Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gemeente als een zoutend zout?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gemeente als een zoutend zout?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De aanleiding tot het schrijven van dit artikel is de Waarheidsvriend van 7 december jl.
Daarin schrijft dr. ir. J. van der Graaf dat Nederland wel de onderste trede bereikt heeft van de politieke ladder, als het om ethische beslissingen gaat.
En wanneer ik het rijtje lees: de winkels op zondag open, de opheffing van het bordeelverbod, de instelling van het homo'huwelijk', en nu wordt het recht op leven en de beschermwaardigheid ervan geheel naar eigen goeddunken ingericht. Wat tien jaar geleden nog met kracht werd weersproken wordt nu verdedigd. Paars maakt Nederland los van God (dit laatste als citaat van Hans Goslinga in Trouw).
Ook de reactie van de Tweede Kamer wordt symbolisch gezien: oorverdovende stilte nadat de beslissing over de euthanasiewet gevallen was.
Met dit hoofdredactioneel artikel heeft onze eindredacteur stevig aan de deur van de Eerste Kamer geklopt: 'Senatoren, weet waar u aan moet gaan staan en besef dat het hier gaat om iets wat ten diepste een zaak van de Allerhoogste is.' Maar meer nog een diep gebed tot God of Hij zich over ons volk nog mocht ontfermen.
Deze diep uit het hart gegrepen woorden geven het gevoelen weer van een groot deel van onze gemeenten. Zoals ook verderop in het blad dr. De Reuver prachtige dingen over het geloof schrijft vanuit de geschriften van de Erkines. Daarin worden diepe tonen hoorbaar over het verbond en het geloof. Op deze wijze worden we als leden van de Hervormd-Gereformeerde gemeenten gevoed en versterkt. Zo mogen we enerzijds profetisch spreken en anderzijds elkaar versterken in de aanname van de Christus, onze 'glorious Master'. Toch een reactie.

De vroegchristelijke kerk
Bij het lezen van genoemd artikel moest ik onwillekeurig denken aan de vroegchristelijke kerk. In de tijd van de Romeinse keizers. Een verdrukte minderheid die groeide als kool.
Een gemeente die niet de zondagse vrijheid kende (er werd gewoon altijd gewerkt). Een gemeente die niet in een christendommelijke samenleving (naar: A. A. van Ruler) leefde. Een gemeente waar rijk en arm samen leefde, en waar er nog grotere misstanden in de maatschappij waren (zoals slavernij, de man-vrouw verhouding om maar eens iets te noemen). Een gemeente die leefde in een tijd waarin de machten van de duisternis voluit zich manifesteerden. Denk maar aan de vele bezetenen in de tijd van Jezus' omwandeling op aarde, zie de geschiedenis van de zonen van Scevas in Handelingen 19 : 13- 20. Het is veelzeggend waarmee Lukas begint, als hij vertelt hoe het allemaal zat met de heersers van het Romeinse Rijk en over het Joodse land. Twee hogepriesters... als de landelijke overheid zich mengt in hoe de kerk bestuurd moet worden kan het niet anders of het gaat fout! Later lezen we in Lukas 3, dat, wanneer de kerk zich bemoeit met zaken van de overheid (Johannes de Doper sprak Herodes aan op het feit dat hij samenwoonde met zijn schoonzuster) er ook moeilijk te begrijpen reacties ontstaan.
En toch: als ik moest kiezen tussen óf een koppeling van kerk en staat (dus de overheid en kerk zijn nauw verbonden met elkaar) óf een kerk die een krachtig profetisch getuigenis laat horen richting de overheid (met het risico dat er politieke uitspraken gedaan worden...) dan kies ik toch voor het laatste. Maar dat terzijde. Wat ik uit deze gegevens ophaal is dit: de christelijke gemeente staat vanaf het allereerste begin van haar bestaan al haaks op de samenleving en is tevens geroepen om haar boodschap van redding en behoud, haar proclamatie van dat Rijk van de Andere Zijde, van het Koninkrijk van God te laten horen: ja om de Naam van Jezus de Christus uit te roepen als Heiland der wereld!

