Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geven, ontvangen, delen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geven, ontvangen, delen

VIJFTIG JAAR NA DE WATERSNOODRAMP

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het komt dezer dagen allemaal opnieuw in de herinnering: de watersnoodramp van ïjebruari 1953, volgende week een halve eeuw geleden. Degeneratie die nu van middelbare leeftijd is, kent de indrukwekkende verhalen uit de schoolbanken maar weet ook van de bouw van de Deltawerken, waarmee de provincie Zeeland uit haar isolement geraakte. Ouderen - uit Oude Tonge, Nieuwerkerk, Stavenisse ojwelk zwaar getroffen dorp ook - zullen het nooit vergeten. Kortweg is sindsdien gesproken over 'de' ramp'.

Die aanduiding - dé ramp - is alleszins te begrijpen, als we weten dat de Beatrixvloed - op zaterdag 31 januari was kroonprinses Beatrix jarig - vaak in één adem genoemd wordt met de Elisabethvloed uit 1421, waarbij 72 dorpen door het water weggevaagd werden en tienduizenden mensen verdronken. Ongeveer 100.000 mensen moesten in 1953 tijdelijk elders een onderkomen zoeken, duizenden gebouwen werden verwoest en tienduizenden werden beschadigd, terwijl het laatste dijkgat pas aan het einde van het jaar 1953 kon worden gedicht. En het ergste: 1835 mensen verdronken, tienduizenden dieren vonden de dood. Het dorp Oude Tonge beweende alleen al driehonderd doden.

Nationaal Rampenfonds

De kracht van het Vvater is enorm. Vloedplanken begeven het. Dijken houden het niet. Lang niet iedereen heeft gelegenheid een veilig heenkomen te zoeken, zoals de ongeveer 25 mensen die op de galerij van het orgel in de kerk van Sirjans- Iand gaan zitten. Een vrouw met reuma voor wie de trap naar de orgelgalerij te hoog is, verbergt zich in de preekstoel. Velen worden tijdens hun vlucht naar andere dorpen, verder van de zee, op de dijken door het water verrast. Het aantal geredde mensen loopt gelukkig op, maar dat geldt evenzeer voor het aantal mensen dat in het water sterft.

Waar de watersnoodramp in het zuidwesten met name ter plaatse ervaren wordt, treft de ramp heel onze natie. Nederland reageert massaal door de oprichting van een Nationaal Rampenfonds op 1 februari, waarbij het Rode Kruis de goederenstroom coördineert. De hulpverlening blijkt zelfs té massaal: 'Met grote ontroering heeft het Rode Kruis de massale stroom van goederen die het Nederlandse volk bijeen heeft willen brengen ten behoeve van de slachtoffers van de watersnoodramp, in ontvangst genomen.' Omdat het aantal ontvangen kledingstukken en meubilair zo groot is dat in de eerste behoeften ruimschoots kan worden voorzien, verzoekt het Rode Kruis de hulp tot nader orde stop te zetten. Maar de hulp blijkt niet te stoppen, en enige tijd later bevat Den Haag zeventien pakhuizen vol kleren.

Egoïsme

Het is een bewijs dat zichtbare nood, zeker als die dichtbij ervaren wordt, mensen in beweging zet. Beelden en berichten van ellende eri chaos doen een appèl op mededeelzaamheid en vrijgevigheid - en dit appèl wordt verstaan. De schaduwzijde voor de diaconale arbeid in onze tijd is wel dat niet elke menselijke nood in beelden is weer te geven en dat ons geefpatroon aan slijtage onderhevig kan zijn door gewenning aan de beelden of bepaald wordt door degene die noodsituaties het meest dramatisch in de huiskamers kan brengen.

Helaas wordt het getuigenis dat van barmhartigheid uitgaat, altijd weer verstoord door geveinsdheid en egoïsme. Annanias en Saffira wilden een deel van hun bezit afstaan voor de naasten, maar waren daarin niet oprecht tegen Petrus en voor God. Zo zijn in het rampgebied jarenlang de verhalen in omloop gebleven over wat er 'aan de strijkstok van de plaatselijke elite is blijven hangen', schrijft de journalist Kees Slager in zijn reconstructie van de watersnoodramp. Hij refereert aan mensen die na veertig jaar nog toen achtergehouden cornedbeef schijnen te eten, aan een gemeentebestuur dat zichzelf in mooie, nieuwe jassen steekt die uit het buitenland zijn ontvangen.

Wereldwijd

Bovengenoemd voorbeeld maakt tegelijk duidelijk dat het verdriet in Nederland in het buitenland niet onopgemerkt is gebleven. Enkele jaren nadat ons volk met hulp van Amerikanen en Canadezen bevrijd werd van de Duitse overheersers, was er opnieuw sprake van massale hulpverlening van over onze grenzen, nu vanwege de gevolgen van een natuurramp. In de loop van 1953 werken vrijwilligers van de Wereldraad van Kerken op Flakkee. Het heeft - aansluitend bij de inzettende mondialisering - betekend dat het diaconaat van de gemeente ook een wereldwijde strekking kreeg. Waar de naoorlogse welvaart en de sociale voorzieningen het karakter van het binnenlands diaconaat veranderden, kwam de lijdende mens in allerlei gebieden op de aarde in ons blikveld. Het is daarom broodnodig dat we de achtergrond van de zondag voor het werelddiaconaat - de eerste van februari - in het oog houden, ook in de toekomst.

