Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heidelberg in Leiden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heidelberg in Leiden

ORATIE VAN DR. W. VERBOOM

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tussen de universiteiten van Heidelberg en Leiden bestaan oude verbindingen. Vóór de oprichting van de Leidse universiteit in 1575 vonden vele Nederlandse studenten en met name de a.s. theologen hun weg naar de school in de Palts. Ik noem hier slechts Petrus Datheen, Franciscus Gomarus en Johannes Bogerman. Die stroom verandert in een verkeer waarin Duitse studenten in Leiden, en, hoewel steeds minder, Nederlandse studenten in Heidelberg hun opleiding krijgen. Nog belangrijker was het verkeer onder professoren. Bekende hoogleraren als Franciscus Junius hadden eerst in Heidelberg naam gemaakt, voordat ze naar Leiden kwamen. Het fundament onder dit verkeer was onder andere gelegen in het catechisatieboek dat ons vertelt waar alleen een mens houvast in leven en sterven kan vinden. En die theologie van de Heidelberger Catechismus werd ook in Leiden onderwezen. Deze wat lange inleiding geeft aan dat het helemaal niet vreemd is dat een Leidse hoogleraar de Heidelberger Catechismus als thema van zijn inaugurele rede kiest. Het past in de traditie van Leiden en het signaal van de rede is dat dit een goede traditie is.

Stromen

Prof. Verboom heeft onderzoek gedaan naar de manier waarop in de vorige eeuw, de twintigste dus, de drieslag ellende-verlossing-dankbaarheid in kerken van gereformeerde signatuur heeft gefunctioneerd. Hij las daarvoor zeventig catechismusverklaringen door en hij komt tot de conclusie dat er vijf stromen te onderscheiden zijn. Ik zet ze even op de rij. - De eerste stroom die Verboom noemt, is die waarin ellende, verlossing en dankbaarheid stations in de bekeringsweg zijn. Die stations moeten in die volgorde gepasseerd worden. De naam met deze stroom verbonden is die van ds. G. H. Kersten (1882-1948). Kersten stelt dat wie deze drie stukken in hun chronologische volgorde niet doorleeft, niet deelt in de troost van zondag 1.

- De tweede stroom is die van Abraham Kuyper (1837-1920). Het is de stroom van de leer van de veronderstelde wedergeboorte. Er is bij hem geen chronologie, want de kennis van de drieslag is al in de kiem aanwezig en komt slechts tot ontwikkeling als de wedergeborenen zich van zijn wedergeboren zijn bewust wordt. Verboom verwijst naar Herman Bavinck (1854-1921), die als kritiek had dat deze opvatting leidt tot oppervlakkigheid in het geloof.

- Model drie gaat uit van het verbond en dan op de wijze van de theologie van Klaas Schilder (1890-1952). Schilder kritiseert Kuypers opvattingen radicaal en dat resulteert in een concentratie op het verbond met daarin belofte en eis. Opnieuw geen stadia, maar blijvende elementen in het geloofsleven van degene die gelovig geantwoord heeft op de verbondseis.

- Ook bij model vier gaat het over het verbond, maar dan niet zozeer het verbond met het individu maar met het volk Gods. Verboom noemt hier de namen van Hoedemaker (1839-1910) en Kohlbrugge (1803-1875). De drieslag betreft een kennis die in elk aspect met Christus verbonden is, dus ook in de ellende. Maar ook blijft de dankbaarheid bijvoorbeeld met de ellende en de verlossing verbonden in die zin dat het leven der dankbaarheid niet iets waarin de gelovige nu zelf aan het werk gaat.

- Ten slotte is er het christocentrische model en dan gaat het om theologen als O. Noordmans (1871-1956) en K. H. Miskotte (1894-1976), die nauw met de theologie van Barth verbonden zijn. Eigenlijk ontstaat hier een nieuwe chronologie, omdat hier de verlossing aan de ellende voorafgaat.

De ware

Wie van de vijf is nu de echte? Dat is natuurlijk de hamvraag. Het antwoord betekent echter wel dat er vier zijn die niet voldoende of misschien wel helemaal geen recht doen aan de eigenlijke betekenis van de Catechismus. Verboom is ook wat dit aangaat zeer duidelijk. Als hij uitgaat van de kerkorde van de Palts, waar de Heidelberger tussen Doop- en Avondmaalformulier in staat, levert model vier de ware functionering van de drieslag. Dat betekent dat Kohlbrugge, de man van 'de eenvoudige Heidelberger' het meest recht doet aan wat de Catechismus bedoelde.

Nu is Verbooms rede te kort om die conclusie goed te beoordelen. Hij kent als geen ander het materiaal voor deze conclusie en ik heb ook geen reden aan de waarheid daarvan te twijfelen. Wel is het opvallend hoe Verboom zelf aangeeft hoe model 3 (Schilder) en model 4 (Kohlbrugge) beide vanuit het verbond werken en daarom dicht bij elkaar liggen. Ligt daar in het tussenkerkelijk gesprek vandaag niet materiaal om nader tot elkaar te komen? Als model 3 en 4 beide het verbond benadrukken, is dan niet in de verbinding van 3 en 4 - en van de bij die modellen behorende gereformeerde gelovigende eenheid van belofte en beleving, van zekerheid en aanvechting, verstand en gevoel te herstellen?

Zorg

Het is een weldaad te lezen hoe Verboom veel tijd heeft gestoken in zijn onderzoek met als doel aandacht te vragen voor de Catechismus. Openhartig belijdt hij zijn overtuiging dat dit oude leerboek uit Palts vandaag nog waardevol is. Dat wil ik graag onderstrepen. Tegelijk spreek ik mijn verbazing uit dat de Heidelberger in prediking en catechese hier en daar zozeer veronachtzaamd wordt. Dat deze belijdenis door sommigen als niet meer actueel wordt ervaren, zou wel eens meer aan de predikers dan aan de preekstof kunnen liggen. Als het over de drieslag gaat, roept de ellende die we elke dag via krant en tv zien dat daarachter de ellende van de breuk met de HEERE ligt. Ieder kan toch zien hoe mensen smachten naar verlossing. En is de huidige discussie over normen en waarden niet ten diepste het zoeken naar het zinvolle en dienstbare leven zoals in het deel van de dankbaarheid daarover gesproken wordt?

Stijl

De stijl van de rede van Verboom heeft een zekere gelijkenis met die van de catechismus. Ik bedoel daarmee dat Verboom kort en helder is. Net als bij de catechismus wordt er bij Verboom niet lang omheen gedraaid. Geen lange verhalen, geen uitvoerige betogen, maar korte, goed leesbare zinnen. Zoals die stijl voor de leerlingen van de catechismus eeuwenlang een geweldig hulp is geweest en nog lang zal zijn, zo zullen de studenten onder Verbooms gehoor van deze stijl zeker de vruchten plukken. Een reis naar Heidelberg blijft altijd de moeite waard en kan ik zeker aanbevelen, maar wie de theologie van de Heidelberger wil leren kennen, kan ook in Leiden blijven.

H. J. SELDERHUIS, HASSELT

Omdat de rede 'Een oude drieslag als theologisch paradigma in de twintigste eeuw' niet in de handel is, zijn exemplaren te verkrijgen door euro 2, 50 over te maken op postbanknummer 2937021 t.n.v. Bureau Gereformeerde Bond te Huizen (de overschrijving van de giro naar Apeldoorn duurt nog een enkele week), onder vermelding van 'oratie'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Heidelberg in Leiden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2003

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's