Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oratie prof. W. Verboom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oratie prof. W. Verboom

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Een van de elf kinderen uit een bevindelijk nest in Kollum mag de komende jaren in Leiden op de Heidelbergse Catechismus gaan broeden.' Zo zei prof. dr. W. Verboom het afgelopen vrijdagavond in besloten kring, nadat hij erder die dag in het Groot Auditorium in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden zijn oratie - de rede aarmee hij zijn hoogleraarschap officieel aanvaardt - had uitgesproken. Deze wat speelse formulering verraadt dat dr. Verboom zijn wetenschappelijke werk wil verrichten in verbondenheid met het geloof dat hem thuis vooreleefd is én dat de Heidelberger met name het voorwerp an zijn onderzoek is.

n zijn rede deed prof. Verboom verslag van zijn onderoek naar de wijze waarop de drieslag ellende-verlossingdankbaarheid als theologisch paradigma in de twintigste eeuw functioneerde. Daartoe onderzocht hij zo'n zeventig catechismusverklaringen. Hij onderscheidde vijf modellen: a. de bevindelijk-chronologische opvatting (G. H. Kersten - zwaartepunt op de ellendekennis, behoefte om et erfgoed van de Nadere Reformatie te bewaren); b. de eronderstelde wedergeboorte (A. Kuyper, B. Wielenga -met minder nadruk op de ellendekennis); c. de eerste opvatting van het verbond (K. Schilder - met nadruk op de kennis van de verlossing, de minst bevindelijke opvatting); d. de tweede opvatting van het verbond (Ph. J. Hoedemaker, H. R Kohlbrugge - waarin ook de kennis van de verlossing centraal staat en waarbij de dankbaarheid niet apart gethematiseerd is); e. de christocentrische opvatting (K. Barth, K. H. Miskotte), waarin de verlossing geobjectiveerd wordt. In elk model herkende hij een aparte geloofs-

beleving, die de interpretatie van de drieslag uit de Catechismus bepaalde. Bij Ursinus, de voornaamste opsteller van de Heidelberger, overheerst echter de eenheid in de drieslag, al had prof. Verboom het idee dat de commentaren van Ursinus uitwijzen dat hier de ellendekennis aan de verlossing voorafgaat.

De nieuwe hoogleraar gaf aan dat voor hem de Heidelbergse Catechismus de gulden middenweg in de belijdenis is. Hij herinnerde aan de kerkorde van de Palts (1563), waarin het doopformulier, de catechismus en het avondmaalsformulier in deze volgorde zijn opgenomen.

Voor wie de gereformeerde belijdenis liefheeft, was het een vreugde dat in de Leidse wetenschappelijke context de relevantie van de Heidelberger op deze wijze benoemd werd. Het onderwijs aan de aanstaande dienaren van het Woord mag een plaats hebben in de gebeden van de gemeente. Daartoe was deze middag een aansporing. We wensen prof. Verboom én zijn collega's wijsheid en sterkte, bovenal de zegen van God in het dienen van de kerk en de theologische wetenschap.

PJV

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Oratie prof. W. Verboom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's