Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over preekregelaars en voorgangers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over preekregelaars en voorgangers

’Schoon schip 2000'

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In enkele dagen tijds kwam een stroom reacties op gang op de oproep van negen hervormd gereformeerde predikanten, die, voorzien van een adhesiebetuiging van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond onder de titel 'Schoon schip', in de Waarheidsvriend van 2 december ll. werd geplaatst. De inhoud van de oproep was: pas vanaf de eerste maandag van september preekbeurten regelen voor het daarop volgende jaar; en niet meer, zoals gebruik is geworden, vanaf 1 januari. In het laatste geval worden immers preekbeurten al twee jaar van te voren geboekt.
Dat op de oproep zo veel instemmende reacties binnen kwamen uit de volle breedte van de hervormd gereformeerde kring en uit alle leeftijdscategorieën, soms met een uitvoerige brief erbij, mag tekenend zijn voor de actualiteit van de zaak, die aan de orde werd gesteld. Ook in het verleden zijn (individuele) pogingen ondernomen om publiekelijk aandacht te vragen voor de kwestie van de regeling van preekbeurten.
Omdat de stroom reacties nog steeds doorgaat en er ook vragen van allerlei aard bij de oproep worden gesteld, is het niet mogelijk en gewenst om, zoals in de oproep werd aangekondigd al in dit nummer van de Waarheidsvriend een lijst met namen van adhesie betuigende predikanten op te nemen. Er is meer tijd nodig voor bezinning, temeer omdat er geen tweedeling op dit punt moet ontstaan tussen predikanten, die wèl instemming betuigden en predikanten, die dit (nog) niet deden. De oproep werd (te) kort voor 1 januari a.s. geplaatst. De termijn voor reactie was daarom ook te kort. We hopen in een later stadium met de dan complete lijst iets te ondernemen. Daarvan krijgen de adhesiebetuigers nader bericht.
Hieronder volgt, op grond van de vele reacties, een aanzet tot verdere bezinning.

Deo Volente
'Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen', vermaant de apostel Jacobus, dat wij zullen zeggen (Joh. 4 : 15). Dat mag wel met een stickertje op ieders agenda worden geplakt, waarin immers afspraken op langere, soms heel lange termijn worden vastgelegd. Dat geldt dus ook voor het vastleggen van preekbeurten. Begrijpelijk, dat in verschillende reacties het plotseling overlijden van dr. A. Van Brummelen werd gereleveerd. Op de zondag vóór zijn begrafenis op maandag zou hij in zijn eerste gemeente Schoonrewoerd hebben gepreekt, en één van de komende zondagen in zijn laatste gemeente Huizen. Die afspraken zijn (lang) van te voren gemaakt. De diensten mochten geen doorgang vinden. Dat zou echter ook het geval zijn geweest bij afspraken op korte termijn.


Deo Volente. Dat moet bij alle afspraken voor preekbeurten worden gezegd, ook als ze gisteren zijn gemaakt voor morgen. Een predikant schreef, dat hij voor eigen gemeente zijn preekbeurtenrooster heeft voor heel het jaar 2000 maar ook al voor het jaar 2001. Daarin zal hij de enige niet zijn. Hij schrijft:
'Het kan zijn dat ik er in december 2001 niet meer ben. Dat kan ook gebeuren vóór maart 2000 of vóór 31 december 1999. Zolang God mij echter de tijd geeft, zal ik Hem hier, in deze "tegenwoordige" tijd, willen blijven dienen. En met vreugde! Op Zijn tijd zal Hij achter mijn dienst hier een punt zetten. Los van mijn agenda, terwijl ik intussen mijn agenda invul. In afhankelijkheid van Hem. Op Zijn tijd zal Hij mijn volgeschreven agenda dicht doen.'
Hiermee zal ieder moeten instemmen. Ook de moeder-in-verwachting zet de wieg al klaar. Daarom heeft de datum begin september, die nu wordt voorgesteld, iets willekeurigs. Het is dan ook zeker niet de bedoeling van de oproep predikanten van elkaar te gaan onderscheiden: de één meer, de ander minder 'afhankelijk'. De oproep echter is een signaal voor bezinning. Omdat kennelijk het 'Deo Volente' niet altijd zo wordt gepraktiseerd.

