Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op weg naar het besluit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op weg naar het besluit

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Drie dagen geleden was bij ons thuis een overbekende geschiedenis aan de beurt om na de maaltijd gelezen te worden. Een teleurgestelde reiziger haalt moedeloos de schouders op, in antwoord op de vraag van Filippus: Begrijpt u wat u leest? 'Hoe zou ik dat kunnen, als niet iemand mij de weg wijst.' De diaken gaat naast de reiziger uit het Morenland zitten, letterlijk en figuurlijk, en doet er alles aan om hem de woorden van God duidelijk te maken. Het was de Geest die Filippus op de wagen van de machtige man uit Candacé gewezen had, het was de Geest ook die Filippus ineens weg nam, maar tussen die twee momenten was hij het middel om het Woord aan het hart van een zoeker te leggen en zelfs het sacrament te bedienen. Filippus werd geleid door de Heilige Geest én neemt de vraag van een medemens heel serieus. Zo ook willen wij hier staan.

Januari 1998

Ongeveer vier jaar heeft het geduurd: de beslissing om definitief te komen tot een herziening van de Statenvertaling. In mijn bijdrage vanmorgen wil ik enige momenten uit die jaren voor het voetlicht halen, opdat u inzicht verkrijgt in de motieven die tot de besluiten geleid hebben. Vier jaar, dat betekent niet dat er onder ons geen of onvoldoende eenstemmigheid was, dat we zoveel weerstanden moesten overwinnen. Die vier jaren illustreren wat ons betreft wel de zorgvuldigheid waarmee we gekeken hebben naar de wijze waarop het Woord van God betrouwbaar en verstaanbaar voor de komende generaties bewaard moest blijven. De aanzet van de bezinning ligt op de predikantencontio van januari 1998 - vier jaar voor de Nieuwe Bijbelvertaling zou verschijnen, inmiddels gepland voor Advent 2004 - waar NBVvertaler drs. Th. A. W. van der Louw een referaat hield over 'de praktijk van het vertaalwerk' en dr. M. J. Paul sprak over 'Bijbelvertaling - principe en praktijk'. In de spontaan ontstane discussie was een van de vragen of er niet een gereviseerde Statenvertaling moet komen, waarbij gepleit werd voor een commissie die deze problematiek in studie zou nemen. Daarvoor al had een door de HGJB onder hervormd-gereformeerde predikanten uitgevoerde enquête duidelijk gemaakt dat velen hopen op een taalkundig betere vertaling dan die er nu ligt én dat het taaleigene van de Statenvertaling, taal uit de zeventiende eeuw, een groot probleem is geworden.

De publiciteit na de predikantencontio maakte - hoe iemand ook stond ten opzichte van de weg die ingeslagen moest worden - duidelijk dat gezamenlijk de overtuiging gedeeld werd dat negeren van het probleem van de verstaanbaarheid van de Statenvertaling niet goed is.

Rapport 'Advies over bijbelvertalingen'

Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond benoemde in het voorjaar van 1998 een interkerkelijk samengestelde commissie, die onder leiding van drs. W. Chr. Hovius op 14 oktober van dat jaar haar 'Advies over bijbelvertalingen' aanbood. Zij concludeerde dat op grond van taalkundige overwegingen het dringend nodig is dat er een nieuwe bijbelvertaling komt, dat op dat moment de NBV voor grote delen van de gereformeerde gezindte niet aanvaardbaar is, waarbij het de moeite waard is het project te volgen en aanpassingen te bepleiten én dat een eigen vertaling vanuit de gereformeerde gezindte thans niet haalbaar is. Tevens werd gesteld dat naast het volgen van de NBV begonnen kan worden met een herziening van de Statenvertaling, die duidelijk ingrijpender is dan in het verleden gebeurd is. NBV en HSV zouden in de praktijk van het gezin, verenigings- en evangelisatiewerk getoetst kunnen worden.

Het adviesrapport gaf ook voorstellen voor de omvang van de herziening en liet door middel van proefvertalingen zien hoe een revisie er uit zou kunnen zien. Met dankbaarheid werd de inhoud van dit rapport eind 1998 door het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond aanvaard. Latere ontwikkelingen hebben nooit iets afgedaan van de waarde van dit advies.

