Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zwaar en lastig werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zwaar en lastig werk

KANTTEKENINGEN BIJ DE [NIEUWE BIJBELVERTALING]

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al lezende in het recentelijk uitgekomen 'Kanttekeningen bij de [Nieuwe Bijbelvertaling]' moest ik onwillekeurig denken aan een eenvoudig boek van de Vieluwse schrijver Jac. Overeem, dat ik als kind las. Het ging over de godsvrucht van de statenvertalers en de bijzondere manier waarop hun werk tot stand kwam. Het genoemde eenvoudige boek raakte me als kind diep. Mede door het lezen daarvan heb ik geruime tijd de Statenvertaling als bijna on/eilbaar beschouwd.

Waaröm een nieuwe vertaling?

Dergelijke emotionele motieven kunnen een rol spelen bij de beoordeling i •van iedere nieuwe bijbelvertaling. Drs. iW. J. Dekker gaat daar, in de eerste bijdrage van de door het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond uitgegeven bundel 'Kanttekeningen bij de [Nieuwe Bijbelvertaling]' dieper op in. Terecht stelt hij dat emotionele motieven legitiem zijn, maar dat ze nooit de doorslag mogen geven. Vervolgens voert hij een pleidooi om in onze geseculariseerde tijd de Bijbel maximaal verstaanbaar te laten zijn.

De Nieuwe Vertaling, noch de Groot Nieuws Bijbel en Het Boek zijn voor de auteur echter verantwoorde alternatieven. Hij verlangt met Bogerman naar het moment dat men opnieuw 'ook in de Nederlandse taal God kan horen spreken.' Niet meer ver en vreemd, 'maar verrassend dichtbij en direct.'

De projectleider

Vanwege de betrokkenheid op het werk van het Nederlands Bijbelgenootschap wordt, in een open en eerlijk vraaggesprek van drs. P. J. Vergunst met drs. R. A. Scholma, projectleider van de [NBV], dieper ingegaan op de principiële vragen rond genoemde Nieuwe Bijbelvertaling. Scholma geeft toe dat de geloofsuitgangspunten niet gedefinieerd zijn en dat de vertaling aan de theologie voorafgaat. En dat de vertaalprincipes zo breed zijn dat alle kerken zich erin konden vinden. Mijns inziens was het waardevol geweest als naast drs. Scholma ook iemand als drs. Th. A. W. van der Louw, die als GB'er bij de vertaling betrokken is, aan het woord was gekomen.

De verstaanskloof

De derde bijdrage van collega G. D. Kamphuis gaat over de verstaanskloof. Het moge immers, om met Erasmus te spreken, duidelijk zijn dat de 'glorie van het kruis behoort geëerd te worden door middel van alle talen van alle naties en van alle geslachten. De landbouwer, de wever, de schipper en de spinnende vriendinnen moeten in hun eigen taal daarover kunnen praten, mediteren en ervan kunnen zingen.' De eigen taal als voertuig van het

Evangelie van het kruis. Orgaan van de Geest- Terecht legt ds. Kamphuis er de vinger bij dat er volop recht gedaan moet worden aan de brontekst, zodat het een getrouwe vertaling wordt. En dat de vertalers de Schrift ook zelf moeten 'verstaan' om te kunnen vertalen. Dat de Geest hun hart voor het Woord moet hebben geopend. Ook voor vertalers geldt immers dat 'de natuurlijke mens de dingen die des Geestes Gods zijn', niet verstaat. Wanneer de vertaler immers niet congeniaal is met de schrijver, wiens geschriften hij wil vertalen, wordt zijn vertaling een mislukking.

Ook in andere bijdragen komt duidelijk naar voren dat de grote moeite van de Gereformeerde Bond met dit project bij de grote geestelijke diversiteit van het vertaalteam ligt. Mijn persoonlijke verzuchting hierbij is: 'Waar zijn onze Bogermannen? '

De vertaalprincipes

Drs. H. J. Lam vergelijkt vervolgens de vertaalprincipes van de [NBV] met die van de Statenvertaling. Theologisch gezien staat hij achter de criteria van laatstgenoemde vertaling. Vooral ook omdat de medewerkers daaraan niet alleen mannen van uitnemende wetenschap moesten zijn, maar deze wetenschap ook gepaard moest gaan met - onverdacht gereformeerde - godzaligheid.

