Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leve de koningin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leve de koningin

De monarchie in discussie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hartverwarmend was de ontvangst in Katwijk en in Leiden van de koninklijke familie op koninginnedag. Prachtig was o.a. het. beeld van de Katwijkse koren met op de achtergrond de witte Andreaskerk aan de boulevard. En opeens was er die stem uit het volk, die nog eens klank gaf aan de oude drieslag: 'God, Nederland en Oranje'. Daarmee wilde de zegsman ongetwijfeld het beste wat hij in huis had verwoorden. We weten intussen best dat zo'n drieslag ook in negatieve zin kan werken, omdat deze religieus-nationalisme kan voeden. Alsof God zomaar aan de kant van Nederland staat. We weten uit de geschiedenis hoe fataal zulk een godsdienstig gevoed nationalisme voor een land en een volk kan zijn. Er zijn oorlogen uit voortgekomen.
Nochtans belijden we Gods hand in de geschiedenis. Dat geldt ook de wijze, waarop Nederland en Oranje met elkaar verbonden raakten; in de wording van de kerk der Reformatie zelfs. Dat geeft historisch besef in het licht van Gods handelen. Dr. H. Klink schrijft in de conclusies van zijn proefschrift Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje 1559-1568, dat Calvijn sterk rekening houdt met de historische ontwikkeling, die een volk in zijn staatsinstellingen heeft gehad en met de uitkomst ervan: 'Hij ziet er de voorzienige hand van God in'. Direct daarop volgt echter deze zin: 'Vandaar dat op de Staten ook van Godswege de (historisch gegroeide) roeping rust om de onderdanen van de vorst, in samenwerking met de vorst te regeren. Als de vorst zich daarbij niet aan het recht houdt, dienen zij het recht te handhaven en het krachtens hun roeping terwille van de bevolking voor het recht op te nemen'. In die tijd ging het nog om de Koning van Spanje en was de democratie, zoals we die nu kennen, nog niet in beeld. Maar de koning werd door Calvijn niet gezien als alleenheerser, terwijl hij overigens geen absolute uitspraak deed over de regeringsvorm. Tyrannie moest echter uitgesloten zijn. Dan was er zelfs het recht van opstand.

Discussie
De monarchie zoals wij die kennen is een constitutionele monarchie, die echter nauw verbonden is met het Huis van Oranje. De monarchie op zich is in de geschiedenis van ons land niet doorslaggevend. Enkele eeuwen lang was onze natie een republiek. Maar Oranje stond aan de wieg van de natie. Dat bepaalt de historische band tussen Nederland en het koningshuis. De monarchie te onzent is van na de Franse Revolutie. Op zaterdag 17 januari 1795 werd de oude republiek begraven (J. de Rek in Tussen republiek en monarchie). Op 18 januari week stadhouder Willem V voor de Fransen uit haar Engeland, overigens zonder dat maar één hoveling bereid was de ballingschap met hem te delen. Hij werd op het Scheveningse strand naar de pink Johanna Hoogenraad gedragen door een visser, die hem 'snikkend' op zijn armen nam. 'Schrei niet, mijn vriend, ik kom gauw weder', zei de stadhouder. Het zou duren tot na de omwenteling van 1813 voordat de zoon, Willem VI, met het fregat The Warrior in Scheveningen terugkeerde. Toen werd de macht van 'de kleine kring' (oligarchie), waarmee Willem V had geregeerd, gebroken. Op 1 december 1814 werd Oranje tot soeverein vorst uitgeroepen en was de monarchie een feit.

