Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omgaan met depressieve bejaarden (1)

Bekijk het origineel

Omgaan met depressieve bejaarden (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanleiding
Deze artikelen zijn bedoeld voor allen die te maken hebben met depressieve bejaarden. Ik denk daarbij aan predikanten, ouderlingen en diakenen, H.V.D.-medewerksters en anderen die vanuit de gemeente bezoeken afleggen bij ouderen, maar ook. aan familie en verdere omgeving. Ook kunnen de betrokken ouderen zelf er hopelijk hun voordeel mee doen. Aanleiding tot dit schrijven waren allereerst de eigen ervaringen, die mij ertoe aanzetten een deel van mijn studieverlof te besteden aan het bestuderen van enige literatuur over dit onderwerp samen met het volgen van een door het GLIAGG te Amersfoort gegeven cursus over psychische nood in de gemeente.

Inleiding
Is er tegenwoordig meer psychische nood dan 'vroeger'? Gaat het gezegde: 'Lege kerkbanken, volle wachtkamers' wel op? Verschillende wetenschappelijke onderzoeken benadrukken de laatste tijd de positieve betekenis van geloven met name bij depressieve ouderen. Vooral wordt gewezen op het gunstige effect van het-hebben van goede relaties ('sociaal netwerk'). Welnu, we leven in een tijd waarin we de liefde zien 'verkillen' dus... Toch is het nooit echt bewezen dat er vandaag meer psychische nood is dan voorheen. We hebben in ieder geval te maken met veel nood, en daar willen we wat dieper op ingaan.
Opvallend is wel dat er de laatste tijd betrekkelijk veel aandacht is voor de invloed van godsdienst op depressiviteit. Met name het pas verschenen proefschrift van de psychiater Arjan Braam heeft veel losgemaakt. Hij beantwoordt de vraag: 'Heeft religie invloed op depressie op hogere leeftijd?' volmondig met 'ja'. Diverse kranten schonken er uitgebreid aandacht aan. Het proefschrift was in korte tijd uitverkocht. Tegelijk wordt door anderen geconstateerd dat 'psychische problemen ën met name depressie bij bejaarden een grotere negatieve invloed hebben dan lichamelijke achteruitgang of ziekte'.
We komen in de pastorale praktijk dan ook regelmatig depressieve bejaarden tegen, thuis, in de'verschillende instellingen en uiteraard ook in inrichtingen.
Persoonlijk ben- ik onder de indruk geraakt van een stuk nood van diegenen die (nog) te 'goed' waren voor opname in een psychiatrische inrichting, te 'slecht' voor opname in 'De Herberg' of vergelijkbare instelling, en dus thuis of in het verzorgingshuis eindeloos bleven voorttobben.
Daarbij komt dat deze ouderen niet altijd hulp zoeken voor hun psychische problematiek. Ouderen die wel hulp vragen komen met hun problematiek bij de huisarts, die soms een verkeerde diagnose stelt. (Ik kom daar later nog op terug). Huisartsen die wel de juiste diagnose stellen laten het daar wel eens. bij. Ook laten de betrokken ouderen het er nogal eens bij zitten. Ze voelen zich immers toch 'niet de moeite waard'... Intussen blijven hun klachten, en verergeren ze alleen maar.
Wie regelmatig ouderen bezoekt komt vaak depressieve ouderen tegen. En de vraag is of we hen op de juiste manier weten te benaderen. Dat is zelfs een bijbelse opdracht: 'Welzalig is hij, die zich verstandig gedraagt jegens een ellendige' (Ps. 41 : 2). Vandaar de achtergrondinformatie en de richtlijnen in de volgende artikelen. 'Zich verstandig gedragen' heeft ook te maken met 'kennis van zaken hebben'...
Gelukkig is daar de laatste tijd, ook vanuit de gereformeerde gezindte, voldoende materiaal beschikbaar. Ik denk met name aan de serie 'Praktisch en Pastoraal'.

