Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het open gesprek onmisbaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het open gesprek onmisbaar

GODSDIENSTIGE OPVOEDING VANDAAG [I]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het gebied uan de godsdienstige opvoeding van onze jeugd zijn er ontwikkelingen gaande die om bezinning uragen. Wat de kerkelijke catechese betreft heeft prof. Verboom op de laatste jaarvergadering van de Gereformeerde Bond de alarmklok geluid. In de gezinnen gaat de geloofsoverdracht dikwijls met grote moeite gepaard of ze uindt helemaal niet plaats. Ten aanzien uan de scholen leuen uragen die de identiteit uan het christelijk onderwijs raken.

Samen verantwoordelijk

De gezamenlijke verantwoordelijkheid die kerk, gezin en school dragen voor de opvoeding van onze jeugd, wordt op een fraaie manier geïllustreerd door het vignet van de hervormde school voor basisonderwijs in Barneveld. In het midden van de afbeelding zit een schoolkind aan een tafeltje. Het is omgeven door twee ouders, die voor de geborgenheid van de gezinssituatie staan, en tegelijk als het ware het dak van de kerk dragen. Juist vandaag is het bitter hard nodig dat kerk, gezin en school elkaar aanvullen en versterken in de opvoedingstaak. Onze kinderen en jongeren groeien op in een tijd waarin het normen- en waardenpatroon van de christelijke geloofstraditie voor een groot deel verdwenen is.

Dit betekent dat de geestelijke vorming van de jeugd meer dan vroeger vrijwel uitsluitend plaatsvindt in de trits gezin, kerk en school. Daarbij noem ik - anders dan in de aankondiging van de ambtsdragersvergaderingen - het gezin als eerste. Al zijn vandaag veel opvoedingstaken overgedragen aan andere instanties, toch blijven ook in onze tijd vader en moeder de eerst verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen.

Nu gaat het hier specifiek over de godsdienstige opvoeding. Het doel daarvan is dat een kind gebracht wordt tot de persoonlijke geloofskeuze om te leven uit Gods heil in Christus, en om te wandelen voor Gods aangezicht naar Zijn geboden. Deze godsdienstige opvoeding vindt plaats in het kader van het verbond. Ouders die met hun kind bij de doopvont staan, belijden dat hun kind geboren is binnen de lichtkring van het verbond, dat de HEERE hun kind in Zijn verbond heeft opgenomen, dat hun kind ten diepste Gods kind is. Kinderen zijn niet ons eigendom, ze zijn het erfdeel des HEEREN (Psalm 127), en worden aan ouders toevertrouwd, opdat die hen zouden opvoeden om ze later een zelfstandige en evenwichtige plaats in het leven te kunnen innemen. En vooral om ze in te wijden in de geheimen van het geloof.

Bijbel

In de Bijbel wordt ons het grote belang van de godsdienstige opvoeding aangewezen. Ik denk aan Psalm 78, waar we lezen van de roeping om de loffelijkheden (de lovenswaardige daden) des HEEREN te vertellen aan het volgende geslacht. Daarnaast dienen Gods geboden de kinderen bekendgemaakt te worden. Het gaat in de godsdienstige opvoeding dus om leer (Gods daden) en praktijk (Gods geboden). En als 'onderwijsdoelstelling' wordt geformuleerd: Opdat de kinderen hun hoop op God zouden stellen en Zijn geboden bewaren. Eén van de dingen die mij opvallen, is dat de nadruk op het positieve ligt. De bevrijdende daden van de levende God en het positieve leven naar Zijn geboden. Godsdienstige opvoeding mag dus niet opgaan in waarschuwen en verbieden. Het gevaar is niet denkbeeldig dat we zo ijverig bezig zijn met het wieden, het uittrekken van allerlei onkruid in het leven van onze kinderen, dat we aan het eigenlijke werk: het zaaien van het Woord niet toekomen. Een centraal bijbelgedeelte bij de bezinning op godsdienstige opvoeding is ook Deuteronomium 6, waar ouders worden vermaand hun kinderen de geboden van de HEERE en met name de liefde tot God in te scherpen, of zoals er eigenlijk staat: in te slijpen. Bedoeld wordt dat kinderen door voortdurende herhaling de geboden van de HEERE worden ingeprent. Dat er alles aan gedaan wordt om deze zaken in het hart van de kinderen te krijgen. En dat moet gebeuren bij allerlei gelegenheden. Thuis en onderweg, bij het liggen en het opstaan. Het Woord van God kan altijd en overal onderwerp van gesprek zijn. Er staat van Gods geboden wel: ze zullen in uw hart zijn. Godsdienstige opvoeding is geen dressuur, het gaat er niet om kinderen in het ga-reel te krijgen, maar om ze de liefde bij te brengen tot het Woord en de dienst van de Heere. Dat vraagt om opvoeders die zelf het Woord van binnenuit doorleven.

