Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Thyatíre en de brief uit de hemel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Thyatíre en de brief uit de hemel

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en uw geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste. Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Izebel, die van zichzelf zegt een profetes te zijn, laat leren…'Openbaring 2:19-20a

Thyatíre lag aan de bekende postroute door de toenmalige Romeinse provincie Azië. Wie van Pergamum en Sardis reisde kwam door dit garnizoensstadje. Thyatíre was niet groot, maar het was wel een bedrijvige stad. Thyatíre stond tot ver over de grenzen bekend om zijn handelsmerk: purperverf. Weverijen en ververijen van wollen en linnen stoffen, alsook allerlei werkplaatsen waar metaal- en leerbewerking plaatsvond, brachten de plaats tot grote economische bloei.
In Thyatíre kende men dan ook een rijke verscheidenheid aan gilden. Elke ambacht had zijn eigen gilde (vakorganisatie!). Iedere gilde had, evenals bij ons in de Middeleeuwen, een eigen beschermheer. In de Middeleeuwen was dat een heilige, in deze heidense situatie een afgod. Als je lid was van zo'n gilde, dan was je verplicht aan de jaarlijks terugkerende heidense feesten ter ere van de schutspatroon (afgod!) mee te doen. En als je geen lid was van zo'n gilde kon je je beroep niet uitoefenen. Voor joden, en later voor christenen, een uiterst moeilijke situatie om daar als zakenmensen in het levensonderhoud te kunnen voorzien.
De eerste vrouw die in Europa, in de Macedonische stad Filippi, tot geloof komt, is uit deze stad afkomstig: Lydia, de purperverkoopster (Hand. 16 : 14-15) Een zakenvrouw die in een filiaal in Filippi purper verkoopt aan welgestelden. In Filippi – gesticht als een Romeinse kolonie – woonden veel veteranen, officieren, die in de Romeinse legers hadden gediend. Juist deze vrouw komt onder de prediking van Paulus tot bekering, laat zich dopen, en onthaalt Paulus met de zijnen gastvrij in haar huis.
Ook in Thyatíre is. een christelijke gemeente ontstaan. Wie hier het Evangelie gepredikt heeft, weten we niet. Misschien zijn wel velen door het getuigenis van Lydia, na haar terugkomst in Thyatíre, tot geloof in de Heere Jezus gekomen. Best mogelijk. De Geest des Heeren werkt altijd op een verrassende wijze!
De gemeente in Thyatíre krijgt ook een brief uit de hemel, net als zes andere gemeenten daar in Klein-Azië. De apostel Johannes is naar het eiland Patmos verbannen om ook voor déze gemeente een woord van de Heere Jezus op te tekenen. Een openbaring van Christuswege speciaal voor de gemeenteleden in Thyatíre.
Thyatíre wordt door Christus geroemd om haar werken, haar liefde, haar dienst, haar geloof en haar lijdzaamheid. Over haar werken, zegt Hij dat 'de laatste meer zijn dan de eerste'. Zij nemen dus alleen maar toe in overvloedigheid. Daar is sprake van duidelijke groei, in de breedte en in de diepte. In Thyatíre is een bloeiende christelijke gemeente. In vergelijking met de liefde en de werken in de andere gemeenten aan wie Christus schrijft, springt Thyatíre er zonder meer uit; in positieve zin wel te verstaan. Efeze had de eerste liefde verlaten; en moet zich tot de eerste werken terugkeren, bekeren! (Openb. 2 : 4-5). De werken van Sardis worden niet vol bevonden voor God (Openb. 3 : 2). Laodicéa is in haar werken halfslachtig: niet koud of heet, maar lauw (Openb. 3 : 15-16).
Christus kent van de gemeente van Thyatíre haar werken en liefde, haar geloof en lijdzaamheid. Wat heerlijk! Maar waar de Heere Zijn kerk bouwt, sticht de satan zijn kapel. Dat geldt helaas ook voor Thyatíre.
Er is binnen de gemeente een vrouw, waarschijnlijk een zakenvrouw, die een manier van leven heeft ontwikkeld om in de situatie in Thyatíre christen te zijn en toch volop te kunnen deelnemen aan het economische zakenverkeer; inclusief het participeren in de verplichte gilden, de loges van vakgenoten. (Sommige uitleggers denken in dit verband aan Lydia, de purperverkoopster. Gezien wat wij uit Handelingen 16 van haar als persoon weten, geloof ik daar niets van!) Tijdens de zakendiners wordt vlees dat geofferd is aan de godheid, als beschermpatroon van de bewuste gilde, gegeten. Zo'n maaltijd maakt ook onderdeel uit van zo'n offerrite (1 Kor. 10 : 28). Daarnaast wordt er bij zulke gelegenheden nogal rijkelijk gedronken, waarbij het – op zedelijk gebied – flink uit de hand kan lopen.
Deze zakenvrouw heeft met dit gebeuren geen moeite. Economische motieven spelen een duidelijke rol. 'Zaken zijn zaken', zo redeneert ze. Ze ziet het veelmeer als 'gescheiden' gebieden, twee verschillende werelden: het geloof aan de ene kant en het werk en alles wat daarbij komt kijken aan de andere kant. Immers je bent als christen toch niet wereldvreemd; de zakenwereld is nu eenmaal een andere wereld dan die van de kerk. Je kunt je toch niet onttrekken aan het maatschappelijk gebeuren. En er moet toch brood op de plank komen… je bent toch ook verantwoordelijk voor het onderhoud (en het welzijn) van je gezin. En je wilt je kinderen toch ook een goede toekomst bieden.
