Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht van eenvoudig geloof (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht van eenvoudig geloof (2)

Johann Christoff Blumhardt

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Predikant in Möttlingen
Op 31 juli 1838 wordt Blumhardt dan eindelijk als predikant bevestigd in Möttlingen, een dorpje in het Zwarte Woud. De gemeente die hij daar zal gaan dienen is niet veel groter dan Iptingen en telt zo'n duizend zielen.
Möttlingen was een gemeente waar al zo'n honderd jaar lang trouwe en begaafde domininees hadden gestaan. In prediking en pastoraat was men dus niets tekort gekomen. En toch: een echt bloeiende gemeente was het niet. Zijn voorganger, dr. Barth, klaagde vooral over het grote aantal slapenden tijdens zijn diensten. Hier ging Blumhardt met goede moed en op dezelfde wijze als in Iptingen aan de gang. En blijkbaar had hij tijd genoeg om ook te studeren, want hij liet zich door Barth strikken om de redactie van een zendingstijdschrift op zich te nemen en een zendingsatlas te schrijven. Hij werd dus dominee op een dorp, maar leefde mee met de wereldkerk en de wereldzending. Zo begon alles in Möttlingen dus heel rustig. Maar dat zou spoedig veranderen.

Gottliebin Dittus
In Möttlingen woonde namelijk een meisje met de naam Gottliebin Dittus. Ze was wees en woonde sinds 1840, samen met twee zussen en twee broers, in één huis. Vanaf het moment dat zij in dat huis waren getrokken begon Gottliebin vreemde geluiden in huis te horen. Geluiden die zij al snel herkende als die van klopgeesten. En zij was niet de enige, want ook anderen, ook Blumhardt zelf, hebben deze geluiden gehoord. Het duurde niet lang of de toestand van Gottliebin begon ernstig te verslechteren. Zij kreeg last van stemmen en steeds heviger werden de aanvallen op haar lichaam. Het gaat te ver om een precieze beschrijving van alle details te geven. Blumhardt heeft ze in een verdedigingsgeschrift allemaal nauwgezet opgeschreven en geprobeerd te duiden. Feit is in elk geval dat er in huize Dittus de meest ongelooflijke dingen gebeurden. Zowel overdag als 's nachts werden er angstaanjagende geluiden gehoord, maar daar bleef het niet bij. Gottliebin werd in toenemende mate getroffen door hevige koortsaanvallen en andere lichamelijke verschijnselen, waar geen arts raad mee wist.
Wat nu? Wat kon Blumhardt, die er steeds bij werd geroepen, doen? Hij was niet anders dan een gewone Duitse pastor, die zich nooit met dit soort zaken had beziggehouden. Een pastoraal hart had hij, dat zeker, maar dit was van een andere orde. Hij werd, nog maar net begonnen, in het diepe van een geweldige geestelijk strijd geworpen. Maar wat moest hij doen? Wel, Blumhardt doet, wat gezien het voorgaande portret, te verwachten is. Hij kan, in het licht van de Bijbel maar één conclusie, trekken: Gottliebin is bezeten door demonen. En tegen demonen zijn maar twee wapens inzetbaar: bidden en vasten. En dat gaat Blumhardt doen. Bidden en vasten. Op een bepaald moment, als de crisis tot een hoogtepunt lijkt te zijn gekomen, schreeuwt Blumhardt het uit tot zijn Heiland, Jezus Christus en hij zegt: 'Heere Jezus, help mij! We hebben nu lang genoeg gezien wat de duivel doet, nu willen we ook zien wat Jezus, de Heer, vermag'. En zo begint de strijd.

