Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Herdersporen (kwartaalblad over vacatures c.q. beroepingswerk in de rechterflank der Nederlandse Hervormde Kerk) stond een artikeltje, getiteld 'Een toezegging van een beroep, is geen beroep!'

'Deze wat boute uitspraak komt uit de mond van wijlen professor G. P. van Itterzon die van 1958 tot 1971 hoogleraar Kerkgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit van Utrecht was. Ook een fervent liefhebber van de Hervormde Kerkorde. In zijn tijd was het uitbrengen van toezeggingen van beroep ook algemeen in gebruik, waartegen hij zich met deze kreet afzette. Omdat dit onderwerp nogal eens aan de orde komt, zet ik daarbij mijn vraagtekens. Daarom heb ik vragen gesteld aan personen van wie ik dacht, dat zij het weten konden.
Een toezegging van beroep was van oudsher onmogelijk, zo schreef dr. P. v. d. Heuvel, de Kerkordespecialist, die ook het recent verschenen boek "Kerkrecht" schreef. Men moest om een beroep te kunnen uitbrengen eerst "handopening" ontvangen. Dat wil zeggen: een verklaring dat de overheid het rijkstraktement voor de beroepen predikant beschikbaar zou stellen. Kerkordelijk is een toezegging van beroep nooit mogelijk. De kerkorde kent het niet! Het is misschien ontstaan, zo schrijft ds. A. J. Bijl, coördinator "Project Beroepingswerk", door orde 3-13-1. Wanneer een predikant op zijn 65ste met emeritaat gaat, is dat immers maanden (zo niet jaren) tevoren bekend. Het staat vast dat elke predikant uiterlijk op 1 mei volgend op zijn 65ste verjaardag, met emeritaat moet. Wanneer men de voorbereidingen zeer tijdig begon, kon het gebeuren dat de verkiezing al kon plaatsvinden vóór de vacature daadwerkelijk een feit was. Zowel ds. L J. Geluk als ds. G. Holwerda, leden van de Commissie voor het Beroepingswerk, met wie ik telefonisch sprak, beamen het letterlijk dat dr. Van den Heuvel mij schreef. Zo'n beroep heeft geen enkele waarde en het sterk moet worden afgeraden een toezegging van beroep uit te brengen. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor het toch niet mogelijk blijkt een beroep uit te brengen en dan zit men! De roeping (van de gemeente en mistdien van Godswege) is bij de predikant neergelegd, maar de gemeente blijkt de toezegging niet waar te kunnen maken. Men kan in gewetensnood raken. Het is een uiting van (heilig?) ongeduld als men een beroep uitbrengt terwijl de toestemming daarvoor nog niet verkregen is.
Om een voorbeeld te geven: er wordt een toezegging van beroep uitgebracht op een predikant, die het aanneemt. Daarop wordt in die komende formele vacature een toezegging van beroep uitgebracht op een andere predikant, die het ook aanneemt. Als de eerste predikant door ziekte of om andere redenen van die toezegging terug moet komen, dan heeft predikant nr. 2, geen enkel kerkordelijk recht die plaats op te eisen. Alles valt als een kaartenhuis in elkaar. Wanneer een predikant een toezegging van beroep heeft aangenomen, moet er nog een officieel beroep op volgen. Dat haalt de pers meestal niet. Er zijn twee situaties in het beroepingswerk waarbij het uitbrengen van een toezegging van beroep in gebruik is. Dat is wanneer een predikant kerkordelijk nog geen vier jaar aan de huidige gemeente verbonden is en als de predikant, in wiens vacature de toezegging van beroep uitgebracht wordt, nog niet uit de kerkelijke gemeente vertrokken is.
Het valt op dat de ene gemeente vaker gebruik maakt van deze werkwijze dan een ander. Katwijk aan Zee kan erop bogen dit fenomeen dikwijls te hanteren. Een record deed zich voor bij de komst van ds. P. J. Stam. In december 1989 werd hij daar als predikant bevestigd terwijl hij in maart voorafgaande (negen maanden ervoor dus), een toezegging van beroep ontving en aannam. Dus kunnen we de kreet van professor Van Itterzon: "Een toezegging van beroep is geen beroep" vanaf heden niet meer in twijfel trekken!'


Op 12 oktober a.s. hoopt ds. J. D. Th. Wassenaar aan de Universiteit van Amsterdam te promoveren op een proefschrift, getiteld 'Noordmans in Friesland – Bijdrage tot de biografie van een kerkvader'. Promotor Is prof. dr. W. Balke. We feliciteren de promovendus (en de promotor) met de voltooiing van deze studie. In allerlei verbanden binnen de kerk (o.a. de Appèlkring Kerkelijk Belijden) hebben we de auteur, o.a. secretaris van de Confessionele Vereniging, leren kennen en waarderen. Ds. Wassenaar voegde bij zijn proefschrift (nog!) stellingen. Hier volgen er enkele:

• De invloedssfeer van het Friese Reveil als het klimaat van zijn opvoeding is voor Noordmans van onschatbare betekenis geweest.

• Noordmans' uit 1946 daterende 'Concept-Herderlijk Schrijven over de genotzucht' (in Verzamelde Werken dl. 6, p. 509-512) verdient serieuze bestudering door degenen die in opdracht van de (generale) synoden van 'de Samen op Weg-kerken' een rapport over 'normen en waarden' voorbereiden.

• In zijn denken over de kerk is de 'jonge' Noordmans vooral beïnvloed door J. H. Gunning jr. en Ph. J. Hoedemaker, die hem de ogen geopend hebben voor respectievelijk de katholiciteit van en de solidariteit in de kerk.

• Noordmans was een confessioneel theoloog.

• De Workummer bloemist die op verzoek van de huidige secretaris van het hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging een bloemstuk verzond en als afzender 'Conventionele Vereniging' vermeldde, had het gelijk meer aan zijn kant dan de corrigerende opmerking van de secretaris zou doen vermoeden.

• De suggestie van prof. dr. J. A. B. Jongeneel aan het adres van 'de Samen op Weg-kerken' om te overwegen een generale regeling voor predikanten met een promotiestudie te maken, die de laatstgenoemden in de eindfase van hun studie voor een halfjaar vrijstelt van alle ambtsverplichtingen en die tevens bepaalt hoe dit half jaar promotiestudieverlof achteraf verrekend wordt met het reguliere studieverlof waarop alle predikanten recht hebben, verdient ondersteuning.

• De vooroorlogse regel inzake postbezorging – '(…) 's avonds gepost, 's morgens besteld (…)' – wordt anno 1999 door PTT Post niet meer gevolgd.'

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's