Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Knecht des Heeren  in Zijn vernedering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Knecht des Heeren in Zijn vernedering

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschillende facetten waarjesaja 5 3 uan profeteert over de vernederde Knecht des HEEREN, zien we terug injohannes 13, vers 6 t/m 10. Niemand van de discipele de voetwassing uitvoeren. Dit slavenwerk was hun te min. En toen heeft de He het Zelf gedaan. Daarin heeft Hij Zijn gewilligheid getoond om de gestalte v dienstknecht, van een slaa/ aan te nemen. Tertvijl Hij dat deed, gaf Hij Zijn discipelen ook een voorbeeld. 'Als Ik de Heere en de Meester uiv voeten gewassen heb, zo bent u ook schuldig elkaar de voeten te tvassen. En u discipelen, u hoeft dan nooit zo diep te buigen als Ik doe!' Echter, er is nóg tvat dat de Heere via deze voetwassing aan Zij discipelen meegeeft. Dat blijkt als wij gaan letten op dat gesprek van de Heere Simon Petrus. De Heere wilde bij de voetwassing de discipelen ook onderwijzen over he geestelijk gewassen worden. Dat ontdekken we in de verzen 6 t/m 10, ons uitgangspun van dit artikel.

De Heere is bij de eerste van de discipelen geknield en Hij heeft de stoffige voeten gewassen en afgedroogd. Dan schuift de Heere op naar de volgende. Hartbrekend gezicht de Heere voor u geknield te zien. Wie herkent in deze slavengestalte de Borg? 'Als we Hem aanzagen, was er geen gestalte dat we Hem zouden begeerd hebben' (Jes. 53) Hier al niet. Wat een vernedering en lijden voor deze zo bijzondere en gewillige Knecht!

Ik denk dat iedereen dit zwijgend en beschaamd heeft meegemaakt. Ook Petrus. Allerlei gedachten gaan er in hem om. Moet Jezus dit werk doen? Ja, want niemand anders doet het. Petrus ook niet. En als het moment daar is dat de Heere bij hem knielt, dan is daar in één keer een reactie: Heere, zult Gu mij de voeten wassen? Met andere woorden: dat kan ik niet toestaan.

Dan zegt de Heere tot Petrus: 'Wat Ik doe, weet gij nu niet'. De Heere doet soms dingen die een mens op dat moment niet begrijpt. Petrus begrijpt nu de bedoeling van de voetwassing nog niet. Wat zal hij in diezelfde nacht - een paar uur later - er veel meer van begrepen hebben! Wat Ik doe, verstaat gij nu niet, ge zult het hierna verstaan. Petrus, wacht maar totdat de haan straks gekraaid zal hebben! Dan zult u er meer van begrijpen. Dan zult u beter gaan verstaan, de noodzakelijkheid

van: Ontzondig mij met hysop, en mijn ziel, nu gans melaats zal rein zijn en genezen. Maar dat is nu voor Petrus nog verborgen. Echter, Petrus laat zich niet zomaar overtuigen. Met sterke bewoordingen betuigt hij: Heere, Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid. Never! Nóóit zal ik toestaan dat U mijn voeten wast.

Wat moet er dan gebeuren? Nu, als iemand zo resoluut voor de dag komt, dan verdient hij dat de Heere ook resoluut antwoord geeft. En dat doet de Heere ook. Als Petrus zegt: Heere, Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid, dan zegt de Heere: Goed, Petrus, als ik u niet was, hebt ge geen deel aan mij. Dan is de band gebroken. Dat is ook resoluut en duidelijk. Is zo'n kleinigheid dan beslissend? Het gaat alleen maar over het wassen van vuile voeten. Maar Petrus begrijpt nu wel dat er meer achter zit. De Heere laat voelen dat Hij bezig is in die voetwassing iets te tonen van geestelijke zaken. Hij laat zien wat de bedoeling van Zijn lijden en sterven is in deze nacht en de komende dag. Hij gaat voor een middel zorgen waardoor zij gewassen kunnen worden. Zonder dat middel - Zijn bloed - is het verloren. Indien Ik u niet was, gij hebt geen deel met Mij. Daar moeten ook wij achterkomen in ons leven.

Liefde kan dwalen

Heere, zult Gij mij de voeten wassen? Daar bent U te hoog en te heilig en ik ben het niet waard. Met al zijn nederigheid staat Petrus Christus' verlossingswerk tegen. Hij had zijn Meester lief, dat is waar. Maar onze liefde kan ook dwalen. En in de blindheid van zijn liefde, begreep hij niet dat de Knecht des HEEREN Zich tot Petrus in de dood moest vernederen. Christus mag de weg van de vernedering niet gaan. Aan de voeten van Petrus. Wat is een mens eigenlijk een tegenstander van het werk des Heeren. En daarom moet de Heere Zijn volk, zoals hier Petrus, soms met zo'n geweldig n ernstig wilde woord tot de orde roepen: ere Petrus, Jezus indien Ik u niet was, gij hebt an geen een deel aan mij.

