Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wereld als zendingsgebied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wereld als zendingsgebied

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is mij niet bekend hoeveel aandacht de seculiere media hebben besteed aan het evangelistencongres Amsterdam 2000, dat door tienduizend evangelisten uit heel de wereld is bezocht Toen het plaatsvond vertoefde ik in het buitenland. In ieder geval hebben het Reformatorisch Dagblad, het Nederlands Dagblad en Trouw aan dit gebeuren breed en positief aandacht gegeven. In een van de bijdragen werd vermeld, dat er ook bij seculiere media 'indruk' was over dit gebeuren.
Van het feit op zich, dat zovelen uit alle delen van de wereld veertien dagen lang bijeen waren om elkaar te bemoedigen, om in lezingen bemoedigd te worden en om samen te bidden en te zingen ging een getuigenis uit. Enige tijd geleden was Amsterdam in de ban van de zogeheten Gaygames, waarin de grenzen van het betamelijke meer dan overschreden werden. In Amsterdam is veel werelds vertoon. In Amsterdam stond nu echter ook twee weken lang het Evangelie centraal. Trouw meldde, dat 'Rai en omwonenden' zelden een beter georganiseerd evenement hebben meegemaakt Er was orde, ook in het transport van al die duizenden, naar hun slaapgelegenheid. Ook orde is een getuigenis op een locatie, waar soms de wanorde van geseculariseerd leven tot uitdrukking komt in festijnen, die uit de hand lopen, in voetbalvandalisme of in grensverleggende manifestaties.

Appèl
Van dit congres is een appèl uitgegaan op christelijk Nederland. De Billy-Grahamassociatie, die verantwoordelijk was voor dit congres, spreekt van 'een van de grootse bijeenkomsten in de geschiedenis van het christendom ooit'. Daar zullen dan de grote evangelisatiebijeenkomsten zelf van Graham (en Louis Palau) niet bij inbegrepen zijn, want die trokken tienduizenden bezoekers.
Toen Billy Graham direct na de Tweede Wereldoorlog voor het eerst zo'n meeting in Nederland had, in een vol Feyenoordstadion, trok deze een brede belangstelling in alle kerken. Ds. W. Dekker wees er in het Nederlands Dagblad op, dat er ook in die tijd wel betere preken te beluisteren vielen dan Graham hield. Toch nam iemand als dr. J. J. Buskes, zelf bezield met bewogenheid voor de schare, het voor Graham op tegen de heersende theologie van die dagen in, terwijl hij op de theologie van Graham best ook kritisch was. Hetzelfde kan worden gezegd van ds. L. Vroegindewey, die vanuit een heel andere hoek, op onderdelen ook met Graham verschilde, maar intussen zelf in het stadion was en er in positieve zin over schreef. Want het ging Graham om bekering, om het behoud van mensenzielen. Vroegindewey stond zelf van tijd tot tijd op een zeepkist in gemeenten, waar hij predikant was. Ook toen al deed Graham een appèl op het Nederlandse volk, gegeven zijn bewogenheid om de schare.

              * * *

Zo wil ik in eerste instantie ook dit congres benaderen. Hier waren mensen bijeen, die één ding gemeen hadden: de aandrang om Christus als de Weg, de Waarheid en het Leven te verkondigen aan mensen in (geestelijke) nood, of ze van die nood weten of niet. Ds. Chr. Van Andel van de Amsterdamse Jeruzalemkerk kwam er zelf bemoedigd vandaan. Geen eindeloze verschillen in Schriftopvatting maar de Schrift als bron van heil, om Christus te leren kennen in Zijn genade en barmhartigheid. 'De Bijbel werd aanvaard als het Woord van God'. En, zei Van Andel verder, de nadruk viel op verkondiging, waarin het gaat het 'om het uitdragen van de boodschap van Jezus Christus, gekruisigd en opgestaan'.
Terecht plaatste het Reformatorisch Dagblad boven een tweegesprek met mr. A. van der Poel van de GZB en ds. J. J. van Eckeveld, van de zendingsdeputaten van de Gereformeerde Gemeenten, onder de kop De spiegel van Amsterdam 2000. 'Al die evangelisten' - zei mr. Van der Poel - 'wilden eensgezind en met grote ernst de naam van Jezus Christus verkondigen.' Ds. Van Eckeveld zei letterlijk: 'Is er in onze kerken niet veel zelfgenoegzaamheid? Als trouwe kerkmensen meer belang hebben bij de hoogte van de aandelenkoers dan bij hun geestelijk welzijn, is er iets grondig mis. Maar als we onze eigen nood zien, is er een drang om ook de naaste te bekeren'.

