Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De CSFR en de kerk: een vraag naar ruimte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De CSFR en de kerk: een vraag naar ruimte

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het volgen van een technische studie is meer dan alleen een vak leren om later je broo te verdienen. Dat is iets waarvan ik als ijverig eerstejaarsstudent - nu bijna tien jaar geleden - niet zo veel notie van had. Gelukkig had mijn vader meer visie en stimuleerde mij om lid te worden van de CSFR. Een vak leren is best, maar lee Calvijn en de oudvaders, zo hield hij mij voor. Terugkijkend op mijn CSFR lidmaatschap weet ik nog veel meer te noemen wat de CSFR mij naast mijn studie h gegeven. Maar, eerlijk is eerlijk, uooraf heb ik me dat nooit zo gerealiseerd en zonder mijn uader was het er misschien niet uan gekomen.

Hervormd

De redactie heeft mij de vraag voorgelegd hoe vanzelfsprekend nu die stap is van een student met een hervormdgereformeerde nestgeur naar de CSFR. Historisch gezien ligt dat in ieder geval niet zo voor de hand. De CSFR heeft afgescheiden wortels; bij de eerste leden zaten nauwelijks studenten van hervormde huize. Bij de sprekers die werden uitgenodigd, was dat precies andersom: die waren meestal hervormd. Prof. Van Ruler zei van die beginjaren dat er binnen de CSFR openheid was voor alle vragen waar een mens maar tegenaan kan lopen. Dat geeft iets belangrijks aan: de bezinning op de CSFR had ruimte nodig. Dat zou ik een hervormd trekje in de CSFR willen noemen, dat er van meet af aan heeft ingezeten.

In de begintijd waren er vooral de vragen rondom de toeëigening van het heil en de confrontatie tussen de vakstudie en de gereformeerde traditie. In de loop van de tijd zijn daar nieuwe vragen bijgekomen, terwijl de oude nooit helemaal verdwenen zijn. Op de bijbelkringen en studiekringen wordt intensief naar de Bijbel en de christelijke traditie geluisterd. Klassiekers op de CSFR zijn Augustinus en Calvijn, maar ook Kierkegaard en Pascal horen erbij. Naast verdieping is er ook verbreding. Alles wat speelt in de maatschappij en wat studenten raakt, kan onderwerp van studie worden. Telkens wordt dan de vraag gesteld: hoe krijgen hier de woorden van het christelijke belijden klank en stem en hoe kunnen wij daar zelf naar leven? Deze vragen zijn verre van beschouwend, omdat studenten vaak aan den lijve ondervinden wat de zuigkracht is van een wereld, waarin de woorden van het gereformeerde belijden tot lege klanken zijn geworden.

Diversiteit

De ruimte binnen de CSFR heeft niet alleen te maken met de breedheid van de bezinning, maar ook met de leden. Diversiteit staat op de CSFR vanouds hoog genoteerd. Vanaf het begin is de CSFR een interkerkelijke vereniging geweest, waarbij het overigens nooit zo was dat de diversiteit binnen de CSFR zich voltrok volgens de kerkelijke scheidslijnen. De meningen liepen soms behoorlijk uiteen, maar toch was er altijd een gezamenlijke hartstocht voor het vinden van de waarheid. Enkele jaren geleden was ik daar zelf getuige van tijdens een reünie van predikanten uit verschillende reformatorische kerken. Ze waren allen in hun studententijd lid geweest van de CSFR en hadden zich toen ingezet voor kerkelijke eenheid. Na ruim twintig jaar zaten ze wat geharnast tegenover elkaar. Als organiserend comité hadden wij ons zorgen gemaakt of het wel wat zou worden die morgen. Maar opeens sloeg de vonk weer over en kwamen de herinneringen boven. Het noemen van de naam van ds. W. L. Tukker maakte de tongen los. Hij bleek voor de meeste aanwezigen een soort geestelijke vader te zijn geweest. Opeens was er weer de CSFR-ervaring: samen studeren en intensief luisteren naar de Bijbel. Je leert elkaar vast te houden, ook al blijven de verschillen van inzicht bestaan. De tragiek van vijftig jaar CSFR is ondertussen dat het nooit gelukt is deze ervaring ook werkelijk vruchtbaar te maken tussen en in de kerken.

