Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Redder en Rechter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Redder en Rechter

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de titel 'Onze hoop: de Redder komt als Rechter' schreef drs. M. D. Geuze een helder boekje (Groen, Heerenveen), bedoeld als 'een handreiking om zich voor te bereiden op de komst van de Heere Jezus Christus'. Het is gegoten in de vorm van twaalf thematische bijbelstudies, telkens afgesloten met persoonlijk gerichte vragen. Er ligt over dit boek een gloed van ernst. Het is echter niet de ernst van angst en zwaarmoedigheid, maar van waakzaamheid en verwachting. Verwachting, omdat de Rechter geen andere zal zijn dan de Redder Die zich tevoren 'om mijnentwil voor Gods gericht heeft gesteld en al de vloek van mij heeft weggenomen' (Zondag 19); waakzaamheid, omdat deze Redder niemand minder is dan de Rechter Die komt om te oordelen de levenden en de doden. Het zijn deze twee kanten van troost en vermaan, die de auteur in zijn geschrift naar voren brengt.

Gericht
Het priesterlijke element van de vertroosting blijft stellig niet onderbelicht, maar het is toch het profetische aspect van de vermaning, waarop het licht voornamelijk valt. In de titel springt deze nadruk direct in het oog: de Redder komt als Rechter. Tegen die formulering heb ik een hele tijd aan zitten kijken. Niet omdat ik het bijbelse waarheidsgehalte daarvan in twijfel zou trekken, maar omdat ik eerlijk gezegd bij mezelf de neiging bespeur om de volgorde om te draaien: de Rechter komt als Redder! Waaraan die neiging ontspringt, hoef ik nu niet uit te leggen. Nadat ik deze handreiking had gelezen en overdacht, heb ik de volgorde die collega Geuze koos als een correcte ervaren, in die zin dat ook deze formulering verantwoord en op z'n tijd geboden is. Want bij alle bevrijdende troost die van de beloofde Verschijning van Christus uitgaat, staat die in de Schrift opmerkelijk vaak in de samenhang van waarschuwing en appèl, zelfs van alarm. Zijn komst behelst niet alleen de uiteindelijke verlossing van ons gebroken bestaan, de stilling van het heimwee, de thuiskomst uit de vreemdelingschap en de ontknoping van het raadsel der wereldgeschiedenis, maar ook de onthulling van alles wat aan ongerechtigheid uit onze mond en handen kwam of in de schuilhoeken van ons binnenste verborgen bleef. Jezus' komst betekent crisis, scheiding, schifting. Ze splijt de mensheid definitief in tweeën.
Men kan deze schrikwekkende ernst van het oordeel niet 'evangelisch' verdoezelen zonder het Evangelie te verminken. Het is juist bij uitstek in de evangeliën dat ons het onherroepelijke van dit beslissend gericht op het hart wordt gebonden. Treffend genoeg is er geen profeet of apostel in de bijbel te vinden die zó onweerstaanbaar de valse gerustheid heeft ontmaskerd als de Heere Jezus Zelf. Niemand ook die zo bewogen gewaarschuwd heeft om het helse verderf te ontgaan en de eeuwige straf te schuwen als Hij. Zeker, daarin klopt het hart van Zijn zondaarsliefde, maar uitgerekend die liefde geeft aan Zijn alarm een laatste ernst.

Vergeten?
Dominee Geuze signaleert dat deze werkelijkheid van het aanstaande gericht een vergeten hoofdstuk in het leven van de gemeente dreigt te worden. Wat daar theologisch (en homiletisch!) achter zit en wat daarbij de rol is van de ontkerstende cultuur die ook kerkmensen inhaleren, is een hoofdstuk apart. Om een dergelijke analyse gaat het de auteur niet. Hij mikt veeleer op de kwaal zelf en vooral op de genezing. Men proeft zijn zorg, om de gemeente uit haar gezapigheid wakker te schudden, en zijn verlangen dat zij uit haar vergeetachtigheid zal opstaan, om zich op de wederkomst des Heeren voor te bereiden. De therapie ziet hij gelegen in een betoon van Geest en kracht, als vrucht van heroriëntatie aan de Schrift. Dit laatste zegt hij weliswaar niet met zoveel woorden, maar dat dit zijn bedoeling is blijkt impliciet uit de vorm die hij koos om zijn boodschap te brengen. Hij doet dat immers op de manier van bijbelstudies.
Hierachter schuilt een overtuiging. Het is deze: dat een zorgvuldige, echt toegewijde horigheid aan de Schrift niet ongezegend zal blijven. Daarbij komt het aan op gehoorzaamheid aan de hele Schrift, dus ook aan die passages die ons minder goed liggen, of ons eenvoudig niet lijken, omdat ze haaks staan op ons denk- en levenspatroon. De vergeetachtigheid die collega Geuze ontwaart, is een selectieve! Deze bijbelstudies dwingen ons om die gedeelten waar we 'voor het gemak' maar overheen lezen, voluit ernstig te nemen. En ze hebben de intentie dat het Woord ons zal raken en verontrusten, opdat de Jongste Dag ons niet onverhoeds overvalt.

