Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leren binnen het verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leren binnen het verbond

CATECHESE IN EEN CRISIS? [I]

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Al geruime tijd vang ik signalen op dat het niet zo goed gaat met de catechese in de hervormd-gereformeerde gemeenten, zeg de GB-gemeenten. Ik bedoel dan de jongerencatechese. Er is sprake van terugloop van catechisanten, soms drastisch, er is sprake van ordeproblemen, soms zozeer dat men overweegt met catechese aan bepaalde groepen te stoppen, er zijn motivatieproblemen, zowel bij catechisanten als bij catecheten. Aangezien de catechese in een gemeente naar klassiek-gereformeerd patroon een vitaal onderdeel is van het gemeenteleven, kunnen we hier niet aan voorbijgaan. Is er reden om ons zorgen te maken over de catechese? Ik meen van ja. Vandaar de titel van deze bijdrage: Verkeert onze catechese in een crisis? Let op het vraagteken. Dat doe ik om geen onnodige onrust te veroorzaken. Maar ik wil er wel nader op ingaan en ik nodig u uit om dat met mij te doen, want de zaak waar het om gaat, gaat ons allemaal ter harte.

Graag zou ik vooraf nog iets willen zeggen. Wanneer ik in mijn lezing bepaalde dingen noem die naar mijn inzicht geen positieve bijdrage leveren aan de catechese, dan moet u dat niet verkeerd opvatten. Ik bedoel: ik heb diep respect voor al die predikanten, catecheten en gemeenteleden, die week in, week uit, zoveel energie steken in het geloofsonderricht aan onze jongeren. Ik weet uit eigen ervaring, hoeveel dit van je vraagt. Ik weet ook dat er velen zijn die gebukt gaan onder bepaalde ontwikkelingen. Ik zal de laatste willen zijn die hen nog eens een extra 'klap' wil geven en de laatste moed en motivatie wil ontnemen. Ik hoop daarom, dat mijn lezing een positieve bijdrage zal leveren aan onze bezinning op catechese. Daarom hoop ik ook aan het eind enkele suggesties te doen die ons verder zouden kunnen helpen en ons bemoedigen.

Drie voorbeelden

Binnen de HGJB, die al bijna 25 jaar een speciale commissie voor de catechese heeft, is de vraag naar de crisis al langere tijd aan de orde. Om hierop meer zicht te krijgen, is er een klein onderzoek verricht naar de catechese in drie hervormd-gereformeerde gemeenten. Dat wil zeggen: drie gewone hervormd-gereformeerde gemeenten. Ik noem deze gemeenten om redenen van anonimiteit gemeente A, gemeente B en gemeente C.

Ik kijk nu eerst naar gemeente A. Dit is een wijkgemeente, als onderdeel van een centrale gemeente. De wijkgemeente telt ongeveer 1550 zielen. In deze gemeente is de predikant de enige catecheet. Tot zijn teleurstelling constateert hij dat het aantal catechisanten in tien jaar tijd is teruggelopen van 80 naar 40. Dus gehalveerd. De predikant zegt dat hij gedreven is om het Woord van God over te dragen aan de jongeren, maar hij merkt meer en meer dat hij ze niet bereikt. Veel catechisanten komen niet geregeld in de kerk en de meesten zien de relevantie van het geloven niet in. Ze ervaren de kerk als niet belangrijk in hun alledaagse leven. Soms, zegt de catecheet, raak ik ineens een snaar en dan ontstaat er een gesprek. Daar ben ik dan heel erg dankbaar voor. Verder zegt de catecheet dat de gemeente en ook de kerkenraad met een zekere gelatenheid reageren op deze teruggang. Wat kan men hieraan doen?

Ik ga nu naar gemeente B. Deze gemeente telt ongeveer 1150 zielen. Ze is dus kleiner dan gemeente A. Maar het aantal catechisanten is veel hoger, namelijk 110. In deze gemeente is een catechesecommissie actief en ook is de catechese in het beleidsplan van de kerkenraad opgenomen. De predikant geeft zelf catechese, maar ontvangt assistentie van een catecheet. De sfeer op de catechese wordt getypeerd als goed. De jongeren komen trouw, daaruit valt af te leiden dat ze de catechese waarderen. De catecheet probeert daar met behulp van nieuwe werkvormen veel aan te doen. Ondanks deze positieve kanten moet de predikant van deze gemeente toch ook kwijt dat er bij veel jongeren een vervreemding en bevreemding bestaat als het gaat om de kernzaken van de Bijbel en de gereformeerde traditie. Ook het uit het hoofd laten leren van b.v. de catechismus werkt niet. Verder vindt hij dat de betrokkenheid van de ouders en de kerkenraad minimaal genoemd moet worden. Ik citeer: 'In het enkele geval dat er directe interesse lijkt te zijn, stelt men de vraag: of ze tegenwoordig eigenlijk nog wel iets moeten Ieren op de catechisatie. Men bedoelt m.i. te zeggen, dat het vroeger beter was, toen men tenminste de catechismus nog uit het hoofd moest leren. Dit soort vragen frustreren mij.'

