Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de christelijke vreemdelingschap [3]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de christelijke vreemdelingschap [3]

'WIJ ZIJN HIER VREEMDE GASTEN'

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij geheel anders!

Gij geheel anders! Hoe vaak wordt ook onder ons deze tekst (Ef. 4 : 20) uit de vertaling van het Bijbelgenootschap niet geciteerd? Gij geheel anders - ook in de omgang met geld en goed, in onze vermaterialiseerde westerse samenleving. Wie zijn burgerrecht in de hemel heeft, kan niet aardsgezind zijn, zodat hij de buik als zijn god en zijn eer in zijn schande heeft. Een christen hoeft dit leven niet als een citroen uit te knijpen, want hij weet van een ander leven. Daarom - om het woord van de apostel Paulus aan te halen - gebruikt hij deze wereld, als nietmisbruikende; want de gedaante dezer wereld gaat voorbij. Niet-misbruikende. Het griekse werkwoord kun je vertalen met 'verbruiken', 'helemaal opgebruiken'. Dat doet een christen niet. Hij verslingert zich niet aan dit leven, want hij weet, dat dit leven het stempel draagt van de voorlopigheid. In de welvaartsroes van deze tijd weet een christen maat te houden. Veel dingen waar de massa warm voor loopt, houdt hij voor betrekkelijk. Ze hebben voor hem geen eeuwigheidswaarde. Hij gaat de straat niet op voor loonsverhoging, hij hoeft niet met alle geweld merkkleding te dragen, en hij hoeft niet om het andere jaar een nieuwe computer met de allernieuwste configuratie en met de allermodernste snufjes.

Ascese

Calvijn schrijft: als wij over de aarde trekken, mogen wij de aardse goederen in zoverre gebruiken dat ze onze loop naar het Koninkrijk Gods niet hinderen. In een hedonistische genotscultuur heeft een christen een innerlijke reserve die zich uit in een ascetische levenshouding. En dan ascese niet voortkomend uit levensverachting, maar uit levensverwachting, in het besef dat de gedaante, het schema van deze wereld voorbijgaat en het leven in het Koninkrijk wacht. Ascese heeft onder ons een slechte naam. We associëren het beurtelings met wereldverachting en werkheiligheid. Maar echte ascese is een diepe vrijheidsbeleving. Een christen is tot vrijheid geroepen. Hij verslaaft zich niet aan de aardse goederen, want hij is gelukkig verslaafd aan het allerhoogste en eeuwig Goed.

Een christen is een burger van twee werelden. En dat niet in de zin van de gespletenheid, de schizofrenie, die christenen door de buitenwacht vaak verweten wordt, 's Zondags vroom, 's maandags niet te vertrouwen. Nee, een christen is een mens uit één stuk. Dat zijn burgerschap in de hemel is, wordt hier op aarde zichtbaar. Op schone wijze schrijft een anonieme christen in de tweede eeuw over deze vreemdelingschap in een geschrift dat bekend geworden is als de brief aan Diognetus. Hij schrijft: 'Want christenen verschillen van de overige mensen noch door woonplaats noch door taal of zeden. Want nergens wonen ze in eigen steden noch gebruiken ze de een of andere afwijkende taal of leiden ze een bijzondere levenswijze. Maar terwijl ze wonen in griekse en niet-griekse steden, en ze de gewoonten van het land volgen in kleding en voedsel en andere zaken van het alledaagse leven, vertonen ze toch een wonderbaarlijke en algemeen erkende vreemde levenswijze. Ze wonen in hun eigen land, maar als vreemdelingen. Ze delen in alles mee als burgers, maar hebben alles te lijden als vreemdelingen. Elk land is hun vaderland en elk land is hun vreemd. Ze trouwen als eenieder. Ze krijgen kinderen maar ze leggen hun nageslacht niet te vondeling. Ze delen hun tafel, maar niet hun bed. Ze leven in het vlees, maar niet naar het vlees. Ze vertoeven op aarde, maar ze zijn thuis in de hemel.'