Redding
Zijdelings gaf ik al aan dat dit boekje de aandacht niet slechts vestigt op de 'negatieve kant' van het gericht. Duidelijk komt uit de verf dat het bijbelse woord 'richten' niet alleen veroordeling behelst, maar ook bevrijding. Het gericht is 'vreeswekkend voor allen die onrecht doen en hoopgevend voor allen die onrecht lijden. Eenmaal zal er recht gedaan worden en een eind komen aan alle onrecht. Gods recht zal zegevieren'. De Rechter zal de Redder blijken. Die rechtzet wat in de mensheidsgeschiedenis aan onrecht en willekeur is bedreven.
Maar vooral komt de reddende liefde van de Rechter aan het licht in de bijbelstudie waarboven staat: 'De Redder voor de Rechter'. Hierin gaat het over de Koning Die knecht werd, dus over de Rechter Die plaatsbekledend het oordeel droeg om ons van de vloek te bevrijden. Uitvoerig wordt geciteerd uit een Gereformeerd Herderlijk Schrijven (1976): 'De duisternis op Golgotha is de keerzijde van de buitenste duisternis. Nu wordt het kruis de ladder waarlangs Jezus afdaalt langs eindeloze valleien naar het verre land van de dood, de eeuwige dood, de hel… Jezus hangt in dit peilloos duister in de ontredderde toestand van de godverlatenheid. Het oog van Jezus zoekt het oog van de Vader, maar Hij vindt Diens vriendelijk aangezicht niet meer… Het hart van Jezus zoekt het hart van de Vader, maar Hij ervaart nergens de harteklop van Zijn Vader meer. Nu is midden op de dag de nacht van het laatste oordeel over Jezus gekomen. Dit is het… dieptepunt. Dit is de hel. Dat heeft Hij vrijwillig ondergaan. Daar in die nacht van Golgotha is Hij neergedaald op de bodem van alle vragen, waar de zondeschuld van de wereld opgetast ligt én daar heeft Hij Gods gericht erover gedragen'. Gelukkig de mens – zo voegt ds. Geuze toe – die in deze Redder geborgen is!

Verbreding
Wie in deze Redder-Rechter is geborgen, heeft van het gericht geen kwaad te duchten, noch bij het sterven, noch op de Jongste Dag. Dat deze zekerheid echter geen zorgeloosheid insluit, maar veeleer een heilige bezorgdheid teweegbrengt om Gods geboden te achten, onderstreept de auteur krachtig. Ofschoon de gelovigen in het oordeel niet zullen worden veroordeeld, zullen zij wél worden beoordeeld. Wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus (2 Kor. 5). Daarbij zal het gaan over de vruchten van het geloof, en ten diepste om de vraag of ons geloof van echte of van namaakkwaliteit was. Alleen het echte draagt vrucht.
In het oordeel zal het strikt persoonlijk toegaan. Dat versluiert ds. Geuze nergens. Maar aan de hand van de Schrift laat hij zien dat deze particuliere spits van het eindgericht allerminst in tegenstelling staat tot de universele reikwijdte ervan. In een drietal hoofdstukken krijgen zijn bijbelstudies dan ook een legitieme verbreding. De Redder komt als de Rechter van Israël, van de volkeren en van Nederland. Vooral n.a.v. dit laatste aspect schuwt de auteur het niet om heel concrete profetische waarschuwingen door te geven, die 'de Heere heeft bekend gemaakt en bevestigd aan meerdere gelovigen'. Bij alle achting die ik br. Geuze toedraag, moet ik eerlijk bekennen dat zo'n beroep op buitenbijbelse profetie mij niet overtuigt. Zo heb ik nóg wel een paar vragen. De belangrijkste betreft deze, of de ernst van dit appèl aan de gemeente niet vraagt om een expliciete, even ernstige oproep tot evangelisatorische wervingskracht. Gelukkig wordt daaraan in de – toegevoegde – gebeden wél gedacht; maar afzonderlijke aandacht zou denk ik beter zijn geweest. De economen zijn – begrijpelijkerwijs – bezorgd of de samenleving wel millenniumproof zal blijken. De kwestie is kinderspel vergeleken met de vraag of ons van God vervreemde volk wel gerichtsbestand zal zijn. Profetisch vermaan roept om priesterlijk wervend getuigenis.
Toch wil ik met mijn vragen niet afsluiten. Dat doe ik liever met de wens dat dit doorgaans dicht bij de Bron en bij de gemeente geschreven boekje zal krijgen wat het bedoelt: bezinning.

A. de Reuver, Delft

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Redder en Rechter

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 september 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's