Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Contacten tussen kerk en school

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Contacten tussen kerk en school

GODSDIENSTIGE OPVOEDING VANDAAG [3]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

School

In de eerste levensjaren zijn de ouders vrijwel de enige opvoeders van het kind. Maar na de eerste vier levensjaren thuis te hebben doorgebracht, treedt naast het gezin ook de school als opvoedingsmilieu. Het schoolonderwijs heeft een enorme invloed op de ontwikkeling van kind naar volwassene. De periode vanaf groep i van de basisschool tot aan de intrede op de arbeidsmarkt is een beslissende fase in het leven van een kind. Een fase waarin de jongeren de kinderlijke vanzelfsprekendheid verliezen en op zoek gaan naar zichzelf, naar de zin en het doel van het leven, maar waarin ook veel geloofsvragen bovenkomen. Ouders hebben bij de doopvont beloofd hun kinderen naar hun vermogen in de voorzeide leer te onderwijzen en te doen of te helpen onderwijzen. Dat doen en helpen onderwijzen doelt op de godsdienstige opvoeding en het godsdienstonderwijs dat buiten het gezin gegeven wordt, onder andere op school. Ouders dragen dus wel een deel van de opvoedingstaak aan anderen over, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid blijft toch bij de ouders. Die zullen dus goed op de hoogte moeten zijn van wat anderen met hun kinderen doen. De ouders zijn het die een school uitkiezen. En dat moet zorgvuldig gebeuren. Het onderwijs op de school moet aansluiten bij wat kinderen in de gezinssituatie meekrijgen. Zodat ze niet op jonge leeftijd te maken krijgen met tegenstrijdige opvattingen over de wezenlijke levensvragen.

Vrijheid van onderwijs

Nu hebben wij in ons land een unieke onderwijssituatie. Vrijheid van onderwijs kennen we al vanaf het midden van de 19e eeuw, en sinds 1920 is er een financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs. Deze vrijheid van onderwijs is een groot goed. Maar ze staat wel onder druk. In de eerste plaats van buitenaf. Ik denk aan uitlatingen van de voormalige staatssecretaris van onderwijs die alle ouders gelijke rechten wil geven. In dat geval zouden ook ouders die een ' grondslagverklaring niet willen ondertekenen in een medezeggenschapsraad kunnen zitten of bestuursverantwoordelijkheid kunnen dragen. Ook gaan er stemmen op om christelijke scholen het recht te ontzeggen om kinderen te weigeren louter om reden dat hun ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Een andere en misschien wel grotere dreiging komt van binnenuit. Ik denk dan aan de deconfessionalisering van het christelijk onderwijs. Invloeden van de moderne theologie hebben zich ook in het christelijk onderwijs laten gelden, vooral sinds de jaren zeventig. Welk mensbeeld (kindbeeld) wordt gehanteerd? Welke Schriftvisie en verbondsvisie? Wordt er nog gesproken over de noodzakelijkheid van het geloof? Daar komt bij dat door het grote tekort aan onderwijsgevenden op christelijke scholen soms leerkrachten en docenten voor de klas staan die innerlijk geheel vreemd zijn aan de christelijke geloofstraditie. Ook zien we dat de schoolbevolking verandert door een ruim toelatingsbeleid en de toestroom van allochtone kinderen. Zo dreigt er een uitholling van het christelijk onderwijs van binnenuit. Dit alles moet ons waakzaam maken met het oog op de identiteit van het protestants-christelijk onderwijs. De zaak is niet gered met een mooie omschrijving op papier. Het christelijk gehalte van een school wordt niet in de eerste plaats bepaald door de naam (of dat nu Eben Haëzer of Johannes Calvijn is), en ook niet door de statuten, maar door de instelling en motivatie van het onderwijzend personeel, de inhoud van het onderwijs en de sfeer die de school uitademt.

Reformatorisch onderwijs

De laatste decennia is er een opkomst geweest van het reformatorisch onderwijs. Persoonlijk houd ik daarbij een ambivalent gevoel. Enerzijds is deze ontwikkeling te verklaren uit de uitholling van het gewone christelijk onderwijs. Soms is de kloof die tussen gezin en school gegroeid is, zo groot, dat ouders geen andere keuze hebben dan uit te wijken naar de reformatorische school. Kinderen krijgen er gedegen bijbelonderwijs vanuit een gereformeerde Schriftvisie.