En dan? Weer echt Petrus in zijn impulsiviteit, die zegt: Heere, als ik anders geen deel aan U heb, dan niet al- n leen mijn voeten. Maar ook mijn han- Jezus den en met mijn hoofd. Dan helemaal. t De Heere echter gebruikt dit voorval t om Petrus opnieuw een les te leren. Kijk, zegt de Heere, als iemand op reis gegaan is en hij is als gast ergens uitgenodigd, dan heeft hij, voordat hij van huis ging, een bad genomen. En hij zorgt er toch voor dat hij behoorlijk gekleed en goed verzorgd aanwezig is in het huis van de gastheer. Alleen, zo'n gast ging schoon van huis maar bij aankomst zijn de voeten vuil. Dan hoeft hij niet opnieuw helemaal in bad in het huis van de gastheer. Het is voldoende als alleen zijn voeten gewassen worden. Die gewassen is, zegt de Heere, heeft nu alleen nog nodig de voeten te wassen. Verder is hij geheel rein. Met andere woorden: Petrus, als iemand door Mij rein gemaakt is, dan blijft hij voortdurend op Mijn wasbekken aangewezen, nl. voor het vuilmaken van zijn voeten bij het vervolgen van zijn weg over deze wereld, tot aan het moment van zijn sterven. Hij is rein, maar zijn voeten worden verontreinigd. 'En u bent rein, zegt de Heere. Het enige wat Ik nog aan u moet doen, dat is uw voeten wassen'.

Voor ernstige mensen

Zo is er in deze geschiedenis een aantal dingen te Ieren, bijvoorbeeld de noodzaak om door de Heere Jezus gewassen te worden. Indien Ik u niet was, gij hebt geen deel met Mij. Dat gold van Petrus. Maar dat geldt ons allemaal. Wat bedoelt de Heere met dat wassen? Vat u dat maar samen in het woord 'rechtvaardiging'. En in het verlengde ervan de heiligmaking.

Wij moeten het bloed van Christus kennen tot reiniging, tot vergeving. Indien Ik u niet ontmoet bij die Fontein op Golgotha's kruis, waar Mijn bloed vloeit tot betaling en afwassing van de zonde, dan heeft u geen deel met Mij. Wie in zijn onbekeerlijkheid en zelfhandhaving voort blijft leven, kan God en een mens niet wijsmaken dat hij het bloed van Christus nodig heeft!

Ik denk niet alleen aan hen die in onverschilligheid aan de Zaligmaker voorbij leven. Dit is met name een woord voor ernstige mensen. Want dit woord was in de eerste plaats tot Simon Petrus gericht! En wat we hem ook willen verwijten, we kunnen hem niet beschuldigen van gebrek aan ernst en liefde tot de Heere en tot Zijn dienst. Hij had heerlijk belijdenis gedaan. 'Wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd'. Dat kon hij eerlijk zeggen. Tot deze ernstige discipel wordt gezegd: indien Ik u niet was, gij hebt geen deel met Mij.

Wanneer hebben we geen deel aan Christus? Goed opletten! De Heere zegt niet: Petrus, zolang u in uw zonden bent, hebt gij geen deel met Mij. Dat is natuurlijk ook waar. Petrus, u zult het in deze nacht nog ontdekken dat u tot allerlei kwaad geneigd bent: vóór de haan gekraaid zal hebben, zult u Me ook nog verloochend hebben. Ja, u hoort ook bij diegenen die aan Mij geërgerd zullen worden. Maar, Petrus, dat is het bezwaar niet. Maar als Ik u niet was! Een woord voor ernstige mensen. Voor mensen in wier hart iets wakker geworden is. Die zeggen: zult gij, o heilige Zoon van God, mij onwaardige zondaar, de voeten wassen? Als ik eerst maar eens dit en dat in mijn leven zou kunnen overwinnen. Herkent u het? Wat hebben we het dan nodig dat ons de Knecht des Heeren verklaard wordt. Wat lijdt Hij voor zijn Kerk. Maar ook dóór zijn Kerk. Door Zijn dwaze Petrussen en Petra's, die zichzelf zo graag eerst wassen. Hoe moet de zondaar komen? Als een half gewassen zondaar? Nee, hij mag komen zoals hij is. Uw vuilheid moet u niet bij de Knecht des Heeren vandaan houden. Zeg het maar: vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot. Hoe schuldiger we ons bevinden, des te meer redenen hebben we om te gaan tot Hem, Die zegt: laat Mij u wassen!

Heiligmaking

Die voeten moeten gewassen worden. De Heere zegt tegen Petrus: voor iemand die rein is, is dat het enige wat gebeuren moet en vervolgens keer op keer. En u bent rein, zegt de Heere, sinds u in Mij leerde geloven. Al ontbrak er nog heel wat aan uw geloof. Maar ze waren toch in Hem begrepen. Die overgang was gemaakt. Dat hoeft niet nog een keer te gebeuren. Want God rekent ze in Christus. In Hem zijn ze vrij van zonde en schuld. 'U bent rein'.