Dan gemeente C. Deze gemeente telt ongeveer 1500 zielen. Er zijn hier 57 catechisanten. Evenals in gemeente A is er sprake van een daling, namelijk in tien jaar tijd: een derde. Er is in deze gemeente geen catechesecommissie. De catechese wordt verzorgd door de predikant, samen met een catechete. In het verslag dat de predikant geeft, zegt hij dat hij eerder met genoegen catechisatie gaf, maar nu gaat het moeizaam. Hij constateert dat de catechese in zijn gemeente voor jongeren een marginaal verschijnsel is geworden. Alles gaat voor: sport, muziek, school enz. Wat de betrokkenheid van de ouders en de kerkenraad betreft: deze is gering.

Vervreemding

Tot zover de gegevens over de catechese in drie hervormd-gereformeerde gemeenten. Wanneer we de gegevens met elkaar vergelijken, zien we dat in twee gemeenten het aantal catechisanten is teruggelopen, van behoorlijk tot sterk. In één gemeente kan gesproken worden van een goede opkomst van de jongeren. Wat de ervaringen in de catechese zelf betreft, zouden we kunnen zeggen: in één gemeente gaat het leerproces niet goed, in één gemeente gaat het goed en in één gemeente is het beeld wisselend. Wat in alle drie gemeenten geconstateerd wordt, is dat er sprake is van een vervreemding bij de catechisanten ten aanzien van de Bijbel en de gereformeerde traditie. Veel catechisanten zien de relevantie van het geloof niet in, laat staan, dat zij iets uit het hoofd willen leren. Ook wordt in alle drie gemeenten geconstateerd dat de betrokkenheid van ouders en kerkenraad gering is, c.q. dat er een zekere gelatenheid heerst.

De vraag is nu of deze drie gemeenten representatief zijn voor de hervormdgereformeerde gemeenten in het algemeen. Daar moeten we genuanceerd over spreken. Het gaat in alle drie gevallen om gemeenten die een volkskerkachtig verleden hebben, waarvan de uitlopers nog aanwezig zijn. Ook is er in de vroegere traditie van deze gemeenten sprake geweest van een min

Nu dezer weken op veel plaatsen de catechese weer ter hand genomen is, plaatsen we in drie afleveringen de lezing die dr. W. Verboom tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond op 29 mei jl. hield. Hij deed dit onder de titel Verkeert onze catechese in een crisis? '. De derde bijdrage zal eindigen met zes stellingen, om over na te denken in de gemeente.

RED. DE WAARHEIDSVRIEND

of meer liberale onderstroom. Ook hangt in tenminste één van de drie gemeenten de neergang samen met sociologische veranderingen in de leefgemeenschap.

Nu zijn er ook hervormd-gereformeerde gemeenten die een ander, meer bewust, gereformeerd verleden en klimaat kennen. Ook zijn er gemeenten waarin sprake is van een sterkere bewuste keus voor een gereformeerde modaliteit, zoals buitengewone wijkgemeenten. En ook stadsgemeenten, met kleine groepen catechisanten, die min of meer door de secularisatie zijn heengegaan.

Het kan daarom zo zijn dat men in deze gemeenten de gegevens van de drie gemeenten die door de HGJB onderzocht zijn, niet zo herkent Dat daarom hun eerste reactie is: maar zo is het bij ons niet. Dat kan nog sterker het geval zijn, als er in zo'n gemeente het nodige kader is en nog sterker als erbij komt dat de predikant een bijzonder charisma heeft voor de catechese of de jongeren veel kennis hebben, vormen van hoger onderwijs volgen die een bewust reformatorisch karakter dragen. In deze gemeenten liggen de dingen in bepaalde opzichten anders, hoewel, als het gaat om diepere vragen er toch ook wel weer allerlei overeenkomsten zijn met de drie gemeenten.

Maar er is ook een andere kant. Er zijn ook gemeenten die onder het aangegeven peil van de drie gemeenten verkeren. Waar het kader vrijwel afwezig is, waar een liberale traditie tot lauwheid heeft geleid en het gewoon niet meer gaat met de catechese. Groepen worden samengevoegd en in sommige gevallen heeft men de reguliere catechese ingeruild voor alternatieve vormen, teneinde toch nog de jongeren te bereiken.

