Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het hart van ware vroomheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het hart van ware vroomheid

PROF. DE REUVER WIJST SPOREN VAN SPIRITUALITEIT AAN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de titel 'Verborgen omgang' verscheen deze iveek een Jraaie studie van de hand van prof. dr. A. de Reuver, hoogleraar te Utrecht. Het u; erk draagt als toelichtende ondertitel: Sporen van spiritualiteit in Middeleeuwen en Nadere Reformatie. Uitgeverij Boekencentrum te Zoetermeer verzorgde de uitgave op een degelijke manier.

De auteur heeft zijn werk vervaardigd in een grote betrokkenheid op het thema. Het is zijn opdracht om college te geven over een belangrijk onderdeel van de kerkgeschiedenis. Het gereformeerd protestantisme mag zich in Nederland in een redelijk goede belangstelling verheugen. Aan verschillende academies vormt de thematiek een centraal gegeven bij onderzoek en onderwijs. Dit boek verdient nu binnen het geheel van wat er op dit gebied gaande is, een bijzondere plaats. Het is gewijd aan een onderwerp dat men niet afstandelijk kan behandelen, hoe voorwerpelijk men het ook zou willen benaderen. De titel geeft reeds aan, dat het de auteur te doen is om een beschrijving van wat het hart van ware vroomheid wil vormen. Gereformeerde, reformatorische spiritualiteit kan men onmogelijk beschrijven zonder er zelf op een intensieve manier bij betrokken te zijn. De psalmregel is onder ons bekend. Zielen waar de vrees van God in woont, ontvangen deel aan de verborgen omgang met de Heere.

Diep geheim

De inleiding van het boek omschrijft wat de titel bedoelt, zij verantwoordt ook de keuze van het thema op een heel persoonlijke manier. Het hangt, naar eigen zeggen, samen met de levensgang van prof. De Reuver. Zijn keus wil ook zeer persoonlijk verstaan worden, als voortkomend uit de levensovertuiging die het geheel draagt. Een citaat maakt dit duidelijk: 'Ik geloof namelijk dat een van de ernstigste symptomen van de huidige crisis in kerk en cultuur is gelegen in de toenemende teloorgang van de verborgen omgang met God, en dat een hernieuwde beoefening daarvan geneeskracht in zich bergt. Dit betekent allerminst dat de vroomheid van vroeger geïmiteerd, laat staan gekopieerd zou moeten worden. Het betekent wel dat de vitaliteit ervan kan inspireren tot 256 een eigentijdse en authentieke spiri-

tualiteit'. Juist deze verantwoording is ons sympathiek, en wel om twee redenen. Allereerst omdat zij inderdaad te maken heeft met het diepe geheim van wat de kerk naar haar wezen is. De idee van een kerk zonder gemeenschap met God, van een cultuur zonder motivatie vanuit de spiritualiteit, is onbestaanbaar. Crisis ontstaat waar deze hartslag der gemeente gemist wordt. Wil men weten wat genezend kan werken, dan moet dit thema aan de orde gesteld worden.

Daar komt als tweede reden bij, dat ook de theologie als wetenschap slechts gebaat is bij een wezenlijke betrekking tussen God en de mens. De inzet van Calvijns Institutie herinnert daaraan op een blijvende manier. Ware wijsheid verdient slechts die naam, wanneer de kennis van God en de kennis van de mens aan en met elkaar verbonden zijn. Dat is een kwestie van wet, geloof, gebed en kerk als gemeenschap. Het is echter voor al deze dingen een kwestie van ontmoeting, omgang met de Here. Daarin is iets van een verborgenheid, maar toch weer niet zo dat er niets over te zeggen valt. Er is in ware vroomheid een zodanig canoniek element, dat zij eigenlijk van alle eeuwen is in haar authenticiteit. Maar er is een verhaal, een geschiedenis van te schrijven. Prof. De Reuver stelt zich zeer bescheiden op, door te spreken van de sporen van spiritualiteit. Hij wijst ze aan, zoals zij voornamelijk in de nader-reformatorische vroomheid zijn te vinden en dan voornamelijk met de mystieke component ervan. We juichen dit toe.

Geschiedenis van de Nadere Reformatie heeft al te zeer dit kernbegrip, deze kernbeleving als een verborgenheid aangemerkt. Hier wordt zij beschreven en wel in een aantal specifieke vertegenwoordigers: Willem Teellinck, Theodorus a Brakel en diens zoon,

Wilhelmus, Herman Witsius en Guilelmus Saldenus. Voorafgaand aan deze reeks treffen we een beschrijving aan van de vroomheid bij Bernard van Clairvaux en Thomas a Kempis. Beiden zijn van wezenlijke betekenis geweest voor wat in de Reformatie en ook in de Nadere Reformatie als exemplarisch werd beschouwd. Daarbij speelt een rol van betekenis de kwestie van de relatie tussen Middeleeuwen en Reformatie en Nadere Reformatie. Voor De Reuver gaat het hierbij om een samengaan van continuïteit en discontinuïteit. Wat de vroomheid betreft, de mystieke gloed ervan treffen we bij Luther aan en, zij het wat anders gekleurd, ook bij Calvijn. De gemeenschap met Christus is daarbij een centraal thema, bij Luther in de leer van de rechtvaardiging, bij Calvijn in de leer van het sacrament en dus ook in de beschouwing van de kerk.