Tot een getuigenis
In zijn prachtige boekje over kerkgeschiedenis schrijft dr. W. F. Dankbaar (pag. 23): 'Te midden van de bevolking leidden de christenen een afzonderlijk bestaan en moesten zij daardoor wel opvallen.' Wanneer ik dan verder lees dan kom ik tot de volgende kenmerken: de gemeente kwam in besloten bijeenkomsten bijeen. Daar was de dienst van het Woord en werd er elke zondag Avondmaal gevierd. Daarnaast waren er de liefdemaaltijden. Bij voorkeur werden er doopdiensten gehouden in de paasnacht. Pasen en Pinksteren waren de hoge feesten, kerst werd niet gevierd.
Over het leven van de christenen schrijft hij het volgende: zij vastten op woensdag en vrijdag. Verder leidden zij een ingetogen zedelijk leven, waarin de offerfeesten gemeden werden, alsmede het bezoek aan theaters of het circus. Verder viel op dat zij zich beijverden in gastvrijheid en barmhartigheid aan zieken, gevangenen en armen. Uit andere geschriften weet ik dat het met name de christenen zijn die zich ontfermden over de doden die op straat gelegd werden om hen een begrafenis te schenken.
Tertullianus zal in 197 schrijven over de christelijke gemeente, dat zij elke zondag samenkomen om zich te laten vermanen en vertroosten door het Woord, om te bidden tot God (ook voor de keizer!). De gelden die we vrijwillig bijeen brengen worden aangewend om de armen te voeden en te begraven, om verweesde jongens en meisjes te onderhouden. Deze gelden worden verder aangewend voor de aan huis gebonden ouden van dagen, voor schipbreukelingen, voor veroordeelden (tot de mijnen of in kerkers voor zover dit is om de zaak van Gods volk). 'Alles is bij ons gemeenschappelijk behalve onze vrouwen'.
Stadhouder Plinius schreef omstreeks 110 aan keizer Trajanus onder andere dat christenen op een bepaalde dag vóór zonsopgang bijeen kwamen... en even verder: 'ik heb niets anders gevonden dan een verkeerd, bovenmatig bijgeloof (aldus de heidense stadhouder).

Gij zijt...
Om nu terug te keren naar de dingen die in het artikel in de Waarheidsvriend geschreven zijn, mag ik nu de titel van mijn stuk hier inbrengen. Het is een woord van onze Heiland, gericht tot Zijn leerlingen: Gij zijt het zout der aarde. Gij, discipelen van Mij. Weest wat je bent.
Misschien was het in het midden van de twintigste eeuw minder van belang om daarover na te denken dan nu in onze geseculariseerde samenleving, waar we inmiddels de onderste trede van de ethische ladder bereikt hebben. Het zout is bederfwerend en smaakmakend.
Dat kan enerzijds door profetisch getuigenis, zoals door het artikel van Van der Graaf.
Anderzijds heeft dat te maken met het 'geheel anders zijn' van de gelovigen in onze tijd.
Dat zal gevoed moeten worden door de zondagse erediensten: hoe verstaan wij het gebod van God, hoe kunnen we ons geloof verwoorden in de tijd waarin we leven? Op welke wijze kan het getuigenis zichtbaar worden in wat we doen, in hoe we met elkaar omgaan, in de gesprekken met onze buren, vrienden en bekenden? Hoe kunnen we elkaar daarbij helpen? En: hoe kan de gemeente van Christus laten zien dat het ook anders kan? Een voorzetje.

Nieuwe structuren
In de verandering van de arbeidsorganisatie van onze SoW-kerken worden er globaal drie hoofdlijnen getrokken. Het gaat om gemeenteopbouw, om Kerk en samenleving en om Facilitaire Dienstverlening. Gelukkig zijn het alle drie 'diensten', waarmee tot uitdrukking komt dat het eigenlijke werk gebeurt in de gemeente, het grondvlak.
Dicht daarbij zitten de (toekomstige) Regionale Diensten Centra (RDC's). De tweedelijns zorg wordt veelal door het LDC (= Landelijk Diensten Centrum in Utrecht) verleend.
In die nieuwe structuren liggen handenvol mogelijkheden om als gemeente uitgedaagd te worden, 'zout' en 'licht' te zijn in onze samenleving.
Graag wil ik enkele noemen, die rechtstreeks verband houden met het artikel van Van der Graaf.

Zorg om het huwelijk.

Binnen de christelijke gemeente mogen we leven vanuit de trouw van God, weerspiegeld in het verbond en zichtbaar in de komst van de Christus. Vanuit deze trouw mogen we elkaar helpen om trouw te zijn en te blijven binnen de relaties onderling. Dat vraagt om meer aandacht binnen de gemeente dan voorheen. Om daar vorm en inhoud aan te geven, zouden vormen van huwelijkscatechese (iets meer dan één gesprek vooraf) meer een vanzelfsprekende plaats in onze gemeente kunnen krijgen. Maar ook zouden vormen van adoptie door ouderen of nadrukkelijke beschikbaarheid van diakenen in vragen rondom het huwelijk zichtbaar gemaakt kunnen worden. Zo kan de gemeente van Christus zichtbaar maken waarom ze zo bezorgd is rondom het huwelijk en de andere relaties die daarmee in verband gebracht worden door de overheid.