En toch
Want toch zijn er zwaarwegende redenen om de bezinning aan te gaan over de vraag of het goed is zover van te voren preekroosters voor gastpredikanten in te vullen. Laten we voorop stellen, dat het geen sinecure is voor preekbeurtenregelaars om het preekrooster gereed te krijgen. Er zijn gemeenten zonder eigen voorganger, die op jaarbasis 120 tot 140 diensten moeten invullen. Er zijn gemeenten 'in de diaspora', bijvoorbeeld in het noorden van het land, die hier nog een extra probleem bij hebben, namelijk dat van de afstand.
Toch is dit niet in het algemeen niet de achtergrond waarom kerkenraden zo vroeg predikanten benaderen. Laten we in deze openhartig zijn.
Sommige predikanten worden aangemerkt als 'preektijgers', al moet daarbij worden aangetekend dat de criteria voor deze aanduiding vandaag wel eens verschuiving ondergaat. Kerkenraden willen er zeker van zijn tijdig beslag te kunnen leggen op bepaalde predikanten, in ieder geval de predikant van hun voorkeur.
Daar komt nog bij, dat er vandaag, meer dan vroeger, sprake is van preèkcircuits. Naarmate het aantal circuits groter wordt, wordt ook het aantal predikanten, waarvoor 'voorkeur' uitgaat groter, terwijl de keuze beperkter is.
Een predikant, die zelf aangaf niet bovenaan te staan bij het gevraagd worden voor preekbeurten, zei, dat hij nochtans de datum voor het regelen van beurten nog verder zag terugschuiven: eerst 1 januari, toen voor kerst en vervolgens nog eerder. De reacties maken in ieder geval duidelijk dat veel predikanten onvrede hebben met te vroege afspraken.

Collega's
Predikanten voerden hier zelf soms ook op het punt van de 'collegialiteit'. Niet iedere predikant heeft op 1 januari 's avonds een rood oor. Dat gaven predikanten in hun reactie zelf soms al aan. Anderen spraken over collegialiteit. Gesignaleerd wordt bijvoorbeeld, dat predikanten, ook emeriti meer dan twee keer op een zondag preken. Gesignaleerd wordt ook – en niet voor de eerste keer – dat kandidaten niet zo ver van te voren afspraken kunnen maken als predikanten. Kandidaten fungeren vaak als 'gatenvullers' schreef iemand. Een ander schreef: 'vaak alleen voor de moeilijk te vervullen beurten in de vakantieperiode'. Ze krijgen te weinig de gelegenheid om (breed) in de gemeenten voor te gaan. Ook nu weer is er het appèl op predikanten, niet in het minst ook op emeritipredikanten, om ruimte te scheppen voor kandidaten en niet hun agenda (over)vol te zetten. Ook kandidaten moeten 'structureel worden ingeroosterd'. Als iedere dominee eens een beurt echt afstond aan een kandidaat…
Overigens moet worden gezegd, dat we hier te maken hebben met een typisch Nederlands probleem. Kennismaking met gemeenten in het buitenland leert, dat zich daar het probleem niet of veel minder voordoet. Natuurlijk heeft ook daar elke gemeente gastpredikanten. Niet zelden wordt dat echter door de classis of in ieder geval binnen de classis geregeld, zowel voor dienstdoende predikanten alsook voor de kandidaten. In bepaalde landen hebben kandidaten zelfs een verplichte stage van bijvoorbeeld twee jaar, annex preekbeurten, voordat ze beroepbaar zijn. In onze situatie zijn kandidaten helaas vogelvrij.


Tenslotte wordt ook de vraag opgeroepen of predikanten echt geroepen zijn hun agenda op zondag zo vol te zetten. Het gezin is er toch ook? Niet 'ook nog' maar óók! En als predikanten vervroegd uittreden, moet dan 's zondags wel de agenda vol?

