Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ordinanties bijna voorbij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ordinanties bijna voorbij

IMPRESSIE VAN DE TRIOSYNODE

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vier warme dagdelen besteedde de triosynode afgelopen donderdag en conferentiecentrum 'De luerelt' in de Lunterse bossen aan de verdere behandeling ordinanties bij de kerkorde, die in tvueede lezing aan de orde kwamen. Daarnaast sprak de synode ouer de relatie met de migrantenkerken - waarop we over enige tijd wille terugkomen - , benoemde ze dr. H. de Leede tot rector uan het seminarie en sprak ze oue een umjorme quotumregeling, waarvan ds. P. van der Kraan elders in ons blad verslag doet.

De ordinanties vormen de uitwerking van de zogenoemde Romeinse artikelen uit de kerkorde, de grondregels van de kerk. In deze ordinanties staan de praktische regels voor het dagelijks leven in de kerk verwoord. Nadat deze in 1997 in eerste lezing zijn vastgesteld, hebben de classicale vergaderingen en de kerkenraden de gelegenheid gekregen hun mening erover te geven - de consideraties. Op grond hiervan volgen de nodige aanpassingen in de tekst, die de triosynode dit jaar in tweede lezing wil vaststellen. In november 2001 was hiermee al een begin gemaakt, toen ord. 1 over het belijden aan de orde was. Ook volgde toen de bespreking over ord. 5 over de eredienst, waaronder de inzegening van een huwelijk en de zegening van alternatieve relaties vallen.

Vorige week ging de synode verder met het vaststellen van andere van de in totaal veertien ordinanties, over de gemeenten, het ambt, doop en avondmaal enzovoorts. Hieronder geven we een indruk van de bespreking, om zo de lezer ook nu te informeren over de voortgang van het Samen op Weg-proces. Wie ons blad de jaren door gevolgd heeft, kan moeilijk een informatieachterstand hebben - een opmerking die nogal eens klinkt in de richting van de hervormd-gereformeerden.

Synode-grondvlak

Ds. B. Wallet zei aan het begin van de bespreking dat er eigenlijk te veel amendementen waren ingediend. 'We moeten niet terug achter wat in eerste lezing is vastgesteld.' Hij gaf aan dat de procedure uiterst zorgvuldig verlopen is. Toen ds. W. van den Brink (herv., classis Nijmegen) vroeg om de classes opnieuw naar de in tweede lezing vastgestelde ordinanties te laten kijken, 'omdat er soms zulke grote wijzigingen zijn die het grondvlak tot verbijstering brengen', antwoordde prof. dr. L. J. KofFeman (geref.) namens de werkgroep kerkorde dat dit een vertraging van Samen op Weg met twee jaar zou betekenen. Hij ging naast dit praktische argument hierbij vooral in op de relatie tussen de synode en de mindere vergaderingen. 'Betekent het voorstel van ds. Van den Brink een derde lezing of een soort referendum? Omdat de synode verantwoordelijk is voor de vaststelling van de kerkorde, is er een luisteren en serieus nemen van de classes en kerkenraden, waarna ze de teksten zelf moet vaststellen.' Prof. KofFeman gaf aan dat de gemeenten alleen opnieuw gehoord worden, als er nieuwe teksten liggen op grond van bijvoorbeeld ontwikkelingen in de structuur van het theologisch onderwijs of de financiële positie van de kerk. Een mijns inziens valide redenering.

Een dag later gaf prof. KofFeman aan dat het de cultuur is in de gereformeerde synode ergens niet meer op terug te komen, als een besluit genomen is. Op een onderwerp waarover bij de vrijdag behandeling in van de Romeinse artike- uan len de besluiten genomen zijn, zou een synodelid bij de ordinanties niet op- n nieuw een vraag moeten stellen. Uiter- r aard is consistentie in het geheel van de kerkorde nodig - maar dat mag niet betekenen dat synodeleden ook in tweede lezing op grond van hun verstaan van het Woord van God het woord niet meer kunnen voeren, juist waar blijvend verlangen is naar kerkzijn in deze tijd in gereformeerde zin.

