Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgcommissie predikantsopleidingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgcommissie predikantsopleidingen

Wie niet studeert…

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ruim drie jaar geleden besloot de triosynode een commissie in te stellen, die zich moest bezinnen op de predikantsopleidingen van de drie SoW-kerken. Dat werd de zgn. 'vervolgcommissie predikantsopleidingen'. Het resultaat van het werk van deze commissie kwam op de laatste triosynode ter tafel. Het had betrekking op de volgende onderwerpen:
a. De 'instroomregeling', d.w.z. de regeling voor diegenen, die een hbo-opleiding of een theologische studie in het buitenland hebben gevolgd: welke 'korting' krijgen zij op hun studiestof en -duur.
b. De regeling voor de verlening van preekconsenten, d.w.z. de bevoegdheid, die een theologiestudent aan het eind van zijn studie ontvangt om voor te gaan in kerkdiensten; of om het met een woord te zeggen dat in de afgescheiden kerken bekender is dan in de Hervormde Kerk: om te 'proponeren'.
c. De beoordeling inzake de geschiktheid voor het ambt van predikant. De drie SoW-kerken hebben daarin nogal sterk uiteenlopende tradities. Daarom moet er een uniforme regeling komen.

Permanente educatie
d. Het meest in het oog lopende onderwerp was de 'permanente educatie'. Een typisch eigentijdse term: ook in andere academische beroepen is daar sprake van, bijv. bij huisartsen. Zij moeten tot aan hun pensioen ieder jaar een aantal 'contacturen' volmaken om hun registratie te behouden.
Dat er voorstellen in dezen aanhangig worden gemaakt, ligt voor de hand en is een goede zaak. Immers, de ontwikkelingen in kerk en samenleving vragen om een voortdurende bezinning en studie. De (externe) noodzaak daartoe ontbreekt echter bij predikanten, wanneer zij de verplichte nascholing achter de rug hebben. Bovendien leert de ervaring dat veel predikanten zó door hun werk in beslag worden genomen, dat tijd en rust en structuur voor verdere studie ontbreken. En het studieverlof, waar predikanten recht op hebben, wordt (in de Hervormde Kerk) slechts door een derde deel van hen opgenomen. Dat verlof heeft dan nog geeneens altijd het rendement, waarop gerekend zou mogen worden.

Voorstellen
Geen wonder dat de vervolgcommissie met een aantal voorstellen kwam om voor de zo broodnodige 'permanente educatie' steigerwerk te fabriceren. Naar het idee van de commissie moet dat er als volgt uitzien:
a. Na de verplichte nascholing is er een termijn van twaalf jaar, waarin gemiddeld twee weken per jaar 'geëduceerd' moet worden. Dat komt neer op in totaal zo'n honderd dagen.
b. Omdat het hierbij ook om het onderlinge contact gaat, om leren aan en met elkaar, dienen vijftig 3van deze studiedagen intern doorgebracht te worden. Dat kan bijv. door een meerdaagse conferentie op het Hervormde Seminarie Hydepark bij te wonen. Een behoorlijk aantal predikanten volgt daar al van tijd tot tijd een studieweek.
c. Een deel van deze dagen moet besteed worden aan meer dogmatische vakken, zoals bijbelse theologie, een ander deel aan de meer praktische vakken, bijvoorbeeld kerkrecht of pastoraat.
d. Halverwege en aan het eind van deze periode moet de predikant aantonen dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Verder dient er vanuit de kerk een eindgesprek te komen.
e. Wie zich onttrekt aan deze permanente educatie, zou een sanctie opgelegd behoren te krijgen. Gedacht kan worden aan de inhouding van periodieke verhogingen.