Toch is het besluit om te komen tot een revisie toen niet genomen. Op 26 oktober 1998 werden in Utrecht de eerste vijf bijbelboeken van de NBV gepresenteerd, onder de titel Werk in uitvoering: Ester, Prediker, Jona, Handelingen en het apocriefe boek Judit. Finale besluitvorming wilden we opschorten, totdat er meer helderheid zou zijn wat de vertaalprincipes en de vertaalkeuzen achter de NBV zouden betekenen voor diverse bijbelboeken, waaronder ook de Evangeliën en de brieven van Paulus. In 2000 verscheen Werk in uitvoering 2. Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond heeft de betrokkenheid op het werk aan de NBV serieus bezien. Daarom werd van harte meegedaan aan een studiedag op 6 november 1999, waar de ontwikkelingen binnen de NBV bediscussieerd werden. Vertegenwoordigers van de hervormd-gereformeerde beweging zijn gestimuleerd om te participeren in het project. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat gaandeweg duidelijk geworden is dat 5e NBV ons niet aanvaardbaar lijkt voor de gereformeerde gezindte, ondanks herkenbaarheid bij de uitgangspunten en ondanks dat er sprake is van een vertaling die op zich goed leesbaar en verstaanbaar is. Positiefis ook dat ernaar gestreefd is te grote alledaagsheid in het taalgebruik te vermijden. Maar er moet meer over gezegd worden. Dat doen we vanmorgen niet. Het is u bekend dat wij ons na de zomer in een boekje hierover willen verantwoorden, in het kader van positief-kritische betrokkenheid op de arbeid van het Nederlands Bijbelgenootschap.

Principebesluit

Een en ander maakte dat in mei 2000 in het jaarverslag van de Geref. Bond de volgende passage is opgenomen: 'De NBV zal naar het oordeel van het hoofdbestuur niet de doelgroep bereiken, waarvoor we ons mede verantwoordelijk achten. Bij onze beoordeling in dezen speelt een rol de kwestie van de concordantie in de vertalingen, de weergave van de Godsnaam, maar ook allerlei momenten die de syntaxis, alsook de concrete vertaling betreffen. Het hoofdbestuur is van overtuiging dat de NBV niet de geëigende vertaling zal zijn voor kerkelijk gebruik binnen de gereformeerde gezindte, al mag de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat deze hier en daar toch voor kerkelijk gebruik wordt ingevoerd. Op grond van deze overwegingen is het hoofdbestuur tot besluit gekomen het initiatief te nemen tot revisie van de Statenvertaling'.

Na de zomer is verder nagedacht over concretisering van de stappen tot herziening én is contact gezocht met andere kerkverbanden. Het deputaatschap bijbelverspreiding van de Gereformeerde Gemeenten berichtte ons dat in zijn achterban geen behoefte was aan een herziening van de Statenvertaling. Een vertegenwoordiging van de Christelijke Gereformeerde Kerken, bestaande uit ds. J. Westerink en ds. D. Quant, legden wij onze plannen voor, op grond waarvan zij de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken in het najaar van 2001 informeerden. Met dankbaarheid melden we dat de synode van deze kerken op 23 oktober jl. uitsprak 'bereid te zijn tot zoveel mogelijk samenwerken met de Gereformeerde Bond, onder andere op het terrein van het theologisch onderzoek en onderwijs, revisie van de Statenvertaling en op het gebied van het christelijk onderwijs.' Op verzoek van het Evangelisch Beraad 2002 hebben we vorig jaar ook een informeel gesprek gevoerd met vertegenwoordi-

gers van dit beraad, die met belangstelling onze besluitvorming volgen.

Haalbaarheid

Tot slot wil ik u deelgenoot maken van de bezinning die in de loop van 2001 gevoerd is, op weg naar een definitief besluit. Binnen het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond leefde de behoefte nadere informatie op tafel te hebben over de haalbaarheid en de uitvoering van dit project. We zien de noodzaak ervan in - gezien de toenemende vervreemding van het taaleigene van de Statenvertaling, die ons lief is vanwege haar eerbiedig luisteren naar de oorspronkelijke tekst, vanwege de verstrengeling van wetenschap en vroomheid bij de vertalers. Maar wat we willen - kan dat ook, in deze tijd die in veel opzichten al zo verwarrend is en polarisatie kent? Kunnen we duidelijk maken dat ons sterke verlangen is de komende generaties te bewaren bij het Woord, zoals ons dat overgeleverd is? Dat we niets liever willen dan dat ouderen en jongeren de stem van de levende God zullen horen, die in de Schriften geopenbaard is? Dat verlangen hebben we gedeeld met een delegatie van het Nederlands Bijbelgenootschap. En die intentie hebben we samen. We hebben er in Haarlem, op het NBG-kantoor, nooit een geheim van gemaakt dat het voor ons een zorgvuldige en niet altijd gemakkelijke route was om te komen tot dit besluit, waarbij we samen concludeerden allemaal vooral de Bijbel in de handen van jong en oud te willen zien. Onder leiding van ons oud-bestuurslid ir. L. van der Waal heeft een tweede ad-hoc commissie nagedacht over het draagvlak voor een herziening, de benodigde financiën en over de inhoud van statuten voor een te vormen stichting, die met de uitvoering van het project zou worden belast. Daarbij was uitgangspunt het behoud van de Statenvertaling, het verbeteren van de verstaanbaarheid voor de komende decennia en een herziening op basis van de voorgestelde stappen in het adviesrapport uit 1998.