Ordinantie 2: De gemeenten

Ds. T. C. Guijt (herv., classis Alblasserd verwoordde zijn bezwaar tegen het bedienen van de sacramenten door ouderlingen bij ontstentenis van de predikant.

Oud.-kerkv. W. van Groningen (herv sis Goes) stelde voor de registers uit te breiden, waarbij gemeenten de mogelijkheid krijgen hun verbondenheid met de gereformeerde belijdenis uit te spreken. 'We zijn immers niet één, zoals de nieuwe kerkorde suggereert'. Ds. J. de Goei (herv., classis Zierikzee) vro of er gemeenten zijn waar men weet welke kinderen niet voor de doop komen.

Ordinantie 3: Het ambt en andere diensten

Oud. M. Bons-Storm (herv., classis Leide bepleitte werkbegeleiding voor beginnende ouderlingen en diakenen. Tevens wilde ze emeritipredikanten eens in de vijfjaar een functioneringsgesprek met de classis laten hebben, omdat 'hun gave voor de exegese en de vertolking van de boodschap vanwege ouderdom kan afnemen'.

Ds. J. L. Schreuders (herv., classis Bo verklaarde zich tegen het stemmen per volmacht bij ambtsdragersverkiezin; gen, 'omdat je in gespannen situaties... ongewenste zaken kunt krijgen, temeer als doopleden ook kunnen stemmen'. Hij wilde ook dat ambtsdragers niet één maar twee keer herkiesbaar zijn.

Diaken D. uan der Boon (geref., classis Dokkum) wilde ambtsdragers laten ondertekenen dat ze achter het belijden der kerk staan.

Ds. A. G. E. Klap (geref., classis Zeeuws- Vlaanderen) vroeg of hij 20 kilometer van zijn gemeente mocht wonen, 'of moet ik als mijn hervormde collega tegenover een bejaardenhuis wonen, waardoor hij met nacht- en verrekijkers in de gaten gehouden wordt.' Oud. H. Leker (luthers, Utrecht) vroeg am) waarom ds. Schreuders bezwaar had tegen stemrecht voor doopleden. 'Ik vind dat een onderwaardering van de doop, waardoor je ingelijfd bent in Christus.' Leker zei blij te zijn dat zijn, dochters clas- van vijftien en achttien konden stemmen.

Ds. P. van den Heuvel antwoordde ds. Schreuders namens de werkgroep kerkorde dat in de Romeinse artikelen opgenomen is dat doopleden mogen.. deelnemen aan het avondmaal, als de . eg kerkenraad daarvoor kiest. 'Dat gaat. dieper dan stemrecht.'Ds. Van den Heuvel merkte op van mening te zijn, dat ds. Schreuders wel erg negatief over de doop sprak. 'Dooplid-zijn is, geen negatieve kwalificatie.' Hij zei het met ouderling Leker eens te zijn. n) Dit antwoord deed geen recht aan de . vragen. Bij de behandeling van ord. 6 over de doop pleitte oud. A. A. Snijders (herv., classis Delft) juist voor herwaardering van de kinderdoop. Het gaat dus niet om onderschatting van de doop, maar om de eenheid doopcatechese-belijdenis. 'Zo dienen kinderen tot christelijke mondigheid te mmel) komen, ' zei Snijders.

Het stemmen per volmacht lichtte dr. Van den Heuvel toe door op te merken dat veel ouderen graag met de gemeente blijven meeleven - elk lid mag slechts twee volmachten bij zich hebben. Hij meende voorts dat sommige synodeleden de suggestie hadden gewékt, als zou het niet goed zijn de gemeente te betrekken bij het beroepen van een predikant. 'Calvijn wilde echter de mondigheid van de gemeente hérstellen, de gemeente waaraan de Geest is toevertrouwd.' Ook bleef de werkgroep van mening dat ambtsdragers in principe acht jaar kunnen dienen. 'Laten we dit in een tijd van doorstroming en vernieuwing maar eens probéren.'

