Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijd waarin wij leven
Je kunt daar van alles en nog wat over zeggen. Je kunt dat optimistisch invullen: nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid is bereikt wat er vandaag mogelijk is. Je kunt er ook uitermate somber over doen. Zo in de geest van de berijming van een regel uit Psalm 32: Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Als kinderen werden we vroeger met deze regel menigmaal gewaarschuwd voor de boze wereld om ons heen. Het zal altijd wel zo geweest zijn: de tijd waarin je leeft is een mengeling van goed en kwaad, van winst en verlies. Er gebeuren indrukwekkende, maar ook uitermate slechte dingen. In Ambtelijk Contact (mei 1999), maandblad ten dienste van ouderlingen en diakenen van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland schrijft drs. B. Lanting een bijdrage onder de titel De duivel op kousenvoeten?! Hij bedoelt daar het verschijnsel internet mee.

'Het leven van alledag is volop in beweging en dat merken we dagelijks om ons heen. Gewild of ongewild worden we geconfronteerd met allerlei veranderingen, zowel op school als thuis. Veel veranderingen zijn niet te stuiten en krijgen steeds meer greep op het maatschappelijk leven. Een van die veranderingen is het fenomeen internet. Internet is big business. Dat blijkt niet alleen uit de belangstelling om te beleggen in internet- en communicatiefondsen, maar ook uit het feit dat de groei van het aantal nieuwe aansluitingen op het internet zeer snel stijgt. De groei van de verkoop van het aantal computers stijgt nog steeds en vooral internet is daar debet aan. De prijzen van de computers zijn dermate gedaald, dat bijna iedereen zich een computer kan permitteren. En mocht een dergelijke investering nog gezien worden als te hoog, dan is het mogelijk om via de PTT een Net.Box te halen die aansluitbaar is op de tv. Voor een paar tientjes per maand kan men op eenvoudige wijze het internet op.
Internet is een manier van (inter)nationaal communiceren via e-mail en zoeken van informatie met behulp van een personal computer. Met de computer, een modem en via een telefoon- of een kabelverbinding krijgt men toegang tot een wereldwijd net met miljoenen pagina's vol tekst, beelden en geluid. Zoals men vroeger naar een bibliotheek ging om informatie op te zoeken uit bijvoorbeeld een encyclopedie of een specialistisch boek, zo kan men nu via internet alles te weten komen. Het is zelfs mogelijk om tegen betaling (en dat kan heel eenvoudig via het intoetsen van een creditcardnummer) informatie in te zien of aan te schaffen. Zowel t.a.v. de informatie als het kopen van producten zijn er bijna geen grenzen.
Ze kan variëren van literatuur of de vraag met welke doelstelling christelijke en andere levensbeschouwelijke hulpverleningsorganisaties hun werk willen doen, tot pornografische afbeeldingen met kinderen of de vraag hoe men een kneedbom in elkaar kan zetten. Kortom, indien men iets wil weten over wat dan ook, dan is dat te vinden op internet, al of niet tegen betaling. Een andere mogelijkheid is om via internet brieven te versturen of direct te communiceren met een ander, het zogenaamde chatten (letterlijk kletsen). Korte zinnetjes intypen en bijna gelijk een kort antwoord terugkrijgen. Dat kan eventueel met meer mensen tegelijkertijd.
Ondanks deze ontwikkelingen, waarvan uit onderzoeken blijkt dat ze vele opgroeiende gezinnen, maar ook individuele personen raken, is er binnen de kerken nauwelijks enige discussie gaande over dit medium. De vraag kan gesteld worden of een dergelijke discussie noodzakelijk is. Er zijn voldoende mensen die niet inzien waarom de kerk zich hierover zou moeten uitlaten. Men kan zich dan ook afvragen of een dergelijke ontwikkeling gezien moet worden als een technische verworvenheid waar de kerk geen boodschap aan heeft. Voor zover mij bekend wordt er niet of nauwelijks in de kerkelijke pers gesproken over het internet.
Dagbladen van christelijke signatuur zoals het Reformatorisch Dagblad, het Nederlands Dagblad of Trouw laten zich, ook in opiniërende zin, weinig gelegen liggen aan dit medium. Zo nu en dan zijn enige verontrustende berichten te lezen tussen al het andere nieuws. En dan gaat het meestal om de verslaglegging van het feit dat er door een internet-adverteerder een slachtoffer is gemaakt, al of niet op zedelijk gebied. In grote lijnen blijft het daarbij. En dat wekt bevreemding.