Blumhardt's geestelijke strijd

Deze strijd zou maar liefst 1, 5 jaar gaan duren en uiteindelijk uitlopen op de definitieve bevrijding van Gottliebin. Maar wat zou de weg lang zijn en hoe ongelooflijk de verschijnselen waarmee deze pastor geconfronteerd werd. Zo gebeurde het, dat Gottliebin als in een droom een vrouwengestalte zag, die haar angst aanjoeg. Het bleek de gestalte van de vrouw die twee jaar daarvoor onder zware doodsstrijd, in ditzelfde huis gestorven was. Hoewel ze haar zonden had bekend, had ze toch geen rust gevonden. Op het moment dat Blumhardt begint te bidden voor Gottliebin, lijkt het alsof de geest van deze vrouw in haar vaart. En met een stem, die niet Gottliebins stem is, klinkt het: 'Die Naam Jezus kan ik niet verdragen!' Blumhardt, die niet weet wat te beginnen, bidt God om wijsheid en besluit om vragen te stellen. Als hij aan de stem vraagt: 'Ben je alleen?' klinkt het onheilspellende antwoord: Nee, ik ben hier met de allerergste! Vervolgens trekt Blumhardt de stoute schoenen aan en gebiedt in Jezus' Naam om Gottliebin te verlaten. Daarna wordt ze rustig. Maar de strijd gaat door. Steeds klinken uit de mond van Gottliebin stemmen die Blumhardt als demonische beschouwt. Steeds heviger worden ook de lichamelijke aanvallen. Borstbloedingen, zelfmoordpogingen en de meest wonderlijke gebeurtenissen zouden aan de bevrijding vooraf gaan. Een bevrijding, die uiteindelijk op dramatische wijze plaatsvindt. In de nacht van 27 december 1843 is het alsof alles vanaf het afgelopen jaar zich nog éénmaal, in verhevigde mate herhaalt. Weer zijn er de stemmen van de demonen, die door de mond van Gottliebin kenbaar maken dat ze haar niet los zullen laten. Maar uiteindelijk, na een uitputtende gebedsstrijd moeten ze strijd toch verliezen. En de laatste demon, die zichzelf 'engel van Satan' noemt, verlaat het lichaam van Gottliebin met de in het hele dorp hoorbare kreet: Jesus ist Sieger! Jezus is overwinnaar. Het was een kreet, die in Blumhardts verdere leven tot een levensmotto zou worden.

Wat moeten we hiervan denken?
Wat moeten we nu van die strijd in Möttlingen denken? Wel, daar raak je maar niet over uitgedacht. Was Gottliebin echt bezeten? Was het niet verstandiger geweest als zij door een goede psychiater behandeld was (hoewel die er natuurlijk nog niet waren, toen). Ik vind het heel moeilijk om er een oordeel over te geven, want in de strijd van Möttlingen blijken theologie en psychologie wel heel dicht bij elkaar en zelfs door elkaar heen te liggen. In de Duitse uitgave van Blumhardts geschriften over de strijd in Möttlingen is ook een fundamentele commentaar toegevoegd. Alle verschijnselen en symptomen van Gottliebin blijken door artsen en psychologen uit onze eeuw grondig te zijn onderzocht. Wat in al die commentaren duidelijk wordt is, dat voor heel veel van de door Blumhardt beschreven verschijnselen wel een psychologische verklaring lijkt of blijkt te bestaan. Daardoor wordt de gedachte dat Gottliebin Dittus inderdaad bezeten was behoorlijk getemperd. En toch blijft, door al die kritische commentaren heen, één ding bij iedereen rechtovereind staan: Er was iets, wat zich aan onze wetenschap onttrekt en waarin Blumhardt het enige juiste heeft gedaan: biddend en vastend de geestelijke strijd strijden. Nooit wist Blumhardt zeker wat hij van wat hij meemaakte denken moest. Hij zocht hulp bij collega's, maar die lieten hem vrijwel allemaal in de kou staan. Blumhardt zou zich later zelfs voor zijn optreden moeten verantwoorden bij de kerkelijke autoriteiten. Hij stond er dus in veel opzichten alleen voor, maar te midden van dat alles bleef hij eenvoudigweg op Jezus zien. Bij Hem zocht Hij kracht en hulp en wat we verder ook van het gebeuren in Möttlingen denken: Jezus wérd overwinnaar! En dat blijft, ook vandaag, de profetische stem van Blumhardt. Toch zou het onjuist zijn om deze geschiedenis een groter gewicht te geven dan Blumhardt hem zelf gaf. Dat dit in de loop van de jaren wel gebeurd is, is alleszins verklaarbaar, maar vindt geen grond bij Blumhardt zelf. Vanuit wat er óver hem geschreven is, ontstaat heel gemakkelijk het beeld, dat Blumhardt na de gebeurtenissen in Möttlingen tot een structurele dienst der bevrijding is gekomen. In elk geval was dat wel het beeld dat bij mij in de loop van de jaren was ontstaan. Met die verwachting begon ik dan ook de lectuur van zijn geschriften. Maar al gauw werd me duidelijk: voor Blumhardt was de strijd in Möttlingen, in elk geval achteraf bezien, niet meer dan de opmaat van wat komen ging. En wat komen ging was een massale opwekking in Möttlingen en omgeving. Een opwekking waarbij vele wonderen van genezing en bevrijding plaatsvonden. Maar toch vooral - en Blumhardt wordt niet moe dat te benadrukken - een beweging van bekering en boete en uitstorting van Gods genade.