Wat is eigenlijk 'depressief'?
Wanneer iemand een sleóhte zin heeft omdat het regent, wanneer een jongere een laag cijfer scoort voor een repetitie valt al gauw het woord 'depri'. Meestal 'een beetje' depri, maar toch... Eigenlijk is dat 'taalvervuiling', want een echte depressie is een ernstige psychische ziekte. Daar valt niet mee te spotten.
Depressie is iets anders dan je 'minder prettig' voelen, het is ook iets anders dan verdriet of zelfs rouw. Verdriet en rouw zijn 'normale' reacties op een geleden verlies. (Daarmee wil beslist niet gezegd worden dat ziekte en dood 'normale' zaken zijn!). Depressie is een reactie waarvan de ernst in geen enkele verhouding, staat tot het eventueel geleden verlies, een ziekte of lichaamsgebrek. Depressie is zelf een ziekte. Een ziekte met heel veel verschillende 'gezichten'. Dat maakt het zo 'moeilijk om er mee om te gaan. Er is veel verschil in de verschijnselen bij de een en die bij de ander, ook veel verschil in ernst.
De twee belangrijkste kenmerken zijn: een langdurige, neergedrukte stemming. Een grote somberheid, die als een grauwe sluier over het hele leven (ook het geestelijke leven!) hangt. Daarnaast: verlies aan levenslust: de patiënt verliest de mogelijkheid om van de 'gewone dingen' van het leven te genieten en daar plezier aan te beleven.
Daarbij kunnen komen: vooral: slaapstoornissen. Dit is wel de. meest voorkomende klacht.
Verder: allerleioverdreven angstige gevoelens. Angst voor een reëel gevaar is heel normaal, maar bij een depressie wordt het gevaar ernstig vertekend. Ook zien we vaak een grote innerlijke onrust. Verder ziet de betrokkene.de toekomst dikwijls heel somber in, Zowel de nabije toekomst als de eeuwige toekomst.
Wat ook vaak voorkomt is een verlies van energie. Moe zijn van niets en tot niets kunnen komen. Het denken en het doen zijn. geremd. Dat heeft weer zijn (negatieve) invloed op bijvoorbeeld het (op tijd) opstaan, het verzorgen van zichzelf (wassen, kleden, eten en drinken). Meestal gaat het in de loop van de dag wat beter. Het omgekeerde: geagiteerd zijn, komt echter ook voor.
Het is voor een depressief iemand moeilijk om zijn gevoelens voor anderen te tonen; hij beleeft zijn gevoelens eenvoudig niet. Alleen de negatieve. Dat kan grote proble-. men geven in relaties... Ook de seksuele belangstelling vermindert.
Opvallend is verder het (vaak alles overheersende) schuldgevoel. Een ziekelijk schuldgevoel, dat weinig óf niets te maken heeft met de bijbelse beleving van schuld voor God. De depressieve mens ervaart het zo, dat hij of zij overal schuld aan heeft. Alles wat slecht gaat is zijn of haar schuld. Voor een christen kan dit een enorme last betekenen, temeer, daar ook het Evangelie hem niets meer 'zegt'. Een depressief mens is niet 'op te beuren', ook niet met de beloften van het Evangelie. Die zijn 'toch niet voor hem'...
In ernstige gevallen kunnen daar allerlei wanen bij komen. Let wel: de patiënt ervaart bepaalde voor ons onbegrijpelijke zaken als de werkelijkheid. Hij. ziet de leeuwen en beren, echt!
Het meest ingrijpende is .wel, dat wanneer iemand geen 'zin' meer ontdekt in het leven, er een verlangen komt naar de dood. Niet zelden eindigt een (zware) depressie dan ook in suïcide... Alleen daarom al verdient de depressieve naaste onze aandacht en liefdevolle zorg.
We spreken van een depressie wanneer de eerste twee hoofdklachten, samen met minstens vijf andere, gedurende meer dan twee weken duidelijk aanwezig zijn. De verschijnselen leveren een duidelijk lijden op, beperkingen in sociaal en/of beroepsmatig functioneren. Een (echte) depressie grijpt diep in.
We spreken over depressiviteit (tegenwoordig: dysthyme stoornis) wanneer één van de twee hoofdsymptomen aanwezig is en daarnaast een. klein aantal andere klachten. Depressiviteit is dus minder ernstig, maar duurt wel langer: twee jaar of meer.
Daarnaast kunnen (soms jarenlang) een of meer van de hierboven genoemde klachten voorkomen zonder dat sprake is van een 'echte' depressie of van depressiviteit (dysthyme stoornis). Dan spreken we van depressieve symptomen of klachten'. In de praktijk zullen we heel veel van die symptomen (al dan niet in combinatie met andere) tegenkomen.
Nu is het niet de bedoeling dat wij voor arts gaan spelen, maar enig inzicht m deze materie is zeker nodig voor wie veel met ouderen en zieken te maken heeft. Daarom nog dit: we kunnen enigszins beoordelen hoe ernstig een depressie is wanneer we letten op het volgende:
Ervaart de betrokkene nog enig verb.and tussen- zijn toestand en een eventueel verlies? Kunnen wij ons nog in zijn sombere toestand verplaatsten of staat de somberheid in geen enkele verhouding meer tot de mogelijke oorzaak?
In hoeverre kan de patiënt nog .functioneren in het gewone, dagelijkse leven? Hoe staat het met de contacten met de omgeving? Laat hij die los, stoot hij ze af? Zijn er wanen waarbij wij ons niets meer kunnen voorstellen? (een gesprek voeren met de klok bijvoorbeeld).
Ten slotte: is er een verlangen naar de dood?
N.B. Hulpverleners hebben heel nauwkeurige middelen als vragenlijsten, waarmee ze een depressie kunnen vaststellen en de ernst ervan kunnen 'meten'. In de literatuur kunt u ze eventueel vinden.

