Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Exegese (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Exegese (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deuteronomium 32 : 11-12
'Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugels uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken; zo leidde hem de HEERE alleen, en er was geen vreemde god met hem.'

De Christelijke-Gereformeerde prof. dr. H. G. L. Peels (1956) schreef in het Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft, nr. 106, 1994, een artikel onder de titel: 'On the Wings of the Eagle (Dtn. 32 : 11) – An Old Misunderstanding.' 'Op de vleugels van de adelaar – een oud misverstand.' Blz. 300-303.
Het gaat over Deuteronomium 32 : 11-12.
Ds. mr. A. A. Egas – toenmaals theologisch student, inmiddels Christelijk Gereformeerd predikant op Urk – maakte van deze publicatie een weergave, gepubliceerd in De Wekker, d.d. 16 juni 1995.


'Deze bekende metafoor (= beeld) wordt vaak als volgt uitgelegd. Hier is sprake van een vergelijking tussen Gods bijzondere leiding met het volk Israël en de wijze waarop de adelaar zijn jongen leert vliegen. De verklaring luidt dan vervolgens: De adelaar wekt zijn nest op, d.w.z. hij dwingt de jonge vogels het nest te verlaten, opdat ze leren vliegen. Ze moeten dan wel hun vleugels uitslaan om niet te pletter te vallen. Intussen zweeft de arend boven zijn fladderende jongen en houdt ze scherp in het oog. Zodra hij ziet dat ze moe worden, zweeft hij pijlsnel naar beneden en draagt vervolgens de moede jongen op zijn vleugels terug naar het nest.
Vele uitleggers zagen hierin een prachtig beeld van Gods geestelijke opvoedkunde, een wijze waarop Hij Zijn volk Israël onderwees. Deze exegese werd onder meer reeds gebruikt door Luther.
Ook prof. Peels was door deze uitleg als kind reeds bijzonder geboeid, totdat een omitholoog (= vogeldeskundige) ten stelligste beweerde, dat vorenstaande uitleg in strijd is met de natuur. Zo leert een arend zijn jongen niet vliegen.
Dit gegeven was voor prof. Peels aanleiding de grondtekst nog eens nauwkeurig te bestuderen, waarbij hij tot de volgende opmerkelijke conclusies kwam:
1. Het woord 'opwekken' zou op grond van onder meer vergelijkingen met het Ugaritisch (= een taal, waaraan het Bijbels Hebreeuws nauw verwant is) beter vertaald kunnen worden met: bewaken, beschermen of behoeden.
Vers 11a zou dan zo kunnen worden weergegeven: 'Zoals een adelaar zijn nest bewaakt en zweeft boven zijn jongen', hetgeen dan ook goed aansluit bij vers 10: 'Hij bewaarde hem als Zijn oogappel'. De adelaar als wachter bij zijn nest.
Een dergelijk beeld strijdt dan ook met de levensgevaarlijke opvoedkunde van de adelaar, die zijn jongen, die nog niet kunnen vliegen, uit het nest zou werpen.
2. In vers 11a gaat het over een adelaar, die boven zijn jongen (in het meervoud) zweeft. In het tweede deel van dit vers wordt echter in het Hebreeuws geen meervoud meer gebruikt, maar enkelvoud. Het tweede gedeelte moet dus niet, zoals veel vertalingen hebben, vertaald worden met: ze neemt en ze draagt, maar als: hem neemt en hem draagt (enkelvoud).
Dit betekent, dat er een scheiding plaatsvindt tussen het beeld en de werkelijkheid invers 11 zelf.
De verzen kunnen dan als volgt vertaald worden: 'Net zoals een adelaar, die zijn nest bewaakt en boven zijn jongen zweeft, zo spreidde Hij Zijn vleugelen uit en nam hem op en droeg hem op Zijn wieken. De HEERE heeft hem geleid, geen vreemde god stond Hem terzijde.'
De jonge vogels in vers 11a worden het volk Israël in het tweede deel van de tekst. Het onderwerp van het tweede deel is dan de HEERE. Hij is het, die als een adelaar. Zijn volk met machtige vleugels beschermt. Maar wat een adelaar nu niet kan, dat kan de HEERE wel. Hij spreidt als het ware Zijn vleugels uit, neemt Zijn kinderen op zich en draagt ze door de woestijn.
Het gaat in vers 11 dus niet over de eerste oefeningen in het geestelijke leven, over Gods opvoedkunde, maar over Gods bijzondere zorg voor Zijn kinderen.
Het beeld dat in de verzen 10 t/m 12 wordt geschetst is als volgt samen te vatten:
a. God ontmoet Zijn volk in de wildernis en zorgt voor hem als een appel van Zijn oog (vers 10);
b. Juist zoals de adelaar zorgt voor zijn jongen, zo zorgt de HEERE voor Zijn volk, maar Hij zorgt oneindig veel heerlijker voor hen, Hij draagt Zijn kinderen op adelaarsvleugelen de hele woestijn door (vers 11);
c. Hij volbrengt dit geheel alleen (vers 12).

Dit beeld vinden we op vele plaatsen in de Heilige Schrift. Zo bidt David in Psalm 17 vers 8: 'Bewaar mij als het zwart van de oogappel, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen.'

Rest nog de vraag, hoe dit eeuwenoude misverstand heeft kunnen ontstaan.
Prof. Peels wijst onder meer op het feit, dat Hiëronymus in zijn Latijnse vertaling, de zgn. Vulgaat, het Hebreeuwse werkwoord ya'ir (= beschermen) in vers 11a parafraserend vertaald met 'provocans ad volandum' (= aanzetten om te vliegen), dat dan vervolgens in onze vertalingen is overgenomen als 'opwekken'.

Samenvattend mogen we zeggen, dat Deuteronomium 32 vers 11 niet spreekt van een heilige vlieginstructie, maar een prachtig beeld geeft van de bijzondere zorg Gods voor Zijn kinderen.'

K. A. Gort, Putten

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Exegese (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's