Nood
Het is de vraag of deze nood in de Nederlandse kerken voldoende wordt beseft. We zijn in ons land over de hele linie rijk en verrijkt geworden, hebben aan geen ding gebrek en beseffen vaak niet hoe arm we zijn.
Mensen uit arme delen van de wereld, die niet of nauwelijks weten wat aandelen zijn, hebben er soms enorm veel voor over gehad om deze evangelistenconferentie bij te wonen. Ze hebben hun schamele bezit soms ingeruild voor, wat Arnold van Heusden (Evangelische Alliantie) noemde 'een schat aan onbetaalbare ervaringen'. Ik las van een evangelist uit Afrika, die vertelde dat hij zijn hele 'oogst' ervoor had opgeofferd om dit te kunnen meemaken. Het is me dan ook een raadsel hoe media hebben durven gewagen van het geldverslindende karakter van dit congres. Hoeveel geld wordt niet aan mindere doelen besteed in onze materialistisch ingestelde wegwerp-welvaartsmaatschappij! De vraag is of welvarende westerlingen een even groot percentage van hun inkomen bereid zijn te investeren in vorming en toerusting, om de boodschap van het Evangelie te kunnen uitdragen. Wij hier in het Westen hebben het minste recht om op de kosten van zo'n congres af te dingen. Ruim de helft van de deelnemers kwam uit ontwikkelingslanden in het Zuiden, met name uit arme landen in Afrika en Azië en zijn bemoedigd naar huis gegaan om thuis de draad van de evangelieverkondging weer op te pakken. 

Roeping
Het is opvallend en tekenend, dat jonge kerken in de Derde Wereld vaak het evangelisatiewerk hoog op de agenda hebben. Dat heeft mij ook getroffen in de contacten met vertegenwoordigers van zulke kerken tijdens de GOR-assemblee in Yokyakarta. Evangelisatie behoort bij het gemeentezijn, als een eerste roeping. Na afloop van kerkdiensten gaf men daarvan soms spontaan getuigenis. Over Nigeria bijvoorbeeld, vanuit een kerk, waar twintig jaar geleden in één jaar slechts één kind werd gedoopt en nu jaarlijks meer dan duizend kinderen worden gedoopt. Een vertegenwoordiger van de Presbyteriaanse Kerk in India vertelde, dat zijn kerk (met 900.000 leden) ongeveer 900 evangelisten telt (1 op 1000) en dat zijn kerk een sterke groei doormaakt.

               * * *

Hoe is dat in onze situatie? Nederland is zendingsgebied geworden. Evangelisten, die hier twee weken vertoefden, hebben zich verbaasd over onze welvaart (alles zo schoon en ordelijk) maar tevens over de grote afval onder ons. Men heeft massaal voor Nederland gebeden. Wij brachten hen ooit het Evangelie, met de daaraan verbonden normen en waarden. Zij werden nu geconfronteerd met een samenleving, waarin die normen en waarden almeer worden prijs gegeven. Daartegen steekt schril af het geluid, dat hier en daar te vernemen was over de foute theologie of verkeerde leer achter dit alles. In een Opgemerkt in het RD werd zelfs van 'zielsmisleidend' gesproken en over ontheiliging van de zondag.
Evangelisatiewerk staat hier en daar onder verdenking, met name wanneer vormen worden gekozen, waarmee wordt gepoogd een brug te slaan naar de onkerkelijken. Men moet zich afvragen of zulke uitingen niet een bewijs ervan zijn, dat de wet meer kracht heeft dan de genade.

Zes continenten
Hoewel men een congres als dit als evangelikaal in de ruimste zin van het woord mag aanmerken - tot de evangelikalen behoren internationaal gezien ook de gereformeerden - was het opvallend, dat het niet gekenmerkt werd door bekende evangelische slogans, die op elke situatie in de wereld van toepassing worden verklaard. Met name het feit, dat men internationaal gerenommeerde sprekers had uitgenodigd, betekende dat er een spade dieper werd gestoken als het gaat om het indragen van de boodschap van het Evangelie in de verschillende culturen. De Angelicaanse aartsbisschop George Carey, de Anglicaanse prediker John Stott en de theoloog J. Packer brachten - naar mijn waarneming van terzijde - dieptedimensie aan. Laatstgenoemde riep op zich bij evangelisatiewerk niet te ver te verwijderen van de kerken. En Carey maakte indruk door te zeggen; dat een gebroken wereld alleen kan worden geheeld door Christus te preiiken:

'Paulus spreekt in Romeinen 5 in de meest ergerniswekkende termen over Christus - als de enige Redder van zonden, als Gods gave voor ons allen, en de Enige door Wie een nieuw rijk is begonnen. De betekenis van het Christelijke Evangelie ligt niet simpelweg in de ervaring van vernieuwing - andere religies bieden dat evengoed - maar in de onvergelijkbare Persoon van Christus'. God sprak in Hem het laatste woord. Daarom, welk soort Redder heeft de wereld nodig? Dezelfde die zij altijd nodig had. Degene waarover de apostelen zich verwonderden en die de kerk de eeuwen door heeft geleerd.'

