Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht van eenvoudig geloof (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht van eenvoudig geloof (3)

Johann Christoff Blumhardt

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De betekenis van Blumhardt
Wie het leven en werk van Johann Christoff Blumhardt overziet zal het ermee eens zijn dat een ontmoeting met Blumhardt een inspirerende gebeurtenis is. Zijn warme persoonlijkheid, zijn diepe geloof en vooral ook de bijzondere genade die hem in zijn bediening geschonken werd: in de ontmoeting met deze dienaar des Heeren worden als vanzelf diepe verlangens wakker geroepen naar een krachtige werking van Gods Geest, ook in onze dagen. Dat is het dan ook vooral wat je bij Blumhardt moet zoeken. Je moet Blumhardt niet bestuderen vanwege de rijkdom van zijn ideeën en de diepte van zijn gedachten. Daarvoor kun je beter bij andere theologen te rade gaan. Blumhardt sr. is man van het geleefde geloof en de theologie van de eenvoud. De man van het geloof dat bergen verzet, dat eenheid sticht, dat wonden geneest. De eenvoud, die juist daarom zo diep is. Toch zijn er tegelijkertijd wel degelijk een aantal hoofdgedachten die Blumhardt heeft ontwikkeld, die ook vandaag de moeite van het overdenken meer dan waard zijn. Van die gedachten wil ik er graag een paar doorgeven.

Enkele hoofdgedachten
l. De verwachting van een nieuwe heilstijd
De eerste gedachte die je bij Blumhardt voortdurend tegenkomt is de verwachting van een nieuwe heilstijd. Blumhardt was ervan overtuigd dat er, voorafgaande aan de wederkomst, nog éénmaal een zodanige uitstorting van de Heilige Geest zal plaatsvinden, waardoor de tijd van de eerste gemeente zal herleven. Blumhardt kwam al tot die gedachte vóór de gebeurtenissen in Möttlingen. Levend in de wereld van de Schrift kon hij niet anders dan concluderen dan dat de kerk van zijn dagen ver af was komen te staan van de door de Heilige Geest in vuur en vlam staande gemeente van het begin. Blijkbaar had de kerk haar eerste liefde verlaten en had zij de Heilige Geest bedroefd. Maar in diezelfde Schrift - en vooral in het Oude Testament! - vond Blumhardt zoveel aanwijzingen dat het nog eens anders zou worden, dat hij ervan overtuigd was dat dat nog voor de wederkomst zou gebeuren.
Het laat zich raden wat de gebeurtenissen van Möttlingen en later Bad Boll in dit kader voor Blumhardt betekend hebben. Ze wakkerden zijn hoop alleen maar verder aan en steeds vroeg hij zich, biddend en tastend, af, of de heilstijd nu zou aanbreken. Daarbij is het overigens opvallend, dat hij altijd uiterst nuchter bleef. Van geestdrijverij moest hij niets hebben en steeds bleef bij hem het diepe besef de overhand houden, dat er pas echt van een heilstijd gesproken zou kunnen worden, als deze wereldwijd zou zijn. Toen zich aan het einde van de 19e eeuw de eerste tekenen van de Pinkstergolf van de 20e eeuw aandienden (in Duitsland gebeurde dat toen al), was Blumhardt de eerste om te zeggen dat dat niet de heilstijd was die God geven zou. Daaruit bleek mij - tot mijn verrassing - dat Blumhardt niet zomaar geannexeerd kan worden door de charismatische beweging, hetgeen echter maar al te vaak wel gebeurt. Charismata horen volgens Blumhardt bij de nieuwe heilstijd en wie er vóór die tijd naar grijpt vergrijpt zich!

2. De universaliteit van het heil
Dat brengt me meteen op een tweede belangrijke overtuiging van Blumhardt en die luidt dat het heil voor hem principieel universeel is. Dat wil zeggen: telkens opnieuw klinkt bij Blumhardt het diepe besef door, dat het in Jezus Christus verschenen heil bedoeld is voor alle mensen. Keer op keer kom je in zijn geschriften en preken verwijzingen tegen naar de woorden van Paulus aan Timotheüs en Titus, dat het heil van Christus is verschenen aan alle mensen en dat God niet wil dat iemand verloren gaat maar dat zij allen behouden worden.
Blumhardt heeft zich dus nooit laten ontmoedigen door een verlammende dubbele predestinatieleer of een benauwd geestelijk leven van alleen de eigen kring. Nee, voor Blumhardt stonden de vensters naar de wereld altijd wagenwijd open, want voor die wereld, voor die zuchtende schepping is het heil bedoeld. Heil is pas echt heil, als het ook verlossing van de gebroken schepping inhoudt. Dit alles geeft aan het getuigenis van Blumhardt iets ongelooflijk krachtigs en stimulerends. Door al zijn woorden heen proef je de overtuiging: God is vóór ons en niet tegen ons. Nooit zit er bij Blumhardt een waarheid achter de waarheid. Nee, het Woord en de beloften zijn waar, voor alle mensen. Wie ze gelooft wordt behouden. Zo eenvoudig is dat.

