Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waarheid en tolerantie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarheid en tolerantie

CONGRES BIJ 50 JAAR CSFR

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij begreep niet dat mensen, die bezwaar hebben tegen de paus, nog rooms-kath blijuen. Hij begreep ook niet dat mensen, die elementaire waarheden uan het christelijk gelooj, zoals de godheid uan Christus loochenen, toch nog christen willen heten. Zelf had hij - de emeritus hoogleraar ethiek prof. dr. S. J. Noorman - de R.-K. Kerk achter zich gelaten. Maar het liefst was hij daar, waar men uolledig stond uoor eigen overtuiging. Daarom had hij zich goed thuisgevoeld tijdens de viering van vijftigjarig bestaan van de studentenvereniging CSFR, waar hij leiding gaf aan Jorum met de sprekers uan die dag. Het ging over 'Geloof in de toekomst - marginalisering uan het waarheidsdenken in de 21e eeuw'. En daarbij ging het telkens ook ouer tolerantie, uerdraagzaamheid.

Tolerantie

Wanneer mensen, die staan willen voor eigen overtuiging, de vraag moeten beantwoorden hoe tolerant ze (kunnen) zijn jegens andersdenkenden in de samenleving, wordt het spannend en vaak ook moeilijk. Dat bleek ook tijdens dit congres. Er was bijvoorbeeld een tolerantietest, waarmee alle deelnemers aan het congres hun mening over bepaalde thema's konden geven. Hoe is het te verklaren, dat aanmerkelijk meer respondenten onder de ongeveer 400 bezoekers begrip en tolerantie toonden voor christenen binnen de gereformeerde gezindte, die gewetensbezwaren hebben tegen inenten, dan voor Jehovahgetuigen, die gewetensbezwaren hebben tegen bloedtransfusie? Het eigen bloed kruipt dan kennelijk waar het niet gaan kan. Daarom is tolerantie een eeuwenoud probleem, dat nooit helemaal tot een oplossing kwam en komt.

Tolerantie wordt omschreven als 'het dulden van een mening, die afwijkt van de binnen een bepaalde kring gangbare of geijkte opvatting'. Er wordt dan ruimte gelaten voor andere opvattingen, zonder die als gelijkwaardig aan eigen opvattingen te erkennen.

Wie enerzijds een 'absolute waarheid' voorstaat, kan eigenlijk niet echt principieel tolerant zijn. Wie anderzijds alles betrekkelijk stelt - wat is waarheid? - heeft met tolerantie geen probleem. Althans zo heet het te zijn.

Problemen ontstaan waar 'waarheden' botsen. Hoe dan toch met elkaar te leven?

De kerk

Het moge duidelijk zijn, dat het met het tolerantievraagstuk binnen de kerk anders ligt dan in de samenleving. Binnen de kerk wordt de Waarheid geloofd en beleden. Die Waarheid is Jezus Christus, in Zijn woorden, in Zijn heilshandelen. Die Waarheid ongehoorzaam zijn kan binnen de kerk niet. Wanneer die Waarheid toch wordt ontkend, geloochend en bestreden, kan de kerk naar haar wezen niet tolerant zijn. In zaken, waarmee de kerk staat of valt, oefent een belijdende kerk tucht. 'De kerk weert wat haar belijden weerspreekt', zegt de hervormde kerkorde.

Nochtans spreekt Paulus tot Timotheüs over 'het verdragen van de kwaden' door 'dienstknechten des Heeren'. Ze zijn niet geroepen om te twisten maar om vriendelijk te zijn jegens allen (2 Tim. 2 : 24). En de waarheid wordt in liefde betracht. Waarheid is bovendien niet eenvormig. Er is binnen de gemeente verscheidenheid van gaven en menigerlei genade; en de wijsheid van God is veelkleurig. Daarom dient het ook in de kerk wel helder te zijn of het bij verschillen van inzicht wel echt om de Waarheid gaat. Maar in de kern is Waarheid binnen de kerk toch absoluut. Omdat Christus de Weg, de Waarheid en het Leven is. En omdat het in de kerk om het Woord, de genade en het geloof alleen gaat. In de kerk is niet een grootste gemene deler of een optelsom van waarheden bepalend, ook niet het hebben van de waarheid, maar het buigen vóór en in bezit genomen worden dóór de Waarheid, die in Christus Jezus is en die ons in het Woord is geopenbaard.