Ordinantie 5: De eredienst

Na de synodevergadering van november hadden de artikelen over het huwelijk en alternatieve levensverbintenissen nog geen kopje. Hiervoor lag er nu een voorstel. Artkel 4 krijgt als kopje 'Alternatieve levensverbintenissen'. De ordinantie werd aangenomen werd met 121 voor en 34 stemmen tegen (wat de hervormden betreft: 41 voor, 25 tegen). Berichten in de kranten dat de synode hiermee zonder meer akkoord ging, doen niet helemaal recht aan de synodeleden, die beseffen dat op 14 juni in de hervormde synode de bekrachtiging van de besluiten op de agenda staat. Daar is de plaats voor verder gesprek over deze omstreden thematiek.

Ordinantie 6: De heilige doop

Ds. J. Tadema (herv., classis Dokkum) we erop dat we gedoopt wórden. 'Laat die geweldige rijkdom ons niet ontnomen worden.'

Ds. Wallet antwoordde namens de werkgroep kerkorde dat de keuze voor de volwassendoop als volwaardig alternatief geen afzwakking van de kinderdoop is.

Ordinantie 7: Het heilig avondmaal

Ds. J. L. Schreuders noemde het pijnlijk dat gelegaliseerd wordt wat nu reeds praktijk is: de toelating van kinderen tot het avondmaal.

Oud. G. Veltman (geref., classis Haarlem) wees op de geweldige verschuiving in het geestelijke leven. 'Ik heb ze nog gekend, mensen die nooit naar het avondmaal konden, maar elke avond op de knieën lagen.'

Ds. B. H. Weegink (hen; ., classis Katwijk) wees op het onderscheid tussen beide sacramenten. De doop is voor de schare, het avondmaal voor een afgebakende groep. Hij wilde dat de kerkenra- ' den in ieder geval deelnemers aan het avondmaal zouden oproepen de catechese te volgen.

Diaken C. H. van Gend (herv., classis Utrecht) zei juist blij te zijn met de positie van doopleden. 'Op 59-jarige leeftijd werd ik diaken, waarbij ik tegelijk belijdenis deed.'

Ds. Wallet antwoordde aan oud. Veltman dat er in de kerk sprake kan zijn van verschraling, maar ook van verschaling. 'In veel gemeenten zitten we in die laatste fase, waarbij we groeien in een nieuw skelet voor de kerk, de ordinanties.'

Ordinantie 8: De missionaire, diaconale en pastorale arbeid van de gemeente

Ds. Schreuders wilde een passage laten vervallen waarin aangegeven wordt dat in de ontmoeting met andere godsdiensten de gemeente naar mogelijkheden zoekt om gemeenschappelijke taken te verrichten, terwijl ds. Van den Brink het gesprek met andere godsdiensten getuigend wilde laten zijn.

Prof. Koffeman antwoordde ds. Schreuders dat het samen met de moslims opzetten van een diaconaal project voor jongeren, niets met algemene religiositeit van doen heeft en vroeg of je in het gesprek met andere godsdiensten ook vooral kunt luisteren. 'Moet es ik een slecht geweten hebben, als ik met mijn kerkenraad naar het suikerfeest ga en ik niet tot een getuigenis kom? '

Ordinantie 9: De geestelijke vorming

Ook hier ging het over de reformatorische volgorde doop-catechese-belijdenis-ambt. Prof. Koffeman wees erop dat de kerkenraad kan besluiten dat ouders die hun kind ten doop houden daarmee belijdend lid worden, maar dat het niet hoeft. Hij vond het jammer dat ds. Schreuders sprak van een ernstige uitholling van de ambtsvisie.

