Om te bekeren

Door Zijn engel Gabriel maakt de Heere aan Zacharias in de tempel bekend wat de dienst van Johannes de Doper zal zijn: om velen in Israël te bekeren en om zo de Heere te bereiden een toegerust volk. Wat mogen wï] vandaag leren van déze roeping?

Vervuld met de Heilige Geest
Zoals Johannes was er geen. Niet dat hij vanaf de moederschoot tot Nazireër Gods bestemd was. Dat was Simson ook. Ook niet dat hij ertoe bestemd was de Heere te dienen. Die zijn er veel. Hij was vanaf de moederschoot aan vervuld met de Heilige Geest (vs. 15). Daarom wijst dit uniek begenadigde levensbegin ons vandaag nog aan, dat je zonder de vervulling met de Heilige Geest onbruikbaar bent voor de dienst van God. Buiten het Koninkrijk van God Johannes was de grootste in dat Koninkrijk. Vanaf zijn prilste leven begin vol van de Geest van God. Hij zou velen van de kinderen Israëls bekeren tot de Heere hun God (vs. 15). Voor de Messias uit in de Geest en de kracht van Elia om de Heere te bereiden een toegerust volk.

Voorbereiding
Des te meer valt op de lange tijd van voorbereiding, in de woestijn, tot op de dag van zijn openbaar optreden (1 : 80). Dringt dat tot ons door? Dan staan wij wel te kijk. Met zoveel ik-gerichtheid in ons consumeergedrag. Als we alleen eens denken aan onenigheid in onze gezinnen. Hoe vaak verloopt die niet langs de lijnen van ons begeren? Ligt daar niet juist de zwakke plek van 'rijke' christenen in een wereld vol nood? Wat het vlees begeert, wat ogen begeren, de grootsheid van leven is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En die gaat voorbij. Met haar begeren. Maar wie de wil van God doet blijft in eeuwigheid (1 Joh. 2 : 16-17). De vervulling met de Heilige Geest is niet een soort eindstation. Zo'n voorstelling van zaken is een illusie. Als Johannes die voorbereidingstijd nodig had, waarom wij dan niet? Zou de drukte van ons jachtige bestaan werkelijk een beletsel zijn? Of juist een extra aansporing? Luther nam meer tijd voor gebed, naarmate hij het drukker had, omdat er zonder gebed zoveel meer grondig fout kan gaan. De vreze Gods komt niemand aanwaaien. In de verborgen omgang met de Heere schrijft Hij Zijn Wet in ons hart.

Om velen te bekeren
Hij zal velen van de kinderen Israëls bekeren tot de Heere hun God. Gaat Johannes bekeren? God doet dat toch? Zeker, maar Hij schakelt daar mensen bij in. Zelfs zó dat Gabriel uit Naam van de Heere van Johannes zegt: hij zal er velen bekeren. Maakt dat u niet verlegen? Mij wel. Wij denken na over de nood van de prediking. We analyseren terecht de gehoorcrisis van de gemeente in onze postmoderne samenleving. Maar zou het ook niet samenhangen met ons gebrekkig zicht op het vervuld zijn met de Heilige Geest? Wij verzuchten waar al die grote mannen toch gebleven zijn. Zo ging men Luther de derde Elia noemen. Dat riep de vraag weer op wie de vierde Elia dan wel zou zijn. Van wie verwachten wij het dan? Het Woord van Maleachi is vervuld in Johannes. Hij is Elia die komen zou zei Jezus van hem tot een paar van zijn volgelingen (Matth. 11 : 14). In plaats van op nieuwe Elia's te wachten, zouden we ons beter tot Christus kunnen wenden om Hem met schaamte te belijden dat wij zo weinig van Hem verwachten. Daar komt Hij wonen met Zijn Geest. Dat heeft Hij toch beloofd?

Dicht bij huis
Zo trad hij op. Het leven met de Heere was hem aan te zien. Die jas alleen al. Van kamelenhaar. Vooral dat Godswoord: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. En ze kwamen. Met brandende vragen: wat moeten wij doen? De menigten, tollenaars en soldaten. Lukas bericht het ons uitvoerig (3 : 1-18). Bekering begint dichtbij huis. Als de werkelijkheid van Wie God is in de buurt van ons zondaren komt, dan kun je er nooit meer omheen. Gods eer wordt geschonden in de egoïstische manier waarop mensen met elkaar omgaan. De Wet wordt in dit ene woord vervuld: Gij zult uw naaste liefhebben als u zelf (Gal. 5 : 14). Bekering is concreet. Zo wordt de Heere een toegerust volk bereid. En dat raakt allereerst de familieverhouding: bekeren de harten der vaderen tot de kinderen.

De harten van de vaderen tot de kinderen
Ouders zijn in het leven van een kind de handen van God zei Kohlbrugge. Als dat zo is, wordt het echt belangrijk wat die handen doen! Neem nu de mensen die tot Johannes kwamen. Als ik als ouder leef voor de welvaart, en ik trek mij de armoe van de naaste niet aan, besef ik dan wat ik daarmee doe in het leven van mijn kind? Of ik ben als belastingambtenaar of militair niet rechtschapen in mijn beroep, en mijn kinderen zien dat? Ik denk aan de jongen bij wie de televisie thuis achter slot en grendel stond, omdat niet ieder programma kon. Maar op een late avond zag hij vader zo'n film van bedenkelijk allooi bekijken. Dan is het hart van de vaderen niet bij dat van de kinderen en zeker niet bij de Heere, maar bij de lege schijn van de zonde. Wel beloftevol trouwens dat de bekering tot God daar begint! Ik mag met mijn ouderschuld, met al die pijn over gemaakte fouten in de opvoeding naar de Heere gaan, en mijn kinderen vergeving vragen. Bij Hem komen, ook met gevoelens van schuld die niet terecht zijn. Bij Hem is vergeving en genezing. En ik hoef geen kopieën meer van mijzelf, of van mijn inzichten. Als wij de Heere mogen dienen, dan dien je elkaar door de liefde. Ook in de kerk.

Tot de voorzichtigheid van de rechtvaardigen
Gabriël geeft het slot van Maleachi 4 : 6 anders weer. Maleachi zegt dat de Elia die komen zou de harten van de kinderen tot de vaderen zou terugbrengen. Tot Zacharias zegt de bode Gods dat Johannes de ongehoorzamen zal bekeren tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen. Vastgeroeste en onbeleden kinder-ongehoorzaamheid gaat jaren mee. Overtreding van Gods geboden ook. Gabriel zegt: ongehoorzamen worden bekeerd tot de bedachtzaamheid, de voorzichtigheid van de rechtvaardigen. Het gaat om niet meer en niet minder dan om een leven in de vreze Gods, ook in de samenleving. Om herstel van gebroken verhoudingen. Omdat de Koning komt, Jezus Christus de Rechtvaardige. Zouden we er maar niet meteen mee beginnen: Hem onze zonden belijden. Denk toch aan de zonden niet, van mijn onbedachte jaren. Biddend of Hij onze harten wil reinigen als die zich zo ver van Hem en de gehoorzaamheid van het Woord hebben gehouden? De Vader getuigt van Jezus: Hoort Hem! Ik kom er niet onschuldig onderuit, maar ik hoor Christus' liefde spreken als Johannes Hem aanwijst: Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegdraagt. Om vervuld met de Heilige Geest te worden schapen die Hij voedt en weidt, een volk tot Zijne dienst bereid.

C. N. van Dis, Nieuwegein

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen