Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastoraat (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastoraat (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de ontmoeting met predikanten in het Noorden hebben we ons vrij uitvoerig bezig gehouden met het thema Gemeenteopbouw. Als onderdeel daarvan vroeg men mij een inleiding over pastoraat te houden. Want, spreken we over pastoraat dan hebben we het ook over een onderdeel van, een vorm van gemeenteopbouw. Die link is natuurlijk zonder meer duidelijk. In de pastorale zorg voor de gemeente krijgt de opbouw van de gemeente gestalte.
En andersom kun je niet spreken over gemeenteopbouw zonder over pastoraat na te denken. In het pastoraat gaat het ook om gemeenteopbouw. Het is werken in en aan een gemeente waarin mensen zich opgenomen weten in de herderlijke zorg voor en in de wederzijdse betrokkenheid op elkaar.

Spanning
Eerst denken we na over de spanning die je als pastor beleeft rondom de invulling van je tijd voor het pastoraat. Elke predikant heeft vandaag te kampen met verschillende problemen op het terrein van zijn ambt. Soms zie je die problemen zelfs uitgroeien tot frustraties die samenhangen met hun fundamentele relatie met de gemeente. Je weet je aan haar verbonden, geroepen door God, door Hem aan elkaar gegeven. We spraken vol overtuiging uit: 'Ja, ik van ganser harte'. Maar, zodra problemen uitgroeien tot spanningen is de invloed daarvan direkt merkbaar in het contact en in de omgang met de gemeente.
Waar liggen nu de spanningen die soms tot zulke frustraties kunnen uitgroeien:
Op het vlak van de ligging: de visie op het heil, op de toepassing van het heil, de inhoud van de verkondiging. Of, er is een verschillend verwachtingspatroon: en dat wordt niet echt uitgesproken. Of je worstelt met de vraag op welke manier je geestelijke leiding, geestelijk stuur geeft aan en in het midden van de gemeente. Maar verschillende keren liggen er ook verborgen spanningen in het omgaan met je tijd. Als predikant heb je een vrij beroep. Je kunt zelf je tijd in delen. Je kunt in feite gaan en staan waar je wilt, controle is er niet, evaluatie bijna niet. Wie begrijpt eigenlijk precies welke spanningen dit soms mee brengt voor de predikant.

Bewogenheid
We zijn en hebben geen autoriteit meer zoals vroeger. Veelmeer wordt van ons geestelijk leiderschap gevraagd waarbij een hele kwetsbare en open opstelling wordt vereist. En daar liggen de conflicten in de structurering van je tijd heel dicht bij. Je weet je herder! En geen huurling. De laatste geeft niet om z'n kudde, tenminste niet echt. Als herder draag je de zorg voor de gemeente iedere dag mee. Kernwoord voor pastoraat is het woord 'bewogenheid'. Die bewogenheid rust in de ontferming van de grote Herder der schapen, Jezus Christus. Zijn ontferming reikte zo diep dat Hij Zijn leven gaf voor de schapen. Zijn ontferming en bewogenheid was en is gericht op intense persoonlijke omgang met mensen.
Welnu, tot het herderschap weten we ons geroepen. In de huidige organisatie van de gemeente voert de pastor nog steeds vele taken uit. Hij is een overvraagd mens. Het appèl van gemeenteleden is groot en vaak ook echt legitiem. Je zou er op in willen gaan, maar je komt er niet aan toe, je moet afbakenen. Het vinden van een goed evenwicht is niet altijd even eenvoudig.

Geestelijke volwassenheid
De noodzaak van pastoraat en de beschikbaarheid van je tijd staan soms haaks op elkaar. Het vraagt een grote dosis geestelijke volwassenheid om daar een goede weg in te vinden. Je moet daar ook in groeien om er geestelijk volwassen mee om te gaan.
Ik zeg dat nu vrij gemakkelijk. Toch is dat laatste niet zo eenvoudig. Je loopt aan tegen je eigen grenzen. Dat brengt een innerlijk conflict teweeg. Je handhaaft je zelf, je accepteert je grenzen niet. Je hebt het gevoel dat je optimaal moet functioneren en vooral ook presteren. Je hebt 't gevoel dat je nooit echt op een goede manier die standaard bereikt waarvan je vindt dat je die zou moeten bereiken. Je kampt met gevoelens van angst, schuldgevoelens over dat wat je niet doet. En de sluitpost is keer op keer: het gezin, de woonkamer, de zorg voor elkaar, de aandacht voor en de opvoeding van de kinderen.
Andersom: een overmatige duik in het vele pastorale werk kan ook een vlucht zijn. Een vlucht voor jezelf; voor je onmacht; voor de theologische en geestelijke bezinning op de verkondiging, maar ook op de inhoud van je pastoraat. Een vlucht uit de binnenkamer, uit de persoonlijke omgang met de Heere. Steeds dieper ben ik tot de overtuiging gekomen dat het in het pastoraat niet in de eerste plaats om de kwantiteit maar wel om de kwaliteit gaat. Ik denk aan momenten van: rust, aandacht, zorg. Vertrouwen moet groeien. Geestelijke leiding is geen handomdraai, geen routineklus. Het vraagt luisteren, het vraagt geestelijke wijsheid. Voor dat laatste blijft bezinning nodig, geestelijke bezinning en verdieping in het leven van knechten, die kinderen zijn. Naar de mate waarin het geloof functioneert krijgen we als het ware ook een extra zintuig voor wat onder de oppervlakte schuil gaat. Een voortdurende bezinning daarop is nodig, de persoonlijke omgang met mensen vraagt persoonlijke omgang met God. Geloofservaring, bevinding zijn momenten die in een pastoraal gesprek een plaats hebben. Maar, ze zijn er niet op commando. Daar moet een moment van vertrouwen en rust groeien. Binnen dat kader krijgt vertroosting en vermaning ook veel meer kleur en diepgang en ernst.

Studie
Die bezinning klemt temeer omdat we als pastores het onbehagelijke gevoel hebben dat de studie die je achter je hebt soms zo weinig te maken heeft met de huiskamer van een gezin uit de gemeente, waar man en vrouw elkaar de tent uitvechten. Noch minder met de ziekenzaal waar een jonge moeder net van de behandelend arts heeft gehoord dat ze ongeneeslijk ziek is. Om maar helemaal niet te spreken over iemand die klaagt dat ie God kwijt is, of over iemand met oprechte vragen rond de toe-eigening van het heil, of over iemand die vindt dat je niet zeuren moet omdat ie er van uitgaat dat in z'n leven alles wel goed komt, en de Heere God hem zeker een plaatsje gunt.
Al deze aspecten van het pastoraat (en dan heb ik het nog helemaal niet over de ethische vragen: als samenwonen en homofilie en orgaandonatie die je in het pastoraat ook tegen komt) vragen van ons een gedurige oefening in de Schrift, in de omgang met de Heere God, in de theologie, om toegerust te worden. Ik ben geen pastor voor eens en altijd. Ik moet steeds weer onderwezen worden om herder te zijn. Iedere keer als ik het weer mag zijn is het genade. Het herder-zijn in de gemeente kan niet worden losgemaakt van het leraar-zijn. Verkondiging en pastoraat beïnvloeden elkaar wederzijds. Maar herderzijn kan ook onmogelijk worden losgemaakt van discipel-zijn en blijven, van het steeds-weer-en-steeds-dieper-discipel-worden. Herder en leraar kunnen we alleen maar zijn als we discipel zijn. Dat laatste is geen status-quo, maar een proces. Discipel ben je en word je steeds meer, dieper. Een leerling is niet afgestudeerd, maar heeft dagelijks weer onderwijs van zijn Heere en Meester nodig. We hebben een dagelijkse bekering nodig. Steeds moet ik weer onderwezen worden in het Koninkrijk der hemelen. Een rennende herder - een herder die óndergaat in het pastoraat - is een contradictio in terminis. Een herder rent niet. Een zittende herder - die alleen maar op z'n studeerkamer is te vinden - is evenzeer een contradictio in terminis. Herderschap, pastoraat ontplooit zich in het leerling zijn van de Goede Herder. En leren, en studeren en mediteren hebben in zich de stuwkracht om de kudde van de Heere Jezus Christus te verrijken met dat wat ik uit de bronnen van de openbaring van Gods heil heb geput.

Wisselwerking
Hier is ook sprake van een wisselwerking. De noden en vragen, ook de moderne vragen in het pastoraat, brengen je tot een dieper boren in de Schrift. Je neemt de vragen van je gemeenteleden mee naar het Woord van God, naar de belijdenis van de kerk, naar de theologische bezinning en studerend klinken ze mee op de achtergrond. Zo word je verrijkt vanuit de Schriften in de soms ingewikkelde geestelijke noden en maatschappelijke vragen van je gemeenteleden. En op die manier groei je ook in de dienst van het pastoraat. Deze wisselwerking bewaart de vooral op studeren aangelegde dominee voor verwaarlozing van de schakel om de gevonden schatten van het heil handen en voeten te geven. Het bewaart de meer praktisch aangelegde pastor voor verwaarlozing van een voortdurende doordenking en bezinning.

Conclusie
De volgende conclusie zou ik voorlopig willen trekken:
Pastoraat en bezinning, de huiskamer van de gemeenteleden en de studeerkamer van je pastorie en de binnenkamer in je persoonlijk leven staan niet los van elkaar. Dat geeft meer vrijheid om naar een verantwoord evenwicht in tijdsindeling te groeien. Iedere dienaar heeft daarbij ook een eigen huiskamer. Ook daar draagt hij zijn verantwoordelijkheid. Je kunt daarbij geen algemene richtlijnen geven die voor iedereen gelden. Ieder moet aan deze integratie zelf vorm geven, afhankelijk van de situatie waarin je zit, en van je eigen gaven en talenten. Voor iedere dienaar liggen hier valkuilen en klemmen. We moeten die eerlijk onder ogen zien en eerlijk voor Gods troon brengen en in het gebed met Hem bespreken. Daarnaast dragen de broeders kerkenraadsleden zorg voor de dienaar door God in hun midden gegeven om hem in deze dingen te helpen en te begeleiden. Bovendien is de wijkouderling ook verantwoordelijk voor het pastoraat in zijn wijk. Zijn pastorale zorg heeft iets van 'een filterfunctie' tussen de leden van zijn wijk en de dienaar van het Woord. Zo gaat door de dienst van mensen de dienst van Christus voort.

G. D. Kamphuis

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2000

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Pastoraat (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2000

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's