Mystiek

De Reuver stelt terecht, dat de Nadere Reformatie haar spirituele identiteit zocht in een synthese van reformatorische en breed katholieke geloofsbeleving. Het begrip dat vooral om een toelichting vraagt, is dat van de mystiek. Spiritualiteit wordt opgevat in de zin van christelijke vroomheid. Mystiek is een typisch katholiekmiddeleeuws verschijnsel (blz. 18). Maar de afwijzing ervan door de Reformatie betrof een specifieke gestalte ervan, die onder kritiek werd gesteld, maar dit betekende niet een breuk met de mystiek als zodanig. Ook in de kerken van de hervorming is zich een onloochenbare mystiek gaan ontwikkelen. Zo neemt De Reuver een gedachte van C. Aalders over, terecht, omdat de kennis van God nimmer is op te vatten als een eenzijdig intellectueel gebeuren. 'Gods openbaring roept een weergaloze ervaring op, die mystiek te noemen is' (blz. 19). Toegerust met deze klare omschrijving kan de lezer nu de tocht aanvangen, die hem langs een 'route' voert van devoten, die beschreven wat voor hen de verborgen omgang met God'inhield.

Daar komen dus de namen van hen bij wie de vreze des Heren zich voedde met de omgang met de levende God zelf. Prof. De Reuver beschrijft deze vertegenwoordigers grotendeels met behulp van hun eigen weergave, in hun eigen geschriften en naar hun specifieke eigen taal. Hij doet dit tevens met gebruikmaking van een ruime hoeveelheid literatuur, die wonderlijk groot is. Het onderwerp heeft in de wetenschap reeds velen geboeid. Neem Bernard van Clairvaux. Hij staat hier aan het begin, terecht, omdat hij Luther, Calvijn, ook nadere reformatoren direct heeft beïnvloed. Biografische gegevens, literaire output, culturele context zijn beschreven. Dan volgt de thematiek die ons hem doet kennen, inderdaad als een soort exempel voor vele eeuwen. Gedrenkt in de Schriften vertolkt Bernard de Godsliefde, die strikt genadig is en absolute prioriteit bezit. Van geen enkele verdienste is sprake. De door God beminde bruid schrijft alles aan genade toe. Het is geen wonder dat deze pastorale prediker in het klooster ook daarbuiten actueel bleef tot op vandaag.

Boeiend beschrijft De Reuver de Christusmeditatie en de Bruidsmystiek, en eveneens de vereniging met God, waarin de extatisch-mystieke ervaring weliswaar bescheiden was, maar niettemin zeer wezenlijk, voorbeeldig in zekere zin, en van betekenis voor een benadering van de gehele ervaringsproblematiek die vooral vandaag de theologie plaagt, omdat er weinig Schrift, weinig Christus en weinig nederigheid en terughoudendheid is.

Wanneer De Reuver in een evaluatie van zijn studie over Bernard in dubio verkeert omtrent de kwestie van de allegorische verklaring van het Hooglied (een kwestie van hermeneutische aard, blz. 54), is dit goed te begrijpen. Intussen heeft hij juist daarmee een invloed geoefend die binnen de Nadere Reformatie zich krachtig deed gelden.

Wetenschappelijke bekwaamheid

De verleiding is groot, om van elke figuur die hier behandeld wordt een korte weergave te bieden. We zien daarvan af. De lezer moet het boek zelf ter hand nemen. Wie stellen we ons voor als gebruikers ervan? Ik denk allereerst aan de beoefenaars van de theologie, met name aan de belangstellenden onder hen voor de Nadere Reformatie. Een thematiek die moeilijk te beschrijven is, en die daarom al te vaak is blijven liggen, wordt hier aangeboden op een manier die getuigt van wetenschappelijke bekwaamheid. Daarom behoort het boek thuis bij on-

ze studenten en predikanten. De Nadere Reformatie is meer dan theocratie of doctrine. Zij is innerlijke gloed. Deze komt hier duidelijk naar voren. Een wetenschappelijk werk dus, dat een functie zal hebben bij eigen onderzoek en voortgaand onderricht.

Toch is er méér dan dit. Men aarzelt om te spreken over een stichtelijk, een devoot werk. Toch is deze studie, in haar eigen vorm en gestalte, inderdaad een opbouwend werk. Voor een deel, een belangrijk deel ligt dit aan de materie. Zij is boeiend voor wie de boventonen van de registers erbij weet te beluisteren. Zonder meer reeds ademt het werk derhalve een geest van vroomheid, en hier en daar zelfs van de mystiek zelf. Toch is er een bijkomende factor. Zij is allerminst bijkomstig. Het is de aard van de beschrij- • ving, de betrokkenheid op de stof, het geboeid-zijn van de auteur bij de zaak: id quod res est! Hij trof die toon reeds in zijn dissertatie over Kohlbrugge, 'Bedelen bij de bron'. Nu er vele figuren bijgekomen zijn, oude bekenden, nu in een nieuw licht geplaatst, nu zijn er andere boventonen bij gekomen.

Men verneemt onder het lezen de warmte van de devotie bij Teellinck, de groeiende mystiek bij Theodoor en de redelijkheid van contemplatie en meditatie bij Willem a Brakel. Saldenus, met zijn gemeenzaamheid met God en de geestelijke vreugde komen ons zeer nabij en Witsius, de man van de verbonden, is ook de man van academisch vertolkte vroomheid, die hier beschreven wordt in zijn eigen geest.

Geestelijke printen zijn het geworden, waarin men de trekken waarneemt van hen die van verborgenheid verstand hadden en die daarover en daarvan getuigden. Die kant van de zaak kunnen we in kerk noch school missen. Er is een spirituele grondtrek, die een constituerend hoofdkenmerk dient te blijven, te propageren op kansel en katheder. In hartelijke verbondenheid met de auteur en respect voor zijn werk bevelen wij deze studie met overtuiging aan.

W. VAN 'T SPIJKER, APELDOORN

N.a.v. dr. A. de Reuver, Verborgen omgang. Sporen van spiritualiteit in Middeleeuwen en Nadere Reformatie, uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 291 blz.; € 29, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het hart van ware vroomheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's