Collega Lam concludeert echter dat, hoewel er onderscheid in vertaalstrategie bestaat tussen Statenvertaling en [NBV], dit toch niet zozeer een principieel, maar een methodisch verschil is. En dat de vertaalprincipes van de [NBV] op zichzelf genomen niet onjuist zijn. Zij zouden volgens hem op zich goed kunnen functioneren in een vertaling met dezelfde theologische uitgangspunten als de Statenvertaling. Aan de andere kant concludeert hij echter ook dat er - helaas - een groot principieel verschil bestaat tussen het product dat de statenvertalers en de vertalers van de [NBV] leverden. De oorzaak daarvan ligt bij de vertaalkeuzes. Gen. 15 : 6 spreekt hier boekdelen: 'En hij geloofde in de HEERE; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.' De [NBV] heeft hier de zeer dubieuze vertaling: 'Abraham vertrouwde op de HEER en deze rekende hem dit toe als verdienste.'

Theologie van de [NBV]

De bijdrage van drs. W. Chr. Hovius gaat vervolgens in op de theologie achter de [NBV]. Hij wijst er terecht op dat een vertaling van de Schrift zuiver moet zijn. De statenvertalers wisten zich als gereformeerde theologen; zonder dat zij de dogmatiek in hun vertaalarbeid lieten overheersen, gebonden aan de belijdenis van de kerk. Dit laatste kan volgens ds. Hovius helaas in zijn totaliteit zeker niet van de vertalers van de [NBV] gezegd worden. Het is bij hen eerder een andere theologie die overheerst.

Hovius staaft dit met bewijzen vanuit de intussen vertaalde bijbelboeken. Onnodig vaak wordt daarin het accent gelegd op het geloof als daad van de mens. Bovendien krijgt het reflexieve in de bekering de voorkeur: de mens die zich bekeert. Onnodig te zeggen dat het remonstrantisme op deze manier via de achterdeur weer volop de kerken binnenkomt.

Terecht wijst hij er verder op dat bijbelse kernbegrippen als genade, uitverkiezing, geloof, bekering, rechtvaardiging, heiliging e.d. niet door andere vervangen kunnen worden, zonder afbreuk te doen aan de betekenis.

Filosofie achter de [NBV]

Zoals het 'Ten geleide' al aangeeft, is de bijdrage van dr. G. van den Brink over de filosofie achter de [NBV] 'minder eenvoudige stof.' Het is hem erom te doen de vooronderstellingen die een product zijn van de hedendaagse filosofieën, te traceren. Ds. Van den Brink ziet achter de vooronderstelling van het [NBV]-team dat de inhoud van een tekst variabel is, de invloed van de Franse filosoof Paul Ricoeur, volgens wie een tekst vanaf het moment dat de schrijver hem loslaat, autonoom is, en dus poly-interpretabel. Van den Brink wijst deze vooronderstelling af. De belijdenis van de perspicuitas (doorzichtigheid) van de Schrift is hierbij immers in het geding. Hij sluit daarom liever aan bij de 'auteursintentionele interpretatie', die stelt dat het in principe wel degelijk mogelijk is om de betekenis van een tekst vast te stellen zoals de auteur die bedoelde. Er is geen oeverloze interpretatievrijheid. Zeer terecht wordt de vinger gelegd bij de grote rol die de interpretatie bij de [NBV]-vertalers speelt, terwijl ze het criterium handhaven de bijbeltekst te laten voorafgaan aan de theologie. Hieruit blijkt wel dat het ideaal achter de [NBV] om een vertaling te leveren die vrij is van theologische interpretaties, niet houdbaar is. De brontekst kan immers vaak op meerdere manieren legitiem vertaald worden, maar dan is het wel de vraag of men vóór of tegen de traditie en het belijden van de kerk der eeüwen kiest.