3. Het laatste oordeel als moment van beslissing
Een opvallende trek in het denken van Blumhardt is zijn overtuiging, dat de uiteindelijke beslissing over behouden worden of verloren gaan niet valt bij het sterven, maar bij het laatste oordeel. Anders gezegd: Blumhardt houdt er, op grond van de Schrift rekening mee, dat er ook na de dood van ons mensen door de Opgestane Heiland, die heerst over doden en levenden (Rom. 14 : 7-9) nog gewerkt wordt. Een ook onder ons nogal eens gebruikte uitdrukking 'zoals de boom valt blijft hij liggen' (naar Prediker 11 : 3) wordt door hem dan ook niet zomaar onderschreven, ja zelfs verworpen en wel op grond van wat hij in de Bijbel leest. Zo noemt hij keer op keer de belofte, dat geheel Israël zalig zal worden en trekt daaruit de conclusie dat er dus voor al die mensen uit Israël die zonder erkenning van Jezus als Messias stierven nog steeds hoop is. Uit de woorden van Jezus over de zonde tegen de Heilige Geest, die noch in deze noch in de toekomende eeuw vergeven zal worden (Mt. 12 : 32) trekt Blumhardt de conclusie, dat er in de toekomende eeuw dus nog wél zonden vergeven kunnen worden. En zo noemt hij nog veel meer woorden, vooral van Jezus, die hij in een verrassend licht stelt. Tevens houdt hij er rekening mee, dat mensen die geloven weliswaar behouden zullen zijn als zij sterven, maar toch nog, in het laatste oordeel, een loutering moeten ondergaan. En ook sluit hij niet uit, dat het zin heeft om in onze voorbede ook de namen van overledenen te noemen.
Menig lezer van dit blad zal bij deze regels ongetwijfeld de wenkbrauwen fronsen en Blumhardt van roomse gedachten of erger betichten. Ik zou willen aanraden dat niet te doen. Nergens maakt Blumhardt namelijk een systeem van deze gedachten, maar hij laat wel staan wat voor iedere bijbellezer met de handen te tasten is, dat er rond het grote oordeel over de wereld, over Israël en ons eigen leven, nog heel wat bijbelse beloften open liggen. Wie van ons zal precies kunnen zeggen hoe het zal gaan? Gods wegen zijn immers veel hoger dan de onze! Blumhardt wilde ook op dit punt voluit laten staan wat hij in de Schrift meende te lezen, zelfs als dat op gespannen voet stond met de belijdenis van zijn kerk. Die geloofsmoed was voor hem kenmerkend, op alle fronten. En het is goed daarbij zijn eigen waarschuwing in acht te nemen: 'Zulke en andere Bijbelplaatsen geven aanwijzingen, die ieder die wil, onder ogen kan zien; en niemand heeft het recht iemand, die het Woord van God wil laten gelden, van dwaalleer te beschuldigen. Of deze bijbelse gedachten nu een rustbank of slaapkussen zijn voor ongelovigen, gaat mij niets aan. Want ik mag een woord van God niet verachten of verwerpen omdat het mij voorkomt dat het een rustbank of rustkussen voor het ongeloof zou zijn'.

4. Jezus is Overwinnaar
En dan, ten slotte, de vierde notie. De strijd in Möttlingen werd beslecht door de tot in de wijde omgeving hoorbare uitroep van de vluchtende demon: Jesus ist Sieger. Jezus is overwinnaar. Blumhardt, die uiteraard zeer onder de indruk was van dit alles, heeft deze uitroep feitelijk als een profetie beschouwd en hem in zekere zin tot motto van zijn leven en werk gemaakt.
Dit betekent dus, dat Blumhardts theologie vooral een theologie van het reddende Koningschap van Christus was. Wie is Jezus? Hij is Heer, Kurios! Wat doet Jezus? Hij zal komen, om zijn zuchtende schepping te verlossen van zonde en gebrokenheid! Wat is geloven in Jezus? Het is: zijn woorden door en door serieus nemen en medestrijder worden in de wereld tegen de macht van Satan en de gevolgen van de zonde. Wat is de kerk van Christus? Het is de gemeenschap van mensen die, door de kracht van Christus veranderd, met bewogenheid en groot verlangen naar Gods toekomst, in de wereld staat. Kortom: de theologie van het 'Jesus ist Sieger' leidt tot een leven, in kerk en geloof, dat vooral gericht is op het Koninkrijk van God.
Het is deze notie geweest, die allereerst door de zoon van Blumhardt, Christoff, nog verder werd uitgewerkt. Christoff groeide steeds verder naar een passie voor de sociale factor in het Evangelie. Maar later zou het Karl Barth zijn die door de kracht van het getuigenis van de beide Blumhardts werd gegrepen. Zijn theologie, die vooral christologie is, zou zonder de invloed van Blumhardt niet denkbaar zijn geweest. En in ons land was het naast Karel Kraan de kleurrijke en altijd strijdbare ds. J. J. Buskes, die zich een erfgenaam van de beide Blumhardts wist en die erfenis wist door te vertalen naar vooral de Amsterdamse situatie.
Kortom: het korte en krachtige motto Jesus ist Sieger heeft vooral in de eerste helft van onze zo veelbewogen eeuw zijn doorwerking niet gemist in de kerk en de theologie van West-Europa. Een in een klein dorpje behaalde geestelijke overwinning bleek zo een universele betekenis te krijgen.