               * * *

Het is-al enige tijd in gebruik om te spreken van zending in zes continenten. Ooit maakt prof. dr. A. A. van Ruler bezwaar tegen deze term, omdat het groot verschil maakt of men zending bedrijft in landen van de wereld, waar het Evangelie nog niet eerder was (pre-christelijk) of landen, waar het Evangelie is geweest maar waar de ontkerstening intrad (post-christelijk). Moet in het laatste geval niet worden gevreesd, dat het moeilijk valt, zo niet onmogelijk is om diegenen, die eens verlicht zijn geweest en afvallig worden, weer tot bekering te brengen (Hebr. 6 : 4)?
De bodem, waarop het zaad valt, blijkt in ons land hard te zijn geworden en de doornen blijken verstikkend te zijn. Evangelisatiewerk lijkt hier meer ploegen op rotsen te zijn dan elders. Nochtans is zending ver weg en evangelisatie dichtbij blijvende opdracht. Daarin heeft 'Amsterdam 2000' ons een spiegel voorgehouden. Het vraagt dan wel (theologische) doordenking om de Schrift, in de contekst, waarin de Schriftwoorden staan en in de contekst van de tijd, waarin ze werden geschreven, over te brengen naar de contekst van mensen vandaag, die van het Evangelie zijn vervreemd.

Bezinning
Welke spiegel houdt Amsterdam 20Ó0 de kerken in Nederland voor?
1. God verkondigt alle mensen alom dat ze zich zullen bekeren, want de tijd van de onwetendheid is voorbij (Hand. 17). Dat vraagt om zending en evangelisatie als behorend bij het wezen van de gemeente van Christus, in bewogenheid om de schare.

2. We moeten, ons afvragen of onze welvaart en onze rijkdom niet grote barrières zijn in zowel het uitdragen als het ontvangen van het Evangelie, dat gericht is op 'armen en verlorenen'.

3. Evangelisatie kan ook zo kerkelijk geïnstitutionaliseerd worden, dat persoonlijke betrokkenheid en de roeping van de hele gemeente naar achter worden gedrongen.

4. Het was tot onze ontdekking, dat er tienduizend evangelisten veertien dagen lang onder ons zijn geweest in het hart van geseculariseerd Nederland.

               * * *

Het evangelistencongres in Amsterdam heeft ons met onze neus op de feiten gedrukt, op het onopgeefbare van het Evangelie van Christus voor een verloren wereld. De gereformeerde traditie is hierin voluit evangelisatorisch. Ze heeft als het goed is hoge papieren om met het appèl aangaande 'zonde en genade', van Gods souvereiniteit en de liefde van Christus, uit te gaan in de wereld. Voordat we onze kritiek geven op wat in Amsterdam gebeurde - en wie zou alles klakkeloos willen overnemen - moeten we ons afvragen wat we er zelf in de praktijk van terecht brengen. Met die vraag zijn we nog niet klaar. Ik sluit af met twee behartigenswaardige momenten uit de slotverklaring van 'Amsterdam 2000':

• Menselijke nood en evangelisatie
De Bijbel openbaart ons dat alle mensen vanuit zichzelf rebelleren tegen de God die hen maakte en die zij vaag kennen; zij zijn vervreemd van Hem en afgesneden van alle vreugde van het kennen en dienen van Hem, dat de ware vervulling is van de menselijke natuur. ... We beloven onszelf dat we gelovig en mededogend de waarheid over de huidige geestelijke staat van de mensen zullen spreken, waarbij we hen waarschuwen voor het oordeel en de hel die de zondaren tegemoet zien, maar ook spreken over de liefde van God die Zijn Zoon gaf om ons te redden.

• Cultuur en evangelisatie
God redt mensen in hun eigen cultuur. Evangelisatie van de wereld heeft als doel de groei van kerken die zowel diep zijn geworteld in Christus als een nauwe band met hun cultuur hebben. ... Dat betekent dat er een identificatie is met de cultuur, terwijl er tegelijk voor gewaakt wordt dat het evangelie gelijkgesteld wordt met de cultuur. Omdat alle menselijke culturen deels door de zonde worden bepaald, zijn de Bijbel en Christus op beslissende punten tegen elke cultuur gericht.

Zending aan een wereld in nood strekt zich zo wel uit over zes continenten.

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2000

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De wereld als zendingsgebied

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2000

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's