Internet kent nauwelijks grenzen
Internet geeft ons de mogelijkheid om datgene te zien en te horen wat ons hart ingeeft. Het kan nieuwsgierigheid opwekken, maar het kan ook in een behoefte voorzien wanneer het gaat om informatie. Internet is niet per definitie fout of goed. Het is ook niet een zaak van afkeurenswaardig of aanbevelenswaardig.

Internet is een vrij medium waar allen, zowel bedrijven, stichtingen, verenigingen als personen hun boodschap kwijt kunnen.
Op internet surfen is voor anderen niet controleerbaar. Men kan individueel datgene bekijken wat men wil. Naar buiten toe hoeft niemand te weten waar men zich mee bezig houdt.
Sterker nog, men kan "zwaar in de leer zijn en licht in het leven", zonder dat het aan het daglicht komt. Het gevaar is dan ook groot dat velen van ons een middel in handen hebben om datgene te zoeken wat het hart beweegt en dan in negatieve zin. In de meeste gevallen is ons kerkmensen niets vreemd.'

Drs. Lanting acht internet een potentieel gevaar voor ons zielenleven. Alles wat goed of fout is, biedt internet. Reformatorische scholen hebben onlangs gepleit voor het 'schonen' van het net. Er is een campagne gestart om te waarschuwen voor de kwalijke gevolgen ervan, speciaal gericht op jongeren onder de 16 jaar, aldus Lanting.

Internet en huisbezoek
Ambtelijk Contact is een toerustingsorgaan voor ambtsdragers. Vandaar dat de kwestie wordt toegesneden op het huisbezoek.

'Het zoeken naar informatie op internet is niet waardenvrij. In het zoekproces dienen we zelf grenzen te trekken voor wat betreft het onderwerp. Alles wat ingetypt wordt, kan opgezocht worden, tenzij het onderwerp niet bestaat. In dat zoeken hoeft het niet ondenkbaar te zijn dat ons hart weleens toegesloten is voor waarden en normen die we geleerd hebben vanuit de bijbel. Daarbij kan ons denken en doen meer geleefd worden vanuit het vlees dan vanuit de Geest. Dan beslist de mens en stelt hij zijn eigen wet. Het zich onderwerpen aan de wil van God is dan niet ter sprake. Op dat moment is de mens eigengereid en geneigd tot het kwaad.
Een zekere autonomie is hem dan niet vreemd. Het is op zulke momenten dan ook nodig te bidden een vijand van de zonde te zijn. Bidden helpt om met de kracht van de Geest de grenzen vast te stellen. Paulus spreekt tegenover de gemeente van Efeze dat onze levenswandel geheel anders moet zijn dan die van de ongelovigen. Hij spreekt ook over het bedroeven van de Geest. Juist wanneer we dingen doen, waarvan we weten dat ze niet goed zijn om te doen.
Niet alleen schelden, liegen en bedriegen, bitterheid, gramschap en toorn zijn daar voorbeelden van, maar ook het doelbewust opzoeken van dingen in ons leven die God niet welgevallig zijn.
Daarbij zijn vele voorbeelden te noemen. U zult ze als ambtsbroeder wel kennen; wellicht hebt u over dergelijke zaken gesproken op ambtsbezoek. U zult de argumenten kennen waarom men wel iets doet of nalaat. De strijd tussen het zondigen en zich keren naar God is een strijd van een mensenleven. Steeds weer grenzen zoeken, over de grens gaan en na die tijd moeten erkennen dat er grenzen zijn overschreden die niet overschreden hadden mogen worden. Juist veel zaken, waar God ons voor waarschuwt, hebben een geweldige aantrekkingskracht. Nog moeilijker wordt het als "iedereen het als normaal beschouwt"; het gevoel "dat het nog zo erg niet is".