Dan gaan ze door dit leven over de stoffige paden van dit zondig bestaan. En dan worden hun voeten weer bestoven door het stof van dit leven. Ze wandelen op allerlei wegen, helaas ook op de paden der zonde. Daar lopen ze nieuwe onreinheid op. Zo zullen ze steeds weer naar Hem moeten, Die de voeten wast. Weet u wat het is? Christenen gaan niet als heiligen door het leven, maar als mensen die dagelijks bekeerd moeten worden. Steeds weer opnieuw moeten worden gewassen. We noemen dat heiligmaking. Door de Heere rein genoemd worden. En nog zo vaak struikelen en uitglij-

den. En wat trekt de wereld vaak weer. Wat zijn de voeten vaak weer vuil. Dan zegt de Heere: die gebaad heeft, die heeft alleen van node de voeten te wassen. Maar dat moet dan wel gebeuren! Dan zullen we ook in het gelijkvormig gemaakt worden aan Zijn beeld, de x bediening van de Geest nodig hebben. Dan zullen we keer op keer weer met het besef van die vuile voeten naar Die Borg en Middelaar moeten gaan, om te vragen: Heere, wast mijn voeten weer.

Last van die vuile voeten? Of lopen we zo met de neus in de wolken dat we er niet eens erg in hebben? De Knecht des Heeren buigt in Zijn lijden laag voor u neer. Dan hoeven we niet opnieuw gebaad te worden. 'Wij dan gerechtvaardigd zijnde in het geloof, hebben vrede met God'. Nochtans: ik ellendig mens. Dan worden wij nooit wat. Altijd blijven we aangewezen op het reinigende werk van de Heere Jezus Christus.

Doch niet allen

En dan is er ook nog één ding, dat tot slot niet overgeslagen mag worden: u bent rein, doch niet allen. De Heere Jezus laat zien het onmogelijke van echte heiligmaking zonder rechtvaardiging. Want er is er één bij die niet rein is. Het is wel een discipel van Jezus, maar hij is niet met de band van het waarachtige geloof verbonden aan Hem. Hij heeft geen rein hart. Het is

een meeloper. Aan de buitenkant kun je dat niet zien. Zo goed heeft hij dat weten te camoufleren. Maar de Heere kent zijn hart en zegt: u bent rein, maar er is één uitzondering.

Al heeft de Heere zijn voeten gewassen. Er is geen enkel bewijs in Johannes 13 waaruit geconcludeerd kan worden dat Judas overgeslagen is door de Heere Jezus. Hij was er bij! Ook 'zijn' voeten zijn gewassen. Het symbool van de heiligmaking kreeg hij. Zonder dat hij rein was.

Willen we onszelf opknappen, onszelf hervormen? Zoeken we de reiniging van onze voeten? We beseffen dat we door een verdorven wereld gaan en we zoeken de reiniging van onze voeten. En we vermijden zoveel mogelijk het vuil worden van de voeten. Zonder Hem, Die zegt, u bent rein?

Er zijn wat dit betreft verschillende categorieën. Wat meer wettisch ingestelde mensen. Die hier en daar kwaad in zien. En daarom onthouden ze zich van dit en van dat en proberen zich zo te bewaren. Langs die weg menen zij wat te hebben bij God. Zonder dat ze rein zijn. Anderen zoeken het in de positieve actie. Ze zijn hier en daar en overal bezig en zoeken daarin hun zaligheid, zonder dat ze rein zijn.

Maar indien Ik u niet was, zegt de Heere Jezus, gij hebt geen deel met Mij. Hoe schoon uw voeten er ook uitzien. Hoe schoon wij onze voeten ook proberen te houden! Daarom het is onmogelijk om heiligmaking na te streven en niet te weten wat het is om te vluchten als een arme zondaar tot de reinigende Bloedfontein van Golgotha. Om door de Heere Jezus Christus gewassen te worden.

Mag ik u oproepen om te gaan, wie u ook bent, en hoe vuil u ook bent, niet naar de doe-het-zelfwinkel om uzelf een beetje op te knappen en te verbeteren. Nee, roep de Knecht des Heeren in. Hij wil echt alles doen! Hij heeft Zich ervoor laten vernederen. Hij wilde ervoor lijden. 'Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten'. Hij is de Fontein van heil, Die nooit vergaat. 'Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem'. Zo is er de vrede in rechtvaardigmaking en heiligmaking, ondanks alle strijd. Ga naar die Fontein van Christus' bloed. Daar ontvangt een zondaar rust van Hem, Die gezegd heeft: Indien Ik u niet was, gij hebt geen deel aan Mij. Vul dat ook maar positiefin, want dat mag: Indien Ik u was, dan hebt u deel aan Mij, nu en eeuwig.

A. P. VOETS, MIDDELHARNIS

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2002

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De Knecht des Heeren  in Zijn vernedering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2002

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's