Anderzijds zie je op sommige plaatsen dat de gewone christelijke scholen door de reformatorische school min of meer wordt leeggezogen, waardoor het proces van uitholling verder wordt versterkt. In de meeste gevallen dragen de reformatorische scholen een gesloten karakter, wat onder meer uitkomt in een redelijk streng tot zeer streng toelatingsbeleid. Praktisch alleen de eigen kerkjeugd heeft toegang tot dit type onderwijs. Een school is geen evangelisatie-instituut, maar wat is het mooi als via het schoolonderwijs ook kinderen van rand- en buitenkerkelijke ouders in aanraking met het Woord komen. En er is nog iets. Onze schooljeugd verkeert binnen het reformatorisch onderwijs soms ook in een ander geestelijk klimaat dan ze vanuit gezin en kerkelijke gemeente gewend zijn. Via het reformatorisch onderwijs kan de theologie van de kleine afgescheiden kerken binnensluipen bij onze kerkjeugd. Je merkt het op catechisatie bij jongeren die hun ouders 'rechts' gepasseerd zijn. Ze hebben soms een Godsbeeld of een visie op de bekeringsweg die afwijkt van wat ze 's zondags van de kansel horen.

Verantwoorde schoolkeuze

Nogmaals wil ik beklemtonen dat verantwoorde schoolkeuze van groot belang is. Voor veel ouders is dit helaas geen bewuste zaak. Vaak geven pragmatische overwegingen de doorslag. Er wordt gekozen voor een school met een verwaterde christelijke identiteit, omdat die wat dichterbij is. Of voor een reformatorische school vanuit de gedachte dat dat altijd goed is. Veel ouders zijn nauwelijks voorgelicht over de keuzemogelijkheden die ze hebben. Ligt hier geen taak voor kerkelijke ambtsdragers om ouders in deze dingen van advies te dienen? Daarom moeten ambtsdragers op de hoogte zijn van de aard van de verschillende scholen, zeker als het gaat om identiteitsgevoelige zaken, zoals welke bijbelvertaling wordt gebruikt, welk leerplan er is voor bijbelse geschiedenis, welke media worden gebruikt, hoe de kerstviering wordt ingevuld etc.

Wat is het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij het wel en wee van de school. Vanuit hun verantwoordelijkheid als ouders moeten ze de vinger aan de pols houden. Niet achter de rug van het schoolteam klagen, maar ze eerlijk aanspreken wanneer er punten van zorg zijn.

Dit kan ook een steun zijn voor docenten die wel vanuit een positief christelijke houding onderwijs willen geven, en die dikwijls op een eenzame post staan temidden van collega's die in dit opzicht duidelijk minder gemotiveerd zijn. Zulke leerkrachten en docenten voelen zich soms - terecht - door kerkelijk meelevende ouders in de steek gelaten.

Het hoeft verder toch geen betoog dat ouders verder alle middelen aangrijpen om zich over het wel en wee van de school te laten informeren. Dat houdt in: de schoolkrant lezen, contact- en ouderavonden bezoeken, en wanneer de mogelijkheid er is zitting nemen in ouderraad of schoolbestuur.

Kerk

Ook de kerkelijke gemeente heeft een taak in de opvoeding van de jeugd. Het spreekt immers vanzelf dat de kerk zorg draagt voor de opvoeding van de kinderen die op het erf van het verbond geboren zijn. Al ervaar ik de drie kwartier in de week dat jongeren catechese volgen erg marginaal. Helaas blijkt daarbij nog wel eens dat de catechisatie bij ouders weinig prioriteit heeft. Hoe vaak moet de catechisatie niet wijken voor de sportclub of huiswerk? Hoeveel ouders zijn op de hoogte van wat op de catechese aan de orde komt? Hoeveel ambtsdragers weten eigenlijk wat er op catechisatie gebeurt? Informeert u er wel eens naar? Gaat u er wel eens bij zitten?