Enige evaluerende opmerkingen
Ik nader het einde van mijn leesverslag en wil dat doen door een paar evaluerende opmerkingen te maken. Wat is voor mij - en wellicht voor u - het belang van Blumhardts getuigenis vandaag? Allereerst wil ik zeggen: het kan er niet om gaan om discipel van Blumhardt te worden. Dat zou hij zelf niet gewild hebben, maar vooral: daarvoor is zijn gestalte en bediening te uniek. Blumhardt is een profetische gestalte in de kerk, die de moeite van het ontmoeten meer dan waard is. Die ontmoeting met hem leidt op zijn minst tot de volgende vragen en overwegingen:
a)   Hebben wij, als kerken vandaag, nog zoveel geloof in de Bijbel, dat we, net als Blumhardt, meer leven in het Woord dan in de wereld om ons heen? Of is de Bijbel feitelijk - door welke reden dan ook - naar de marge van ons leven gedrongen? De Schrift kan op allerlei manieren krachteloos worden: door overwoekering van de traditie en door een doorgeschoten Schriftkritiek. Blumhardt kende beide verschijnselen. Maar te midden daarvan bleef hij staan in een eenvoudig, kinderlijk en soms zelfs naïef geloof en werd rijk gezegend. Dat mag ook de kerk van vandaag moed geven.
b)   Had Blumhardt gelijk met zijn opvatting, dat we pas over de gaven van de Geest kunnen spreken, als de naar zijn overtuiging beloofde heilstijd zou zijn aangebroken? Ik geloof het niet. Ik geloof dat de gemeente vandaag mag geloven in de Geest die gegeven is, met alle gaven die Hij meebrengt. Maar anderzijds: nu we tegenwoordig (weer) volop aandacht hebben voor de charismata moeten we ons juist ook bewust blijven van de mogelijkheid dat we grijpen naar iets wat we nog helemaal niet bezitten. Blumhardt herinnert ons eraan, dat de charismata heel nadrukkelijk gaven van de Geest zijn! Wie grijpt naar de gaven zonder uit de Geest te leven, vergrijpt zich!
c)   Wat is er in onze beleving nog overgebleven van de strijdkreet van Blumhardt, 'Jesus ist Sieger'? We weten inmiddels waartoe een al strijdvaardige apostolaatstheologie in de jaren '60 en '70 geleid heeft. De erfenis van Buskes en de zijnen was niet altijd een onverdeelde zegen. Maar is de balans in de kerk vandaag niet behoorlijk de andere kant opgeslagen? Veel prediking vandaag de dag is sterk verpsychologiseerd, gepastoraliseerd en vooral gericht op hoe wij de dingen beleven en hoe God ons leven wil leiden en ga zo maar door. Is er voor het getuigenis dat Jezus Kurios van de wereld is geen plaats meer of lijkt dat maar zo?
d)   Ten slotte: Hebben wij nog oog voor de zuchtende schepping? Blumhardt was een gelovige, die zich zelfs in zijn meest gelukkige momenten met Christus altijd bewust bleef van het feit dat de wereld nog onverlost was en dat velen zuchten onder de gebrokenheid. Die overtuiging spoorde hem aan om zich met alle kracht die in hem was in te zetten voor de dienst van het Evangelie. Het zette hem aan om steeds het oog weer te richten op wat nog komen moest: Gods grote toekomst, al dan niet vooraf gegaan door de door Blumhardt verwachte heilstijd. Dat is een les die wij, die van alle gemakken voorzien zijn en ons zó thuis kunnen voelen in dit comfortabele bestaan, nooit mogen vergeten.

Gouda               B. J. van der Graaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De kracht van eenvoudig geloof (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's