De opwekking van Möttlingen
Een nieuwe opwekking. Dat is de vrucht van de strijd in Möttlingen. Het is heel ontroerend om te lezen, hoe de mensen (veelal eenvoudige boeren) eerst uit het dorp en later van heinde en verre, komen om Blumhardt te horen preken en vooral om, op zijn studeerkamer, hun zonden te belijden en vervolgens, onder handoplegging, de toezegging van vergeving te ontvangen. Hoe bijzonder de voorafgaande gebeurtenissen ook waren, het loopt uit op een beweging waarin zonde en genade en in dat licht ook verlossing van alle kwade machten, centraal staan. Dat daarbij ook wonderen van genezing gebeurden beschouwde Blumhardt, vanuit het Evangelie, als de vanzelfsprekende vruchten van Gods bevrijdende genade. Maar het zou juist deze opwekking zijn, die de aanleiding zou worden voor de derde fase in Blumhardts leven. De kerkelijke autoriteiten van de Lutherse Kerk zien de ontwikkelingen in Möttlingen met lede ogen aan. Ze hebben weinig oog voor wat daar geestelijk aan de hand is, maar maken zich vooral druk over kerkordelijke zaken. Mag pastor Blumhardt wel pastoraat verlenen aan mensen die niet tot zijn gemeente behoren? Blijft Blumhardt wel binnen de grenzen van kerkorde en belijdenis als hij bij de biecht de handen oplegt? Het slot van het liedje is, dat Blumhardt een verbod krijgt opgelegd om mensen van buiten Möttlingen persoonlijk te ontvangen. Een beslissing, die Blumhardt ongelooflijk veel tranen heeft gekost.

Bad Boll
Uiteindelijk kon hij het niet langer verdragen. Hij besloot, met behulp van een aantal welgestelde vrienden, om het werk dat door Gods genade op zijn weg was gekomen, dan maar buiten de gemeente te gaan voortzetten. Het lukte hem in 1852 om in Bad Boll, een voormalig bronnenbad annex kuuroord een groot Kurhaus te kopen. En daar stichtte hij een gemeenschap, die wat lijkt op de Herberg van de IZB, maar die veel breder reikt. Blumhardt wordt daar, tot aan zijn dood, 'pastor in de wereldkerk'. Van heinde en verre komen mensen naar Bad Boll, om door de prediking en het pastoraat van Blumhardt verrijkt en soms genezen weer heen te gaan. Duizenden brieven heeft Blumhardt er gekregen en beantwoord. En, niet te vergeten: vijf jaar lang gaf hij een pastoraal blad, Blätter aus Bad Boll, uit, waarmee hij een breed publiek, tot in Nederland toe, bereikte. En zo werd Blumhardt een pastor met de wereld als zijn werkterrein.

Gouda               B. J. van der Graaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De kracht van eenvoudig geloof (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's