon. Zoals ouders er goed aan doen hun kinderen wel eens te bemoedigen en te verrassen als ze goed oppassen, zo wil ook de 'Hemelse Opvoeder' Zijn kinderen aansporen Hem van harte te dienen door hen reeds in dit leven te verrassen met menig blijk van Zijn gunst.

De relatie vreze en vertrouwen

Al eerder kwamen we op het spoor dat het vertrouwen niet vreemd is aan iemand die de vreze des Heeren kent en betracht. Nu wil ik er nog op attenderen dat in Spreuken 14 : 26 onderwezen wordt dat er 'in de vreze des HEEREN een sterk vertrouwen' is. Er staat letterlijk dat er 'een vertrouwen van kracht' is. De grond voor dat krachtig vertrouwen is ongetwijfeld God Zelf.

In zijn praktische bevindelijke commentaar op De Spreuken schrijft Charles Bridges bij deze tekst de woorden; 'de ware vreze des HEEREN is een heilig, gelukkig eerbiedig beginsel. Het brengt ons liefde te binnen. We vrezen Hem omdat we Hem beminnen. We vrezen Zijn goedheid niet minder dan Zijn rechtvaardigheid, en dat niet omdat we aan Zijn liefde twijfelen, maar juist omdat we van Zijn liefde verzekerd zijn. We vrezen en toch zijn we niet bang. De vreze des HEEREN - en dat is een paradox - moedigt juist aan. De geest van kinderlijke vreze schudt uit alle vrees in het geweten. De Godsvreze leidde de drie vrienden van Daniël met ongeschokt vertrouwen in de vurige oven. Het kind des Heeren verheugt zich dus terwijl het wandelt in de vreze des HEEREN in vertrouwen, zelfs in de meest donkere beschikking van God en hij is in dat vertrouwen onaantastbaar voor de goddeloze'. Ik wilde het bij dit heerlijk geloofsgetuigenis voor deze keer maar laten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De vreze des HEEREN (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1998

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's