Met haar zakelijke inslag is ze intelligent en invloedrijk. Het is niet alleen dat zij dit als haar privé-mening ziet, maar ze verkondigt dit ook binnen de gemeente. Als gelovige heeft zij toch ook de Heilige Geest. Ja, ze gaat zelfs zo ver te zeggen dat God haar dit 'geopenbaard' heeft. Ze noemt zichzelf een 'profetes', die het woord van God verkondigt. En omdat ze zich op God Zelf, als de hoogste Instantie, beroept, spreekt niemand haar binnen de gemeente tegen. Mogelijk heeft haar optreden wel spanning binnen de gemeente gegeven, maar ook de ouderlingen laten haar binnen de gemeente begaan. Zij wordt niet onder tucht gesteld, terwijl zij in leer en leven hiermee doorgaat.
Het oordeel van de Koning der Kerk over deze voortgaande situatie is vernietigend: Maar Ik heb (…) tegen u, dat gij de vrouw Izebel, die van zichzelf zegt een profetes te zijn, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten'. Wie Izebel is, weten ze in de jonge christelijke gemeente van Thyatíre wel. Die vreselijke episode uit Israëls geschiedenis is bekend, hoe die goddeloze Izebel, de vrouw van koning Achab, Israël wilde laten knielen voor de vruchtbaarheidsgod Baäl, en het daarmee ontrouw laten zijn aan de God van Israël. Binnen Israël stond Verbondsbreuk gelijk met hoererij, overspel met een andere vrouw. Deze zogenaamde 'profetes' met haar mooie 'vrome' praatjes is dus een verleidster. Ze wordt ontmaskerd en als een echte Izebel tentoongesteld; als iemand die zelfs Gods trouwe dienstknechten probeerde te verleiden. De Heere haat syncretisme: 'Ik ben een jaloers God; Ik duld geen andere goden naast Mij' (Exodus 20 : 3).
Er moet direct handelend opgetreden worden, dat eist de Heere van de geestelijke leiders in de gemeente. En… de Heere zal Zelf een halt toeroepen aan de praktijken van deze Izebel en haar volgelingen, op zo'n duidelijke wijze dat eenieder daarin de hand des Heeren zal herkennen en erkennen.
Degenen in de gemeente van Thyatíre, die zich verre gehouden hebben van de overtuiging van deze vrouw Izebel, en Godzij-dank de diepten van de satan niet gekend hebben, moeten vasthouden aan wat ze hebben aan werken, liefde, dienst, geloof en lijdzaamheid. En…. getrouw zijn tot aan de (weder)komst van Christus.
Als ik deze brief zo lees en de persoon van die 'Izebel' op mij laat inwerken, denk ik: waar heb ik dit meer gehoord, dit 'zaken zijn zaken', het spreken over 'gescheiden gebieden'. Het denken in begrippen van economische belangen en economische groei. En ineens besef ik dat de brief aan de gemeente van Thyatíre hoogstactueel is. Eén van de goden van het moderne heidendom hier in het rijke westen heet de liberale, vrije markteconomie. Een afgod, die ons van de Heere God aftrekt. Deze brief aan Thyatíre is ook aan ons geschreven… nee, niet aan anderen, maar aan ons, aan mij! Hoe orthodox, recht in de leer, we ook willen zijn. De gereformeerde gezindte in de ban van geld en goed. De hang naar meer en meer, naar groter en groter. Zit ik er zo ver naast?! Dit is een levensbedreigend gevaar, óók onder ons! Wie van ons kan eerlijk zeggen, dat hij/zij zich hiervan rein heeft weten te bewaren?! Zei de Heere Jezus Zelf niet: 'Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal de ene aanhangen en de andere verachten; gij kunt niet God dienen en de Mammon' (Matth. 6 : 24). We worden dus gedwongen tot een duidelijke keuze: Wie óf wat kiest u, kies jij, kies ik?
De gemeente van Thyatire heeft het begrepen! Dankbaar zijn ze geweest voor deze brief uit de hemel. Het is hun redding geworden! Wie vandaag zoekt naar wat overgebleven is van dat welvarende stadje Thyatíre, vindt in de Turkse stad Akhisar maar één ding terug: de resten van een grote (ongetwijfeld: mooie!) kerk uit de 5e of 6e eeuw! Daar in Thyatíre is eeuwenlang een gemeente des Heeren geweest! Die stenen zijn daarvan tot op de huidige dag een stil getuigen. Tegelijkertijd voor ons als Nederlandse christenheid een dubbele les!
Want wat de Heere Jezus hier in deze brief schrijft aan de gemeente(leden) van Thyatíre, staat hier ook voor ons zwart op wit op papier: 'Maar hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen. En die overwint, en die Mijn werken tot het einde toe bewaart, Ik zal hem macht geven over de heidenen. (…) 'En Ik zal hem de Morgenster geven' (vss. 25, 26, 28). Concreet: regeren de heidenen over ons, of regeren wij over de heidenen? Zijn we slaaf of zijn we vrij!
Houdt dan wat we door het geloof in Christus hebben. Tot op de dag van de wederkomst van de Heere Jezus, onze Morgenster (2 Petr. 1 : 19, Openb. 22 : 16).

J. Noordam, Nieuwerkerk aan den IJssel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Thyatíre en de brief uit de hemel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's