Identificatiefiguren

Ik kan het ook zo zeggen: Bij de groei naar geestelijke volwassenheid hebben jongeren dringend identificatiefiguren nodig. Het is een bekend gegeven dat kinderen en jongeren zoeken naar mensen aan wie ze zich kunnen spiegelen. Mensen die ze als het grote voorbeeld zien op wie ze graag willen lijken. Eerst zijn dat vader en moeder, later komen daar anderen bij, een oudere broer of zus, een kleuterjuf of onderwijzeres, nog weer later in de puberteit kiest het identificatiefiguren die verder van huis zijn: een popidool, een topsporter. Pedagogen kunnen ons vertellen dat dit proces van identificatie uiterst belangrijk is voor de ontwikkeling en de karaktervorming van een kind.

Dat is in de geestelijke ontwikkeling van onze kinderen en jongeren niet anders. Het Woord functioneert nooit los van personen. Wij kunnen in het hart van onze kinderen de wedergeboorte niet bewerken, wij kunnen daar het geloof niet planten, dat is Gods werk. Maar ouders zijn de beide handen van God (Kohlbrugge). En dat geldt ook voor leerkrachten, jeugdwerkleiders, ouderlingen en predikanten. Het is van groot belang dat onze jongeren in aanraking komen met mensen bij wie ze kunnen zien hoe de vreze des HEEREN concreet in een mensenleven functioneert. In de eerste plaats in de thuissituatie.

Gezin

In het gezin wordt de basis gelegd voor de karaktervorming en de geestelijke ontwikkeling van een kind. Je

Aan het begin van het winterseizoen vonden ook dit jaar in twaalf regio's de ambtsdragersvergaderingen van de Gereformeerde Bond plaats. Het thema luidde 'Kerk, gezin, school'. In drie afleveringen drukken we de inleiding die ds. H. Russcher in Noordhorn en Zwolle hield af, in de hoop dat op plaatselijk niveau in kerkenraden, schoolbesturen en gezinnen doorgesproken wordt over de eigen verantwoordelijkheid inzake onderwijs en opvoeding.

RED. DE WAARHEIDSVRIEND

kunt vaak zien uit welk nest kinderen komen. Ze dragen veel van huis uit mee. Positief en negatief. Wat ze thuis zien en meemaken, laat sporen na in het verdere leven. Wij kennen wel het gevleugelde woord dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is. Gaat het met onze gezinnen mis, dan heeft dat ook consequenties voor de andere levensverbanden. Het gezin is een heilige scheppingsordening, een goddelijke genadegave. En al deelt ook het gezinsleven in de malaise en de ontwrichtende kracht van de zondeval, toch zien we in de Bijbel hoe belangrijk het leven in gezinsverband is. In het Oude Testament lezen we dat kinderen de eerste jaren aan de zorgen van de moeder of van een voedster waren toevertrouwd. Daarna worden de jongens aan vader toevertrouwd, bij wie ze vaak het familieambacht leerden. Maar ook de praktische levenswijsheid, gedrenkt in de vreze des HEEREN, en bovenal, wat al genoemd is, het vertellen van Gods grote daden en het inscherpen van Zijn geboden. In het Nieuwe Testament komen we vaak het woord 'huis' tegen als aanduiding van het gezin. Het omvatte naast ouders en kinderen ook het inwonend personeel. Het gezin is in de vroege gemeente van eminent belang voor de opbouw van de gemeente. Ik denk aan de figuur van de huisgemeenten. Het lichaam van de gemeente was opgebouwd uit bouwcellen van gelovige gezinnen. Denk aan het huis van Stefanas in Korinthe, van Priscilla en Aquila in Rome.

Vandaag

Het gezinsleven vandaag ziet er heel anders uit dan in de bijbelse tijd. Hoe kan het ook anders? Wij leven na de Industriële Revolutie en wij kunnen daar niet meer achter terug. Toch zijn er ontwikkelingen in de samenleving die voor een gezond gezinsleven ronduit bedreigend zijn.