Belofte en gebod

Een christen leidt op aarde een paradoxaal bestaan. Wel in de wereld, niet

van de wereld. Hoe is dit leven vol te houden, als het niet gevoed worden vanuit de binnenkamer, uit de verborgen omgang met God, levend uit Gods belofte, terend op de belofte, met Gods inzettingen als gezangen, als reisliederen op zijn pelgrimstocht? Vreemdelingschap is allereerst een zaak van het hart. Waar dat ontbreekt, kunnen we ons wel uiterlijk van de wereld onderscheiden, maar zijn we innerlijk aan haar gelijk. De apostel schrijft: 'Wordt deze wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw gemoed.' Dat vereist een leven van dagelijkse bekering. Wie de dingen zoekt die boven zijn, ja wie Hem zoekt Die boven is, Jezus Christus, doodt de leden die op de aarde zijn, en richt zijn leven positiefin naar de grondwet van Gods Koninkrijk, in liefde en dienstbetoon, niet in het minst ten opzicht van hen die in letterlijke zin vreemdelingen zijn, asielzoekers.

Hoe houdt een christen de reis door deze wereld vol? Doordat God Zelf gedurig zijn Leidsman is, hem terugroept van dwaalwegen, maar bovenal: zijn hart en ziel vervult met Zichzelf. Calvijn wijdt in zijn Institutie een hoofdstuk aan wat hij voor een christen van wezenlijk belang beschouwt: de overdenking van het toekomende leven. Vervuld van de Geest Die het onderpand is van de erfenis. De Geest Die het hart optrekt en ons doet zoeken de dingen die boven zijn, waar Christus is. Hoe zullen wij er dan voor waken om juist die Geest Die ons als arraboon, als onderpand van en voorschot op de erfenis geschonken is, te bedroeven door een wereldgelijkvormig leven.

Gemeenschap der heiligen

Hoe houden wij de pelgrimsreis vol? Alleen door als pelgrims samen op te reizen. Gelukkig vindt de vreemdeling ook geestverwanten. Dezelfde dichter die schrijft: Ik ben een vreemdeling op aarde (Ps. iig : ig), schrijft ook: ik ben een gezel van allen die U vrezen, en van hen die Uw bevelen onderhouden (Ps. 119 : 63). Wat is de gemeenschap der heiligen van belang. Ze gaan van kracht tot kracht steeds voort. Van kracht tot kracht, maar ook hand in hand, om nogmaals het lied van Johannes de Heer te citeren. De gemeente biedt onderdak aan ontheemden. Daar vinden ze een voorlopig huis, waar liefde woont. Schriftgetrouwe christenen kunnen het zich in een tijd van toenemende secularisatie niet meer veroorloven langs elkaar heen te leven. God geve dat onze kerken, onze gemeenten, iets vertonen van dat beeld, het beeld van een parochie, een tijdelijk huis, waar broeders en zusters in liefde samenwonen als mede-erfgenamen van de genade des levens. Maar de gemeente hier op aarde is maar een tijdelijk verblijf, ze is als een herberg. De pelgrims zijn op weg naar het erfgoed daarboven in 't Vaderlijk huis. Daarin verheugen ze zich nu al. Daarvan hebben ze nu al bij tijden de voorsmaak. Die erfenis wordt boven bewaard, de erfgenamen worden hier beneden in de kracht Gods bewaard. Ze zijn hier vreemde gasten, en de wereld kan ze missen als kiespijn, maar ze zijn door God gewenst en bemind. De tijd van hun thuiskomst is zeker en nabij. Die heimwee hebben, komen thuis. Dat garandeert Gods trouw. Dan is de vreemdelingschap voorbij. Dan zullen ze alles beërven. Dan kan de pelgrimsstaf worden weggeborgen, en het stof van de voeten geschud. Dan wacht hen koningskroon en priesterkleding uit des Heilands hand. Ik eindig met een woord van Augustinus: 'Dan zullen wij rusten en aanschouwen, aanschouwen en beminnen, beminnen en loven. Zie, wat zijn zal in het einde zonder einde. Want welk ander einde is er voor ons, dan te komen in het rijk dat geen einde heeft.'

H. RUSSCHER, OUD-BEIJERLAND

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Over de christelijke vreemdelingschap [3]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's