Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Duurzame ontwrichting' binnen de Gereformeerde Gezindte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Duurzame ontwrichting' binnen de Gereformeerde Gezindte

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Dit is de grond waarop we vergaderen. Dit is de gemeenschap in het geloof waarin wij elkaar ontmoeten. Christus bouwt zijn gemeente op het fundament van het Woord dat we belijden'.
Om deze woorden gaat het – schrijft prof. dr. J. W. Maris in De Wekker – wanneer aan het begin van een generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken instemming wordt betuigd met de gereformeerde belijdenis. Maar, vraagt hij zich af: klopt het allemaal wel? In een viertal artikelen vraagt hij aandacht voor 'De toekomst van de Christelijke Gereformeerde Kerken'. In het tweede artikel schrijft hij over 'bedreigde identiteit-bedreigde eenheid'. Prof. Maris schrijft buitengewoon openhartig en eerlijk over de kennelijk zorglijke situatie in zijn kerken. Wat de identiteit betreft spreekt hij over de gevaren van 'openheid naar allerlei stromingenen ideeën die vandaag in de literatuur en de wetenschap regeert en ook onder onze jongeren en onder mensen met hogere opleidingen sporen trekt.' 'En als bepaalde aspecten uit de Bijbel, bijvoorbeeld de boodschap van verzoening, ons in ons denken en ons gevoelen moeite geeft, dan zeggen wij gewoon, dat wij daar niet meer zo voor voelen'. In dat verband spreekt hij verder ook over de slijtage van ethische normen, die naar de Schriften zijn, bijvoorbeeld aangaande huwelijk en seksualiteit.
Ik citeer nu enkele passages met betrekking tot de innerlijke eenheid:

'Op kerkelijke vergaderingen, van classis, particuliere of generale synode, wordt de onderlinge gemeenschap soms alleen maar als een formele zaak beleefd. Wie durft het voorstel te doen op een generale synode met de viering van het Heilig Avondmaal te… sluiten, zoals in de kerk van de Reformatie vroeger gebeurde? We staan niet meer verbaasd als gezegd wordt: die predikanten ontmoeten elkaar wel op de classis, maar ze praten niet met elkaar (…).
Predikanten die tijdens kerkelijke vergaderingen een collega als broeder aanspreken, nemen tegelijk maatregelen om veilig te stellen dat die collega niet op "hun" kansel komt. Kerkenraden geven een verhuizend gemeentelid de raad om in de nieuwe, woonplaats maar eens goed rond te kijken, maar zich zeker niet bij de plaatselijke kerk te voegen van het eigen kerkverband (…)'.

Dan spreekt prof. Maris vervolgens over 'duurzame ontwrichting':

'Er is sprake van een onderhuidse desintegratie, een uit elkaar groeien van gemeenten en gemeenteleden in een mate die als het over een huwelijk ging "duurzame ontwrichting" zou heten. Ik noemde het onderhuids. Deels is het dat natuurlijk allang niet meer, maar er is feitelijk een hartgrondig wantrouwen. Dat is al jaren zo. Bijna veertig jaar geleden verliet een van onze hoogleraren het gebied van de classis waarbinnen hij als predikant had gewerkt. Bij zijn afscheid zei hij in de vergadering: "Ik hoef u niet te bedanken voor het vertrouwen dat u in mij hebt gesteld".'

Extern
Prof. Maris plaatst zijn beschouwingen ook tegen de achtergrond van het zoeken naar eenheid met anderen. Hij acht het een zegen, dat de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft uitgesproken, dat hun deputaten voor de eenheid van gereformeerde belijders zich zullen moeten bezinnen op de vraag 'welk gewicht aan zaken als eigen kerkelijke cultuur, eigen kerkelijke identiteit en de bewaring van interne kerkelijke eenheid' moet worden toegekend wanneer de kerk leeft 'onder beslag van Christus' gebed om eenheid en op weg naar zijn toekomst'. Mij dunkt dat hier een gevoelige snaar wordt geraakt. Interne verdeeldheid verlamt immers de externe gerichtheid als het gaat om beleving van eenheid?


