Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Open Brief

Bekijk het origineel

Open Brief

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de leden van de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk

Veenendaal, 3 december 2001

Geachte synodeleden,

Als hoogste ambtelijke vergadering bent u geroepen leiding te geven aan het geheel van onze gemeenten, dat een zeer grote verscheidenheid kent. In uw beraadslagingen over verschillende onderwerpen klinkt dat door in de meermalen tegengestelde standpunten die door u als afgevaardigden worden ingenomen. De echo daarvan klinkt soms duidelijk, soms zwak, door op het grondvlak. Begrip, dankbaarheid, kritiek, vervreemding zijn daarvan het gevolg.

Hoe vaak is het uiteindelijke resultaat niet dat de gemeente(lede)n overgaan tot de orde van de dag.

Toch zijn er onderwerpen die het hart van de gemeente(lede)n raken. Ze zijn als een veenbrand. Soms duidelijk merkbaar, soms ondergronds smeulend. Elk moment kun je een opleving van het vuur verwachten. Met het gevaar dat het een snel om zich heen grijpende kracht krijgt en verterend werkt.

Voor ons gevoelen is binnen alle commotie over het Samen-op-Wegproces het spreken over het huwelijk en andere levensverbintenissen een onderwerp dat zeer velen persoonlijk en emotioneel diep raakt. Dat maakt het gesprek moeilijk.

Bij de aanvaarding van de Romeinse kerkordeartikelen, nu enkele jaren geleden, heeft de triosynode ons in een begeleidend schrijven de uitspraak meegezonden dat we het als kerken eens zijn dat het huwelijk een verbond van liefde en trouw is voor Gods aangezicht.

Met pijn werd daarbij gemeld dat de synoden het niet eens waren over andere levensverbintenissen als een verbond van liefde en trouw.

In dat licht zijn de ordinanties bij de kerkorde in engere zin in eerste lezing behandeld en door de classicale vergaderingen geconsidereerd. Ondergronds gloeide vuur en kroop de veenbrand voort. Bovengronds was weinig waarneembaar.

Dit veranderde, toen landelijke aandacht kwam voor de laatstgehouden zitting van de triosynode, waarop de ordinantie over de eredienst in tweede lezing zou worden behandeld. Dit is totaal veranderd nu de behandeling in de vergadering van november daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

De gloed van vuur wordt gevoeld, iets van verterende kracht wordt ervaren.

Dat is de aanleiding dat we ons als kerkenraad in deze brief tot u richten. We stuiten in onze gemeente en in onze kerkelijke contacten op ongeloof, verwarring en pijn.

Veel scherper en dieper dan in de tegenstand tegen het Samen-op-Wegproces als zodanig. Gemeenteleden, ambtsdragers, die beducht zijn voor scheuring en bezwaard meedenken in alle kerkelijke ontwikkelingen, vragen zich nu af of we principieel een plaats kunnen hebben in een kerk die in haar orde zaken verwoordt en regelt die tegen ons verstaan van de Bijbel als Gods geopenbaarde Woord ingaan. Er is gewetensnood.

Die dringt ons tot deze reactie. Het gaat ons om de gemeenteleden die mede aan onze zorg zijn toevertrouwd en om de eenheid en de heelheid van de kerk.

De triosynode waarvan u deel uitmaakt, koos niet voor opname van het huwelijk of andere levensverbintenissen in de Romeinse artikelen. Een door een deel van de synode gewenst evenwicht door beide te verwoorden bleek een feitelijke onmogelijkheid. Nogmaals, met pijn, is ons dat meegedeeld.

Met nadruk verklaren wij gevoelig te zijn voor de verschillende kanten van deze pijn. Daarin past ons erkenning van de vaak moeilijke en eenzame positie van de homofiele broeder of zuster in de gemeente. In de kring van bezwaarden in de kerk wordt dat niet altijd even duidelijk verwoord en getoond. We erkennen dat met schaamte. Graag bieden wij ook een plaats aan onze gemeenteleden met een homofiele geaardheid. Daarmee is echter het verschil van mening over het spreken over de homosexuele praxis niet ontkracht. In onze eigen hervormde synode is in november 1994 na een bewogen discussie over de toelating tot het Heilig Avondmaal van praktiserende homosexuele gemeenteleden dooreen commissie ad hoe geconstateerd dat bestudering van de exegetische en hermeneutische vragen rond (homo)sexualiteit niet tot een eensluidend standpunt leidden. Er is sterk voor gepleit dat er een klimaat van veiligheid zou zijn voor homosexuelen en voor hen die om des gewetens wille homosexualiteit niet als leefvorm voor de christen kunnen aanvaarden.

Vanwege de commotie over dit besluit is dit herzien in de synodevergadering van maart 1995 met onder andere als overweging dat het besluit van 1994 geen goed besluit is gebleken en daarom wordt teruggenomen.

Unaniem werd daarop besloten voorshands af te zien van het benoemen van een nieuwe commissie ter verdere bestudering van bovengenoemde vragen, omdat eerdere studiecommissies er niet in geslaagd zijn meer te bieden dan het naast elkaar plaatsen van verschillende manieren van Schriftgebruik en Schriftinterpretatie terzake.

In dat licht doen wij een klemmend beroep op u om de gewetensnood weg te nemen van, naar wij weten, vele meelevende gemeenteleden in onze kerk.

Concreet achten wij dat mogelijk door in ieder geval in uw behandeling van ordinantie 5 over de eredienst geen formuleringen te aanvaarden die de zegening van andere levensverbintenissen positief benoemen. Mocht dat als consequentie hebben dat dan ook de formuleringen over het huwelijk worden geschrapt, dan aanvaarden wij dat. Liever een open einde in de ordinanties dan gewetensnood met niette overziene gevolgen.

In de overtuiging dat u allen in geweten verantwoord zoekt om te gaan met de Schriften en met de begeerte in de kerk dienstbaar te zijn, doen we dit klemmend beroep op u.

De Koning van de Kerk ontferme Zich over u en ons, over Zijn verscheurd en verdeeld lichaam en zij ons genadig.

Namens de hervormde wijkgemeente 1, Noord te Veenendaal,

DS. B. J. VAN VREESWIJK, PRESES OUD. J. W. VAN DEN HEUVEL, SCRIBA

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Open Brief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's