Voor de predikant en catecheet vormen de catechisaties een wekelijks terugkerende taak die veel energie kost en voorbereiding vergt. Ik denk aan het woord van Brakel: 'Ik kan niet zien hoe een predikant met een goed gemoed kan leven en sterven, die zijn werk niet maakt van catechiseren.' Gelukkig heeft de kerk nog meer pijlen op haar boog. Naast de catechisaties vindt er ook een stuk vorming plaats in het kerkelijk jeugdwerk. Een goed kader is dan van vitaal belang. Leiders in het jeugdwerk die vanuit een positieve instelling vanuit een le-

vend geloof en met hart voor de jeugd bezig zijn. Via het jeugdwerk krijgen vele jongeren in de gemeente een belangrijk stuk vorming voor hun verdere leven.

Ook kan in de prediking van tijd tot tijd concreet aandacht besteed worden aan vragen rondom de opvoeding. Bij doopdiensten bijvoorbeeld. Dat zal vanaf de kansel niet al te gedetailleerd kunnen gebeuren. Daarvoor lenen opvoedingskringen zich beter. Ook het pastoraat heeft hier een belangrijke taak. Op huisbezoeken zal gesproken worden over de omgang met het Woord in het gezin. Streven we er dan ook naar dat het hele gezin aanwezig is en dat ook alle gezinsleden bij het gesprek betrokken zijn? Laten we de jongeren merken dat we ook voor hen komen? Vraag hoe het ze gaat op school, hoe ze de kerkdiensten en de catechisaties ervaren en schiet niet te snel in een verdedigende houding als ze met kritiek komen.

Contact kerk-school

Ik wijs ook op het belang van contacten tussen kerk en school. Die zijn ontzettend belangrijk. Jammer genoeg zien we in veel plaatsen kerk en school uit elkaar groeien, en leven er over en weer allerlei karikaturen. 'Die kerkenraad is zo star en bekrompen!', en: 'Dat schoolteam is zo modern!' Weten wij als kerkenraden wat er in de scholen in en om onze woonplaats omgaat? Zijn we op de hoogte van de grondslag, en hoe die in de praktijk gestalte krijgt?

Behoort een regelmatig overleg tussen kerkenraden en schoolbesturen tot de mogelijkheden, zodat je niet alleen (negatief) over elkaar praat maar ook (constructief) met elkaar? In veel gemeenten worden schooldiensten belegd bij de opening van het schooljaar. Of ook op bid- en dankdagen. Diensten waarin de band met de school gestalte krijgt. Natuurlijk is dit niet overal te realiseren. Maar waar het mogelijk is, moeten we het vooral niet nalaten. Trouwens in elke kerkdienst mag er aandacht gegeven worden aan de jongeren en de kinderen. Elke dienst behoort een gezinsdienst te zijn, waarin ook voor kinderen iets herkenbaars is, en waarin jongeren zich herkend weten in hun vragen en aangesproken vanuit het Woord. Laat er regelmatig in de erediensten voorbede plaatsvinden voor hen die bij het onderwijs betrokken zijn. Het is geen gemakkelijke taak die leerkrachten, directieleden en schoolbesturen is opgedragen. Stimuleren wij gemeenteleden om zitting te nemen in een schoolbestuur? Soms kun je een principieel en capabel gemeentelid beter in het schoolbestuur hebben dan in de kerkenraad. Ik noemde het grote tekort aan leerkrachten en docenten. Laten we met het oog daarop kerkelijk meelevende jongeren stimuleren om in het onderwijs te gaan.

Ik las ergens: Kerk en school zijn als het goed is geen concurrenten, maar twee armen van Godswege om kinderen tot Jezus te leiden. Wat is het juist in deze tijd van groot belang dat we als gezin, school en kerk de handen ineen slaan, opdat we de jeugd bij het Woord mogen bewaren. Vanuit Gods eigen vaste belofte. Hij staat er Zelf voor in dat Zijn werk ook onder jongeren doorgaat. Als we ons inspannen om onze jongeren met het Woord te bereiken, is dat onder de belofte van zegen. Er is geen verwachting van de jeugd, maar wel is er verwachting uoor de jeugd. Omdat de Heere doorgaat ook in onze tijd met het vergaderen van Zijn gemeente. Zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden, en zij zullen in Hem gezegend worden (Psalm 72 : 17).

H. RUSSCHER, BARNEVELD

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Contacten tussen kerk en school

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's