Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Adventstroost (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Adventstroost (1)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de Heere vervloekt heeft!' Genesis 5 : 29

Te midden van de namen die genoemd worden in deze geslachtslijst, zijn er een paar die bijzonder opvallen: in vers 24 lezen we van Henoch die met God wandelt en in vers 29 wordt Lamech genoemd die, als hij 182 jaar is, een zoon ontvangt en door de naamgeving, een adventsprofetie uitspreekt. Noach betekent rust, troost. Lamech en zijn geslacht zoeken dus naar troost. De Goddelijke troost. Wat een verschil met het geslacht van Kain. Ook dit geslacht zoekt naar troost, want ook Kains geslacht heeft door de zondeval te maken met de moeiten en zorgen van het leven, de zware arbeid die een vervloekte aardbodem met zich meebrengt. Maar Kains geslacht is in alle opzichten uitgegaan van Gods aangezicht. In Genesis 4 kunt u lezen hoe de goddeloze Lamech zich verzoend heeft met de vloek die er rust op het aardrijk. Tegenover de vloek staat een cultuur die men heeft opgebouwd om het leed te verzachten, om de Heere buiten het leven te houden en het leven zelf zo aangenaam mogelijk te maken.
De Godvrezende Lamech van Genesis 5 behoort tot het geslacht dat begonnen was de Naam van de Heere aan te roepen. We merken er niet zoveel van totdat we inderdaad de namen van Henoch en Lamech tegenkomen. Dat onderscheid tussen de geslachten heeft alles te maken met Gods verkiezend welbehagen. Uit het geslacht van Seth zal eens de meerdere Noach geboren worden, de Trooster, de Rustaanbrenger. De oudtestamentische gelovigen hebben naar Hem uitgezien, ook Lamech, de kleinzoon van Henoch. De Godsvreze siert dit geslacht. Dat komt ook tot uiting in de namen die de kinderen ontvangen. Niet zomaar een modenaam, maar vol van de Heilige Geest, geeft Lamech dit kind een bijzondere naam. Ziet u hem met zijn pasgeboren zoon in de armen en hoort u hoe de Geest van de profetie hem vervult: 'En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten...' Waarom? 'Vanwege het aardrijk dat de Heere vervloekt heeft'. En het gevolg daarvan is de smart van onze handen. Onze handen door onze Schepper gegeven om het aardrijk te bouwen en te bewaren en God ermee te dienen. Lamech weet dat hij behoort tot het geslacht van Adam dat heel bewust Gods toorn en vloek over zich heen heeft gehaald. Daarom lijden de handen van Lamech door de doornen en distels en eet hij het brood der smarten. Lamech beleeft dit alles als Gods rechtvaardig oordeel over de zonde van Adams geslacht. De aarde vervloekt om onze zonden. Daarom is Lamech ook een man die lijdt aan zijn tijd. Het tijdperk vlak voor de zondvloed, waarin de goddeloosheid van Kains geslacht schrikbarend toenam. Nee, Lamech verheft zich niet boven alle goddeloosheid, komt niet met allerlei verwijten, maar buigt onder Gods oordeel. Dat is altijd de kortste weg tot de Goddelijke troost. En voor die troost zal de Heere Zelf zorgen. Als wij geen weg meer zien, als er geen verwachting van onze kant is, komt de Heere zelf. Lamech mag met Noach in de armen de Heere aangrijpen om Zijn eigen belofte, gedaan in het paradijs in de moederbelofte. 'Deze zal ons troosten'. Dat zal de Heere inderdaad doen door Noach, die de ark zal boüwen en die een prediker der gerechtigheid zal zijn. Wat een troost als de Heere in zulk een tijdsgewricht mensen geeft die zijn zoals Noach. Zijn levenstaak is een waarschuwing tegen alle goddeloosheid en ongerechtigheid en een getuigen van de ene troost die er is in leven en sterven, omdat het werk van zijn handen heenwijzing is naar het werk van Christus' handen. Doorboorde handen zullen het zijn straks aan het vloekhout van Golgotha, vanwege het aardrijk dat vervloekt is. Daarom mag Lamech, vol verwachting, zijn zoon Noach noemen. Het werk van onze handen bracht de vloek over ons. Maar het werk van Christus' handen brengt de zegen, de troost waarmee we kunnen leven en sterven. 'Deze zal ons troosten'. Dat zal Christus Consolator doen voor ongetroosten en door onweder voortgedrevenen. Voor mensen die ook vandaag niet meer kunnen leven van de troost die de wereld te bieden heeft, die hun ziel dagelijks kwellen bij het zien van zoveel goddeloosheid en die door een Ander getroost moeten worden. Ziet u uit naar Hem die gekomen is en Die ook vandaag een Ark van behoudenis wil zijn, zoals in de dagen van Noach?

Lunteren               A. J. Schalkoort

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2000

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Adventstroost (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2000

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's