Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De betekenis van elektronische post voor de gemeenteopbouw (4)

Bekijk het origineel

De betekenis van elektronische post voor de gemeenteopbouw (4)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wachtwoord

Naar aanleiding van het artikel van vorige week in deze reeks ontving ik een elektronische brief van een mevrouw uit Zuid-Holland. Daarin deed ze een bijzonder praktische oplossing aan de hand voor het probleem van de niet gewaarborgde privacy bij e-mailcorrespondentie. Graag wil ik deze week beginnen met die oplossing door te geven. Het probleem was vorige week, dat het niet vertrouwd leek om via elektronische post bijv. kerkenraadsstukken te verspreiden, aangezien niet uit te sluiten valt dat buitenstaanders (m.n. medewerkers van de 'e-mailcentrale') daar ongemerkt kennis van kunnen nemen. Het verspreiden van teksten via e-mail, zo schreef ik, laat zich vergelijken met het verzenden van brieven in een open envelop. Nu wees de betreffende e-mailster erop, dat dit in principe niet geldt voor teksten die als bijlage met een elektronisch bericht meegezonden worden en die via een wachtwoord beveiligd zijn. In dat geval is het voor buitenstaanders wel mogelijk de elektronische brief te lezen, maar niet de bijlage. En vrijwel alle gangbare tekstverwerkingsprogramma's, zo schreef zij terecht, bevatten wel de mogelijkheid om teksten via een wachtwoord te vergrendelen. Ik heb dit meteen maar eens uitgeprobeerd met het programma dat ik zelf meestal gebruik (WordPerfect), en inderdaad bleek de wachtwoordfunctie goed te werken. De gedachte is dan dus, dat men met alle betrokken kerkenraadsleden een wachtwoord afspreekt, dat gebruikt moet worden om de betreffende stukken (notulen etc.) via de thuiscomputer te kunnen lezen.
Degene die me hierop attendeerde is zelf betrokken bij het jongerenwerk in haar gemeente. Ze schrijft dat alle stukken voor vergaderingen etc. rondom dat jongerenwerk al op deze manier (dus met behulp van zo'n wachtwoord) verspreid worden. Alle betrokkenen beschikken nl. over een e-mailadres en zij kennen het afgesproken wachtwoord.
Dat wachtwoord moet uiteraard niet al te voor de hand liggend zijn. Als kerkenraad moet men bijv. niet 'kerkenraad' als wachtwoord afspreken, want dat is het eerste wat ieder kan bedenken. Ook wanneer het wachtwoord niet zomaar te raden valt, zullen goed getrainde computerkrakers echter misschien nog wel in staat zijn het te doorbreken. Maar absoluut waterdicht krijgt men de zaken nooit. Dat is ook niet het geval bij de gewone post. Ik heb het nooit geprobeerd, maar er zullen vast wel technieken zijn om een dichtgeplakte envelop zó te openen en weer te sluiten, dat daar naderhand weinig of niets meer van te merken valt. Hoe dat ook zij, de conclusie is duidelijk: we kunnen met een wachtwoord beveiligde documenten die met een elektronisch bericht meegezonden worden, goed vergelijken met post in een gesloten envelop.

Ook vrouwen
Intussen blijkt uit het voorgaande dat er dus ook vrouwen zijn die bijzonder bedreven met e-mail weten om te gaan. Natuurlijk spreekt dat enerzijds vanzelf, maar anderzijds is er toch wel aanleiding daar en passant even bij stil te staan. Bij velen leeft immers toch nog de gedachte dat het bij elektronische post (net als bij andere computerzaken) om een echte mannenhobby gaat. Dat is dus een misverstand. Weliswaar zijn er in eerste instantie meer mannen die van elektronische post gebruik maken, doordat er nog altijd meer mannen dan vrouwen werkzaam zijn in de computerwereld. Maar mijn indruk is dat als het gaat om e-mail, vrouwen hun achterstand momenteel snel inhalen. Straks zal het met e-mail vermoedelijk net zo zijn als met de telefoon nu: vrouwen zullen er minstens zoveel (zoal niet meer) gebruik van maken als mannen.
Al met al hebben we gezien wat voor belangrijke rol elektronische post kan spelen, niet alleen bij communicatie in de zending, maar ook bij de organisatie van kerkenwerk in eigen land. Twee andere terreinen waarop e-mail van betekenis is, betreffen het pastoraat en de eredienst. Over die beide terreinen willen we nu achtereenvolgens iets schrijven.