Oorzaken van depressie
Het zou in dit verband te ver voeren hier heel diep op in te gaan. Er is een veelheid aan theorieën die elkaar deels tegenspreken, maar vaak ook aanvullen.
Men gaat er tegenwoordig algemeen van uit dat er veel factoren meespelen bij het ontwikkelen van een depressie. Vaak is het daarbij moeilijk om oorzaak en gevolg te onderscheiden. Bijvoorbeeld: iemand die eenzaam is kan depressief worden, maar iemand die depressief is, kan door zijn gedrag anderen afstoten en eenzaam worden. Zo zouden nog véél meer voorbeelden te noemen zijn. Daaruit blijkt al, dat iemand ook nog in een neerwaartse spiraal terecht kan komen. Die moet zo snel mogelijk doorbroken worden. In de praktijk maakt het niet uit waar die spiraal doorbroken wordt.
Een veelgebruikt en goed hanteerbaar model is het zogenaamde 'stress-kwetsbaarheids model'. Bij een gezond mens is er evenwicht tussen draagkracht en draaglast, bij een depressief persoon is dat evenwicht verstoord. De draaglast komt van buiten. De draaglast wordt onder meer beïnvloed door: erfelijke factoren: de een wordt eerder depressief dan de ander.
Ook onze persoonlijkheid is een belangrijke factor. Die persoonlijkheid is voor een deel weer gevormd door alles wat we hebben meegemaakt. Iemand die in zijn jeugd veel steun en begrip heeft ervaren zal minder snel depressief worden dan een ander. Wie op jonge leeftijd (onder de 12) een of zelfs beide ouders verliest is extra kwetsbaar. Een heel kwetsbare plek is onze zelfwaardering: hoe kijken we naar onszelf en denken we óver onszelf? Een positieve zelfwaardering maakt minder kwetsbaar voor depressieve klachten. Belangrijk is ook de steun die wij vanuit onze omgeving ontvangen of weten te 'mobiliseren'. Die stéun is met name in de christelijke gemeente een vanzelfsprekende zaak: Als één lid lijdt... óók wanneer we dat lid niet kunnen 'volgen' in wat hij of zij meemaakt! Opvallend is, dat wetenschappelijk onderzoek heeft, vastgesteld dat onder andere hierdoor godsdienst depressies kan voorkomen of genezen.
Verder spelen omgevingsfactoren mee en het al of niet aanwezig zijn van groeimogelijkheden. Ten slotte ook: onze lichamelijke gezondheid.
Het al of niet krijgen van een. depressie heeft dus te maken met onze draagkracht of kwetsbaarheid, met de belasting die we moeten dragen, en met de steun die we daarbij van anderen ontvangen.
Oók heeft het te maken met ons geslacht: vrouwen worden tweemaal zo vaak depressief als mannen. Hoe dat komt is niet met zekerheid te verklaren.

Heinenoord          Th. W. H. van der Heijden

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Omgaan met depressieve bejaarden (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's