Discussie
Uitvoerig werd er over de rapportage van de vervolgcommissie van gedachten gewisseld. Zo stelde de Commissie van rapport (een commissie van synodeleden, die een stuk als eerste moet beoordelen) voor om permanente educatie in te voeren tot aan het emeritaat.
Ds. A. W. van der Plas (hervormd, classis Gouda) begon met het gezegde: 'Wie niet studeert, is niet bekeerd'. Hij zei zelf goede ervaringen te hebben met zijn eigen studieverlof. Hij plaatste echter wel grote vraagtekens bij de voorstellen van de vervolgcommissie. Hij vond ze sterk bevoogdend van karakter. Zijn ze van belang voor het werk in de gemeente? Zal de predikant niet minder (tijds)ruimte krijgen om kerkelijke bestuurstaken op zich te nemen? Nu al blijkt dat steeds meer een probleem te zijn. Een ander groot 'maar' is dat de huidige studieverlofregeling een voor predikanten verworven recht is: zij vormt een onderdeel van de traktementsregeling. Het uiteindelijke oordeel van afgevaardigde Van der Plas was: te weinig doordacht.
Mevr. ds. S. Freytag (luthers) wees op het bezwaar van de verplichting tot intern verblijf. Meer dan één predikantsgezin bestaat uit tweeverdieners, die hun werkzaamheden op elkaar afgestemd hebben. Intern levert dan grote bezwaren op.
Ds. A. H. van Veluw (hervormd, classis Hoogeveen) beoordeelde het rapport ook als onvoldragen. Wat de voorgestelde 'instroomregeling' betreft: hij vreesde een toestroom van Duitse theologen vanwege het 'studenten- en predikantenoverschot' daar.
Ds. P. L. de Jong (hervormd, classis Rotterdam) legde zijn vinger bij de constatering dat een groot deel van de (hervormde) predikanten zijn studieverlof niet had opgenomen. Betekende dat echter dat zij gedurende deze periode ook niet gestudeerd hebben? Of dat zij niet gefunctioneerd hebben? De voorgestelde maatregelen hadden voor hem een 'hoog betuttelgehalte'. En dan de sancties: dat riekt naar 'synodale dwang'. Dat is toch uit de tijd? Zeker, permanente educatie is een zeer goede zaak. Laten we de kerkenraden er meer op aanspreken.
Diaken J. Eits (hervormd, classis Utrecht) stelde enkele vragen m.b.t. de geschiktheidsverklaring. Welke criteria worden daarvoor aangelegd? Gaan niet te weinig personen over een eventuele afwijzing? Wat is de invloed vanuit de sector van de kerk, die zich verwant weet met de Reformatie en de Nadere Reformatie, op de geschiktheidscommissies?
Ouderling C. R. Korteweg (hervormd, classis Flevoland) had waardering voor het rapport. Hij vroeg om inbreng van de kerkenraden wat betreft de nascholing. Dit met het oog op zwakke kanten, die een predikant in zijn functioneren in de gemeente kan hebben.
Ds. R. de Reuver (hervormd, classis Alphen a/d Rijn) vond de strekking van de voorstellen goed. Hij vroeg zich echter af of het verplichtende karakter werkt? En wat als kerkenraden studie niet zien zitten? Leg de 'drang' tot studie bij de kerkenraden. Zou dat niet beter werken?
Mevr T. Verbaas-van de Broeck (hervormd, classis Leiden) merkte op dat alleen goede cijfers bij een studie niets zeggen. Zij was geschrokken van wat er onderlaatst in de krant had gestaan: de geringe bijbelkennis van theologiestudenten.
Ds. B. H. Weeging (hervormd, classis Katwijk) zag de voorstellen als voorstellen ten behoeve van de 'zwakken'. Daarom struikelde hij niet zozeer over het woord 'verplichting'. Deze verplichting dienen we moreel, geestelijk en ambtelijk op te vatten. Bij het colloquium zou de toekomstige predikant een belofte moeten afleggen om permanent te studeren. Negatief is echter het voorstel tot korting op periodieken. Dat is de kerk onwaardig en creëert 'loonslaven'. Eerder zou dan gedacht kunnen worden aan de 'beroepbaarheid' van een predikant of aan verlengd mentoraat.
Prof. dr. A. K. Ploeger (hervormd, adviseur) zei voorstander van nascholing te zijn. Dat hoort bij de professionalisering van het beroep. Het is een plicht, die vanzelfsprekend moet zijn. Men dient in contact gebracht te worden met de hedendaagse cultuur. Er moet kennis uitgewisseld worden.
Ds. J. Stelwagen (hervormd, voorzitter visitatoren-generaal) merkte op dat permanente educatie wellicht iets kon zijn voor predikanten en gemeenten, die op elkaar uitgekeken zijn. Wellicht kan hierdoor een nieuwe impuls ontstaan met het oog op het werk.

Ten slotte
Al met al was er zoveel kritiek op het rapport dat het besluitvoorstel van de moderamina behoorlijk werd afgezwakt. Dat bleek het meest duidelijk uit de volgende wijzigingen in formulering, die door het moderamen werden aangebracht in het besluitvoorstel: 'De gezamenlijke vergadering van synoden stelt vast' werd: 'overweegt voorts dat de vervolgcommissie predikantsopleidingen het volgende heeft vastgesteld.' En het voorstel om het rapport van de commissie te aanvaarden als basis voor nadere besluitvorming werd: 'De gezamenlijke vergadering van synoden besluit het rapport te aanvaarden als richting voor nadere besluitvorming.'
Diverse synodeleden vroegen ook naar het kostenplaatje van de voorstellen. Het is te begrijpen dat met een dergelijk plan behoorlijke sommen geld gemoeid zijn. Wie moeten daarvoor opdraaien: de kerken of de predikanten? Welke fondsen kunnen er nog aangeboord worden?
De gedachte, die bij mij tijdens de lezing van het rapport en van de discussie het meest postvatte, was dat we hier m.i. een kenmerkend staaltje hebben van de functionalisering van het ambt. Blijkbaar hebben én gemeente én predikanten behoefte aan steeds meer structurering en steeds meer regelgeving. Blijkbaar kunnen wij als predikanten ook steeds minder de vrijheid aan om ons 'vrije beroep' naar eer en geweten en met name voor Gods aangezicht in te vullen. Wie in besef van zijn verantwoordelijkheid zijn tijd invult, zal studeren. Er ligt een grote mate van levens- en geloofswijsheid opgeslagen in dat woord van de vrome professor Gunning: 'Wie niet studeert, is niet bekeerd.' Anderzijds heeft iedere dienaar des Woords (!) ook zijn specifieke gaven: de één is meer herder, de ander meer leraar; al mag voor ieder persoonlijk het herderschap niet ten koste gaan van het leraarschap en omgekeerd. En kerkenraden en gemeenten zouden er meer voor dienen te waken om de kwaliteit van hun voorganger af te meten aan de kwantiteit en de frequentie van zijn bezoeken.
Het grootste manco én de grootste belofte wordt wellicht aangeduid door het woord uit Psalm 111: 'De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid.'

H. J. Lam, Den Ham

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Vervolgcommissie predikantsopleidingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's