Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vierde Adventsweek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vierde Adventsweek

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls.En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde.En Deze zal Vrede zijn.'Micha 5 : 2-4

In Micha 5 vs. 1 hebben wij vorige week gelezen, dat onze aandacht niet op Jeruzalem, maar op Bethlehem wordt gevestigd. De glans van het huis van David is verdwenen, maar de belofte van God aan David blijft bestaan.
Het is deze gedachte, die nu in de hierboven genoemde verzen verder wordt uitgewerkt. God belooft geen plotselinge glans en glorie in uiterlijke zin. Het lijden, genoemd in hoofdstuk 4 vs. 10, wordt hier weer opgepakt, maar nu ook verder gebracht. Was het begrip baren, daar beeldspraak, hier wordt het werkelijkheid. Niet dat alles tot in detail, wordt uitgewerkt, maar wel worden bijzonder wezenlijke tekenen genoemd. Als wij hierbij bedenken, dat Jesaja tijdgenoot is van Micha, dan mogen wij ook wel aan zijn woorden denken, die hij sprak tot Koning Achaz – Jes. 7 : 14: 'Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven; ziet, een maagd zal zwanger worden en zij zal een zoon baren en zijn naam Immanuël heten.'
Belangrijk is daarbij te letten op het doel van dit alles, nl. dan zullen de overige broederen zich bekeren met de kinderen van Israël. Wat is gebleven in Juda en de rest van hen, die uit de ballingschap zijn teruggekeerd, zullen zij zich bekeren van hun boze wegen tot een levend geloof in de God van Israël.
Kerstfeest nadert. Wie deze woorden van Micha leest kan dat, zeker in deze tijd, niet los doen van Lukas 1 en 2. De engel verschijnt aan Zacharias, aan Maria. De gedachten worden omgekeerd, bekeerd, door de aankondiging van de geboorte. Daarin is de uitspraak van Maria wel bijzonder getekend door geloof. Een vrucht van de bekering tot God – 'Zie de dienstmaagd des Heeren: mij geschiede naar uw woord' – en – 'Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart' Woorden, gesproken door de herders in de velden van Bethlehem, die zich op het woord van de Heere hebben omgekeerd om naar Bethlehem te gaan. Om het woord te zien, dat geschied is.
Wat mij opvalt is, dat de eenvoud zich zo voortzet. Bethlehem is klein t.t.v. Micha, de herders zijn veracht ten tijde van Jezus geboorte, het huis van David is onttroond en een nakomeling moet bevallen, nota bene, in een beestenstal. Door dit alles komt een geweldige verkondiging tot stand. Herders van schapen worden herders voor hun medebroeders en zusters in Bethlehem en omgeving, door de Heerser, Die als een Herder geboren is te Bethlehem.
Hij zal staan en weiden in de kracht des Heeren en in de hoogheid van de Naam van Zijn God.
Micha beweegt hier de gelovigen tot geloofsvertrouwen en geloofsverwachting. Geen actieprogramma, geen kracht en geweld. Verwachting. Een verwachting, die in Lukas 1 : 45 op bijzondere wijze wordt uitgesproken door een vrouw, in verwachting, tot een maagd, in verwachting – Elisabeth tot Maria: 'En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van de Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.' Wat een overgave en betrokkenheid. Deze vrouwen verstaan het woord en werk van God. En dat wordt ook herkend in de ander. Maria bewaart niet 'zomaar' de woorden van de herders. Het Kind in de kribbe, is de Heerser in Bethlehem, die staat en weidt, terwijl Hij ligt en wordt gevoed. En dat neemt alleen maar toe. Verkondigt het Evangelie, beginnend in Jeruzalem, Judea, Samaria tot aan het uiterste der aarde.
Wij moeten, denk ik, nogmaals, vooral letten op de eenvoud. Het gebeurt door Gods Woord en door Gods Geest, op de wijze van wachten op en verwachten van God. Een kudde kan niet gaan en weiden, als de herder er niet is. Een rank kan niet groeien en vruchten dragen, als zij met de stam en de wortel niet verbonden is. Een zeilschip kan niet uitvaren, als de wind er niet is.
Moeten juist wij niet telkens weer naar beelden zoeken en ons die voor ogen stellen, om juist wachten en verwachten te leren. Alles is gemotoriseerd, geautomatiseerd of volgens verzekerd recht afroepbaar. Maar zo niet bij God.
Als laatste treffen mij de laatste woorden uit het tekstgedeelte. 'En Deze zal Vrede zijn.' Voor ik het weet, denk ik: 'Dat is makkelijk! Dan ik kan ik doen wat ik wil!' Maar dat is het niet. Hij is de Bron van Vrede, die geen Vrede geeft, los van Hem. Het gaat om de vrede met God, in het leven van de heiliging. Aan Hem gewijd. Hij is onze Vrede, dan spreken wij in het beeld van het hoofd en het lichaam. De Vrede van het Hoofd is de Vrede voor het lichaam, de Gemeente en al haar delen, al de gelovigen, met de Heilige God.
Het feest van Christus. Kerstfeest. Dat is daar, waar Gods woorden worden bewaard in het hart!

B. J. van de Kamp, Wageningen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Vierde Adventsweek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's