De eerlijkheid en openhartigheid, waarmee prof. Maris de zaken in zijn eigen kerk aan de orde stelt, moet gewaardeerd worden. We kunnen zullen en mogen er ons als hervormde gereformeerden niet boven stellen. Wij hebben in hervormd gereformeerde kring niet minder te maken met de bedreiging van onze gereformeerde identiteit, de uitslijting van normbesef naar de Schriften, vanwege de openheid naar de cultuur. En wij hebben niet minder te maken met onderling wantrouwen, interne verdeeldheid en toenemende polarisatie, met als gevolg vorming van circuits en het openstellen van kansels slechts binnen circuits.
We hebben enkele malen uitdrukking gegeven aan gevoelens van teleurstelling met betrekking tot het verbreken van de gesprekken over kerkelijke eenheid tussen de christelijke gereformeerde deputaten en het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Het is echter zo, zo mogen we ons bij nader inzien realiseren, dat in het proces van Samen op Weg, waarin de hervormde gereformeerden binnen de Hervormde Kerk betrokken zijn, het uitzicht op kerkelijke eenheid met de nazaten der Afscheiding, hoe illusoir die ook nu al mag zijn, definitief een illusie lijkt te zijn geworden. Het besluit van de Christelijke Gereformeerde synode is dan ook met algemene stemmen genomen. Wanneer het dan nochtans gaat – zoals de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft gesteld – om heit gemeenschappelijk uitdragen van 'het gereformeerd gedachtegoed' en kennelijk de weg meer is vrijgemaakt voor samenwerking op plaatselijk vlak, rijst wel de vraag hoe en vanuit welke grondhouding dit dan moet, gegeven de interne verdeeldheid. Dat kan dunkt me alleen in het besef van gemeenschappelijke nood en schuld, waarbij we niet heersen over eikaars kerkelijke geweten maar elkaars zorgen delen.
Als immers prof. Maris komt te spreken over interne 'duurzame ontwrichting', dan raakt dit de Gerefomeerde Gezindheid in dit land als geheel. Is die gezindte zelf dan niet duurzaam ontwricht?

Gereformeerde Gemeenten
In dit verband noem ik nog een andere publicatie uit de Gereformeerde Gezindte. In het jaarboek van de Gereformeerde Gemeenten, dat recent verscheen, schreef ds. G. J. van Aalst het 'jaaroverzicht 1998'. Ook dat jaaroverzicht wordt gekenmerkt door zorg. Ds. Van Aalst duidt deze zorg met vier aanduidingen van 'de hoogste Profeet' uit Mattheus 24: verschrikking, verdrukking, verleiding en verkilling.
Ook uit dit artikel geef ik twee citaten, met name met betrekking tot verleiding en verkilling, waarbij ook de blik naar binnen wordt gekeerd:

'Hoe de geest dezer eeuw doordringt in alle levensverbanden: de geest van het liefhebben van zichzelf, van de mens der wetteloosheid, die zich niet laat gezeggen. De geest van normloosheid en schaamteloosheid, de geest van zelfzucht en hebzucht, want het gaat om "ik en geld". En dan zouden we uitvoerig de symptomen kunnen noemen om ons heen, van overheid tot onderdanen. Droevig en steeds bruter. Maar laten we maar dicht bij huis blijven, in eigen hart, eigen gezin, eigen gemeenten. Dat we onszelf in dit opzicht zouden mogen onderzoeken. Een – uiteraard druk – dagelijks leven, echter ten diepste zonder God en zonder uitzicht? (…)
Dat de praktijk der godzaligheid toch meer beoefend zou worden in stille afhankelijkheid en ootmoed. Dat eenvoudige leven der genade heeft onze gemeenten altijd gekenmerkt. De God der geslachten betone Zijn licht en waarheid neder te zenden, opdat de geloofsbelijdenis (NGB 27) aangaande de algemene christelijke kerk praktikaal doorleefd wordt. "Een heilige vergadering der ware Christgelovigen al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus…" Dat maakt de kerk tot kerk. En we mogen toch van harte geloven, dat onze gemeenten – ondanks al onze schuld en menigvuldige afmaking – daarvan een deeltje vormen. Ondanks alle zorgen is er toch de blijvende hoop! Hoop dat Gód bewaart en staande houdt tegen het woeden der gehele wereld. Hoop dat er vele knieën voor Baal niet gebogen zullen worden. In de wetenschap dat de Kerk niet gebonden is aan een zekere plaats of zekere personen. Vanuit deze hartelijke belijdenis zullen we ons verbonden weten met allen die Sion niet gram zijn; dan dragen we ook leed over de kille geest van polarisatie en verwijdering. Dan gaan we vragen het goede voor Jeruzalem te mogen (blijven) zoeken. Dan dragen we ook werkelijk leed over de breuk binnen de gereformeerde gezindte in ons vaderland, voorzover zij ernst tracht te maken met de leer, dienst en tucht van de kerk der vaderen . Dan blijkt ook temidden van de vreselijke verkilling alom: "Waar liefde woont gebiedt de Heer' den zegen"… "Gij Geest kom aan, en blaas in deze gedoden..." moge de dringende bede zijn en blijven voor ons kerkelijke leven. Ja voor de gehele kerk in ons vaderland. Dan leven we met anderen mee in strijd en zorg zonder de verschillen die er zijn te verdoezelen. Want één ding, "de liefde zoekt zichzelf niet".'