               ***

Willem I aanvaardde het koningschap met een verklaring, die luidde: 'Welaan dan! Ik zal mijn bedenkingen aan uwe wenschen opofferen, ik aanvaarde het koningschap wat Nederland mij aanbiedt, maar ik aanvaarde het ook alleen onder waarborging eener wijze constitutie, welke uwe vrijheit tegen mogelijke misbruiken verzekert'. Zo ontstond - zegt De Regt - in Nederland 'een nationaal koningschap, dat niet zoals in de meeste andere landen, het verbond met de aristocratie vernieuwde, terwijl in de meeste landen van Europa de monarchie tenslotte door de aristocratie in haar val zou worden meegesleept.'
De grondwettelijk vastgelegde monarchie te onzent was er de garantie voor dat de macht van de koning niet zo groot zou zijn, dat de vrijheid van het volk erdoor zou worden beknot. We moeten overigens wel bedenken dat die volksvrijheid, wanneer ze niet is genormeerd, ook een 'tyran' kan worden. Het is echter ook de ironie van onze nationale geschiedenis geweest, dat uitgerekend onder onze eerste koning, de Hervormde Kerk door middel van een koninklijk regelement (1816) aan banden werd gelegd en later de afgescheidenen (1834), die zich aan 'de regelementenkerk' onttrokken, werden vervolgd. De praktijk van zijn regering was strijdig met zijn afgelegde verklaring. Koning Willem I bleek toch zo zijn eigen gedachten over 'vrijheid' te hebben, hoewel grondwettelijk de macht van de vorst gering was.

In discussie
De democratie is sindsdien intussen zover voortgeschreden, dat de politieke macht van het staatshoofd vandaag inderdaad gering is. Dat wordt dezer dagen ook in allerlei toonaarden van bevoegde zijde (o.a. door oud-premier Lubbers) bevestigd. Daarom is het de vraag waarom het door D66-leider Thom de Graaf aangezwengelde debat over de monarchie opeens zulke brede kringen heeft getrokken en het functioneren van koningin Beatrix opeens allerwegen in discussie is. In Trouw schreef Willem Breedveld, dat er sprake is van 'een omslag in het denken over haar'. Hij beroept zich op de socioloog Van Doorn, die schreef, dat 'de aandelen van Beatrix in een vrije val (zijn) gekomen'. Ik belief er eerlijk gezegd niet zoveel van te geloven. Feit is wel - en daar zit 'm misschien toch de sleutel - dat de koningin de roddelbladen weinig aanleiding heeft gegeven tot schandaalartikelen. Breedveld zegt dat de roddelbladen geen belangstelling hebben voor 'een zakelijk koningschap', voor een koningin dus die hard werkt, haar staatsstukken kent, daarom soms haar ministers of staatssecretarissen de baas is en haar betrokkenheid op het wel en wee van land en volk ernstig neemt door politiek bij-de-tijd te blijven en wekelijks in gesprek te gaan met de premier. Misschien moeten we nog een stap verder gegaan. Van tijd tot tijd gispt Hare Majesteit het opdringende, soms ongenegeerd opdringende journaille in dit land. Zou de media-hype, die nu is ontstaan, ook kunnen duiden op een soort wraakoefening van die kant?
Anderzijds dienen we niet te onderschatten de afname van historisch besef in ons land, met als gevolg dat alles wat in de historie van ons land is verworteld, moet plaats maken voor moderne instituties.

               ***

Intussen wordt, eveneens van bevoegde zijde, toegegeven of onderstreept dat de monarchie, zoals die te onzent functioneert, een extra dimensie geeft aan de democratie. Dat heeft ook te maken met de concrete uitoefening van het koningsambt. We denken aan de functie van het Oranjehuis in de bezettingstijd. Menigmaal heeft Beatrix in het buitenland bij staatsbezoeken respect afgedwongen door wat ze als staatshoofd zei (bijv. in Indonesië en Israël).
Maar menigmaal heeft ze ook in toespraken in eigen land dingen gezegd, die uit haar mond anders klinken en overkomen dan uit de mond van welke minister dan ook, uitspraken ook vanuit haar godsdienstige overtuiging. Minister Pronk liet dezer dagen weten dat ze daarin zelfs wel wat meer 'ruimte' zou mogen krijgen.
Daarom is het zeer de vraag of 'de aandelen'  van onze koningin 'in een vrije val' terecht zijn gekomen. Konininginnedag sprak ook nu weer andere taal. En de honderden (duizenden) mensen in dit land, die een koninklijke onderscheiding kregen, hebben deze in dank aanvaard. Men moet tot het genre Remco Campert behoren om met een weigering extra publiciteit te willen bereiken. Maar dat zijn marginale gevallen. Laat me hier dan ook duidelijk zeggen: Leve de koningin! We hopen dat deze wens op de jaarlijkse prinsjesdag nog lang zal worden uitgesproken door regering en parlement.