Aandacht hiervoor op het huisbezoek?
Is het niet wat overdreven om tijdens het huisbezoek hierover te spreken? Natuurlijk. Het gaat niet om internet. Hij gaat niet om een tv-programma of een film. Waar het in feite om gaat, is welke waarden en normen je wilt hanteren binnen het christen-zijn, binnen het christelijke gezin. Maar vooral ook hoe de persoonlijke verhouding is met God en hoe de mens als zondaar leeft vanuit genade. En dan gaat het er niet om te controleren of te preken, maar wel om de vraag hoe de dagelijkse omgang met God is en hoe dat gestalte krijgt in de dagelijkse praktijk. Hoe vaak daarin tekort geschoten wordt en hoe groot onze behoefte aan vergeving en genade is. En al blijft na ontvangen genade de neiging tot zonde, ze doet wel al meer de zonde ontdekken. Dat is een groeiproces. Juist jongeren dienen hierin te groeien. In de periode van puberteit en jong-volwassenheid zal het niet meevallen om het ene met het andere in verband te brengen. Vooral niet omdat de huidige wereld, en daartoe behoren ook christenen, zo overtuigd is van de positieve ontwikkelingen die (digitale) techniek, elektronica en moderne communicatiemiddelen met zich meebrengen. Middelen die in principe waardenvrij worden aangeboden. In de prediking en tijdens de catechisatie is hier nauwelijks of geen aandacht voor. En dan ben ik geen pleitbezorger van het roepen van allerlei verboden vanaf de kansel, maar wel appelleer ik aan de waarden en normen die kinderen van God dienen te sieren. En dat wij geheel anders moeten zijn dan de wereld. Dat vraagt op zijn minst bezinning, ook binnen de gezinnen. Die bezinning begint niet met het doen afsluiten van een internettoegang. Wordt thuis de toestemming onthouden dan is er wel een mogelijkheid te internetten in de bibliotheek, op school of bij vrienden. Waar het om gaat is de persoonlijke keuze die telkens gemaakt moet worden ten aanzien van het ingetypte onderwerp en bij de klik van de muis. De klik van de muis is het amen op dat wat het hart beweegt.'

Ik kan zelf nog steeds niet uit ervaring spreken als het over dit medium gaat. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat het gebruik/misbruik van internet een gesprekspunt kan zijn, als de vraag aan de orde komt, misschien wel moet komen: hoe leef je in deze tijd en in deze wereld heel concreet als christen. Ik vermoed dat nogal wat gemeenteleden behoefte hebben aan verheldering hierover. En anders kan het nuttig en misschien wel nodig zijn kritisch te iSjken met elkaar naar het omgaan met de media.

Risico's van onze tijd
Het leven in onze tijd bergt soms ook de nodige risico's in zich. Onlangs werden we opgeschrikt door de verwoestende gevolgen van de zogeheten legionellabacterie op de gezondheid van mensen die er heel argeloos door werden besmet en bleken te lijden aan de zogeheten 'veteranenziekte'. In Voorlopig, elke maand onderdeel van Hervormd Nederland (24 april 1999) verzorgt prof. dr. Auke Jelsma een column. Dit keer gaat hij in op de dreigingen die er in onze moderne wereld voortdurend zijn. Ik citeer zijn hele bijdrage waar als opschrift boven staat Hamburgers:

'Elke tijd krijgt de thrillers die hij verdient. Ze verbeelden de angsten die er onder de mensen leven. Ze vormen de mythen van onze tijd. Theologische opleidingen zouden er een leerstoel voor moeten creëren, denk ik soms. Religie functioneert immers ook om angsten te kanaliseren die anders een uitweg zoeken en vaak onderhuidse agressie veroorzaken. Het heeft een reden dat kinderen van elf, twaalf jaar momenteel zo graag griezelverhalen lezen. Door spelenderwijs te griezelen, kunnen zij de levensangst sublimeren waarmee de samenleving hen opgezadeld heeft. Het is natuurlijk uitstekend dat theologische opleidingen studenten met Thomas van Aquino, Luther en Miskotte confronteren, maar die bepalen het huidige bewustzijn niet. Het is natuurlijk prachtig dat in een vak als liturgiek studenten wegwijs worden gemaakt in diepzinnige en eeuwenoude formuleringen. Ik wil het één ook niet tegen het ander uitspelen. Maar ook de kerk zal er rekening mee moeten houden dat het huidige bewustzijn vooral door soaps, speelfilms en computerspelen wordt gevormd.
Wat de huidige trend betreft, valt het me op dat momenteel medische en industriële thrillers steeds meer terrein winnen. Echt verwonderlijk is dat niet. De genetische manipulatie, het opduiken van tot voor kort volstrekt onbekende bacteriën, de gevolgen van bestrijdingsmiddelen en groeihormonen, verschijnselen als gekke koeien- en veteranenziekte, en dat alles onder de paraplu van machtige internationale concerns met hun vaak ondoorzichtige vertakkingen, veroorzaakt een gevoel van onveiligheid dat in griezelverhalen een uitweg zoekt.
In zijn laatste thriller Toxin (1998) vertelt Robin Cook van een hartspecialist die zijn dochter in een fastfood restaurant op een hamburger trakteert. Het meisje sterft eraan. De chirurg gaat op onderzoek uit. Met behulp van een vrouwelijke controleur komt hij erachter van welke slachterij de koe afkomstig was. De machtige vleesindustrie realiseert zich het risico van het onderzoek en laat haar op een avond op één van de slachterijen die zij controleert verdwijnen. De chirurg vermomt zich als illegale buitenlandse werknemer en weet zo in het reusachtige abattoir door te dringen. De machtige vleesbonzen proberen ook hem onschadelijk te maken. Omdat zij in staat zijn ook de massamedia te manipuleren, keert de hele samenleving zich tegen hem. Wie de beschrijving van het verwerkingsproces in de vleesindustrie leest, zal niet zo gemakkelijk meer hamburgers eten. Ik kan het boek aspirantvegetariërs van harte aanbevelen.
Ongetwijfeld wordt ter wille van de spanning de bedreiging aangescherpt, maar zoals elke mythe heeft ook deze een historische achtergrond. Internationale concerns beschikken over een macht die de nationale overheden te boven gaat. In België is een veearts vermoord die het clandestien toedienen van groeihormonen aan kalveren op het spoor kwam. Als werknemers of ambtenaren corruptie en onverantwoorde praktijken op het spoor komen en in gewetensnood de massamedia informeren, worden zij bedreigd, ontslagen, of in bepaalde gevallen zelfs afgemaakt. De politieke tegenstellingen mogen dan in iets geringere mate dan voorheen de samenleving bedreigen, de manipulatie en hebzucht van de grote concers wakkeren opnieuw een gevoel van onveiligheid aan. De thrillers van dit moment geven er uiting aan. Alleen daarom al zouden ook theologen er goed aan doen zich in dit genre te verdiepen.'

Het is goed steeds weer op deze risico's te worden gewezen door mensen die er verstand van hebben en soms zijn dat schrijvers, in dit geval van een thriller. Het deed me denken aan vermanende woorden van de apostel aan een jonge christengemeente: 'Ziet dan, hoe gij voorzichtig wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. De tijd uitkopend omdat de dagen boos zijn' (Efeze 5 : 15, 16). In de context van dit woord wordt de gemeente aangespoord vervuld te worden met de Geest (vs. 18). Voor dronkenschap in wijn wordt gewaarschuwd omdat daar overdaad in is. Je kunt ook dronken zijn geraakt van mediagebruik of computerverslaafd of internetgek aan het worden zijn. Pinksteren 1999 zegt: Wórdt vervuld, zorg dat je vol raakt van de Geest!

J. Maasland

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 1999

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 1999

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's