Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Visie bij de kerkenraden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Visie bij de kerkenraden

CATECHESE IN EEN CRISIS? [2]

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Crisis

We keren terug naar de praktijk van onze catechese en ik stel opnieuw de vraag: Verkeert onze catechese - dus catechese in reformatorisch perspectief - in een crisis? Nog één ding moet ik bezien voor ik het antwoord geef. Wat verstaan we onder een crisis? Je zou kunnen zeggen: een crisis in de catechese betekent een stagnatie in de voortgang ervan, die niet met de bestaande middelen kan worden opgelost, zodat de catechese in zijn voortbestaan wordt bedreigd. Is dat nu het geval? Stagneert het leerproces dat jongeren wil doen leren leven als gedoopte christenen in de drie gemeenten A, B en C zodanig dat ze in haar voortbestaan wordt bedreigd?

Ik heb deze vraag aan de predikanten van deze drie gemeenten zelf voorgelegd. Welnu, zij zeggen alle drie te vrezen dat er in hun gemeente inderdaad sprake is van een crisis. Ik citeer. De predikant van gemeente A zegt: De catechisanten zien de relevantie van het geloven niet. De predikant van gemeente B zegt: Er is bij de catechisanten een innerlijke bevreemding en vervreemding ten aanzien van zaken vanuit de kerk en de Bijbel. De predikant van gemeente C zegt: Als het gaat om de persoonlijke relatie met God. Daar schrik ik ook heel vaak van, als je vraagt naar het gebed. Zelfs onder de belijdeniscatechisanten wordt er nauwelijks regelmatig gebeden.

Wanneer ik zelf de vraag over de crisis beantwoord, denk ik aan de gegevens het meeste recht te doen als ik zeg, dat er in hervormd-gereformeerde gemeenten in zijn algemeenheid gesproken geen sprake is van een directe bedreiging van het voortbestaan van de catechese. Maar ik zeg er direct bij, dat er voldoende signalen zijn die erop wijzen dat de catechese wel in een dergelijk crisis terecht kan komen. Dat gevaar is zeer reëel.

Kan het dan zover komen dat er maar enkele of zelfs helemaal geen catechisanten meer zullen zijn? En dat we daarmee terug zijn bij af, d.w.z. bij de situatie van voor de Reformatie? Ik vrees van wel. En misschien wel snelIer dan wij denken. Ik schat dat in een derde van alle hervormde gemeenten geen reguliere catechese meer wordt gegeven. Wie zijn wij als hervormdgereformeerde gemeenten dat het met ons anders kan gaan?

In geen van de drie gemeenten bestaan ordeproblemen. Dat kan van andere gemeenten, waar het opkomstpercentage wellicht hoger ligt, helaas niet gezegd worden. Bovendien vang ik ook signalen op dat zeer gemotiveerde jongeren teleurgesteld worden op de catechisatie, omdat alles zo saai, zo monologisch is. En dan heb ik het nog niet over de motivatieproblemen van de catecheten zelf. En al helemaal niet over het aantal jongeren dat niet meer op de catechisatie komt.

Gelukkig zijn er de goede voorbeelden. We zouden de catecheten die zich helemaal inzetten voor de catechese, we zouden de gemotiveerde catechisanten onrecht doen, als we dat niet zouden zeggen. Maar ik kan niet anders dan op grond van deze gegevens zeggen dat er alle reden is om ons zorgen te maken om onze catechese.

Mogelijke oorzaken

Ik vraag me af welke oorzaken en redenen er mogelijkerwijs toe geleid kunnen hebben, dat het momenteel zo met de catechese gesteld is. Laat ik de dingen eens eerlijk aftasten en ons een spiegel voorhouden. Ten diepste is het zo dat niemand vanuit zichzelf belangstelling heeft voor de dingen van Gods koninkrijk. Ook de jongeren en de catecheten van vandaag niet. Dat is natuurlijk de diepste oorzaak. Maar daarmee kunnen we het probleem niet afdoen. Want dat was in het verleden, toen het met de catechese beter ging, ook al zo en niet alleen catechisanten, maar ook catecheten hebben vanuit zichzelf geen lust aan de kennis van Gods wegen.

