Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ambtsgeheim

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ambtsgeheim

HOREN, ZIEN EN ZWIJGEN [2]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een eerste artikel stonden we stil bij de bepaling, dat ambtsdragers hun plicht tot 'ambtelijke geheimhouding' kennen. In deze tweede bijdragegaan we in op de reikwijdte van het ambtsgeheim.

Waar liggen de grenzen?

Het lijkt eenvoudig. Een ambtsdrager mag met een gemeentelid nóóit praten over zijn pastorale ervaringen met een medebroeder of - zuster. Hij mag dat eenvoudig niet doen en als het - bij overtreding van deze regel - ook nog eens de betrokkenen ter ore komt, wordt het probleem er alleen maar groter op.

Evenmin mag een ambtsdrager er de oorzaak van zijn, dat de inhoud van bepaalde besprekingen binnen de kerkenraad bekend wordt. 'Het ligt dan op straat', zegt men in dat geval wel eens. Dat is temeer klemmend als het om personen - medegemeenteleden! - gaat. Daarmee kan niet zorgvuldig genoeg worden omgegaan. En het is goed, dat hierop tijdens een vergadering van de kerkenraad regelmatig gewezen wordt. Binnen de kerkenraad komen immers van tijd tot tijd heel persoonlijke dingen aan de orde. Rond de verkiezing van ambtsdragers moet soms heel open en eerlijk gesproken worden over het voor of tegen van een bepaalde kandidaatstelling. En de bespreking van pastorale situaties, die soms heel pijnlijk kunnen zijn, vraagt van tijd tot tijd openheid en vertrouwelijkheid. Problemen binnen een huwelijk of een gezin moeten wel eens besproken worden. Soms leidt dit tot een maatregel van tucht. Dan is de ambtelijke vertrouwelijkheid een absolute voorwaarde.

Móet alles in een brede kring besproken worden? Een vraag die in onze tijd, waarin de omvang van de kerkenraden veel groter is dan voorheen, van belang is.

Ik meen dat het niet altijd noodzakelijk en zelfs niet zinvol is, alle dingen binnen het geheel van een kerkenraad te bespreken. Bij het nemen van bepaalde beslissingen is dit uiteraard onontkoombaar, maar in andere situaties kan ermee volstaan worden dat de predikant overleg pleegt met de wijkouderling of - diaken. Dit hangt sterk van de omstandigheden op dat moment af. Zulk een overleg is geen schending van de plicht tot geheimhouding. De situatie kan het nodig maken en een ambtsdrager kan er sterk behoefte aan hebben. Hij kan immers óók een verkeerde inschatting maken? Van dat gevaar zal een ambtsdrager zich - als het goed is - bewust zijn!

Mag dat overleg er zijn zonder dat het betrokken gemeentelid ervan op de hoogte is? In sommige omstandigheden is dit niet te voorkomen, maar in het algemeen zal eerlijk moeten worden aangegeven, dat er onderling overleg is geweest. Dit kan ook de duidelijkheid ten goede komen. Overigens zullen er ervaringen zijn waarbij een predikant zijn kerkenraad niet betrekt. Daarbij kunnen we denken aan bepaalde, zeer persoonlijke contacten met gemeenteleden. Dat zijn dingen die hij diep in zijn hart 'opbergt'. Het is een geheim dat hij samen met dat gemeentelid draagt.

Is er sprake van geheimzinnigheid?

Betekent dit dat er om het werk van de kerkenraad altijd een waas van ge-heimzinnigheid moet hangen? In het geheel niet!

In sommige gemeenten is het gebruikelijk in het kerkblad een kort verslag te plaatsen van het verloop van de vergaderingen. Dit kan een goed doordachte weergave zijn, waarin geen persoonlijke situaties zijn te herkennen. Deze vorm van informatie kan de betrokkenheid van de gemeente zelfs vergroten. We kennen in onze tijd weliswaar een merkwaardig mengsel tussen de roep om openheid en een toenemende drang naar privacy, maar een verantwoorde verslaglegging kan tot een heel positief resultaat leiden.

Is het altijd even eenvoudig?

Moet een ambtsdrager dan zwijgend door de gemeente gaan? Wat zijn precies de grenzen van het ambtsgeheim? Veel dingen zijn duidelijk. Overwegingen rond een kandidaatstelling, de bespreking van een diepgaand pastoraal probleem, niemand zal menen dat dit 'naar buiten' mag komen. Maar dat grensgebied! Mag je tijdens een bezoek tegen je gemeentelid zeggen, dat broeder X in het ziekenhuis is opgenomen? Enkele dagen later wordt dat immers tijdens de kerkdienst gemeld en wordt deze broeder in de voorbede aan de Heere opgedragen? Uiteraard hangt dit van de concrete situatie, van de wijsheid van de ambtsdrager én van de persoon van het gemeentelid af. In zijn algemeenheid ben ik daarin terughoudend. Een sobere mededeling kan een tijdje later een heel andere context blijken te hebben! En als je weet welke (verontrustende) uitslag iemand in het ziekenhuis kreeg? Leg vragen in die richting doorgaans maar naast u neer!

Dit neemt niet weg dat een ambtsdrager met een heel moeilijke situatie te maken kan krijgen. Rond een dreigende echtscheiding, een probleem tus-sen ouders en kinderen spreekt hij soms met beiden afzonderlijk. Hij weet dan soms meer dan 'de tegenpartij'. Mag hij dan bepaalde informatie geven? Of moet hij dat zelfs? Het antwoord hangt uiteraard wel af van de concrete situatie, al zal terughoudendheid - zeker in een beginfase - de voorkeur verdienen.

En zo zijn er diverse andere raakvlakken. Een schoolbestuur, dat inlichtingen vraagt over het kerkelijk functioneren van een sollicitant. Ook de leden daarvan hebben de plicht tot vertrouwelijk omgaan met persoonlijke gegevens.

Of een stem door de telefoon, van iemand die weten wil wie broeder X is, bijvoorbeeld in verband met een tweede huwelijk. Altijd en uitsluitend inlichtingen verstrekken via een medeambtsdrager die op de hoogte is van degene die informeert!

Soms zal een kerkenraad willen spreken, terwijl dit toch niet mogelijk is. Als er bepaalde 'verhalen' door de gemeente gaan, hebben degenen die het vertellen geen last van geheimhouding. En ook als de broeders van de kerkenraad weten dat de situatie anders ligt, zullen ze toch moeten zwijgen. Dat is soms iets van de zelfverloochening die in de praktijk gebracht moet worden.

Dat betreft ook de omstandigheid waarin gemeend wordt, dat bepaalde vertrouwelijke dingen naar buiten zijn gebracht. Een gemeentelid kan iets hebben opgevangen, waaruit ten onrechte deze gevolgtrekking gemaakt •wordt. Helaas zijn zulke situaties niet altijd te voorkomen.

In een derde en laatste artikel hoop ik nader op een aantal praktische vragen in te gaan.

W. ARKERAATS, WERKENDAM

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het ambtsgeheim

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's