Ook uit dit artikel gaf ik graag iets door Ook hier wordt zorg verwoord over de geest van de tijd, waarbij die zorg wordt doorvertaald naar het geheel van de gereformeerde gezindte. In feite staat ook dit stuk tegen de achtergrond van de gebrokenheid, intern en extern, van de kerk vandaag. De eigen kerk wordt intussen 'een deeltje van de kerk' genoemd en leed dragen over de breuken, die geslagen zijn, wordt benadrukt.
Vraagt deze grondhouding niet ook om ontmoeting met elkaar? Is er niet vaak sprake van woorden, die niet worden doorvertaald in de wezenlijke ontmoeting, zonder inderdaad de verschillen te verdoezelen?

Gemeenschappelijke schuld
Beide stukken, zowel van prof. Maris als van ds. Van Aalst hebben breder strekking en betekenis dan voor de eigen kring, waarvoor ze geschreven zijn. Ze raken ook ons als hervormde gereformeerden. Daarbij zouden nog te voegen zijn soortgelijke stemmen uit de Gereformeerde Kerken (vrijg.), waar de interne verdeeldheid ook heeft toegeslagen, met verschillende kerkelijke bladen als gevolg.
Moeten we niet zeggen, dat de tijd van de grote woorden inzake eigen kerkelijk leven overal voorbij is? Overal begint door te dringen dat we in een tijd van diepe crisis leven en we door kerkelijke zekerheden beenzakken. Zeker, er zijn nog vele goede dingen in Juda. Dat zal ieder hopelijk mogen beamen voor het eigen kerkelijke leven. Maar als we zien hoe gesmaldeeld en hoe verdeeld, maar ook hoe aangevochten het gereformeerde kerkelijke leven te onzent is geworden, is er alle reden tot gemeenschappelijk schuldbesef. Dat zal ook onze houding ten opzichte van elkaar dienen te bepalen.


In de vorige eeuw hebben dr. Abraham Kuyper en dr. Ph. J. Hoedemaker hartstochtelijk de degens gekruist met betrekking tot het kerkelijk vraagstuk. Toen heeft Hoedemaker de wens, liever nog de bede uitgesproken dat Kuyper en hij elkaar zouden vinden in een erkenning van gemeenschappelijke nood en belijdenis van gemeenschappelijke schuld. In dat verband bezigde hij ook de woorden 'allen zijn wij afgeweken, samen zijn wij onnut geworden'. Als dat al gold in die dagen, hoeveel te meer moeten we ons dan nu deze bede eigen maken, nu de secularisatie zoveel verder is voorgeschreden en kerkontbindende krachten zich overal laten gelden.
En als er dan (voorlopig) geen uitzicht (meer) is op kerkelijke eenheid van al wat nog 'gereformeerd' wil zijn in dit land, zou er nog iets goeds kunnen opbloeien in de ontmoetingen, waarin we als gereformeerde belijders samen onze machteloosheid onderkennen en we samen dragen de lasten, noden en zorgen, waarvoor we allen staan. Kerkherstel, als de Heere ons dat nog wil geven, begint in de laagte. Of zou 'duurzame ontwrichting' het laatste zijn wat nog van het gereformeerde kerkelijke leven kan worden gezegd? Dan wordt ook het uitdragen van het 'gereformeerd gedachtegoed', ten dienste ook van volk en samenleving, duurzaam verlamd.

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Duurzame ontwrichting' binnen de Gereformeerde Gezindte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's