Zonder de eis te willen stellen dat hedendaagse bijbelvertalers de statenvertalers zouden moeten evenaren in vroomheid en godsvrucht, - over de innerlijke gesteldheid van het hart kunnen we immers niet oordelen-, stelt Van den Brink wel duidelijk dat de minimumeis een helder 'commitment' zou moeten zijn ten aanzien van geloof en belijden der kerk.

De Reformatie

Vanuit een boeiende bijdrage over de betrokkenheid van Luther en Calvijn bij een Bijbel in de volkstaal, concludeert dr. W. H. Th. Moehn dat een vertaling in hedendaags Nederlands in het verlengde ligt van de omgang van de reformatoren met de Bijbel. Vooral Luther zag het als zijn taak om zijn volksgenoten een Bijbel in hun eigen Duitse taal te geven. Maar o wee, zo klaagde hij aangaande het vertalen in het Duits: 'Wat een zwaar en lastig werk is het de Hebreeuwse schrijvers tegen hun wil te dwingen Duits te spreken. Zij zijn niet van zins hun Hebreeuwse wijze van uitdrukken op te geven en zich aan het Barbaarse Duits aan te passen.'

Het is bekend dat vooral Luther in verregaande mate bereid was de doeltaal tegemoet te komen: 'Je moet het de moeder thuis, de kinderen op straat, de man uit het volk op de markt vragen en scherp opletten hoe ze praten.'

Taalgebruik in de [NBV]

In de laatste bijdrage gaat de neerlandicus dr. J. de Gier in op het taalgebruik in de [Nieuwe Bijbelvertaling]. Zijn eerste conclusie is dat het taalgebruik van de [NBV] goed leesbaar en verstaanbaar is en dat te grote alledaagsheid wordt vermeden. In dit opzicht komt de [NBV] er bijvoorbeeld veel beter uit dan de Nieuwe Vertaling van 1951. Aan de hand van voorbeelden toont De Gier aan dat de zinnen goed lopen, niet te lang zijn en dat verouderde of ongebruikelijke woorden e.d. niet voorkomen. Al met al natuurlijk hedendaags Nederlands. Helaas is de alledaagsheid niet vermeden in de spelling van de voornaamwoorden die op God slaan en in het tutoyeren. Hierin had de [NBV] zich moeten profileren als kerkbijbel. In de tweede plaats concludeert De Gier, aan de hand van voorbeelden uit het Liedboek, dat de [NBV] helaas niet aansluit bij een eeuwenlange, brede liedtraditie. Een vertaling die ook als 'kerkbijbel' wil functioneren, had dit wezenlijke cultuuraspect niet mogen negeren.

Beoordeling

Het moge duidelijk zijn dat ik de hierboven besproken bundel van harte aanbeveel! In het bijzonder voor ambtsdragers. Hij bevat een zeer waardevolle bezinning op de vele vragen vanuit eigen kring rond een eventuele nieuwe Bijbelvertaling, met name de [NBV]-vertaling. Wel bevat hij meer dan slechts 'kanttekeningen' bij de [NBV]. Want hoe de auteurs ook verlangen naar een duidelijke vertaling, toch is het algemene oordeel dat de [NBV]-vertaling theologisch niet bevredigt. Ten diepste dus niet acceptabel is. Na het in het leven roepen van een commissie voor de herziening van de Statenvertaling hadden we echter ook geen ander oordeel verwacht. Dat alles betekent, - hoe lief we de Statenvertaling ook hebben - , dat we met Martin Luther King blijven 'dromen', in dit geval over een 'getrouwelijke overzetting' van de grondtekst in goed en verstaanbaar Nederlands. En dan voor heel de kerk!

H. LIEETING, SCHOONHOVEN

N.a.v. 'Kanttekeningen bij de [Nieuwe Bijbelvertaling]', door drs. H. J. Lam en drs. P. J. Vergunst (red.). Uitg. Groen, Heerenveen, 2002; ISBN 90-5829-362-9; 156 pag.; prijs € 11, 50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zwaar en lastig werk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's