Allereerst, de beslotenheid van het gezin is doorbroken. Het gezin heeft poreuze wanden gekregen, zodat het veel sterker open staat voor beïnvloeding van buitenaf. En dat is een beïnvloeding die vaak allerminst strookt met de opvoeding in gezin en kerk. Ik denk aan de geweldige invloed van de moderne massamedia, radio, televisie, tijdschriften, waar de afgelopen jaren ook het internet is bijgekomen. De moderne geseculariseerde wereld dringt binnen in onze huizen. Een andere ontwikkeling die grote invloed heeft op onze gezinnen, is de toegenomen individualisering. Te denken valt aan de emancipatie van de vrouw. De druk op de vrouw om buitenshuis te gaan werken en haar eigen inkomen te verwerven is sterk toegenomen. Het gevolg is dat kinderen vaak al op zeer jonge leeftijd worden opgevangen in crèches en kinderdagverblijven. Op deze manier komen kinderen al op zeer jonge leeftijd nestwarmte tekort. Het is immers moeder die in het gezin een klimaat van rust, orde, geborgenheid en gezelligheid schept. Zij is de 'ziel' van het gezin (W. Aalders). Men spreekt wel van 'sleutelkinderen', kinderen die bij thuiskomst uit school zelf de deur moeten openen omdat er geen ouder thuis is om ze op te vangen. Onderzoek leert dat sleutelkinderen vaak probleemkinderen worden. De bekende pedagoog Jan Ligthart heeft (meer dan een eeuw geleden!) gezegd dat menig kind in eigen huis te vondeling wordt gelegd.

Duiventil

Het individualisme blijkt ook hieruit dat de gezinsleden meer en meer los van elkaar hun leven leiden. Het gezinsverband is minder hecht dan vroeger. Onze gezinnen vertonen meer het beeld van een duiventil, waar ieder zo maar elk moment in- en uitvliegt. Jan moet naar de sportvereniging, Els naar muziekles, vader heeft een vergadering, moeder een cursus. De gezinsleden zien elkaar wel, maar ontmoeten elkaar niet meer. In veel gezinnen lukt het zelfs niet meer al is het maar op één moment van de dag (tijdens de warme maaltijd bijv.) alle gezinsleden bij elkaar te krijgen. Het ouderlijk huis functioneert nog slechts als eet- en slaapplaats, niet als ontmoetingsplaats. En dan gaat het nog over complete gezinnen. Maar hoeveel kinderen van de gemeente groeien op in gezinnen die ten gevolge van een echtscheiding ontwricht zijn? In de verhouding tussen ouders en kinderen wordt de gezagscrisis van onze tijd zichtbaar. Je komt ouders tegen die hun kinderen haast onbeperkte vrijheden geven. Er zijn catechisanten die mij vertellen dat ze heel gehoorzame ouders hebben. Ze mogen namelijk alles. In het algemeen is de hedendaagse stijl waarin ouders met hun kinderen omgaan er meer een van onderhandelen dan van voorschrijven. Hoe onmisbaar het open gesprek ook is tussen ouders en kinderen, opgroeiende kinderen kunnen het toch niet stellen zonder duidelijke grenzen die door ouders worden aangegeven en gehandhaafd.

Spiegel

Wij hebben terecht grote bezwaren tegen ontwikkelingen in onze samenleving, tegen wetgeving van de overheid waardoor huwelijk en gezin ondermijnd worden. Maar kijken we zelf ook eens in de spiegel. Hoe functioneert het gezinsleven onder ons? Voldoet het aan de norm van Gods Woord, aan de bedoeling die de Heere ermee heeft? Als we erkennen dat het gezin een scheppingsordening van God is, de hoeksteen van de samenleving, zijn we dan ook bereid te investeren in het gezinsleven? Hoe gaan we als gezinsleden met elkaar om? Hebben we tijd voor elkaar? Vindt er een ontmoeting plaats? Is ons gezin voor de verschillende gezinsleden een echte thuisbasis waar je tot rust kunt komen, waar vreugden en verdriet gedeeld kunnen worden, teleurstellingen verwerkt? Worden er nog echte gesprekken gevoerd over de wezenlijke dingen van het leven? Wordt er gebouwd aan een onderlinge band? Zijn er dingen die we met het gehele gezin gezamenlijk doen, al is het een dagje naar de dierentuin of een museumbezoek, of is het individualistische leefpatroon ook bij ons diep binnengedrongen? Een andere vraag die hiermee overigens samenhangt, is of onze gezinnen ook het karakter hebben bewaard van een heiligdom. Daarover een volgende keer.

H. RUSSCHER, BARNEVELD

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het open gesprek onmisbaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's