Afstand
Dit laatste brengt ons op het punt van de afstand. Moet de predikant 's zondags wel zo ver weg van het gezin? Wanneer preekbeurten om reden van 'voorkeur' erg vroeg worden geregeld, wordt met afstand vaak nauwelijks rekening gehouden. Men laat predikanten van het ene einde naar het andere einde der aarde komen.
Het probleem van diasporagemeente noemde ik al. Het kan nodig zijn 'verre gemeenten' te helpen. Maar een veelgehoorde klacht, ook in de reacties, is, dat predikanten zelf het 'sabbatsgebod' niet zo ernstig nemen als ze in hun preken soms tot uitdrukking brengen.
In de Gereformeerde Gezindte, ook in hervormd gereformeerde kring, wordt maatschappelijk protest aangetekend tegen de teloorgang van de zondag, vanwege de 24uurs-economie en verruiming van openigstijden voor winkels. Daarbij mag ook gevoegd worden de autostroom op de zondagen. Wie onderscheidt daarin nog de rondreizende predikant van de zondagstoerist? En welke spanning brengt de zondagse file soms niet mee: komt de dominee op tijd aan?


In Israël kende men de sabbatsreis, die was toegestaan. Dat was een reis te voet. Daarmee hadden predikanten in het verleden te maken. Hoe ver kon men te voet (of per tilbury) afleggen? We zullen de vraag maar niet stellen of dominees vandaag nog bereid zijn dezelfde afstand te voet te overbruggen dan hun voorgangers in het verleden. Heeft vandaag de sabbatsreis ook nog betekenis? Als het over de mogelijkheden gaat vallen vandaag grotere afstanden te overbruggen dan vroeger. Maar als het over discipline gaat? Veel predikanten hebben hier hun grenzen gesteld; veel preekregelaars óók (bijvoorbeeld niet verder dan een straal van 50 km; of nog minder).

Covenant
Intussen mag duidelijk zijn, dat de kwestie, waarom het gaat, niet alleen, zelfs niet allereerst een zaak is voor de predikanten. De vraag is of kerkenraden ook hun norm en grens willen bepalen bij het vragen van gastpredikanten, zowel als het gaat om het tijdstip voor het regelen van de beurten als met betrekking tot de afstand, waarbinnen men predikanten vraagt. De zaak ligt in eerste instantie bij de kerkenraden.
De gedachte is geopperd, dat predikanten, die niet (meer) bereid zijn mee te gaan in een ge- of vergroeide situatie, zich met elkaar daartoe verplichten in een soort 'covenant', een overeenkomst. Terecht is gezegd, dat dat niet kan gebeuren los van de kerkenraden, die er ook mee zullen moeten instemmen. Er moet hier geen tweedeling ontstaan tussen predikanten en predikanten, maar ook niet tussen gemeenten en gemeenten. Daarom moet de bezinning erover breed – ook op de kerkenraden – op gang komen. Vooral daarom ook is de termijn van inwerking treding, die de indieners van de oproep beogen, verschoven naar volgend jaar. Afspraken moeten als het kan unaniem zijn.

Betere zaak?
Zijn er geen andere, betere zaken, waarover we ons druk moeten maken?, vroeg een predikant. Moeten we niet vooral 'als ambtsdragers ervoor waken, dat wij het Evangelie en onszelf niet wereldvreemd presenteren inzake visie op kerk-zijn, ethische vragen en taal'. En: 'dat wij ons dagelijks klein maken voor God om Zijn Geest in ons te laten werken?'

Die vragen moeten ons inderdaad het meest beroeren. Maar als het gaat om het laten werken van de Geest, geschiedt dat niet alleen ònder de verkondiging, maar ook vóór de verkondiging. In dat licht bezien mag de vraag aan de orde zijn of de zondag ook voor predikanten wel voldoet aan wat de Heidelbergse Catechismus ervover zegt, namelijk dat we mogen rusten van onze 'bóze' werken, om Gods Geest in ons te laten werken (zondag 38).


Reacties op dit artikel, alsook verdere reacties op de oproep, zijn welkom!

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Over preekregelaars en voorgangers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's