Deze commissie heeft onderzoek gedaan naar de werkwijze en ontvangst van de editie-1977, de zogenoemde Tukker-editie. Onder meer werd duidelijk dat de wijzigingen te beperkt gebleven zijn, waarschijnlijk mede doordat over iedere wijziging met unanimiteit werd beslist. Ook kwam er een te beperkt aantal uitvoeringen in de handel.

Wat het draagvlak betreft is ons duidelijk dat we zullen insteken op het grondvlak van de kerken. Daar wordt veelvuldig Het Boek gelezen! Daar zijn de jongeren, de betrokken jongeren die de Bijbel op hun nachtkastje hebben, en de minder betrokken jongeren, die nauwelijks persoonlijk Bijbel lezen. Wij willen hen kunnen antwoorden, als later de vraag klinkt: wat hebben jullie concreet voor ons gedaan inzake de verstaanbaarheid van het Woord van God? Deze legitieme vraag is dezelfde als waarvoor de commissie onder leiding van ds. W. L. Tukker zich in 1965 geplaatst zag. En wij willen voorkomen dat in steeds meer gezinnen de Bijbel zelf niet meer gelezen wordt, maar een parafrase. Daarom hopen we dat de herziene Statenvertaling tot zegen mag zijn in de gezinnen, in het catechisatielokaal, in het verenigings- en evangelisatiewerk, op de scholen. Het Nederlands Bijbelgenootschap meldde ons vorig jaar dat sinds 1995 de verkoop van de Groot Nieuws Bijbel explosief gestegen is, waarbij als afzetgebied genoemd werd de Gereformeerde Bond en de Gereformeerde Gemeenten. Wij willen en mogen deze signalen niet negeren. Deze commissie kwam tot de onderbouwde conclusie dat wanneer de kosten overzienbaar blijven, er op grond van het draagvlak en de uitvoerbaarheid een reële basis is om te besluiten tot een herziening van de Statenvertaling, waarbij een begin zal worden gemaakt met het Nieuwe Testament en enkele boeken uit het Oude. Evenwel blijft het ons gaan om de de hele Bijbel.

Bestuur van Stichting Herziening Statenvertaling

Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond is dankbaar dat acht broeders zich bereid toonden zitting te nemen in het bestuur van de stichting die verantwoordelijkheid gaat dragen voor de uitvoering van het project. Het deputaatschap Eenheid van Gereformeerde Belijders van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft twee predikanten voorgedragen voor dit werk, terwijl het hoofdbestuur vier broeders uit hervormd-gereformeerde kring en twee uit de kring van de Gereformeerde Gemeenten benoemd heeft. Ds. H. Russcher is de directe vertegenwoordiger van het hoofdbestuur in het stichtingsbestuur. Onder voorzitterschap van ds. B. J. van Vreeswijk is al enige keren in voortvarend overlegd en in grote eensgezindheid vergaderd.

Tot slot: ooit heeft prof. H. G. L. Peels opgemerkt dat spanningen bevorderd en polarisatie vergroot worden, als binnen de kerken nagedacht wordt over liturgie of bijbelvertaling. Wie herkent daarvan niet iets? Deze feitelijkheid mag ons leren behoedzaam en wijs onze weg te gaan, het geheel van de kerken en daarin ook de samenleving te dienen. Dat staat ons voor ogen. Hierbij hebben we beseft en beseffen we dat niets doen aan het geschetste probleem ook een keuze is. Vanuit het verlangen dat het Woord onder ons Zijn loop hebben zal, maken we vandaag onze nadere besluiten bekend.

P. J. VERGUNST

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Op weg naar het besluit

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's