Ordinantie 10

Ds. P. Schravendeel zei namens de werkgroep kerkorde dat in een plurale kerk, waarin niet ieder op basis van het gereformeerd belijden werkt, het goed is het opzicht bij de classis neer te leggen. 'De leer van de kerk kan nooit door een enkele kerkenraad bepaald worden, dat gebeurt samen.' Als lid van dezelfde werkgroep zei prof. S. E. Hof dat waar zoveel ruimte is voor de verkondiging, er nauwelijks ruimte is om hierop toezicht te hebben. Over de toepassing kon hij geen 'zinnig woord' zeggen, al wilde hij de zinsnede dat de gemeente geroepen is bij het belijden van de kerk te blijven, niet weghalen.

Opvallend vond ik dat geen synodelid aandacht vroeg voor een nieuw lid in deze ordinantie, waarin staat dat het opzicht gehouden wordt met inachtneming van de bijzondere verbondenheid van de gemeente ten aanzien van de belijdenisgeschriften, als bedoeld in ordinantie 1-1. Een gemeente die haar bijzondere verbondenheid met de gereformeerde belij denisgeschriften heeft uitgesproken, is door de colleges van opzicht dus alleen daarop aanspreekbaar.

Ordinantie 14: Het leven en werken van de kerk in oecumenisch perspectief

Prof. Koffeman ontraadde een amendement dat bepleitte alleen oecumenische contacten te onderhouden met kerken waarmee we overeenstemmen in geloof. 'Denk aan ons lidmaatschap van de Raad van Kerken, waarin ook de Rooms-Katholieke Kerk deelneemt.'

Een zekere matheid lag er over deze lange vergadering. Bij de behandeling van de verschillende ordinanties herhaalde zich het patroon: met name de hervormde ds. Schreuders en ds. Van den Brink bepleitten de reformatorische gemeente- en ambtsvisie, terwijl de gereformeerde diaken Van der Boon instrumenten zocht om ambtsdragers aan het belijden van de kerk te kunnen houden. Vanuit de werkgroep kerkorde werd steeds weer benadrukt dat de plaatselijke gemeente of kerk ruimte heeft haar eigen identiteit te bewaren. Alle ordinanties werden aanvaard met ongeveer 130 stemmen voor en 25 stemmen tegen.

Dat kan een moedeloze stemming doen overblijven. De kerk verbrokkelt en spreekt op cruciale punten niet meer met één mond, luisterend naar de Schrift en op basis van een confessioneel verantwoorde kerkorde. Met een beroep op de vrijmacht van de Geest, die tijdens de avondmaalsviering ook geloofsonderricht kan geven, mag de volgorde doop, catechese, belijdenis, avondmaal niet losgelaten worden, zoals een synodelid bepleitte. De gevolgen voor de pastorale bearbeiding en daarmee de opbouw van de gemeente kunnen groot zijn, als ambtsdragers zo kunnen aantreden. Zal ons volk verloren gaan door gebrek aan kennis?

Twee synodedagen maakten opnieuw duidelijk hoeveel wezenlijke punten uit de hervormde kerkorde zijn losgelaten, al roept ook de huidige hervormde praktijk om terugkeer naar en leven uit de belijdenis. Op deze wijze begeren wij de vereniging niet, niet om dwars te liggen of onhelderheid over de kerkelijke toekomst te koesteren, maar vanuit de overtuiging dat de kerk zelf met deze orde niet gediend is.

Pinksteren

Op 14 juni zal de hervormde synode spreken over het unievoorstel dat door Confessionele Vereniging en Gereformeerde Bond zijn ingediend. Vrijdag jl. werd dit bekend. In dankbaarheid voor de agendering hiervan en in het besef dat deze weg verkieslijker is, schrijven we tegelijkertijd: God beware ons ervoor hierop onze hoop te bouwen. Die is alleen op Hem. Blijdschap en toekomst is er slechts als we de Heere zien. Dat leert ons de Geest van Pinksteren, die ons bindt aan Zijn Woord.

P.J. VERGUNST

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 2002

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De ordinanties bijna voorbij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 2002

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's