Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ontdekkende prediking!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ontdekkende prediking!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Voorts zeide ik: De zaak is niet goed, die gijlieden doet; zoudt gij niet wandelen in de vreze van onze God, om de versmading der heidenen, onze vijanden? ' [Nehemia 5 : 9b]

Het gaat niet goed in Jeruzalem. Het gevaar dreigt dat de herbouw van de muren komt stil te liggen. Het gevaar komt nu niet, zoals in het vorige hoofdstuk, van buitenaf, maar van binnenuit! Er ontstaan grote moeilijkheden tussen de joden onderling. Wat is de oorzaak van dit conflict? De oorzaak ligt in de grote tegenstelling tussen de armen en de rijken. De armen worden door de rijken uitgemergeld. De rijken worden steeds rijker en de armen worden steeds armer (lees vers 1-5). Helaas geldt dat ook nu nog vaak...

Ernstige aanklacht

Wanneer Nehemia het geroep van de armen hoort, wordt hij heilig verontwaardigd: 'Toen ik nu hun geroep en deze woorden hoorde, zo ontstak ik zeer. En mijn hart beraadslaagde in mij' (vers 6-7). Nehemia is zeer verontwaardigd over dit ten hemel schreiende onrecht. Hoe is het mogelijk, dat de ene jood zich wil verrijken ten koste van de andere jood! God heeft in Zijn heilige wet uitdrukkelijk verboden dat de Israëlieten hun eigen landgenoten rente zouden vragen bij een lening (Lev. 25 : 36). Bovendien: honger en armoede mochten onder Gods volk niet voorkomen. De praktijk in de dagen van Nehemia staat hier echter haaks op... Vandaar de bittere aanklacht van Nehemia. Hoor wat hij zegt tot de rijken: 'De zaak is niet goed, die gijlieden doet' (vers ga). Nehemia bedoelt te zeggen: hoe is het mogelijk, dat u mensen van uw eigen volk uitbuit om van hen in financieel opzicht beter te worden? U laat zich op sociaal-economisch gebied niets gelegen liggen aan de heilzame geboden des HEEREN! Zou de waarschuwing van Nehemia ook óns iets te zeggen kunnen hebben? De rijken in de dagen van Nehemia werden bekoord door geld en goed. Ze wilden graag geld uitlenen tegen hoge woekerrente om nog rijker te worden. Al lenen wij geen geld uit tegen woekerrente, toch dient de vraag gesteld te worden: zit het verlangen naar (meer) rijkdom niet in ons aller hart? De geldgierigheid is de wortel van alle kwaad. Worden we ook in onze gereformeerde gezindte niet vaak gedreven door de begeerte naar nóg meer geld en goed? Voordat we het zeifin de gaten hebben, zitten we in de ban van het materialisme. Dan is de ontdekkende preek van Nehemia ook voor óns bestemd en moet ook tot óns als reformatorische christenen gezegd worden: 'De zaak is niet goed, die gijlieden doet'. U dacht misschien: dat gaat mij niet aan, maar deze ontdekkende woorden zijn ook aan óns geadresseerd. Misschien bent u ook behept door de geest van het materialisme. Ontdekt u het en krijgt u er last van?

Hartelijke aansporing

Hoor, op deze ernstige aanklacht volgt een hartelijke aansporing: 'zoudt gij niet wandelen in de vreze van onze God? '. Na de pijnlijke diagnose volgt een heilzame therapie. In deze woorden stoot de volksleider door naar de diepte. Hij roept de rijken op te wandelen in de vreze des HEEREN! De rijken moeten niet langer denken aan hun eigen portemonnee, maar aan de eer van Gód!

Dat er in hun harten een diep respect komt voor de heilige God, Die het niet kan hebben dat Zijn wetten, ook op sociaal-economisch gebied, vertrapt worden. Wanneer in de harten van de rijken diepe eerbied voor de Heere gaat groeien, dan zal ook hun levenswandel daardoor opbloeien. Dan komt er een verlangen om naar Zijn wetten te leven. Dan zal de vreze des HEEREN, die in de eerste plaats een zaak van hun hart is, óók gaan blijken in het omgaan met de arme volksgenoten. Mededeelzaamheid in plaats van hebzucht... Dan zullen ze liever zelf schade lijden, dan dat de Naam des HEEREN door de heidenen zou gelasterd worden.

Het valt ons op, dat Nehemia dit laatste aspect uitdrukkelijk noemt: 'om de versmading der heidenen, onze vijanden' (vers 9b). Hiermee bedoelt Nehemia: wanneer jullie vasthouden aan deze wantoestanden op sociaal gebied, dan zullen de heidense volken daardoor de Naam van God lasteren. De vijanden zullen zeggen: de Israëlieten zijn eigenlijk geen haar beter dan wij. In hun egoisme doen ze niet onder voor ons...

In dit gedeelte liggen ook voor ons diepe lessen. Pijnlijke lessen ook: over ontdekkende prediking gesproken! De vreze des HEEREN heeft óók gevolgen voor onze portemonnee...!

Nu komt ook tot ons de (h) eerlijke aansporing: 'zoudt gij niet wandelen in de vreze van onze God? '. Met Psalm 25: 'Wie heeft lust de HEER te vrezen? '. Wat dit voor óns hart en leven (concreet) inhoudt, hopen we volgende week te overdenken.

W. P. EMAUS, IJSSELSTEIN (U.)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ontdekkende prediking!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 september 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's