Wanneer de dingen zo liggen, is er alle reden om na te denken over de vraag, wat deze gegevens van de drie gemeenten ons hebben te zeggen. Dan kom ik weer terug op mijn vraag: Verkeert de catechese in een crisis? Voordat ik in staat ben hierop een antwoord te geven, moet eerst aan de orde komen: wat is eigenlijk catechese, wat is de doelstelling van catechese aan jongeren?

Ik ga dus nu van het praktische eerst naar het meer principiële van onze catechese.

Wat is catechese?

Om deze vraag te beantwoorden, kijken we eerst naar het volk Israël in het Oude Testament. Bij hen nam het leren van kinderen en jongeren een grote plaats in. Denk aan bijbelgedeelten' als Deuteronomium 6 en Psalm 78. Het kader waarin dit leren plaatsvond, is het verbond. Dat wil zeggen dat de Heere een relatie met zijn volk aangaat. Aangezien deze relatie van Gods kant komt en het volk dat niet verdient, er zelfs niet naar vraagt of behoefte aan heeft, is deze relatie, dit verbond een genadeverbond. Tot dit verbond behoren niet alleen de volwassenen, maar ook hun kinderen. Het teken en zegel ervan is de besnijdenis. Dat kinderen tot het verbond behoren, betekent dat de Heere ook aan hen zijn heil belooft en hen tegelijk oproept om het verbond te beantwoorden in geloof en bekering tot Hem. Nu, dat is die kinderen bepaald niet aangeboren. Daarom moeten ze dat leren. Daar hebt u de functie van het leren in het kader van het verbond. Daarin gaat het ten diepste om het werk van de Heilige Geest. Hij wil kinderen leren in Gods wegen te wandelen. Hoe doet Hij dat? Gewoonlijk middellijk, d.w.z. door middel van mensen, door die in te schakelen. Ouders hebben hierbij een grote taak in het gezin en ook in de gemeente is er die taak. Het grote doel van al dat leren is erop gericht dat kinderen als kinderen van het verbond leren leven. Nu maak ik een sprong naar de tijd van de Reformatie van de 16e eeuw. In deze tijd van terugkeer naar het Woord van God, krijgt het leren van kinderen grote aandacht. Daarbij stelt men het volk Israël tot een voorbeeld. Men ziet de kinderen van de gelovigen ook als kinderen van de gemeente. Zij behoren derhalve ook tot het verbond. Het teken en zegel daarvan is de kinderdoop. Daarin schittert Gods genade: de Heere richt met hen een eeuwig verbond der genade op, staat er in het doopformulier. Het geloofsonderricht in de Reformatie staat dan ook in het kader van het verbond. Het is er evenals in Israël op gericht om kinderen te leren als kinderen van het verbond te leven. We kunnen ook zeggen, men leerde de kinderen leven als gedoopte kinderen. Catechese is daarom naar reformatorisch inzicht te typeren als doopcatechese. In de gereformeerde Re-

formatie gaat het dan om een oefening in de kennis van ellende, verlossing en dankbaarheid, de drie kanten van het geloof. Men doet dat met behulp van de oude catechetische delen: het geloof, het gebod en het gebed. De Heilige Geest is de eigenlijke leermeester. Maar Hij schakelt mensen in. Allereerst de ouders. Denk aan de derde doopvraag aan de ouders, die de belofte van onderwijs, catechese, aan hun kinderen betreft. Maar ook is er onderwijs op de scholen, die volksscholen zijn en er is ten derde de catechisatie in de kerk. Dit laatste is nieuw.

Levenslang duurt dit leerproces. Er is geen eindpunt. Wel is er een belangrijk markeringspunt: de belijdenis van het geloof op de leeftijd van 10-14 jaar, die in de plaats van het vormsel komt. Vanuit de gedachte van het verbond kristalliseert zich dan een bepaald patroon voor de catechese uit in de gere-

formeerde traditie. Een patroon, dat de zo vertrouwde stnictuur kent: doop-catechese/opvoeding-belijdenistoelating tot het avondmaal-voortgezette catechese. Tot zover dit korte overzicht van de bijbelse en de historische gegevens.

Ik kom nu weer tot de vraag: wat is

catechese? We zouden nu kunnen zeggen: 'Catechese is het leerproces aan de kinderen en de jongeren van de christelijke gemeente, dat hen - vervlochten met de opvoeding thuis en in samenwerking met andere vormen van onderwijs - ertoe wil brengen om als gedoopte christenen te leven.' Dat is een hoge opvatting van catechese. Ook in de Reformatie was dat in de praktijk lang niet altijd zichtbaar. Maar toch heeft men ondanks de weerbarstige praktijk aan deze betekenis van catechese vastgehouden.

W. VERBOOM, WADDINXVEEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Leren binnen het verbond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's