3. Pastoraat
Wie als predikant in het kerkblad onder de adresgegevens ook zijn e-mailadres vermeldt, zal echt niet meteen overspoeld worden met elektronische post, maar kan in de loop der tijd toch allerlei reacties van gemeenteleden tegemoet zien. Zeker wanneer hij ertoe uitnodigt om hem in bepaalde situaties een e-mailbericht te zenden.
Een probleem dat zich in vele gemeenten rondom het pastoraat voordoet, is dat nogal eens vergeten wordt de kerk op de hoogte te stellen in geval van ziekenhuisopname. Misschien is dat niet altijd puur een kwestie van vergeten, maar (m.n. bij minder betrokken gemeenteleden) ook wel van er enigszins tegenop zien om de dominee te bellen. Of men is vanwege ziekenhuisbezoek etc. veel van huis en wil de predikant beslist niet op een minder geschikt tijdstip (bijv. onder etenstijd) lastigvallen. Na een tijdje denkt men dat dominee het inmiddels wel van derden gehoord zal hebben en ziet men dus helemaal af van een telefoontje naar de pastorie.
Een collega op Urk die dit probleem laatst nog maar weer eens in het kerkblad aan de orde stelde, wees erop dat hij geen luisterpalen heeft staan door het hele dorp en somde daarom een heel aantal mogelijkheden op om hem in geval van ziekte in kennis te stellen. Behalve telefoon en fax gaf hij als meest moderne mogelijkheid ook zijn e-mailadres op. Het zou me niet verbazen als dat laatste enig effect zou sorteren.
E-mail doet de 'laagdrempeligheid' nu eenmaal aanzienlijk toenemen. Een e-mailberichtje is immers zó geschreven en men breekt er niet mee in in het dagritme van degene die men wil bereiken. Is de telefoon inderdaad nog wel eens een lelijke indringer, voor elektronische post geldt dat niet: men kan er kennis van nemen op een tijdstip dat men zelf uitkiest.
Zelf kreeg ik in reactie op eerdere artikelen in deze reeks inmiddels al meerdere elektronische bevestigingen uit het land van dit voordeel. 'Het psychologisch effect erken ik, ' schreef iemand bijvoorbeeld, 'want ik zou het niet in m'n hoofd halen u te bellen laat staan een brief te schrijven. Een e-mailtje gaat snel en is vaak ook verrassend.'
Dit gegeven biedt intussen niet alleen perspectieven voor de praktische kant van het pastoraat (zoals in het voorbeeld van de ziekenhuisopname-melding), maar ook, en belangrijker nog, voor de inhoudelijke kant ervan.

Briefpastoraat
Van oudsher kennen we het verschijnsel van het 'pastoraat-per-brief' . Nog altijd zijn er heel wat pastores die graag en regelmatig pastorale contacten onderhouden via brieven.
Toch is het schrijven van brieven in vergelijking met vroeger helaas minder gangbaar geworden. In het meest recente handboek voor pastoraat (Liefdevol oog en open oor, Boekencentrum 1999) treft men dan ook niets meer aan over pastoraat per brief. Wel staat er een hoofdstuk in over pastoraat per telefoon. Dat is tekenend. Sinds de introductie van de telefoon ervaren we de brief veelal als een omslachtig en verouderd communicatiemiddel. Terwijl er toch echt belangrijke voordelen verbonden zijn aan het communiceren per brief boven het telefoongesprek. In het eerste geval is er immers veel meer reflectie, veel meer overweging van wat men de ander zal doorgeven. Elke zin moet afzonderlijk bedacht en aan het papier toevertrouwd worden. Dat heeft in pastorale situaties soms voordelen, zowel voor de predikant (pastor) als voor het gemeentelid (pastorant).
Welnu, via e-mail kan weer iets van het door de jaren heen verloren geraakte briefpastoraat terugkomen. Het initiatief daartoe kan uiteraard van beide kanten komen. Wel is het ook hier weer belangrijk, dat men over en weer zorgvuldig met deze mogelijkheid omgaat. Veelal zal immers geen gebruik gemaakt worden van de bovengenoemde constructie om de brief in een beveiligd document aan te hangen, maar zal de brief rechtstreeks geschreven worden. In dat geval dient de pastorant zelf zijn of haar grenzen te bepalen en kan de pastor zich daarbij aansluiten.
Zodoende kunnen, zo is mijn ervaring, op den duur wel degelijk diepgaande gedachtewisselingen ontstaan. Bijkomend voordeel is dat men - computerproblemen daargelaten - een elektronische brief moeilijk kwijt kan raken, want die blijft gewoon op een vaste plaats in het e-mailbestand aanwezig. Je kunt zelfs in één oogopslag zien of een brief al dan niet reeds beantwoord is.
Met name in situaties waarin gewoon pastoraat (huisbezoek etc.) problematisch is, bijvoorbeeld vanwege de geografische afstand, kan het een uitkomst zijn om via elektronische post pastoraal contact te kunnen onderhouden. Volgende week hopen we te beginnen met een concreet en interessant voorbeeld hiervan: het contact met uitwonende studenten die tot de gemeente behoren.

Bilthoven           G. v. d. Brink

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2000

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De betekenis van elektronische post voor de gemeenteopbouw (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2000

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's