Op de huidige CSFR is de diversiteit vooral in het spectrum van evangelisch tot bevindelijk-gereformeerd aanwezig. Soms leidt dat tot groepsvorming. Leden met een radicale persoonlijke toewijding aan de Heer begrijpen niet altijd de vragen en worstelingen van studenten van bevindelijk-gereformeerde huize. Toch worden er door d echt naar elkaar te luisteren nog steeds vriendschappen opgebouwd die in hij het verkavelde kerkelijke leven van s later ook moeilijker kunnen ontstaan. -De CSFR zoekt ook zelf de ruimte op. eeft De CSFR-disputen zijn lid van IFES, de wereldwijde organisatie van evangelische studentenverenigingen. Tijdens nationale en internationale conferenties maken CSFR'ers kennis met christenstudenten uit de hele wereld. Ik was in 1997 op de IFES-conferentie in Marburg en herinner me levendig de gesprekken met studenten uit de voormalige Oostbloklanden. Zij bleken in barre omstandigheden te studeren, zonder behoorlijke huisvesting, maar met een aanstekelijke passie voor een vroom en toegewijd christelijk leven. De toespraak van John Stott was een uniek moment. In mijn geheugen staat hij gemarkeerd als een profeet die de tijden doorziet en met bezieling leiding geeft. Voor mijzelf is IFES op deze manier een venster geweest op de wereldkerk en ik weet dat dat voor vele anderen ook zo is.

Christelijk studentenland

Tot nog toe heb ik vooral willen benadrukken dat er binnen de CSFR gevraagd wordt naar ruimte: de ruimte van de christelijke traditie, de ruimte voor verschillende meningen, de ruimte van de wereldkerk. Naar mijn idee Iaat deze ruimte zich goed typeren door de CSFR te betitelen als een vereniging waar het hervormd toegaat. Maar in christelijk studentenland kan het ook anders. De CSFR is niet de enige christelijke studentenvereniging. Ik denk dan vooral aan de Evangelische studentenbeweging (ESB) Ichthus en Depositum Custodi. Om met de eerste te beginnen: het valt mij op dat veel studenten uit hervormd-gereformeerde kring lid worden van Ichthus of van geen enkele studentenvereniging. Ichthus sluit soms beter

aan bij het verwachtingspatroon van jongeren uit gereformeerde-bondsgemeenten. In verschillende steden werken CSFRen Ichthus broederlijk samen in de opzet van evangelisatieactiviteiten.

Het verschil tussen Ichthus en CSFR zit hem ook niet in de eerste plaats in de tegenstelling evangelisch-gereformeerd. Het belangrijkste verschil is de leescultuur.

Ik heb het meegemaakt dat mensen zich een week opsloten om een boek te kunnen lezen. Wie op zo'n manier lezen heeft geleerd, is voor zijn geestelijk voedsel niet alleen afhankelijk van zijn bijbelkring met gelijkgestemde vrienden en de preek van die paar dominees die zogenaamd nog preken kunnen, maar heeft ook zelf toegang tot de christelijke traditie. De contacten tussen de CSFRen De-positum Custodi zijn altijd wat stroef geweest. De CSFR is nooit helemaal bekomen van de verbazing en ontgoocheling dat er nog een studentenvereniging bestaat met de Bijbel en de Drie Formulieren als grondslag. Treffend werd die verbazing indertijd verwoord door CSFR-preses Henk Massink, die resoluut besloot om naast zijn CSFR-lidmaatschap ook dat van DC aan te vragen, toen hij hoorde van de oprichting van DC. Ook hier is het belangrijkste verschil niet gelegen in een voor de hand liggende tegenstelling.

DC is ontstaan in de hoogtijdagen van de reformatorische zuil. Men is daar minder vertrouwd met de brede bezinning die op de CSFR plaatsvindt en de passie om de bezinning door te vertalen naar de wereld van universiteit en maatschappij.

Vervolg

De vraag naar de CSFR en de kerk is onherroepelijk ook de vraag naar het vervolg. Veel CSFR-leden die zijn afgezwaaid in de laatste twintig jaar van de vorige eeuw, hebben moeite om hun plek te vinden in de kerk. In de gemeenten die behoren tot de gereformeerde gezindte, zijn de kaarten vaak al geschud. Er is een aantal posities, met name over de liturgie, de prediking en het christelijke leven en je hoeft je alleen nog maar bij één aan te sluiten. Dat is iets wat ik zelf en vele anderen van mijn generatie moeilijk vinden. Soms ben je heel vooruitstrevend en soms weer heel behoudend. Van sommige kerkelijke strijdpunten heb je het gevoel dat ze weinig van doen hebben met de werkelijke vragen waar een gereformeerd mens in deze tijd voor staat. Sommige oud-leden staan sceptisch tegenover de kerkelijke structuur en doen kerkelijk wat goed is in hun ogen. Anderen zetten hun reserves aan de kant en draaien volop mee in het kerkelijk leven. Waarschijnlijk bevinden zij zich het meest in de lijn van de oprichters van de CSFR. Hun stond voor ogen als een zoutend zout te staan in kerk en maatschappij. In de kerk van vandaag vraagt dat de bereidheid van academici om, zonder hun eigen gevoelens en overtuigingen onder stoelen of banken te steken, de minste te zijn van alle broeders.

A. J. NEDERVEEN, WOERDEN

Aart Nederveen was in 1996 landelijk preses van de CSFR en is momenteel redacteur uan Wapenveld, het blad van de CSFR-reünistenvereniging RRQR.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 2001

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De CSFR en de kerk: een vraag naar ruimte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 2001

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's