Veder is er het doorgaande proces van de secularisatie waarin wij ons bevinden. Dat gaat onze gemeenten niet voorbij. Ondanks alle herleving van religie, vol van symbolen en rituelen, zoals bleek bij de begrafenis van Pim Fortuyn, is het zo dat het gezag van de

Bijbel verbleekt. En zeker de kernnoties van het gereformeerd belijden als zonde en genade, rechtvaardiging door het geloof, wedergeboorte, de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid, schuldbesef, zijn aan een slijtage onderhevig die zijn weerga niet kent. Dat is die vervreemding onder catechisanten, waarover de predikanten van alle drie de gemeenten spreken. De verbinding tussen de doop en het alledaagse leven, waar de doopcatechese op gericht is, wordt dan niet meer gevonden. Dat is toch een levensgevaarlijke situatie. Dat raakt ons allemaal, zoals wij hier bijeen zijn, jongeren en ouderen. Bij jongeren komt datgene wat ons allemaal raakt, dan nog scherper aan het licht. Wie aan deze diepere oorzaken voorbijgaat, zal nooit het juiste zicht op de crisis krijgen. Maar er is meer over te zeggen. Er zijn andere oorzaken te noemen, die met de praktijk van de catechese te maken hebben. Ik stel me hier voorzichtig op om niemand onrecht te doen en ik noem de dingen vragenderwijs, maar wel eerlijk.

Zou het kunnen zijn dat in veel gemeenten een chronische onderwaardering van de catechese wordt gevonden? Dan gaat men er gewoon van uit dat de catechisatie elke winter gegeven wordt. Dat hoort gewoon zo en verder moet men daar niet al te moeilijk over doen. En het mag ook niet te veel geld kosten. Wanneer ik rondkijk in de catechisatieruimten waarin onze jongeren catechese krijgen, dan schrik ik nogal eens. Dan denk ik: moeten zij het hiermee doen? Zeker, er zijn catecheseruimten die echt geschikt zijn als onderwijssituatie, prachtig, functioneel, gezellig, maar dat geldt niet voor de doorsnee lokaliteit. Vaak zijn de lokaliteiten ongezellig, weinig inspirerend en niet functioneel. Vaak zijn de leermiddelen gebrekkig en ontbreken de elementaire leermiddelen, zoals een goed bord, video- of dia-apparatuur, een overheadprojector. Zou het kunnen zijn, broeders kerkvoogden, dat de catechese niet bovenaan, maar meer naar onderen, en misschien zelfs onderaan op ons lijstje staat? Ik heb alle begrip voor kerkvoogdijen die financieel de touwtjes aan elkaar moeten knopen, maar zo is het lang niet overal.

Wat te denken van een gemeente waar alleen op maandagavond catechese kon worden gegeven, want op de andere avonden werd de ruimte verhuurd aan kerkelijke en ook niet-kerkelijke verenigingen en dat bracht geld op. Wat te denken van een kerkvoogdij die niets wilde uitgeven aan catechesemateriaal, omdat men dat niet nodig vond. Integendeel, de catechisatiebus mocht niet voor de zending bestemd worden, want die was voor de kerk. Altijd zo geweest.'

Zou het kunnen zijn dat de chronische onderwaardering van de catechese in de gemeente ook tot uiting komt in het gebrek aan visie en beleid bij de kerkenraden als het gaat om de catechese? Zijn er niet maar weinig kerkenraden waar de catechese structureel op de agenda staat? Is het niet zo dat veel kerkenraadsleden niet eens weten hoe het echt toegaat op de catechisatie en wat er gedaan wordt? Is het niet zo dat velen tevreden zijn als er maar een redelijk aantal catechisanten is? Hier breng ik in herinnering de frustratie van de predikant van gemeente B. Hij zegt: de kerkenraad is meer geïnteresseerd in orde en aantal dan in inhoud en doel.

Didactische werkvormen

Ik ga nu naar het meer inhoudelijke gebeuren van de catechese. Hoe is het gesteld met de didactische kwaliteit van de leerprocessen? Er zijn catecheten die dat voortreffelijk doen, er veel tijd in investeren. Maar is dat het gewone beeld? Zou het kunnen zijn dat catecheten te weinig zicht hebben op de mogelijkheden die het gebruik van didactische werkvormen biedt? Terwijl er zoveel mogelijkheden zijn. Ik denk alleen maar aan de werkvormen die bij laatste uitgave van de methode van ds. Van der Kraan e.a. worden aangeboden. Maar wordt er gebruik van die werkvormen gemaakt? Er wordt vanuit verschillende instanties training en toerusting aangeboden, maar is het niet zo dat helaas maar zeer weinigen van ons hier komen? En is het dan nog niet meestal zo: zij die komen hoeven eigenlijk niet te komen, zij doen het goed en zij die het nodig hebben, juist zij komen niet.

Ik ken een antwoord van binnenuit: tijdgebrek, structureel tijdgebrek bij predikanten. Het kan gewoon niet. Je zult maar op de rand van stress en burn-out leven. Ik kom daarop terug. Ik constateer nu alleen maar.