We geven niet omdat we in 1953 van de ander ontvangen hebben. Maar we délen wel omdat we samen gaven ontvangen van Hem, die Zijn leven gaf, die rijk was en om onzentwil arm werd. Vanuit die houding onderscheidt het diaconaat vanuit de kerken zich principieel van andere vormen van hulpverlening. Een beker koud water of een warme deken in de naam van Christus is niet minder dan een verwijzing naar Hem, waarop Hij terug zal komen in het laatste oordeel.

Delen

Herinneringen aan de ondervonden nood en hulpverlening in 1953 mogen ons aansporen om ook in de huidige tijd wereldwijd te delen. Hier raken we aan vraagstukken die zwaarder zijn dan onze schouders. Noch de vooruitgang in techniek, noch de logistiek is bij machte om voedsel te krijgen waar het zijn moet. Dat kan verlammend werken op mensen die, aangeraakt door de liefde van Christus, hun gaven willen delen. Gelukkig roept de Bijbel op tot trouw in het kleinschalige, het beperkte. Een bezoek, wat water, iedereen kan dat realiseren. Om zo de vreugde te ervaren van het samen leven van de genade en de gaven van Christus, alle aan het kruis verdiend. Wat hebben we immers, dat we zelf niet ontvangen hebben?

Delen met de ander en openstaan voor wat de ander ons aanreikt - stoffelijk of geestelijk - , het is een grondgedachte in Gods Woord. Delen gaat daarbij veel verder dan geven, omdat het mensen verbindt, ze zich verantwoordelijk voor elkaar mogen weten. Leven uit de genade van Christus trekt ons zo uit het isolement en zet broeders en zusters op ons netvlies. En maakt ons bereid van de ander wat aan te nemen. Ook gediend willen worden en hulp willen aanvaarden, moetje leren.

Spreken van God

In rampen wereldwijd spreekt God. Gelukkig als in nood tot Hem de toevlucht gezocht wordt. Kees Slager verhaalt in zijn boek over de ramp dat in het huisje van Jozeas Verton in Nieuwerkerk bijna honderd mensen op elkaar gepakt zitten, zodat overtollige huisraad naar buiten moet. Als hulp niet komt opdagen, begint er één hardop te bidden. 'De anderen vielen in. Vanaf maandagmiddag zat dat hele zoldertje vol biddende mensen. Luid. Het was om er koude rillingen van over je rug te krijgen. Dat ging zo uren door, ook in de nacht van maandag op dinsdag.' Onder Stellendam horen drijvende mensen psalmen in de nacht klinken: 'Maar de Heer zal uitkomst geven...'

Als volgende week in de Grote Kerk van Goes de ramp herdacht wordt, zal ook stilgestaan worden bij de ramp als een straf van God. 'De adem Gods heeft onze zeeweringen en dijken doorbroken. Dat mochten we leren verstaan. Het is de Heere die ons geslagen heeft in onze trots', schrijft het christelijke blad Eilandennieuws in 1953. Onderzoek toont later aan dat een derde van de Zeeuwse bevolking de straffende hand van God in de ramp opmerkt, terwijl ruim de helft haar als een onafwendbaar natuurgebeuren beschouwt. Het zijn ook dienaren van de overheid die de godsdienstige dimensie van de ramp alle aandacht geven. De rooms-katholieke Commissaris van de Koningin in Brabant zegt niet te weten 'welke bedoelingen de Almachtige hiermee had'.

Roepstem voor de kerk

Zou God Zeeland zwaarder straffen dan andere delen van ons land? Hoe bezien we de huidige honger in Afrika tegenover onze welvaart? Gebeurtenis-

sen in deze wereld brengen ons steeds weer bij de regering van God over hemel en aarde. Daarom schreef prof. J. Severijn, toenmalige voorzitter van de Gereformeerde Bond, in 1953 treffend in de Waarheidsvriend: 'Deze ramp heeft de ganse natie getroffen en heeft óók wat te zeggen. Dat gevoelt men. Natuurkrachten hebben niets te zeggen. Alleen personen spreken. Maar er is een stem Gods in dit vreselijk gebeuren, een stem van de Almachtige, die hemel en aarde gemaakt heeft en de wereld draagt door Zijn eeuwige kracht. Een roep tot verootmoediging en bekering.'

Die stem van God klinkt ook tot de kerk, schrijft Severijn: 'En hoe is de kerk, die toch tot de getuige Gods en van Zijn Christus in ons vaderland geroepen en gezet is, hoe is zij verdeeld en ontrouw en een verkondigster van allerlei wind van leer geworden. Zij is geworden tot een smaad. Bovenal gaat de roepstem uit tot de kerk, die onder voorwendsel van gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en gemeenschap met de belijdenis der vaderen, de eerbied voor het Woord Gods ondergraaft en de leer der vaderen veracht.' Woorden die niets aan actualiteit hebben ingeboet. Zo mag de kerk in crises en aanvechting vanwege het soms raadselachtige van het godsbestuur een beroep doen op Gods barmhartigheid in Christus, om tegelijk aan die barmhartigheid gestalte te geven. Laat volgende week, ook in de samenkomsten van de gemeente, de watersnoodramp herdacht worden; laat dan vanuit het Woord profetisch licht op deze gebeurtenis vallen, in priesterlijke verbondenheid met de immense nood, dichtbij en ver weg.

P. J. VERGUNST

Volgende week: Luisterend dienen, want een ramp raakt ons allemaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geven, ontvangen, delen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's