De samenleving

De vraag is echter hoe in een samenleving, waarin levensovertuigingen ver oliek uiteen lopen en botsen, de tolerantie functioneert of functioneren moet. Wanneer aanhangers van een bepaalde godsdienst de meerderheid vormen in een bepaald land, zijn de wetten en ze- het den in dat land vaak (meestal, altijd) het dienovereenkomstig. In de periode direct na de Reformatie gold in bepaalde delen van Duitsland de opvatting, dat de godsdienst van de vorst bepalend was voor die van de bevolking van het betreffende gebied (cuius regio, eius religio). Dat betekende dat godsdienst werd opgelegd. Zo gebeurde het in feite ook door keizer Karei de Grote, die christendom tot staatsgodsdienst maakt.

Maar wanneer de meerderheid van een volk een bepaalde godsdienst echt aanhangt, komt dat tot uitdrukking in waarden en normen, en zo ook in de wetten van het land. We zien dat in vele islamitische landen. De normen van de islam zijn vaak doorvertaald in staatsregels. Het kan niet worden ontkend dat religie dan een dwangmatig karakter kan hebben, met onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden.

Toen Nederland nog een (in meerderheid) christelijke natie was, waren normen en waarden, alsook de wetten van het land in meerdere of mindere mate gestempeld door het Evangelie. In ieder geval ging er van het Evangelie sterke invloed uit op de samenleving; méér dan nu, nu de secularisatie de kerk en daarmee ook het Evangelie naar de randen van de samenleving heeft gedrongen. Vandaar dat in het onderthema van het congres werd gesproken van 'marginalisering van het waarheidsdenken in de 21e eeuw'. Nochtans beklemtoonde dr. A. Noordegraafin zijn lezing over de vraag wat het voor christenen betekent te leven in 'een relativistische samenleving' (alles is betrekkelijk, v.d.G.), datjezus Christus Heere is over het hele leven van mens en wereld. Dat zal dan toch ook tot uitdrukking komen in de wijze waarop christenen in het publieke leven staan? ! De heerschappij van Christus wil beaamd worden. Daartegenover stond dan de visie van het D66-Eerste-Kamerlid E. H. Schuyer, dat godsdienst een zaak voor het privé-leven is, waarbij in een democratie de wil van de meerderheid bepalend is. Zo wees hij erop, dat wijlen mr. M. H. Geertsema, ooit leidsman van de WD, uit overtuiging in de Wassenaarse gemeenteraad het ambtsgebed uitsprak, terwijl hij zelf ongelovig was. Dat vergde de democratie van hem. Zo - aldus Schuyer - moet een ambtenaar vandaag een homohuwelijk sluiten, ook wanneer hij daar zelf niet achter staat. Ook dat vergt de democratie van hem. In feite betekent dit dat de paarse 'religie' vandaag de wil oplegt aan het volk. Vandaar dat tenslotte iemand uit de zaal de vraag stelde welke partij meer onverdraagzaam is: de SGP ofD66.

Minderheid

Feit is, dat een christen in het politieke en maatschappelijke leven tot uitdrukking zal willen brengen, dat het Koninkrijk Gods in de handen van Christus ligt en dat Hij wil, dat overeenkomstig de wet(ten) van het Koninkrijk zal worden geleefd en geregeerd. Daarom is het niet niets wanneer een samenleving, die ooit in het publieke leven de tekenen van het Evangelie droeg, multicultureel en multireligieus wordt. Dan gaan fundamentele waarden botsen. Is het echter niet mede daarom dat vandaag allerwegen de kwestie van 'religie' en de consequenties ervan in het publieke leven weer alle aandacht hebben? Wie gemeend heeft, dat 'religie' buiten de politiek kan blijven, wordt vandaag met de neus op harde feiten gedrukt. De islam met name is hier prominent in beeld.