Nu noem ik een heel vitaal en daarmee ook een heel gevoelig punt. Ik kijk nu naar de gezinnen, naar de geloofsopvoeding van de ouders. Mijn vraag is hoe de geloofsbeleving van de ouders bij de kinderen overkomt. In mijn boekje Het bevindelijke nest heb ik beschreven welke diepe indruk het op mij als kind maakte, dat ik mijn moeder 's morgens vroeg geknield zag en voor mij hoorde bidden. Wat straalde zij de vreze des Heeren uit. Wat ging daar veel van uit. Ik ben nu 60 jaar, maar ik vergeet dit nooit. Ik weet best, dat er veel problemen zijn in de gezinnen. Gebroken relaties. Wat zetten zij een gezond bevindelijk geloofsklimaat onder druk. Ouders die er alleen voor staan hebben hun handen vol aan de opvoeding, schamen zich soms en komen dus aan de catechese niet toe. Maar er zijn ook gezinnen waarin geen sprake van zulke grote relatieproblemen is. Dan vraag ik in alle eerlijkheid: zou het ook kunnen zijn dat er ouders niet echt geïnteresseerd zijn in de catechese van hun kinderen? Terwijl het toch het verlengde en daarmee een onderdeel is van hun eigen opvoeding. Weten ze wat er gebeurt op de catechisatie? Praten ze met hun kinderen over de catechese? De predikant van gemeente B zegt: 'De crisis ligt voor mij ook voor een groot deel bij de ouders en de opvoeding. Kerkdienst en catechese zijn los komen te staan van het leven thuis. De godsdienst is om zo te zeggen, uitbesteed aan de dominee en zijn helpers. Plotseling merk je dat je veel jongeren nog moet leren bidden en uit hun Bijbel lezen. Misschien vind ik de grootste crisis wel, dat met uitzondering van een enkeling in de gemeente, men helemaal niet vindt dat er een crisis is. Zolang de kerk en het catechisatielokaal vol zitten, is men tevreden. Ik ervaar dit als een dodelijke gerustheid.' Tot zover enkele oorzaken van en redenen voor de crisis, die ik als een spiegel, ook voor mezelf aan de orde stel, waardoor de catechese met een crisis bedreigd wordt.

Hoe hiermee omgaan?

We vragen ons af hoe we hier nu mee moeten omgaan. Ik moet denken aan de tijd, dat er nog geen penicilline bestond. Als je toen longontsteking kreeg, brak op de achtste dag de crisis aan. Dan was het erop of eronder. Wat werd er dan in gelovige gezinnen gebeden voor de genezing van de zieke. Welnu, dat is het eerste wat ik nu wil zeggen. Wij zijn met zijn allen niet in staat om de diepe geestelijke crisis te bezweren. Laten we dan niet als reactie daarop de crisis ontkennen, maar erkennen. Hoe pijnlijk het ook is. En het aan de Heere belijden, als we onze verantwoordelijkheden bewust of onbewust hebben verzuimd. Laten we onze schuld daarin aan de Heere belijden. Als kerkvoogdijen, kerkenraden, ouders en catecheten. Dat is niet iets wat ons passief maakt, maar juist actief. De gelatenheid waar de predikant van gemeente A over spreekt, dient bestreden te worden, allereerst door een geestelijke verandering, die begint met het buigen van onze knieën.

Weet u nog dat de penicilline kwam. Wat een uitkomst. Nu werd het: bid en werk. Bidden tot God om genezing en tegelijk het door God gegeven middel gebruiken. Welnu, hier wordt ons ook de weg gewezen, nu de catechese zo ziek is. Laten we niet gelaten reageren. Laten we ook niet in paniek raken. Dan gaan we dingen doen die niet verstandig zijn. Bijvoorbeeld, dat we elkaar de zwarte piet gaan toespelen. De ouders zeggen dan: de kerkenraad en de predikant doen het niet goed. Wat leren ze nou tegenwoordig nog. De kerkenraad zegt dan: de ouders schieten tekort. De catecheet zegt dan: de catechisanten zijn zo ongemotiveerd. En de catechisanten zeggen: het boekje is zo saai.

Bid en werk. Dat is de weg. Allereerst bidden. Ons verootmoedigen voor de Heere. Onze onwil en onze onmacht voor de Heere belijden. Bidden, ook in de ambtelijke vergaderingen en in de kerkdiensten voor de catechisatie. De crisis bij de Heere brengen.

Maar dan ook werken en de door God gegeven middelen gebruiken. Ik wil hier een hartstochtelijk pleidooi houden om te gaan investeren in de catechese. Voor het te laat is. Nu kan het wellicht nog.

W. VERBOOM, WADDINXVEEN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Visie bij de kerkenraden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's