Ethische vragen vanuit de maatschappij
Als de gemeente op zondag bijeen komt, zijn daar vele zaken die voor mensen aan de rand van de kerk onbegrijpelijk overkomen. We kennen een behoorlijk kerkelijk 'jargon' en onze vanzelfsprekende liturgie is voor de buitenstaander behoorlijk onbegrijpelijk en ondoorzichtig! Het zou aan te bevelen zijn wanneer we in de wijken van ouderlingen (secties of blokken, hoe het in uw gemeente ook genoemd wordt) een (of meerdere) huiskring(en) kennen. Plaatsen waar gemeenteleden samenkomen om samen de Bijbel te lezen, te bidden maar ook om onderwerpen ter discussie te stellen. Dat is voor mensen aan de rand van de kerk vaak wel een plaats waar zij terechtkunnen en waar zij zich thuis gaan voelen. Zo kennen wij in Gouda bijvoorbeeld de groeigroepen (naar een idee van ds. J. Eschbach). Groeigroepen bieden een uitstekende plaats voor mensen die op zoek zijn. Daar is ook een warm nest voor mensen die onthutst geraakt zijn door leefervaringen. Dat is een plek waar onderling pastoraat en onderling diaconaat gestalte krijgen. Met name in die groepen kunnen de samenlevingsvragen besproken worden in het licht van Gods Woord.

Terminale thuiszorg en aandacht voor hospices
Als er in de gemeente vragen komen over het einde van het leven, is dat veelal de vraag die binnenkomt bij de predikant. Maar evengoed zou die vraag bij de diaconie neergelegd kunnen worden, met name als het gaat om de zorg voor de stervende en zijn of haar familieleden die daaromheen staan. Samen dragen is toch iets wat verwacht mag worden van de gemeente, waarbinnen we uitspreken te geloven in de gemeenschap der heiligen! Wanneer mensen niet thuis kunnen sterven vanwege de huissituatie zijn er tegenwoordig nogal wat hospices in Nederland: huizen waar zoveel mogelijk de huiselijke sfeer gecreëerd wordt voor de mens met alle zorg daaromheen, die in principe gericht is op het verlichten van het lijden en het geven van liefdevolle aandacht. Daar is volop ruimte voor de familie om erbij te zijn!
Zo kan de gemeente van Christus laten zien dat het ook anders kan!

Omzien naar elkaar
In een boekje van wijlen prof. P. J. Versteeg is veel te lezen over 'oog voor elkaar'.
Het zou zeer de moeite waard zijn in elke gemeente dit ter sprake te brengen. Er is in de hervormde gemeente van Bergambacht een organisatie ontstaan van 'omzien naar elkaar'. Een gevolg van een jaar van bezinning door de kerkenraad, uitgevoerd door de diaconie. Daarmee kan heel veel tegemoet gekomen worden aan typische vragen van deze tijd. Zeer de moeite waard om hier aandacht aan te schenken. U kunt hiervoor nadere informatie krijgen bij ondergetekende aan het provinciaal bureau van de Hervormde Kerk te Vlaardingen (010-4454302).

Leren van de wereldwijde gemeente van Christus
In de wereld van zending en werelddiaconaat leren we steeds meer wat wederkerigheid in kan houden. Daar zijn ook praktijkvoorbeelden van voorhanden. Ook hiervoor kunt u terecht bij het provinciaal bureau van uw provincie (of zo dat er al is: uw regionaal dienstencentrum). We leren veel van christenen in Afrika en de Oost-Europese landen. Die leermomenten kunnen handvatten zijn voor het werk in onze gemeente, om te ontsnappen aan de tijdgeest waar we allemaal aan lijden. Op het symposium 'grenzeloos kerk-zijn' van 6 december j.l. te Hardinxveld-Giessendam hebben we daar een oefening in gehad middels de lezing van drs. P. J. den Admirant. Het ligt vaak niet in de grote dingen of geweldige organisaties... soms is het in het kleine en eenvoudige, waar wij zo vaak aan voorbij leven.
Maar ook de Alphacursussen zoals die op vele plaatsen gehouden worden zijn daar een zichtbaar teken van (die zijn immers over komen waaien van de Anglicaanse Kerk).

Ten slotte
Een artikel wordt aantrekkelijk wanneer we niet te lang van stof Zijn. Maar ook wanneer we praktisch blijven in de uitvoerbaarheid van de ideeën. Graag verwijs ik u naar het onlangs verschenen boekje van mijn collega Aart Peters, 'Tot Uw dienst' (uitgegeven bij Boekencentrum). Ik deel de hartenkreet van dr. Van der Graaf, trek me op aan wat prof. De Reuver schrijft en hoop met u te mogen delen wat we in de praktijk van het kerkenwerk aan mogelijkheden kennen om dat 'geheel anders zijn van de christelijke gemeente' zichtbaar te maken. Laten we elkaar van dienst zijn om een teken te mogen worden van het Koninkrijk van God. Om als gemeente zout der aarde te zijn en zo de navolging van de Christus gestalte te geven.

Gouda/Vlaardingen               Dick van Dijk,
Diaconaal consulent
Provincie Zuid-Holland

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De gemeente als een zoutend zout?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's