Een christen, die het Woord Gods wil laten gelden voor het hele leven, is theocraat. Dat wil zeggen dat hij/zij Gods zeggenschap over het hele leven aanvaardt. Theocratie is als zodanig geen partijprogram, wel een geloofsbelijdenis, ongeacht meerderheid of minderheid. Maar het Koninkrijk Gods wordt niet uitgebreid door kracht of geweld. Door Gods Geest zal het geschieden. Daarom kan en mag godsdienst niet met dwang worden opgelegd, ook de christelijke 'religie' niet.

Maar met de 'algemene genade' als ruggensteun mag wel een appèl worden gedaan op het geweten van overheid en volk om overeenkomstig de normen van Gods geboden te leven, omdat die heilzaam zijn voor volk en samenleving.

Toen ik tijdens het congres trachtte te poneren, dat het christelijk geloof heilzaam is voor de samenleving, terwijl 'religie' gevaarlijk kan zijn, omdat het de invalspoort kan zijn voor allerlei ideologieën, reageerde de heer Schuyer, dat hij als directeur van een psychiatrisch ziekenhuis in Rotterdam o.a. veel patiënten had van de Zuid- Hollandse eilanden, waar de achterban van de CSFR ook gelegerd is. Waarmee hij leek te zeggen, dat het christelijk geloof niet zo heilzaam is. Is dat echter bepalend voor de wezenlijke functie van het christelijk geloof in de samenleving? Nochtans blijft toch immers waar, dat de Schepper het goede met de mens voor heeft, mits in Zijn wegen wordt gewandeld? In die zin is een christen in-tolerant. Hij verdraagt geen andere zeggenschap dan de heilzame heerschappij van Christus, het volk ten goede. Noch-, tans is hij toch tolerant: jegens mensen, om hen de waarheid in liefde te betuigen.

In die zin is tolerantie als zodanig geen concessie (omdat het niet anders kan) maar een grondhouding: we zullen, in het licht van Gods geduld met deze wereld, 'de kwaden verdragen', zonder evenwel onze overtuiging prijs te geven. Die overtuiging is, mits naar het Woord Gods doorvertaald, heilzaam. Dan mag men het beroep op de Waarheid niet prijsgeven. Wat in feite bijvoorbeeld gebeurt bij deelname door of vanuit de kerk aan het interreligieuze gebed.

Getolereerd worden

Vandaag zijn voor christenen in onze samenleving de rollen omgekeerd, in vergelijking met nog niet zo heel lang geleden. Een niet-christelijke meerderheid regeert. Meer en meer worden christenen, die staan willen voor hun overtuiging, getolereerd. Soms met respect, maar toch... Dan komt het erop aan op een andere wijze te verdragen; namelijk het verdragen dat we getolereerd worden. En dan niet zelf intolerant worden. Maar met kracht van redenen pogen te overtuigen; door midden onder het volk te staan, getuigend van de heerschappij van Christus, tegen de zich breed makende heerschappij van demonische machten in, die soms 'religie' in dienst nemen. Tolerantie vraagt zelfverloochening, als het maar geen verloochening van Christus betekent. Tolerantie kan daarom principiële intolerantie inhouden, gedragen door bewogenheid om heil van mensen, om welzijn van de samenleving.

Het CSFR-congres gaf een aanzet voor verdere bezinning, liever een doorstart op een bezinning, die al eeuwen oud is maar in onze vanouds christelijke samenleving een nieuwe context heeft gekregen. Men leze verder de in deze kolommen al eerder aangekondigde lustrumbundel Tolereren ojbekeren, naar een christelijke visie op verdraagzaamheid (Boekencentrum, Zoetermeer). Ongeacht meerderheid of minderheid: Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde. Die als Hij leed, niet dreigde.

v.D.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Waarheid en tolerantie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's