De kerk
In het begin van dit artikel plaatste ik een kanttekening bij de uitdrukking God, Nederland en Oranje. Maar wanneer Calvijn spreekt van 'voorzienigheid' inzake de staatsinstelling van een land, kunnen we - de scheiding van kerk en staat na de Franse Revolutie ten spijt - toch historisch niet heen om de band tussen kerk en volk. De oud-Trouwjournalist Bert Klei gaf ooit een boekje uit, getiteld 'De koningin is lekker hervormd'. Eén van de eerder door hem geschreven columns daarin draagt die speels aandoende titel. Hij vertelt van scherpe tegenstellingen in zijn jeugd in Scherpenzeel tussen hervormden en gereformeerden. Toen hij zich als gereformeerd jochie op school beklaagde over een door hem meegemaakte hervormde kerkdienst, die 'zwaar en lang' was, stak een meisje haar tong tegen hem uit en zei: 'De koningin is lekker hervormd'. Later kwam hij haar in een Vlaardingse boekhandel tegen en wisten ze er nog van.
Zo bedoelen we uiteraard die historische band tussen kerk en volk niet. We bedoelen niet allereerst het hervormde instituut. We bedoelen wel, dat in de worsteling om een vrije kerk van de Reformatie in dit land, onze natie ontstond en het Oranjehuis daarin, ook religieus, een grote rol heeft gespeeld. Tot de dag van vandaag behoort het Oranjehuis tot de historische kerk der Reformatie.

               ***

Daarom is het Oranjehuis bij ons in ere. Niet kritiekloos. We noemden al Koning Willem I met zijn gehate regelementenbundel. Niet alle Oranjes zijn ook even geliefd geweest.
We realiseren ons vandaag, dat de predikers, waarmee de Oranjes zich kennelijk verwant weten (ds. Nico ter Linden, prof. dr. Anne van der Meiden), de lijnen van de Reformatie bepaald niet doortrekken naar vandaag, maar van vrijzinnig type zijn. Doorslaggevend is dan ook niet het formeel behoren tot het instituut maar het verworteld zijn in de religie van de kerk, waarmee het in dit land in de tijd van de Reformatie allemaal is begonnen.
Daarom is Oranjegezindheid niet kritiekloos. Eerlijk gezegd is de wijze, waarop door het koningshuis uiting wordt gegeven aan het in de kerk beleden geloof, voor ons wezenlijker dan de vraag of de vorstin haar vakantie in Oostenrijk belieft door te brengen. Intussen betekent het feit, dat de Oranjes behoren tot de kerk in dit land, dat ze ook deel uitmaken van een gemeenschap, die van alle tijden en plaatsen is en die de gemeenschap van een volk op zich te boven gaat.

               ***

In de kerken wordt wekelijks gebeden voor de koningin. Dat is meer dan een plichtpleging. Dat is roeping vanuit het Woord. Dat gebed krijgt temeer kracht daar onze koningin op haar belijdenis van het christelijke geloof aanspreekbaar is. Leve de koningin! Dat heeft ook een diepere zijde dan alleen het dagelijkse leven met alle verantwoordelijkheden vandien. Het is ook een bede.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Leve de koningin

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's